Medea bij vlagen boeiend Genit Achterberg sfeervol verbeeld Haagse Comedie speelt Euripides Paola Tuin in bewogen show Vindingrijke humor in 'Beef Squad' Zuivere koorzang Sempre Exultate Deo' overtuigt met Telemanns Matthaus DONDERDAG 21 MAART 1985 KUNST PAGINA 25 'Medea' van Euripides door de Haag se Comedie. Vertaling: Gerard Kool schijn. Toneelbeeld: Mirjam Groote Gansey en Pamela Homoet. Regie: Peter te NuyI. Titelrol: Marjon Brandsma. Gezien in de Kon. Schouwburg op 20 maart. DEN HAAG - Door haar niets en niemand ontziende wraak zucht spreekt Medea mogelijk meer tot de verbeelding dan enig ander personage uit de Griekse tragedies, maar die fascinerende titelrol kan niet verhelen, dat Eu ripides' stuk dramaturgisch en kele uiterst zwakke plekken ver toont. Essentieel voor een ge slaagde voorstelling is daarom niet alleen een actrice met een sterke persoonlijkheid, maar ook een regisseur met zo'n greep op het geheel, dat deze zwakheden in de opbouw van de voorstelling geïntegreerd worden. Als het doek opgaat, moet er een motor gaan draaien die onvermijdelijk en onstuitbaar naar de slotscène toewerkt, zonder dat de toe schouwer zich door haperingen bewust wordt van mogelijke mankementen in het mechanis me. Op beide punten liet de voor stellingen van de Haagse Come die echter wensen onvervuld door een tamelijk abstracte be nadering van Peter te Nuyl, die in zijn regie de grote emoties trachtte te vermijden, maar daar mee ook de opbouw van een alomvattende spanningsboog verhinderde. De wraakzücht van Medea is immers alleen maar ac ceptabel vanuit haar emoties. Daarvan losgemaakt wordt haar handelwijze nog verwerpelijker dan die van Jason en verwordt deze tragedie tot een weinig inte ressante aaneenschakeling van egoïstische excessen. Na een hoopvol begin met meteen een aangrijpend moment als achter de schermen de klaagzangen van Medea weerklinken, liep het re gieconcept spaak op de eerste confrontatie Medea-Jason en op de beruchte scène met Aegeus. De Jason van Lou Landré was in de opvattingen van Te Nuyl im mers niet meer de berekenende schurk die Medea's woede be grijpelijk maakt, maar gewoon een aardige kerel met toevallig een andere levensvisie dan zijn ex-echtgenote. Alle personages hadden hier trouwens hun meer- dan-levensgrote tragediekarak ter moeten inruilen voor de schijn van redelijk normale men sen, een ontwikkeling die nog eens extra in de hand werd ge werkt door de weliswaar heldere, maar ook heel erg vrije en popu lariserende vertaling van Gerard Koolschijn. Tot een echte inzin king leidde dat in de scène met Aegeus, de humane Athener die toevallig even 'langskwam' en bij wie Medea tussen alle wraak plannen door heel slim haar toe komst veilig stelt. Door deze scè ne buiten het geheel te plaatsen en de toon van het gesprek iets vrijblijvends te geven, onder brak Te Nuyl de tot dat moment opgebouwde spanning en zette Paola Tuin (zang) en Ton Stauttener (piano) in de Kapelzaal van K&O. Recital met liederen van o.a. Weill, Eisler en Satie. Woensdagavond, 20 maart. LEIDEN - Aan vaart, lef en ijver ontbreekt het Paola Tuin niet. Zij is ook niet bang om (ook let terlijk) in haar hemd te gaan staan. Haar optreden is een zeld zaam mengsel van professionali teit en amateurisme: nergens aarzelt zij, zij kent haar teksten, op een enkele vergissing na, foutloos uit het hoofd, elk ge baar, elke beweging is kennelijk bedacht en grondig geoefend, en tegelijkertijd mist haar optreden het vanzelfsprekende, het na tuurlijk overtuigende dat de toe schouwer alle schoonheids foutjes doet vergeten. Paola Tuin heeft een bijzonder lage stem, die in principe een mooi breed timbre heeft, bij uit stek geschikt voor het zingen van chansons en 'entertainment- songs'. Haar techniek is echter ontoereikend, waardoor zij, om te bereiken wat zij muzikaal en theatraal in haar hoofd heeft, haar toevlucht neemt tot nood sprongen: de kaak wordt naar voren geduwd, de lippen worden naar binnen getrokken, het hoofd wordt in nek gelegd. Al deze bewegingen leiden tot on plezierige scherpte in het stem geluid en geven de indruk van geforceerdheid. Overigens ben ik van mening dat de overtuigingskracht van Paola Tuin - waar zij zo nu en dan proeven van liet horen en zien (Ballade vom Soldaten, het eerste wiegeliedje en in de 'Mo noloog') zou kunnen groeien wanneer zij haar bewegingen be perkte. Het publiek de rug toeke ren is een prima effect, maar na de achtste keer wordt het iets te voorspelbaar; hetzelfde geldt voor gebaren als hoofd in de nek gooien, haren optillen, of zijde lings gewend naar het publiek staan. Misschien is het mogelijk een aantal van deze bewegingen te vervangen door reëel contact met de toeschouwers: door de mensen aan te kijken. Dat wekt betrokkenheid en aandacht op, terwijl het publiek nu in een pas sieve, wat voyeur-achtige rol wordt gedwongen. Ondanks al deze kritiek is de inzet en de moed van de actrice/ zangeres Paola Tuin evident. Bo vendien heeft zij in Ton Stautte ner een begeleider getroffen die met het air van een doorgewin terde barpianist vlekkeloos blijft volgen. Samen maken zij een be wogen show die op rolletjes loopt. ELLEN LOOYESTIJN hij tevens zo'n rem op de emotio nele motoriek van Medea, dat het daarna voor Marjon Brandsma onmogelijk bleek de draad weer op te vatten. Vanaf dat moment steeg haar Medea nog slechts bij vlagen tot grote hoogte, zoals de hele voorstelling bij vlagen boeiend was. Het idee om het koor te splitsen in zes individue le vrouwenrollen, werkte ook in de fraaie, revue-achtige aankle ding van Pamela Homoet bijzon der goed, maar het effect werd verzwakt door het ontbreken van een goede muzikale ondersteu ning. In een kennelijke vlaag van inzicht had de voor deze voor stelling aangetrokken componist de door hem vervaardigde, on zingbare notenfrutsels namelijk niet meer op zijn verantwoor ding kunnen nemen, zodat er nu nog slechts flarden van waren overgebleven. De keuze van de corontwerpster Miijam Groote Gansey leidde gelukkig tot bete re resultaten. PAUL KORENHOF Marjon Brandsma en Wim de Haas 'Beef Squad' door technische thea tergroep Perspekt. Spel: Mark Kingsford en Michael Helmerhorst. Gezien op 20 maart in het LAK. LEIDEN Iemand met pak en al in het water gooien, de val over de bananenschil of de beroemde taart in het gezicht; als humor al wetmatigheden kent, dan beho ren deze situaties daar beslist toe. In hun programma 'Beef Squad' maken Mark Kingsford (Limited Company) en Michael Helmerhorst (Perspekt) ook van dit soort ijzeren standaardreper toire volop gebruik. Tegen de achtergrond van knap gemixte geluidseffecten zijn het pure slapstickeffecten, waarbij een frapperende vormgeving er van bij deze technische theatergroep als doel voorop staat. Het gedeelte voor de pauze toont een groot aantal visuele grappen, die met behulp van tal loze rekwisieten worden gereali seerd. Het doorgeven van een boodschap is het uitgangspunt, dat aanleiding geeft tot een bon te rij absurde gebeurtenissen. Zo wordt deze boodschap per boot, per vliegtuig en op tal van andere manieren doorgegeven. Eén van de acteurs speelt bij voorbeeld een postduif, die alvo rens te vertrekken even naar de weersverwachting luistert. Deze duif wordt doodgeschoten door een jager, die zijn hond (ook weer een verklede acteur) er op af stuurt. Wie van stripverhalen houdt, zal ook zeker van dit soort cartoontheater houden. Na de pauze brengt men nog een korte huiskamerscène, waar in de allesbeheersende macht van een televisietoestel met af standsbediening op de hak wordt genomen. Daarin zaten een paar aardige momenten, hoe wel deze vorm van theater zich meer voor een snelle aaneen schakeling van korte absurde scènes leent. De timing van de acteurs en de vindingrijkheid van de techni sche hulpmiddelen verdienen al le respect. Daaraan ontleent de dik aangezette en in wezen heel simpele humor zijn kracht. Op zichzelf is hun humor dus alles behalve uniek. De vakkundige uitwerking door deze technische theatergroep uit Haarlem garan deert ook aan niet-liefhebbers van dit genre in elk geval een on derhoudende avond. WIJNAND ZEILSTRA. LEIDEN - Wellicht lering trek kende uit vroegere concerten presenteerde Sempre Crescendo in de Waag een programma dat wat lengte en inhoud betreft op maat gesneden was: twee werken voor strijkorkest, en een keuze uit verschillende koorwer ken van de 15e eeuw tot nu. Had men vroeger nog wel eens de nei ging in de keuze van composities te hoog te grijpen, nu was men binnen de grenzen van de muzi kale en technische capaciteiten van koor en orkest gebleven, zo dat inzet en enthousiasme tot een goed klinkend resultaat kon den leiden. In het koor zijn de stemmen in principe goed verdeeld; in de praktijk vallen de mannenstem men nogal fors uit waardoor de sopranen weggedrukt worden en vooral in de hoogte wat gefor ceerd klinken. De strakke koorklank paste uitstekend bij een werk als de Hymne In adven- tus Domini. De moeilijke poly- phonie in het Kyrie uit Josquin's Missa de beate Virgine bleek een struikelblok. Vooral ritmisch moet men daarvoor rotsvast in zijn schoenen staan. Er wordt zeer zuiver gezongen, en de uitstekende articulatie, waar duidelijk veel aandacht aan besteed is, kwam de madrigalen van Lasso, Dowland, Morley en Stolter zeer ten goede. De strak ke koorklank had in deze stuk ken trouwens best plaats mogen maken voor wat meer expressie. Dat men daartoe in staat is werd in de veel genuanceerder gezon gen werken van Distier en Brahms hoorbaar. Ook het or kest had dit keer gelukkig niet te hoog gegrepen. De snelle delen van het Concerto grosso op. 6 no. 2 klonken pittig en gedecideerd, met prima gespeelde solopartij en, een volle strijkersklank maakte de langzame delen het aanhoren meer dan waard. Verrassend goed uit de verf kwam de Serenade voor strijkor kest van Elgar, met een zeer vol wassen klinkende verzadigde strijkersklank en goed genuan ceerd gespeeld, hoewel niet al tijd even gelijk. Dat laatste is ge makkelijk te verhelpen door toe passing van de gulden regel voor orkestleden: "één oog in de mu ziek, één oog op de dirigent" - tenslotte is diens ornamentale, waarde maar zeer gering. MIES ALBARDA LEIDEN - Achterberg. Zijn van roestig betonijzer gebogen handte kening hangt aan een paar ijle dra den in de expositieruimte van de Burcht. Strak, maar toch grillig, evenals zyn dichterschap - iets dat gisteravond weer eens werd beves tigd. Achterberg-kenners als And- ries Middeldorp en Redbad Fokke- ma discussieerden daarover. Ove rigens, een echte aanleiding voor de tentoonstelling en de literaire avond in de Burcht was er niet, of ja, in het kader van de boekenweek kun je met zo'n man natuurlijk heel wat doen. Immers, Genit Achterberg (1905-1962) is al tientallen jaren de meest gelezen en geprezen dichter van Nederland. Van zijn 'Verza melde Gedichten' zijn er meer dan twintigduizend verkocht, terwijl de bloemlezingen uit zijn werk de honderduizend exemplaren bena deren. En zoals Anton Korteweg, directeur van het Nederlands let terkundig Museum, opmerkte: "Hij is een van de weinige Neder landse dichters, van wie een bun del in catalogus van de Nederland se boekenclub prijkt". Hoewel literatuur niet om naar te kijken is, kan zo'n goed ingerichte tentoonstelling als in de Burcht waar gedichten in een fraai hand schrift aan muren prijken en vitri nes vol eerste drukken en persoon lijke notities zitten, een extra char me toevoegen aan het werk van Achterberg. Korteweg die deze tentoonstelling mocht openen, plaatste daarbij wel de kantteke ning: "Dat niet-kenners nu via de achterdeur naar binnen konden". Wat bedoelde hij daarmee? Wel, bezoekers ga eerst Achterberg le zen, want pas dan heeft u het recht om mee te genieten van de intimi teiten van de dichter. In deze sfeervolle ambiance werd ook gediscussieerd. Fokke- ma en Middeldorp, beiden neerlan dici, gesteund door Korteweg, de den dat voortreffelijk. Het publiek (zo'n vijftig man) met een zestal ge dichten op schoot luisterde naar de analyses van de heren en stelde als het al te 'dol' werd kritische vra gen. Kijk, dat is wat ik al jaren ver wacht van een literaire avond, die in dit land zelfs in Leiden zoveel worden georganiseerd, maar zel den een behoorlijk niveau halen. Wat zowel Fokkema als Middel dorp kon overbrengen was gedre venheid en liefde voor het dichter schap. De stelling dat Achterberg met zijn gedichten het contact heeft proberen te onderhouden met zijn gestorven geliefde, de door hem in een vlaag van ver standsverbijstering vermoorde hospita, was voor beide heren veel te eng. Zo moesten we het niet al leen zien. Achterberg was veeleer iemand die brug probeerde te slaan tussen het hier (het leven) en het daar (de dood). Een dichter die de breuk in de mens ongedaan wil de maken, die - een verlangen dat hij in een van zijn gedichten al uit spreekt - bij God op tafel wilde kij ken. Meer daarover is vast en zeker te lezen in de nog dit jaar te verschij nen boeken 'Varianten bij Achter berg' van R. Fokkema en 'De we reld van Gerrit Achterberg' door A. Middeldorp. SASKIA STOELINGA. Mime Centrum wil snel groeien AMSTERDAM (ANP) - Het Nederlands Mime Centrum aan de Heren gracht in Amsterdam wil zich - te beginnen op 1 mei aanstaande - binnen één tot anderhalf jaar uitbouwen tot een „krachtige en op de praktijk gerichte" instelling. Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd beleids- plan. Ons land telt ruim 100 professionele mimespelers. Nieuwe taken, meer personeel, nieuwe werkgroepen en een nieuw be stuur zijn de belangrijkste elementen van dit plan. Het centrum heeft daarvoor wel meer subsidie nodig. De begroting voor dit jaar bedraagt ruim 538.000 gulden. Het ministerie van WVC betaalt dit geheel. Het centrum denkt in 1986 ongeveer 662.000 gulden nodig te hebben. WVC zal om meer subsidie worden gevraagd. Daarnaast zal worden aan geklopt bij de gemeente Amsterdam en enkele fondsen. de solisten Elka Witteveen, sopraan, Henk van den Brink en Fons Orie, bas, Chris van Woerkom, tenor, Addie de Jong, orgel en Tijn van Eyk, clavecimbel. Begeleiding door het Randstedelijk Orkest R.S.O. Algehele leiding Sander LEIDEN - Het Voorschotense Exultate Deo zorgde gisteravond met medewerking van het Rand stedelijk Orkest en solisten on der leiding van Sander van Ma rion voor een overtuigende Mat thaus Passion van Georg Philipp Telemann op het Leidse grond gebied van de Pieterskerk. De Mattheüs Passie 173 van Telemann is één van de zesen veertig passies die hij geschre ven heeft en dat is meer dan van Handel en Bach bij elkaar. Men mag hem een belangrijke over gangsfiguur noemen tussen Ba rok en Rococo en tevens een der eersten die het 'gevoel' functio neel in zijn muziek tot uitdruk king wist te brengen. Hij was daarbij zijn tijd ver vooruit en werd een zeer grote beroemd heid die later door die van Johan. Seb. Bach volkomen werd over schaduwd. Vijftien jaar geleden herontdekte dirigent Sander van Marion in een Berlijnse biblio theek de partituur van Tele manns Matthaus Passion en is sindsdien de jaarlijkse uitvoe ring van dit werk in Zoetermeer al een traditie geworden. Als we appels met peren mo gen vergelijken dan klinkt de Mattheüs Passie van Telemann veel eenvoudiger en volkser dan die van Bach. Hij mist duidelijk de dramatische zeggingskracht die Bach's Mattheüs zo ken merkt, maar is daardoor ook veel lichter, haast menselijker en minder theatraal. Het lijdensver haal blijft in de muziek van Tele mann dominerend, aria's en ko ren duren niet langer dan drie minuten en zijn kenmerkend voor het licht achter het kruis. Dat Sander van Marion deze compositie al jaren dicht aan het muzikale hart draagt bleek gis teravond tijdens de prachtig uit gebalanceerde uitvoering van dit omvangrijke werk. Bijna te veel om op te noemen. Van de schitte rende dialoog tussen de evange list en het koor dat op 'volkse' wijze om Barabas schreeuwt. De sterke en ontroerende vertolking van de Christuspartij door de bas Henk van den Brink. En de over tuigende Judas door Fons Orie met daarna de schitterende aria 'Las dich bittre Tranen netzen" door Elka Witteveen tot en met de prachtige doorzichtige en ade mende muzikale omlijsting van het orkest, orgel en clavecimbe- 1Eigenlijk betekenden ze lou ter hoogtepunten. Het zou mij dan ook niets verbazen als er bin nenkort ook een 'Leidse'jaarlijk se traditie ontstaat. ANNEKE VAN VLIET Haitink blijft in Concertgebouw AMSTERDAM (ANP) - Bernhard Haitink zal ook na september 1988, als zijn werkzaamheden als muzikaal directeur van de Covent Garden Opera in Londen in volle omgang zullen beginnen, geregeld het Concertgebouw in Amsterdam blijven dirigeren. Dit is overeengekomen tussen de schei dende chef-dirigent en het bestuur van de Stichting het Concertgebouw orkest. Haitink, die in oktober van het vorig jaar bekend maakte dat hij naar Londen ging, zal minder vaak in de hoofdstad te zien zijn dan nu het geval is. Afspraken over het aantal weken en de perioden van het jaar waarin hij voor het Concertgebouw beschikbaar is, kunnen pas gemaakt worden als hij meer inzicht heeft in zijn werk in Londen. Het bestuur heeft nog geen beslissing genomen over de opvolging van Haitink. De besprekingen daarover lopen nog en men hoopt dat er voor het eind van het seizoen een beslissing genomen kan worden. Eerder is bekend geworden dat de Italiaan Ricardo Chailly en zijn landgenoot Claudio Abbado, de vaste dirigent van de Weense Staatsopera, op de lijst met namen voorkomen. CUIVC1C JU11UBCU LEIPZIG - Het is vandaag precies driehonderd jaar geleden dat Johann Sebastiaan Bach werd geboren. Ter Het Nederlands Mime Centrum, een geesteskind van mimepionier Jan gelegenheid van dit feit werd gisteravondin de St. Thomaskerk in Leipzig, waar zich het graf van de beroemde nog slechts een comPomst bevindt, een herdenkingsplechtigheid gehouden. Onder de 1600 belangstellende muziekliefhebbers Bronk, begon zijn werkzaamheden in 1972. Het .«/S b ri centrum voor informatie en documentatie. Met een naar buiten gericht was ook prins ciaus. beleid hield het centrum zich niet bezig. Daartoe ontbraken de middelen. Bach in Burcht LEIDEN - De Stichting Burcht wil een bijdrage leveren aan de tal rijke herdenkingen rond de ge boortedag van Bach driehonderd jaar geleden. In dat kader wordt vanavond in de Tuinzaal van De Burcht een lezing gehouden over 'Bach en het getal'. Bovendien is er morgenavond een optreden van de Westduitse celliste Susanne Bu- sching, die zelden uitgevoerde sui tes van Bach zal vertolken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 25