Ik sta op mijn punten en dat vindt men lastig* Einde tijdperk prof dr. Jan Bastiaans lijkt nabij ZATERDAG 9 MAART 1985 De boeken, metershoog langs alle muren, lijken stuk gelezen. De vier bureaus dreigen weg te zakken onder de stapels papier. Tafels en wat stoelen zijn bijna niet meer te herkennen. Ze zijn bedolven onder tijdschriften en vele geluidsbanden. Duizenden. Ergens tussen die papierhoop rinkelt herhaaldelijk een ouderwetse, zwarte, telefoon. Nog net zichtbaar is een tekening: een hand die zich krampachtig vastklampt aan een stuk prikkeldraad. De kamer van prof. dr. Jan Bastiaans: rommelig en toch sfeervol. Hoelang nog is de klemmende vraag. Zoals de zaken er nu voorstaan klapt de deur van de omstreden witte villa op 1 juni definitief achter hem dicht. En dan? Komt er geld van het rijk voor het oprichten van een stichting waarbij Bastiaans in dienst kan treden? Bij wie moeten de oorlogsslachtoffers voor hulp aankloppen als dat allemaal niet doorgaat? De politiek moet het verlossende woord spreken. Niemand weet hoe de kaarten liggen. Ook Bastiaans niet. "Ik hoop", zegt hij, "dat er een andere werkplaats beschikbaar komt als ik weg moet. Dan kan ik in elk geval mijn werk afmaken. Maar als ik moet gaan, zal ik me in huiselijke kring moeten terugtrekken. En daar heb ik geen ruimte om met mijn speciale methode patiënten te behandelen." Bastiaans vertelt dat hij er geen moeite mee te heelt om over drie maanden als hoogleraar terug te treden. "Als arts mag ik gewoon doorwerken. Waarom zou dat niet in de Jelgersma-kliniek kunnen? Laat ze mij nog twee jaar geven. Ik kan dan mijn wetenschappelijke taak afronden en ervoor zorgen dat er een opvolger is die mijn werk kan voortzetten." Hospiteren Opvolgers. Professor Bastiaans zegt dat ze er zijn. Niet veel, maar er zijn psychiaters die in aanmerking komen om de 'methode Bastiaans' in leven te houden. Avond aan avond zijn er psycho-therapeuten in de witte villa om Bastiaans op de vingers te kijken hoe hij oorlogstrauma's te lijf gaat. Interesse is er, maar weer speelt geld een sleutelrol. Luister naar prof. Bastiaans. "Ik heb een heel goede kandidaat op het oog die in staat is mij op te volgen: een arts die werkzaam is in een psychiatrisch ziekenhuis in Amsterdam. Belangstelling is er, zeker van zijn kant. Alleen, zie een psychiater die gevestigd is maar eens zo ver te krijgen dat hij uren bij professor Bastiaans gaat hospiteren zonder dat daar ook maar een cent voor wordt uitbetaald. Juist, daar wringt de schoen. Tot nu toe was er geen geld beschikbaar waarvan die opleiding zou kunnen worden betaald", klinkt het bitter. Waarom dringt Bastiaans zo aan op de komst van een opvolger. Er is toch een universiteits-kliniek (Jelgersma) en een Centrum 45 (beide in Oegstgeest) waar patiënten met een oorlogstrauma (KZ-syndroom) terecht kunnen? Klampen slachtoffers zich niet te veel aan hem vast? Professor Bastiaans: "Ik heb mijn opvolger (prof. H. Rooymans red.) vaak uitgenodigd om eens bij een sessie (een urenlange behandeling) aanwezig te zijn. Echter, hij is nooit op die uitnodigingen ingegaan. Een van de argumenten die hij daarvoor aandroeg was, dat hij het ethisch niet verantwoord vond dat anderen bij zo'n zitting aanwezig zijn. Er moeten meer mensen bij de behandeling zijn, omdat ik het werk niet in mijn eentje kan." Centrum Centrum 45 is een verhaal apart. Vanaf het eerste begin was Bastiaans bij de ontwikkeling van de plannen betrokken. Er zou een kliniek komen waar zowel klinische- als poliklinische behandelingen zouden kunnen plaats hebben. Prof. Bastiaans: "Ik had kamers laten ontwerpen die de gedachte aan een cel volledig naar de achtergrond verdrongen. Zelfs had ik er een prachtige lsd-studio in gedacht. Centrum 45 had een opleidingscentrum moeten worden voor artsen die zich in de psycho-traumatologie wilden bekwamen. Voor Nederland was dit een unieke kans. Nergens in Europa was er een mogelijkheid waar men die training kon krijgen. Helaas verliep het allemaal anders. Maar als ik van tevoren had geweten dat het deze richting op was gegaan, dan had ik het voetbalveld van de Jelgersma-kliniek niet afgestaan om er het gebouw van Centrum 45 heer te zetten. Dan had ik mij eerder sterk gemaakt om het centraler in Nederland (Utrecht, bijvoorbeeld) van de grond te krijgen." Over het vastklampen van de patiënten zegt hij: "Ja, het is vooral de laatste weken wel aandoenlijk geweest. Zoveel medeleven. Veel mensen zien mij als de laatste strohalm. En die grijpen ze met beide handen." De 'methode Bastiaans'. Niet alleen zijn opvolger (prof. Rooymans dus) heeft bedenkingen tegen de manier waarop hij mensen van een oorlogssyndroom probeert af te helpen. De behandeling met lsd (professor Bastiaans is thans nog de enige psychiater in Nederland die dit middel voor therapeutische doeleinden mag aanwenden) heeft voor- maar vooral ook felle tegenstanders. Prof. Booij schreef in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde dat lsd 'zelfdmoordpogingen opwekt en ze zelfs aanwakkert'. De Scientology kerk sleepte Bastiaans voor de rechter, omdat patiënten zich ih 'zijn villa' van kant zouden maken. Beladen Lsd, een roesmiddel met een beladen begrip. Meer dan twintig jaar past Bastiaans lsd toe als andere middelen niet toereikend zijn. Een middel waarvan hij zegt dat het minder gevaarlijk is dan een flinke slok alcohol. Waarom ageert men daar dan toch zo fel tegen? "Ach, dat laat zich niet zo moeilijk gebruiken van lsd beschadigingen aan de chromosomen (erfelijkheidsmateriaal) zou aanrichten. Is daar ooit onderzoek naar gedaan? "Tien jaar heeft het Rijksinstituut voor de Volksgezondheid bloedproeven op die patiënten gedaan die met lsd waren behandeld. Nooit zijn er serieuze beschadigingen gevonden", benadrukt Bastiaans. "Ik heb dat nadrukkelijk in de gaten gehouden. Als er bewijzen op tafel zouden zijn gekomen, dan was ik abrupt met deze methode gestopt." Indicatie De indicatie die Bastiaans doet besluiten om een slachtoffer lsd in te spuiten? "Dat zijn de geremde vechters. Mensen die voor zij een ramp hadden meegemaakt goed functioneerden. Die vechters, die volledig klem zitten, zijn de beste kandidaten vooreen lsd-behandeling. Een ontsluitende behandeling. Het spul is koppig. Ik heb altijd tegen de farmaceutische industrie gezegd als jullie mij aan een milder goedje kunnen helpen dan hoor ik dat graag. Nu, de laatste jaren, wordt er aan de produktie van wat zwakkere middelen gewerkt." Professor Bastiaans maakt er vooralsnog geen gebruik van. Daar heeft hij zijn reden voor. Aanvankelijk had hij tussen de vijfhonderd en zeshonderd uur nodig om een oorlogspatiënt van zijn trauma af te helpen. Met toepassing van lsd bracht hij die behandelingsduur terug tot maximaal honderd uur. "Ik ben praktisch ingesteld", vertelt Bastiaans. "Jaren heb ik gezocht om de patiënten zo vlot mogelijk weer in een situatie te brengen waarin ze evenwichtig konden functioneren. Niemand heeft mij ooit horen beweren dat deze techniek de enige zou zijn die juist is. Maar als je veertig jaar in de psychiatrie werkzaam bent, weetje zo langzamerhand wel watje doet." Als een patiënt in een roes verkeert welke rol - buiten die van hulpverlener - vervult hij dan persoonlijk voor de patiënt? Een rol die je moet kunnen spelen, blijkt uit zijn antwoord. "Wanneer iemand in een droomtoestand is gebracht, kan hij spuien. Neem van my aan dat er dan een heleboel ellende loskomt. Om dat proces in goede banen te leiden, moetje getraind zijn. Niet alleen weten hoe je met die uitingen moet omgaan, maar ook hoe ze moeten worden verwerkt. Het ene moment kan zo'n patiënt een kind van een jaar of zeven zijn dat om z'n papa of mamma roept. Even later kan hy je uitmaken voor ss-er of'schweinhund'. Daarom moetje in dit vak net als een dirigent hoogst genuanceerd te werk gaan." Narco-analyse De toenemende kritiek op lsd was voor professor Bastiaans aanleiding zich meer te concentreren op de zogenaamde 'narco-analyse': het inspuiten van een heel licht slaapmiddel en het gesprek dat daarna volgt op band vastleggen. Dat bandje is van essentieel belang. De patiënt moet dat steeds weer afdraaien. Met of zonder begeleiding. Tot op het moment dat het verhaal hem als het ware de strot uitkomt en het alle kracht verliest. "Daarmee bereikte ik dat men stabiel werd. Voor de patiënt was gelijk een mythologie uit de wereld: hy wist wat er met hem in zijn slaap was gebeurd." Is er ooit wel eens een onderzoek gedaan wat er van die oorlogsslachtoffers terecht gekomen is die hy in al die jaren heeft behandeld? "Dat is inderdaad gebeurd", reageert Bastiaans. "Vooral in de periode van de narco-analyse. Het merendeel van de behandelde patiënten blijkt zich goed gehouden te hebben. Slechts enkelen zakten na verloop van jaren naar een lager niveau terug. Dat was voor mij het sein om op het gebruik van een wat zwaarder middel - lsd - over te gaan. Incidenteel is ook onderzoek gedaan onder die groep. Dit onderzoek had ik zo graag willen afronden. Daarom heb ik gevraagd om nog drie jaar te mogen aanblijven." De Tweede Wereldoorlog was veertig jaar geleden afgelopen. Heeft professor Bastiaans er een verklaring voor dat er nu - anno 1985 - nog altijd mensen rondlopen die door toedoen van het oorlogsgeweld psychisch helemaal in de knoop raken? "Ik heb het voorspeld", zegt hy"maar men heeft het nooit geloofd. Er was een afkeer van de gedachte dat dit zo lang zou doorwerken. Eeo van mijn leermeesters, dr. Hugenholtz, zei in 1952: 'Het moet nu maar eens uit zijn. Zeven jaar is toch voldoende om het te verwerken'. Maar twintig jaar later schreef hij het boek 'De onvoltooid verleden tijd'. Toen was ook hy het zich bewust. Het bedroevende is, toen ik promoveerde op het thema 'Gevolgen van onderdrukking en verzet', de kranten een dag er vol van stonden. Professor Groen van het Wilhelmina Gasthuis zei tegen me: 'Jij zult nog'tien jaar geduld moeten hebben alvorens ze je geloven'." J appenkampen Een verklaring voor het verschijnsel? De oorlogsslachtoffers van nu waren in '40-'45 nog jong. Ze hadden een incasseringsvermogen, konden de problemen de baas. Nu zij ouder zijn en hersencellen hebben verloren, is die afweer een stuk zwakker. Oorlogsbeelden wellen opnieuw op. Onderdrukken kunnen zij ze niet meer. Gevolg: ze beleven die hel opnieuw. "Wat we nu zien", voegt Bastiaans eraan toe, "zijn mensen die als kind in Jappenkampen hebben gezeten. Ze komen in grote drommen op hulp af. Hetzelfde beeld geeft de groep van kinderen van ex-NSB-ers te zien. Zij hebben al die rotzooi met hun ouders meegemaakt. Kunnen die problemen niet meer aan en hebben dringend behoefte aan deskundige hulp. Het tragische is dat die trauma's tot in de volgende generaties doorwerken. Nee, een oorlog heeft heel lang gevolgen." Bastiaans is de laatste jaren nogal eens in de publicteit geweest. En niet altij d even positief. Conflicten waren hem niet vreemd. Waar ligt dat toch aan? Is hij zo'n lastig baasje? "Je kunt zeggen dat ik op sommige punten wat principieel was", zegt hij voorzichtig. "Wat heet lastig? Ik durfde weerwerk te geven. Ik stond op mijn punten. Ja, dat vond men wel eens lastig. Daarom kwamen ze ook niet zo gemakkelijk van mij af als directeur van de Jelgersma-kliniek. Vooral de manier waarop dat is gebeurd heeft mij diep gekrenkt Ik heb het altyd als myn grootste taak gezien om patiënten zo goed mogelijk uit hun isolement te halen. Daar heb ik mij voor meer dan honderd procent voor ingezet, met opoffering van een heleboel persoonlijke vreugden. Als daar plotseling, tegen de afspraken in, de bijl in wordt gezet, terwijl ik zelf altyd heb gevochten voor openheid en menselijke waardigheid voorop heb gesteld, ja dan raakt het je toch wel heel diep als er zonder voldoende overleg over je werk en toekomst wordt beslist. De besturen van de universiteit en het Academisch Ziekenhuis zouden bij minister Deetman bepleiten dat ik nog driejaar na mijn pensionering mocht doorgaan. Althans, dat hield men mij voor. Het vroegst zou ik op 1 juni 1985 moeten opstappen. Buiten mijn medeweten om vroegen die besturen minister Deetman (onderwy s) om mij niet langer dan tien maanden na de officiële datum (1 augustus 1984) waarop ik met emeritaat als hoogleraar zou moeten gaan, te laten doorgaan. En,daar ben ik pas een paar maanden geleden achtergekomen." Teleurstelling Omkijken in een wrok doet professor Bastiaans niet. Hij is wel teleurgesteld. Een ideaal - ooglogsslachtoffers geestelijke bevrijding kunnen geven - dat hij de Leidse universiteit zo graag had willen schenken, ging niet door. "Dat werd zo maar van tafel geveegd. Wat jaren terug", voegt hij er gelaten aan toe, "kreeg ik een wereldprijs. Toegekend door de World Veterans Federation. Tien kandidaten afkomstig uit alle delen van de wereld kwamen daarvoor in aanmerking. Ik kreeg 'm. En ik was er wat trots op. Maar hier werd het afgedaan met de opmerking dat ik een prysje had gekregen. Tja." door Jan Westerlaken raden. Het sfeertje er omheen, het illegale gebruik ervan. Lsd heeft net zo'n klank als opium. Er speelt meer. In sommige landen zou het als oorlogswapen kunnen worden gebruikt. Stel je voor dat men kans zou zien om lsd met drinkwater te vermengen, dan maak je een hele bevolking gek. Ik denk dat het meer de mythologie is die leeft. Zo van: de dokter maakt je gek. Onzin natuurlijk. Het gaat om een lichte roes waarin de patiënt verkeert. Je laat hem nooit alleen, blijft tot de lsd is uitgewerkt bij hem. Langer dan vier uur duurt de behandeling by my niet. Maar", geeft Bastiaans toe, "er zijn ook slechte voorbeelden. Engelse specialisten lieten patiënten soms veel te lang in die roes. Wel twaalf uur. Tot het middeltje was uitgewerkt. Nou, dat is niet nodig. De eerste vier uur zijn het belangrijkst voor de behandeling. Daarna komt er minder los. Dus stop ik na die vier uur. En in Amerika is het wel eens voorgekomen dat mensen dachten dat ze konden vliegen en van een wolkenkrabber afsprongen. In heel wat landen is lsd verboden. Nederland heeft een voorsprong, een grote zelfs." Jarenlang heeft men geroepen dat het Nog een kleine drie maanden resten hem. Dan (op 1 juni) valt het doek over het tijdperk Bastiaans. Móet hij als hoogleraar met pensioen. Maar zelf voelt de psychiater daar niets voor. Voorlopig wil professor dr. Jan Bastiaans zijn levenswerk - hulp verlenen aan mensen met een zwaar oorlogstrauma - nog twee jaar voortzetten. De patiënten die bij hem onder behandeling zijn willen dat ook. Vertegenwoordigers van 22 organisaties van verzetsmensen en oorlogsslachtoffers pleitten daar enkele dagen terug voor in de Tweede Kamer. Maar het rijk en de universiteit van Leiden, waar Bastiaans werkzaam is, hebben niets geregeld voor de voortgang van zijn werk. De slachtoffers van de nazi-vervolging vrezen nu dat zij na 1 juni nergens meer kunnen aankloppen. De organisaties overwegen een stichting in het leven te roepen waardoor het mogelijk wordt dat professor Bastiaans met zijn werk kan doorgaan. De Tweede Kamer is gevraagd om de kosten die de voortzetting van het werk met zich meebrengt, voor rekening van het rijk te nemen. Staatssecretaris Van der Reijden (volksgezondheid) heeft vooralsnog geweigerd medewerking hieraan te verlenen. Eerst wil hij de mening hebben van een projectgroep (door hem zelf in het leven geroepen) die is gevraagd om over de opvolging van Bastiaans te adviseren. Van der Reijden heeft met betrekking tot het professoraat daarom de Kamer naar minister Deetman (onderwijs) verwezen om over dit probleem te praten. De tijd dringt wel. Professor Bastiaans verbreekt het stilzwijgen. Waarom wil hij nog eens twee jaar doorgaan en wat gebeurt er als daar geen toestemming voor wordt gegeven? Een interview met de hoogleraar wiens weg vooral in de laatste jaren met conflicten was geplaveid. Professor dr. Jan Bastiaans: 'Ik kijk niet om in wrok, maar ik ben wel teleurgesteld'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 27