Aruba's nieuwe werkelijkheid
De toekomst van de Nederlandse Antillen (2)
ZATERDAG 6 APRIL 1985
PAGINA 21
door Kees van de Maas
(foto's Dirk Ketting;)
Wanneer niet op het laatste
moment onoverkomelijke
hindernissen ontstaan, zal de
Tweede Kamer eind mei een
beslissing nemen over de
komende losmaking van het
eiland Aruba uit het
staatsverband van de
Nederlandse Antillen, de
zogenaamde 'status aparte'.
Voor dat doel moet het Statuut
voor het Koninkrijk der
Nederlanden, daterend uit
1954, veranderd worden. Aruba
wordt aldus per 1 januari 1986
binnen het koninkrijk een
apart land, naast een
combinatie van de overige vijf
eilanden en naast Nederland.
Op de Ronde Tafel Conferentie
(RTC) van maart 1983 hebben
alle deelnemers hiertoe
besloten en tevens vastgelegd
dat tien jaar later, 1 januari
1996 voor Aruba de definitieve
onafhankelijkheid, geheel los
van Nederland zal ingaan. Of
dat er echt van komt? De
Nederlandse Antillen zitten
diep in de zorgen en de
problemen stapelen zich op.
Aruba is zijn zenuwen weer een
beetje de baas. Onlangs beleefde
i Nederlands meest eigenzinnige
Antil een rumoerige staking. Enkele
duizenden ambtenaren kwamen in
protesteerden tegen de beslissing
van het eilandbestuur om de
overheidssalarissen per 1 maart te
korten met 10 procent. In luid
toeterende auto-optochten trokken
ze door het centrum van Oranjestad
en belegden zé een zitdemonstratie
voor het bestuurskantoor.
Oproerpolitie reageerde daarop wat
overspannen met
prikkeldraadversperringen en
enkele traangasgranaten om een
menigte te verspreiden.
De plaatselijke pers sprak van een
'oorlogssfeertje', en berichten over de
'gespannen situatie' haalden
Nederlandse maar ook Amerikaanse
kranten. En dat was natuurlijk geen
beste propaganda voor Aruba,
vakantie-eiland. Zeker niet nu de
ongeveer 65.000 inwoners met hun
economie voorlopig vrijwel uitsluitend
afhankelijk zijn van het luxueuze
Amerikaanse toerisme.
Sociale onrust, stakingen,
ontregelingen van het openbare leven:
het zijn de vijanden van de verwende
vakantiegangers die voor rust, comfort
en vergelijkbare genoegens neerstrijken
in de dure hotels annex casino's met de
spierwitte zandstranden voor de deur.
Toeristen van deze standaard willen de
beloftes over Aruba in de kleurige
folders waar gemaakt hebben. Daarom
wensen ze geen stagnaties in hun
toeristische voorzieningenpakket,
willen ze ongestoord kunnen winkelen
in de Nassaustraat van Oranjestad en
verder geen gezeur aan hun kop. Wordt
aan die voorwaarden niet langer
voldaan, dan loopt het toeristenbezoek
grote risico's.
Bang
Er zijn voorbeelden te over uit het
Caraibische gebied met zijn honderd
eilanden. Jamaica, Puerto Rico. Toen er
grote problemen ontstonden, lieten de
Amerikaanse vakantiegangers het
afweten. Daarom is Aruba zo bang voor
zijn eigen stakingen. Je weet tenslotte
maar nooit.
Want hoe zonnig, opgewekt en fleurig
gevernist Aruba zich ook aan zijn gasten
voordoet, het eiland staat er
allerbelabberdst voor. Van de ene op de
andere dag is het opgescheept met een
onbedoeld soort 'status aparte'. Een
economische klap, die eigenlijk
niemand voor mogelijk had gehouden
en nog maar nauwelijks kan geloven.
Eind deze maand gaat het hek van de
Lago-olieraffïnaderij in San Nicolas, op
de zuidpunt van het eiland, voorgoed op
slot. Het Amerikaanse Exxon-concern
(Esso) kwam in november vorig jaar
voor Aruba met de rampzalige
aankondiging dat de produktie moest
worden gestaakt. Venezuela, enige en
uitsluitende leverancier van zware ruwe
olie aan de raffinaderij, had besloten het
jaarcontract met Lago op de
gebruikelijke voorwaarden niet meer te
verlengen.
In de praktijk betekende dat een
halvering van de verwerking, tot dan toe
300.000 barrels per dag. Bovendien
weigerde Venezuela de raffinaderij van
de Amerikaanse multinational op een
Nederlands eiland voor de kust nog
langer te laten profiteren van een
speciale voorkeursprijs, die Lago jaren
achtereen in staat had gesteld stevige
winsten binnen te halen. Het argument
van de oliecaptains in Caracas was
zakelijk en hard. Binnen de OPEC
waren afspraken gemaakt over vrij
drastische produktiebeperkingen. Als
die moesten gelden voor andere
afnemers, dan kon voor de Lago geen
uitzondering worden gemaakt. En wat
de voordelige prijs betreft: op de vrije
markt kon Venezuela (waar in 1975 de
olie-industrie volledig werd
genationaliseerd) zijn olie tegen een
betere prijs kwijt.
Het einde
Lago moest het dus verder zelf maar
uitzoeken. En dat laatste deed Lago
(Exxon dus). De directie zag grote
verliezen naderen zonder uitzicht op
verbetering en stelde vast dat het einde
maar beter niet langer kon worden
uitgesteld. Nadat in oktober 1983 het
personeelsbestand al met 400
werknemers was uitgedund, nu dus
gedwongen ontslag voor de laatste 1000
mensen in vaste dienst. Het doek over
zestig jaar olie-industrie van Aruba, over
een bedrijf dat de levensstandaard van
het eiland heeft opgevijzeld en voor een
belangrijk deel bepaald, een bedrijf ook
waaraan Aruba zijn eigen toekomst met
een 'status aparte' op 1 januari 1986 en
de gok van een (zoals Betico Croes zegt
'opgedrongen') volledige
onafhankelijkheid van Nederland in
1996 min of meer had opgehangen.
Jose Laclé rijdt me over het
uitgebreide raffinaderijcomplex rond.
Hij is een van de stafleden die aanblijven
totdat de laatste lamp in het
Lago-hoofdkantoor wordt uitgedraaid,
tevens de man die als woordvoerder de
beroerde boodschappen van de directie
aan de buitenwereld mag uitleggen. Het
is doodstil op het uitgestrekte, elf
vierkante kilometer grote terrein tussen
de Commandeursbaai en de Punta
Basora. Een raffinaderij die niet leeft,
verandert op slag in het eigen kerkhof.
De laatste tanker is al weken geleden
van de kade vertrokken. Twee
sleepboten liggen er hun rendement te
ondergraven. Laclé suggereert me een
foto te maken van de
ontzwavelingsinstallatie, waarin tien
jaar terug een investering v^n 220
miljoen dollar werd gestoken. De
oliemarkt in de Verenigde Staten vergde
een ontzwaveld produkt en het
milieubeleid van de Antilliaanse
overheid stelde zijn eisen.
Via een hek rijden we de zogenaamde
Colony binnen: een riante wijk met
tachtig bungalows voor buitenlandse
employés en stafleden. Lago had er in
betere tijden zijn eigen school, kerk,
tennispark, aantrekkelijke beach, zijn
club en supermarkten. Nu staat er hier
en daar een grote container voor e^n
witte woning: de verhuizingen zijn in
volle gang. Met het bestuurscollege van
Aruba onderhandelt de Lago-directie
over de verkoop van de bungalows en
over de afwikkeling van een aantal
bodem verontreigingskwesties
Afkoopsom
In zijn kantoor legt Jose Laclé me uit
hoe het sociale plan van Lago bij dit
vertrek er uitziet. Een direct ingaand
pensioen voor werknemers van 49 jaar
of ouder met 15 dienstjaren, een
afkoopsom die kan oplopen tot 103
weken salaris met een bonus van
achtduizend gulden voor eeh
dienstverband van 30 jaar, uitgesteld
pensioen voor personeel dat 20
dienstjaren heeft volgemaakt en 40 jaar
oud is. Esso heeft voor haar ontslagen
mensen brieven geschreven naar veertig
soortgelijke bedrijven elders in deze
hoek van de wereld met beleefde
aanbevelingen van de aanwezige kennis
en vakmanschap. Maar binnen het eigen
concern valt er weinig over te plaatsen.
Tenslotte wordt er overal al gesneden en
ingekrompen. Met de vakbonden is
stevig geknokt over de inhoud van de
afvloeiingsregeling van Lago. Of de
bonden ermee uit de voeten kunnen?
Opvallend is in ieder geval dat van
Lago-personeel zelf geen kwaad woord
over de afwikkeling is te vernemen.
Lago heeft altijd goed voor zijn mensen
gezorgd, Lago gaf sociaal de toon aan op
Aruba, Lago was Aruba. Amerikaanse
verzekeringsmaatschappijen brengen
elke avond via Tele-Aruba
reclamespotjes over de beste manier om
de ontslaguitkering van Lago om te
zetten in een pensioenpolis met
gegarandeerde uitkering. Het is het
soort van overlijdensberichten van
Lago, dat de Arubaan ervan moet
overtuigen dat echt waar is wat hij niet
wil accepteren.
Laclé met een hulpeloos gezicht: „Er
zijn nog steeds mensen die denken dat
het een spelletje is. Dat Lago na de fatale
datum van 31 maart wel weer een beetje
zal blijven doordraaien. We hadden hier
al de tweede en derde generatie
Lago-mensen, ook van elders van de
bovenwindse Antillen en andere
eilanden in Caribbean. Geboren en
opgegroeid met de Lago.
Niet voor niets is een stadje als San
Nicolas, sinds 1926 tegen de raffinaderij
aangeleund en helemaal Lago, van
gehucht tot boomtown opgeklommen.
En dus gedoemd nu mee te
verpauperen. Niet voor niets heet de
belangrijkste boulevard van Oranjestad
naar L. G. Smith, Lago-directeur tot
1946. En dus zal ook straks dat
eerbetoon er een stuk betrekkelijker op
worden.
Verbittering
Want hoewel er openlijk weinig op de
Amerikaanse multionational wordt
gescholden (tenslotte is bijna 71 procent
van de toeristen afkomstig uit de
Verenigde Staten), toch zit de
verbittering over het abrupte vertrek
van Lago diep. Milton Ponson,
'voorzitter van de Kamer van
Koophandel, becijfert even vlug: „De
sluiting van Lago brengt in één keer een
directe en indirecte werkloosheid van
4000 tot 5000 mensen. Het verlies aan
inkomsten voor het eilandgebied is 100
miljoen (meer dan een derde van de
totale overheidsbegroting). Het besluit
om te vertrekken kwam compleet uit de
lucht vallen. We begrijpen dat niet van
zo'n bedrijf als Esso. Ze hebben hier
zestig jaar met winst gedraaid, en fors.
Ze hadden de laatste jaren drijvende
opslagplaatsen in tankers, overal
rondom Aruba. Nu hebben ze een jaar
verlies en gaan er vandoor".
Op de winstbelasting van de
Lago-raffinaderij, op de
werkgelegenheid die het bedrijf bood
(aan onderhoudsbedrijven, aannemers
en toeleveranciers buiten de poort, aan
de middenstand en nog veel meer), op
dat alles dreef Aruba. Olie en
dollartoecisme, het was een lucratieve
combinatie. Veel kon, ook wat niet altijd
even rendabel was. In het roerige
politieke wereldje, twaalf jaar lang
gedomineerd door de typische
volkspartij MEP van Betico Croes,
hoefde niet op een cent te worden
gekeken. En dat gebeurde dan ook niet.
Via net op de Antilien ingeburgerde
patronagestelsel (een stem op de partij
in ruil voor een gunst of een baantje) kon
het ambtenarenapparaat uitgroeien tot
een onvoorstelbaar bestand van 3000
mensen. Onder meer met Nederlands
ontwikkelingsgeld kon Aruba zijn
voorzieningen op hoog niveau brengen.
Veel volkswoningbouw, een
voortreffelijk bibliotheekwezen, een
goed wegennet, een vliegveld geschikt
om de zwaarste toestellen binnen te
krijgen, vorig jaar nog de opening van
een splinternieuwe containerhaven,
gezondheidszorg en onderwijs van
beduidend niveau. Kortom, Aruba had
eigenlijk nog maar één grote zorg: het
voelde zich binnen het staatsverband
van de Nederlandse Antillen bevoogd en
betutteld door het altijd grotere, altijd
belangrijker, altijd overheersende
Curacao. Dat oude zeer van de
minachting die het vroegere
hoofdeiland van de kolonie tegenover
Aruba overal en steeds maar weer aan de
dag legde, heeft de politiek eigenlijk
eeuwenlang beheerst.
Naast het 'parlementsgebouw' van
Aruba (zoals het witte pand heet waarin
de Eilandsraad vergadert) staat het
standbeeld van de grondlegger van de
'separacion'-gedachte, Henny Eman.
Als oprichter en leider van de
Arubaanse Volkspartij (de AVP) bracht
hij de afscheidingsbeweging op gang
waarvan patriotten als de
eilandbewoners zijn tot dan toe alleen
maar hadden durven dromen: los van
Curacao. Het was Betico Croes, die in
1973 Aruba begon warm te maken voor
een nieuwe variant van dit streven: de
status aparte, vrij van de Curacaose
overheersing, maar wél rechtstreekse
banden met Nederland.
Afspraken
Tien jaar heeft het geduurd voordat
Croes en zijn MEP het in Den Haag
gedaan kregen dat er een Ronde Tafel
Conferentie kwam (1983) waarin
afspraken werden gemaakt over de
nieuwe positie van Aruba binnen het
koninkrijk. Maar dan wél op voorwaarde
dat die status aparte voor Aruba slechts
een overgangsperiode zou zijn van tien
jaar. Het is een eis van Nederland dat
Aruba op 1 januari 1996 volledige
onafhankelijkheid op die status aparte
laat volgen.
Op 1 januari 1986 is het zover. Dan
moet de status aparte voor Aruba
ingaan. Veel moet nog worden geregeld.
Niet alleen voor Aruba, maar zeker ook
nog voor de nieuwe positie van de
overblijvende eilanden, de zogenaamde
Antillen-van-de-vijf. Hoe moeten de
financiële gevolgen worden
opgevangen? Waar kunnen Aruba en 'de
rest' nog samenwerken en waar niet?
Welke aspiraties van de nieuwe
zelfstandigheid kunnen werkelijkheid
worden, en waar zal Aruba zijn nieuwe
grenzen moeten erkennen?
Het tempo van de voorbereidingen
stagneert. Bovendien zit Aruba
financieel en economisch stevig in de
knoei sinds de sluiting van de Lago. De
bodem van de eilandskas is zichtbaar. Er
zal drastisch moeten worden bezuinigd.
Nederland is alleen bereid financieel de
helpende hand toe te steken wanneer
Aruba zelf eerst eens orde op zaken stelt.
En de beslissing om de
ambtenarensalarissen te korten was een
poging tot een begin daarvan. Met het
rumoer van stakingen als eerste reactie
van toenemende onrust.
Aarzelingen en onzekerheid op Aruba.
Het eiland op pad naar zelfstandigheid
voelt zich plotseling in de steek gelaten.
Betico Croes maakt Nederland,
Venezuela en de Verenigde Staten het
verwijt dat ze niets hebben gedaan om
het vertrek van Lago te helpen
tegenhouden. „Misschien heeft hier en
daar de gedachte gespeeld dat Aruba
door deze catastrofe wel een toontje
lager zou zingen", oppert hij met de
nodige achterdocht.
Croes' politieke positie en die van zijn
MEP is de laatste tijd danig verzwakt. Er
is veel kritiek op het beleid van het
bestuurscollege, dat alleen uit MEP'ers
bestaat. Ze zouden te veel geld over de
balk gooien, pure vriendjespolitiek
bedrijven en eenmaal aan de macht een
soort alleenheerschappijtje voeren.
Meerderheid
Van één ding is Croes heilig overtuigd:
de status aparte wordt op Aruba
gedragen door een grote meerderheid.
Daarom trekt hij in elke
televisietoespraak en tegenover ieder
die het maar horen wil alle registers
open: „We zullen naar een lagere
levensstandaard moeten, Aruba zal de
tering naar de nering moeten gaan
zetten, maar we moeten vastberaden
doorgaan op de eigen weg die we
hebben gekozen. Om Aruba weer^
economisch op de been te krijgen'
hebben we meer bewegingsvrijheid
nodig. Met eigen inspanningen zal het
lukken".
Alleen plaatst Croes er bij elke
gelegenheid één nadrukkelijke
kanttekening bij: de datum van de
'echte onafhankelijkheid', 1 januari
1996, moet opnieuw bespreekbaar
worden gemaakt. In Nederland heeft hij
daar kort geleden, bij een van zijn
veelvuldige bezoeken, al politieke steun
voor zien te vinden. Het was zijn reactie,
zegt hij nu, op suggesties van de kant
van de PvdA om de datum van ingang
van de status aparte voorlopig maar een
tijdje uit te stellen. Los van Curacao,
maar toch onder de paraplu van
Nederland geeft een veilig gevoel.
Werkelijk alleen verder wordt, met de
economie op terugtocht, toch een wat
griezelige zaak.
Nu de olie wegvalt op Aruba, is het
eiland vrijwel geheel aangewezen op het
toerisme. Dat loopt tamelijk goed en
biedt perspectieven, maar maakt de
economie tegelijk uiterst kwetsbaar.
Vorig jaar kon Aruba 210.000 gasten aan
zijn zonnige stranden verwelkomen. Er
zijn plannen om in de komende jaren het
aantal hotelkamers met 2000 tot 3000 uit
te breiden. Het toeristische
bedrijfsleven, dat op het ogenblik zo'n
10.000 mensen werk biedt, probeert
nieuwe markten te bereiken, zoals
Europa en Zuid-Amerika.
Bovendien is het eilandsbestuur,
gesteund door Nederland, in zee gegaan
met de Limburgse projectontwikkelaar
Melchior die voor Aruba een plan zal
uitwerken en investeerders zal pogen
aan te trekken voor andersoortige
economische activiteiten: visserij,
kleinschalige land- en tuinbouw, nieuwe
industrietjes en zelfs een poging om de
oude goudmijnen weer exploitabel te
maken. Maar voorlopig zijn het allemaal
meer plannen dan werkelijkheid. En dat
betekent dat Aruba flink wat water in de
wijn zal moeten doen.
Inleveren
Betico Croes is zich dat terdege
bewust, als hij begint uit te weiden over
de 'sobere status aparte' voor het eiland
per 1 januari 1986: „We zullen het
overheidsapparaat moeten uitdunnen,
minder personeel, minder eisen.
Verschillende departementen, die we
lang als heel normaal hebben
beschouwd, zullen nu moeten
verdwijnen, omdat ze voor de toekomst
te luxe blijken te zijn. Het zal inleveren
en bezuinigen worden, maar we moeten
niet paniekerig te werk gaan en brokken
maken, zoals de Lago op Aruba heeft
gedaan".
Aruba niet langer alleen maar een
'happy island', zoals uitdagend op de
kentekenplaat van elke auto staat.
Betico Croes op weg bescheiden te
worden. De nieuwe werkelijkheid van
de status aparte.
Volgende week: De kleintjes houden hun
hart vast.
San Nicolas: van gehucht tot boomtown opgeklommen. En dus gedoemd mee te
verpauperen.