Het ging
niet om
Rauter...
Christina Tamboers herinneringen aan de aanslag bij De Woeste Hoeve
ZATERDAG 6 APRIL 1985
EXTRA
PAGINA 27
door Boy Idema
ting) waren verschillende Duitse auto's
gepasseerd, maar kennelijk uit angst
voor nieuwe aanvallen van het verzet re
den alle wagens door. Ook de ingekwar
tierde troepen in de Woeste Hoeve en
omgeving lieten zich niet op straat zien.
234 schoten
De vier verzetsmensen die in het vuur
gevecht - naar later uit de lege patroon
houders bleek - 234 schoten op Rauters
auto hadden afgevuurd, zagen bij een
eerste inspectie van de wagen dat één
man nog leefde. Zij trokken zich terug in
de berm toen een Duitse auto naderde.
Die bleef maar heel even staan en gaf
toen vol gas richting Beekbergen. Een
tweede inspectie volgde. Men had er
geen idee van dat de nog wat rochelende
man naast de chauffeur Rauter was en
dat deed hen besluiten de wagen niet
verder te onderzoeken (op papieren e.d.)
maar terug te keren naar de basis van
het ondergrondse verzet bij de kampeer
plaats Coldenhove in de bossen bij Eer
beek. Het was toen al vroeg in de mor
gen van 7 maart.
Voor Christina, haar familie en de om
wonenden kwam na de onrustige nacht
met het vuurgevecht zo vlakbij, een heel
Rampzalig zijn de gevolgen van
7 de aanslag die een verzetsgroep
uitvoert bij Woeste Hoeve tussen
Arnhem en Apeldoorn. De groep
heeft dringend behoefte aan een
Wehrmachtsauto, houdt in de
nacht van 6 op 7 maart '45 een open
BMW aan, raakt verwikkeld in een
vuurgevecht, schiet tot er niet
meer teruggeschoten wordt, door
zoekt de auto niet goed, trekt zich
terug, en de volgende ochtend
wordt ontdekt dat in de auto, die
243 kogelgaten toont, de Höhere
SS- und Polizeiführer Rauter, hoe
wel zwaargewond, nog in leven is.
Scböngarth, Befehlshaber der Si-
cberheitspolizei und des SD, ge
schoold in massamoorden in bezet
Oost-Europa, maakt bekend, dat
bij bij wijze van represaille „meh-
rere Hundert Terroristen und Sa-
boteure" in het openbaar stand
rechtelijk heeft laten neerschieten.
Meer dan vierhonderd gearresteer
den van het verzet worden na die
ene aanslag gefusilleerd, van wie
117 bij Woeste
Hoeve. 7
(Prof. L. de Jong in „Bezetting"-
U).
„Geachte landgenoten,
Als U hier stopt, vraagt U steeds:
hoe is het toch allemaal gegaan..."
Zo begint een brief van tien kantjes
schoolschrift, die de Arnhemse Christi
na Tamboer-Aartsen schreef toen zij
direct na de oorlog in 1945 - werd over
stelpt met vragen van familieleden van
de 117 Nederlanders, die uit wraak voor
de aanslag op Rauter bij De Woeste Hoe
ve waren gefusilleerd. Christina was er
bij geweest. Zij had het drama gezien en
zij had zich voorgenomen het allemaal
op te schrijven. Misschien zou ze het la
ter niet meer zo goed weten..."
Het was een goede intuitie van deze
jonge vrouw, die waarschijnlijk de enige
getuige is van wat er zich de eerste week
van maart - een maand voor de bevrij
ding en precies op haar verjaardag
op de weg van Arnhem naar Apeldoorn
heeft afgespeeld: de later berucht ge
worden aanslag op Rauter bij café De
Woeste Hoeve.
Christina was op Woeste Hoeve gebo
ren. Haar vader was er herbergier. De
oorlog leek een nog betrekkelijk vredige
afloop te krijgen voor haar en haar fami
lie. In de Weine buurtschap op de
grens van bos en bouwland - werd geen
honger geleden. Maar toen het oorlogs
front dichtbij Arnhem kwam te liggen,
begon De Woeste Hoeve voor de Duit
sers strategisch belangrijk te worden.
Over de klinkerweg - ooit in opdracht
van Napoleon aangelegd - reed het af en
aan tussen Apeldoorn, Arnhem en vlieg
veld Deelen, waar de Duitsers onder
meer hun V-l's wilden lanceTen. Op de
Veluwe verwachtte men elk ogenblik de
beslissende stoot van de geallieerden
naar het noorden. Het Derde Rijk ver
toonde zijn laatste stuiptrekking en dat
maakte de Duitsers nerveus.
Sadist
De Woeste Hoeve en wat omliggende
hofsteden kreeg weliswaar nog een flink
stel Duitse brandwachten ingekwar
tierd, maar de familie Aartsen liet zich
door gezwets en dreigementen niet lan
ger intimideren. Handenwrijvend zagen
zij de geallieerde luchtvloten overko
men. Als de „Tommies" in hun Ty
phoons en Spitfires op Duitse kolonnes
doken, werd het wel even benauwd,
maar elke succesvolle aanval was weer
een lichtpuntje.
Hoewel in de officiële reconstructie
van de aanslag op Rauter daarvan geen
melding gemaakt wordt, weet Christina
het zeker: de hoogste politiefunctionaris
in Nederland - bekend om zijn sadis
tisch optreden tegen Nederlandse bur
gers - was 's middags 6 maart nog in het
café geweest Daarna ging hij naar Dee
len en op de terugweg - tegen midder
nacht werd hij overvallen.
Het was de hele verjaardag van Chris
tina al rumoerig geweest op de Arnhem-
seweg: kolonnes militairen en de „Tom
mies" erboven. Christina weet zich nog
goed te herinneren dat bijna alle een-
mansputjes in die tijd vol zaten.
„Mijn zus en ik lagen op bed nog wat
te praten, toen er vlakbij het café werd
geschoten. Dat gebeurde wel meer, maar
het merkwaardige was dat het na die
schoten ineens doodstil werd. Toen
Christina naar buiten keek, was er niet
meer te zien dan een auto langs de kant
van de weg - de koplampen nog aan.
Later bleek het de auto van Rauter te
zijn. De lange stilte die op de aanslag
volgde, was verklaarbaar. De chauffeur
van Rauter was dood, evenals de twee
Duitse militairen die achter in de open
cabriolet zaten. Rauter zelf - maar dat
wist toen nog niemand - gaf geen kik.
Hij had twee kogels door zijn longen ge
had en een serie door kaak en dijbeen.
Dat de vier Duitsers zo lang op de
plaats van de aanslag in hun auto moes
ten liggen, tekende de nerveuze span
ning onder de Duitsers. Tot op het tijd
stip dat Rauter en zijn achterpassagier
werden afgevoerd naar Apeldoorn (het
Kriegslazarett in de St.-Josephstich-
De represailles van de Duitse bezet
ters in Putten en bij De Woeste Hoeve
waren na de oorlog de meest geruchtma
kende misdrijven van de nazi's in Neder
land. De nu in Oosterbeek wonende
oud-verzetsman en historicus drs. Johan
M. Middelbeek, die velen kende in de
Apeldoornse groep, schreef nog in het
eerste bevrijdingsjaar de lotgevallen van
de Apeldoornse LO-LKP. „We hebben
veel successen geboekt, maar ook veel
tragedies meegemaakt. De „Rauter-
ramp" heeft ons diep in het hart ge
brand".
Lief land
De met kogels doorzeefde auto van bovenaf gezien.
In later jaren was Middelbeek vaak de
woordvoerder van oud-verzetsmensen.
Hij was een van hen en men kende zijn
weloverwogen oordeel. Die gaf hij als
oud-verzetsmensen die misschien te
vlug naar het pistool hadden gegrepen
door sommigen in een kwaad daglicht
werden gesteld. „Bij de beoordeling van
situaties van toen", is zijn uitgangspunt,
„mogen wij niet de maatstaven van nu
hanteren".
„Wij mogen dan pas oordelen als wij
van onszelf weten dat wij dezelfde inzet
en moed hadden kunnen opbrengen als
diegenen die dag en nacht hun leven
hebben gewaagd om anderen te helpen
en het de Duitsers zo zuur mogelijk te
maken".
Middelbeek: „Mensen die in het verzet
kwamen tegen het nationaal-socialisme,
vooral toen dat regime zich manifesteer
de met terreur, roof, moord en massade
portaties - die mensen handelden uit
ethische of levensbeschouwelijke motie
ven (of zomaar, heel impulsief uit de
grond van hun hart). Zij kwamen terecht
in omstandigheden waarin een duidelijk
ja" of „nee" werd gevraagd. Maar vaak
moesten in een vaag grensgebied met al
lerlei schijnreaccties wél beslissingen
genomen worden en die hielden risico's
In het Apeldoornse verzet zaten velen,
onder wie Middelbeek, die geen pistool
konden hanteren of in ieder geval be
paald niet triggerhappy waren. Zij ver
scholen zich op zolders en in keldertjes
en waren bezig met pen en drukpers,
met radiocontacten met de geallieerden,
vervalsingen van bonkaarten, persoons
bewijzen en Duitse handtekeningen.
Anderen brachten krantjes rond of be
langrijke inlichtingen naar gene zijde of
verleenden gastvrijheid aan onderdui
kers, joden, piloten en zelfs Russen, zo
als de Methorsten en de Van Bovens in
de Loenermark.
rumoerige dag. Café De Woeste Hoeve
werd overstroomd met grote troepen
Duitsers, die onder elkaar wat ruzieden
en begonnen met de eerste verhoren, zo
wel van de burgers als de ingekwartier
de Duitsers. Uit de hele sfeer rondom
die verhoren kreeg Christina de indruk
dat er niet een aanslag was gepleegd
door Nederlanders, maar door onder el
kaar rivaliserende Duitsers. Dat was in
de oorlog wel eens vaker gebeurd, maar
die veronderstelling was in dit geval on
juist.
De werkelijke toedracht van de aan
slag bleef tot het einde van de oorlog ge
heim. Maar in tegenstelling tot de aan
slag op Duitse officieren, die vijf maan
den eerder was gepleegd bij het dorp
Putten (en waarover nog steeds een
waas van geheimzinnigheid hangt),
kwam het Apeldoornse verzet na de be
vrijding ruiterlijk met de misrekening
en het falen van de aanslag voor het
voetlicht. Daarbij werd meteen afgere
kend met de misvatting als zouden de
knokploegen het op Rauter gemunt heb
ben. De aanleiding tot de aanslag bij De
Woeste Hoeve was een heel andere: geen
liquidatie van een gehate politiechef,
tmaar hulp aan hongerende mensen...
In SS-uniform
Er was namelijk bij de Apeldoornse
verzetsgroep een tip binnengekomen,
dat de Duitsers voor de voedselvoorzie
ning van hun troepen op 7 maart in Epe
bij een slagerij 3000 kilo vlees zouden
komen afhalen. Het verzet had bij zulke
tips al eens eerder de truc uitgehaald om
op zulke momenten de Duitsers juist
even voor te zijn. Dat gebeurde dan
meestal in Duits uniform of in de vorm
van een gewapende overval.
Vier leden van de Apeldoornse ver
zetsgroep staken zich in het uniform van
SS-Oberscharführer en SS-Rottenfüh-
rer. De bedoeling was een zogenoemde
controle van de „Heeres-Streifendienst"
te imiteren om in het bezit te komen van
een vrachtwagen voor vervoer van het
vlees in Epe. Er was in illegale kring gro
te behoefte aan transportmiddelen. La
dingen voedsel, wapens die de geallieer
den boven de Veluwe dropten, bonkaar
ten en illegaal drukwerk konden vaak
niet meer uitsluitend door koeriers in
fietstassen door de Duitse controle ko
men. Een Duitse wagen met een „Duit
se" bemanning had al eens vaker uit
komst gebracht bij de proviandering
van onderduikers, joden en verstopte pi
loten.
Foto boven: vier Duitse militairen bewaken de open BMW aan de weg
Apeldoorn-Arnhem. Foto onder: de doorzeefde auto van SS- en Polizeifüh
rer Rauter. Links voorin een van de twee Duitsers die de confrontatie niet
overleefden.
Er waren er óók - elk naar hun eigen
aard - die het pistool in de holster had
den en bedachtzaam het plan trokken
voor overvallen op Duitse treinen, distri
butiekantoren (om de onderduikers te
kunnen voeden), Duitse munitiedepots
opbliezen of bruggen. Er werd gewikt en
gewogen als er liquidaties moesten wor
den uitgevoerd, want de Duitsers wilden
elke vorm van verzet door middel van
represailles op gijzelaars met wortel en
tak uitroeien.
„Als wij aan die dreigementen gehoor
hadden gegeven", zegt Middelbeek,
„dan had de bezetter vrij spel gehad in
een lief land van bange mensen. Dan
hadden zij al hun troepen naar de fron
ten kunnen sturen". Dan was waar ge
worden wat de dichter-verzetsman H. M.
van Randwijk eens schreef: „Een volk
dat voor tyrannen zwicht/Zal méér dan
lijf en goed verliezen/Dan dooft het
licht".
Nog onlangs hebben Middelbeek en
de leden van het voormalig verzet in
Apeldoorn het opgenomen voor Geert
Gosens en de anderen die net zware
werk moesten doen en die bij tijd en wij
le middelpunt zijn van kritiek op het
verzet in Nederland. „Al hun onderne
mingen", zegt Middelbeek, „hield het ri
sico van fouten in. Als zij dat „krediet"
(bij wijze van spreken) niet hadden ge
had, dan hadden ze beter op een veilig
plekje kunnen blijven zitten, afwachten
hoe de oorlog zou aflopen. Maar zij ko
zen voor een weinig comfortabel leven
van de opgejaagde, met spanningen, le
vensgevaar, angsten en verdriet. Ooit
hebben de Duitsers zélf die inzet van het
verzet ter sprake gebracht, toen zij op
het punt stonden dat lastige volk van
Nederland massaal in te lijven bij de
Wehrmacht of te deporteren naar Polen.
Zij kwamen er niet aan toe, want „in dit
volk schuilen krachten die wij niet kun
nen overzien..."
„Maar nu", zegt Middelbeek, „als wij
nu, na zoveel jaren, de balans willen op
maken, wordt het moeilijk, om de opof
feringen en de resultaten juist tegen el
kaar af te wegen".
Roffel
Het was de roffel uit hun pistolen en
stenguns die Christina Aartsen en de an
deren op Woeste Hoeve deed opschrik
ken. Toen ook kwam de stilte die zo
merkwaardig was. Op dat moment ook
kroop de Rus Grigori Skriptsjenko uit
zijn hol in de Loenermark tevoorschijn
om zijn beschermengelen van de buurt
schap Groenendaal, de families Met-
horst, te waarschuwen: „...Deutsche,
...Deutsche, ...wèk...wèk...!"
De volgende dag - het was inmiddels
8 maart - slopen Gosens en zfjn mannen
via de Loenense bossen terug naar De
Woeste Hoeve om daar tot de verbijste
rende ontdekking te komen hoe de Duit
sers wraak hadden genomen. Ze hebben
nog overwogen de Duitsers massaal te
lijf te gaan, maar wéér stond men mach
teloos bij gebrek aan vervoer van een
groot aantal mannen en wapens.
Tegen alle instructies van de Duitsers
in was Christina even tevoren op de uit
kijk gegaan; haastig had ze nog wat fo
to's van de koningin verstopt en gluurde
ze door een van de halfronde raampjes
van de café-etage naar buiten. Daar zag
ze de voorbereidingen voor de executie
van 117 Nederlanders, die met drie
vrachtwagens uit allerlei gijzelaarskam
pen in Nederland waren aangevoerd, de
handen op de rug. De executie zelf was
een kwestie van seconden. Christina, die
toch maar een veiliger plaats had ge
zocht op strobalen die in de doorrij-
schuur op een verstopte auto waren ge
stapeld, kromp ineen van afschuw, toen
ze na de executie Nederlandse SS'ers
bezig zag langs de neergemaaide licha-
Op de plaats waar 117 gijzelaars werden gefusilleerd als represaille
op de aanslag, staat dit herdenkingskruis.
Christin Tamboer-Aartsen met het schilderij van De Woeste Hoeve in 1944. Ze wijst naar het linker dakraam dat als haar uitkijkpost fungeerde. (foto's gpd>
In de avond van de zesde maart stel
den de vier mannen onder leiding van de
Apeldoorner Geert Gosens zich op in de
berm bij de Woeste Hoeve. Men liet eerst
wat personenauto's passeren, maar toen
er plotseling zwaar motorgeluid werd
waargenomen, sprongen ze op de weg
voor de „controle". Dat kon, omdat het
wel vaker gebeurde dat Duitse politie
onder eigen mensen controle hield.
De auto stopte, de vier posteerden zich
rondom de wagen en er werd naar papie
ren gevraagd. Te laat had men in de ga
ten dat de auto niet aan het doel beant
woordde, maar er was geen weg terug.
Vanuit de open BMW kwam protest. De
Duitser naast de chauffeur riep nog:
„Mensch, wissen Sie denn nicht, wer wir
sind..." Hij trok zijn pistool en de andere
inzittenden zetten hun machinegeweren
op scherp. De dreiging op dat moment
was groot, maar Gosens en zijn mannen
waren de vier Duitsers een fractie van
een seconde vóór.
men voor hier en daar een laatste schot
uit een pistool. „Het was afschuwelijk,
maar ik weet niet wat 't was... ik wilde
het zien... ik wilde het navertellen...".
Na de bevrijding hééft ze dat gedaan.
„Maar ik kon niet meer van de zenuwen
met al die familieleden van de slachtof
fers". Toen heeft ze het opgeschreven:
„Geachte Nederlanders", en de nabe
staanden even alleen gelaten met het
grote verdriet.