Zwevend tussen twee culturen De frustraties van de 'tweede generatie' buitenlandse jongeren ZATERDAG 9 MAART 1985 PAGINA 19 De frustraties onder de zoge heten 'tweede generatie' bui tenlandse jongeren vormen een tijdbom waarvan de Ne derlandse samenleving zich nog altijd niet bewust is. In toenemende mate zyn ze ont vankelijk voor fundamenta listische stromingen in hun godsdienst, de islam, aldus de Amsterdamse hoogleraar sociaal economische en poli tieke geschiedenis en Mid den-Oostenkenner prof. dr. Leo Biegel. "En wanneer we deze jongeren nu niet goed opvangen dan moet het straks tot crisisoplossingen komen wanneer de crisis zich voordoet. Je kunt een parallel trekken met de Molukkers - ook een verschrikkelijk verwaarloos de groep. Ze werden opgeborgen en er werd zo min mogelijk aan ze gedacht. Totdat de ressenti menten zo groot werden dat het tot geweldige uitbarstingen kwam. Wat toen met de Moluk kers is gebeurd, dat kan met de islamitische jongeren ook gebeu ren", zegt. Door zijn werk heeft hij veel contacten met buitenlandse jon geren. "En ik weet dat de nood heel hoog is, ook al is dat nog niet helemaal aan de oppervlakte gekomen". Niet dat hij de pro blemen van de Nederlandse jeugd onderschat, maar de Turk se en Marokkaanse jongeren - want vooral over die groepen gaat het - hebben het extra moei lijk. Ze vormen de zogeheten tweede generatie, de kinderen van de Turken en Marokkanen die in de jaren zestig naar ons land werden gehaald om het te kort aan arbeidskrachten op te vullen. Vaak zijn ze hier geboren en getogen en hebben niet of nauwelijks een binding met het vaderland van hun ouders. En als ze met vakantie in Turkije of Marokko zijn, blijkt dat ze met hun opa en oma en overige fami lieleden niet kunnen praten, om dat ze de taal niet voldoende be heersen. Vaak zien ze, logischerwijs, Nederland als hun vaderland. En dat, zegt Biegel, leidt in toene mende mate tot frustraties. "De ze kinderen, die volledig Neder lands willen zijn, merken dat ze door hun leeftijdgenoten niet volledig als Nederlanders wor den opgenomen. In de maat schappij merken ze dat ook: voordat de Nederlandse werkende jongere op straat wordt gezet, wordt eerst de Turk se jongere ontslagen. Dit is hun geboorteland, maar ze worden er niet erkend: dat schept enorme frustraties". "Inderdaad, dat geldt voor alle minderheden. Maar voor deze jongeren is er nog een verschil: ze zijn islamitisch. Hun situatie is niet los te zien van de ontwik kelingen in de islam. In het Mid den-Oosten is al honderd jaar de strijdvraag of wat er uit het wes ten als cultuur wordt aangebo den, aanvaard kan worden en in hoeverre naar een synthese van islamitische en westerse cultuur patronen moet worden gezocht". Invloed Het fundamentalisme, waar van Iran de sprekendste voor beelden toont, wijst de westerse cultuur af. Het is volgens Biegel niet te zeggen welke van de twee stromingen wint, maar wel ziet hij met name bij de jeugd in het Midden-Oosten een herleving van het fundamentalisme. En dat werkt door op de islamitische jeugd hier, stelt de hoogleraar. "Die gaat daar immers op vakan tie en komt er dan mee in con tact. Dat hele idee van het erf goed der vaderen blijft op ze in werken als ze terug zijn. Als ze dan hier op cruciale momenten niet volledig worden aanvaard, dan gaat dat psychologisch werken. Wie zijn we eigenlijk? We zijn in Nederland geboren maar we zijn geen Nederlanders. Ze worden enorm teleurgesteld in het westen en als reactie daar op grijpen ze dan terug op die fundamentalistische stromin gen. Die bieden ze immers een identiteit". De Nederlandse samenleving heeft tot nu toe niet eenduidig gereageerd op de immigratiegolf van de jaren zestig. Nog steeds heerst het idee dat de gastarbei ders op den duur wel teruggaan naar hun vaderland. Maar zeker voor de jeugd, die hier is geboren en getogen, gaat dat volgens Bie gel niet op. Als (letterlijk) school voorbeeld van die weifelachtige houding noemt Biegel het spe ciale onderwijs aan buitenlandse jongeren in het Turks of Marok kaans. Dat drukt niet alleen het stempel 'buitengewoon' op ze, maar vormt bovendien een extra leerbelasting. Over de 'oprotpremie' waarvan weer sprake is, kan Biegel zich woedend maken. Voor de 50- plussers onder de buitenlanders werknemers is het wel aantrek kelijk, zegt Biegel, 'maar ze ne men natuurlijk wél hun kinderen mee'. "Niemand heeft er blijk baar enig begrip van in wat voor warwinkel van ellende die kinde ren terechtkomen. Ze worden hier gewoon weggesleurd en moeten daar maar zien te aarden in een maatschappij die vreemd Keuze Biegel: "We moeten een keuze maken: willen we er Nederlan ders van maken - zij het met een andere godsdienst - of moeten die kinderen toch een beetje Turks blijven? Maar dat doen we niet, dus importeren we Turkse en Marokkaanse leerkrachten voor extra taalonderwijs. Dat be tekent voor die kinderen een enorme psychische belasting. Ze zijn hier geboren en willen ze hier blijven als Nederlanders? OK, maar als je ze dan toch nog wat Turks/Marokkaans erfgoed blijft meegeven, misschien op verzoek van de ouders, dan blij ven ze tussen wal en schp vallen. Het worden op deze manier straks verscheurde, psychisch meelijwekkende mensen. Over een paar jaar gaat dat heel klem mend spelen. En het is toch te gek datje als samenleving wacht op een uitbarsting als je die kunt voorkomen?". Anti-islamitisch Die weigering om te kiezen heeft volgens Biegel veel te ma ken met de anti-islamitische houding waarvan het westen is doordrenkt. Steeds wordt de is lam afgeschilderd als een cultuur die de westerse beschaving be dreigt. De afkeer van de islam is de Nederlanders in het onder wijs (Roelantslied, kruistochten) met de paplepel ingegoten. Bie gel: "De geschiedenisboekjes moeten worden gereviseerd". Ook volwassenen moeten voorlichting krijgen om het 'vol komen scheefgetrokken' beeld van de Islam bij te kleuren. In hoeverre dat de problemen op lost? "Het is inderdaad nogal de fensief, maar ik heb ook niet di rect de goede oplossing bij de hand. Je kunt het probleem niet direct oplossen, zo werkt het niet Je kunt niet de Nederlandse samenleving dwingen om plotse ling deze mensen volledig te ac cepteren, maar je kunt de men sen zich wel bewust laten wor den van hun misplaatste voor oordelen". Biegel is er voorstander van ofn het extra taalonderwijs op de lagere school af te schaffen en dan Turks en Arabisch als keuze vak in te voeren op de middelba re school. "Hef dat specifieke er van op. Alleen al het feit dat deze talen bij het onderwijspakket ko men, heeft een psychologisch ef fect. Het versterkt het gevoel van eigenwaarde en daar wil ik naar toe - en draagt ertoe bij dat de kloof wat wordt verkleind". Biegel wil met zijn waarschu wing over het opkomende funda mentalisme beslist geen angst psychose ontketenen. "Dat op komende fundamentalisme is een signaal van diepe, diepe fru stratie. Een signaal dat de bui tenlandse jongeren hun identi teitscrisis niet aankunnen, dat ze die proberen op te lossen met wat nog als 'eigen' ervaren wordt. Het is ook een signaal naar de samenleving dat er iets fout is en dat we iets moeten doen voordat het zich ontlaadt in wanhoopsdaden. Dat fundamen talisme kan een conflict schep pen, maar het hoeft niet - als we maar proberen iets aan de oorza ken te doen". Aangepast Achmed en Abdel (de namen zijn veranderd) zijn allebei Ma rokkaan en 19 jaar oud. Op 12- en 14-jarige leeftijd werden ze door hun ouders uit Marokko naar Ne derland gehaald en ze hebben zich snel aangepast aan de Ne derlandse samenleving. De kle ding verschilt in niets van die van hun leeftijdgenoten en het Leidse accent hebben ze ook al aangeleerd. Maar echt thuis voe len ze zich hier niet. Abdel zegt op een gegeven moment: "Ik heb altijd het gevoel dat ik moet be wijzen dat er ook goede buiten landers zijn. Als ik op straat loop en een beetje gein aan het trap pen ben, denk ik: een beetje rus tig doen, want ik moet bewijzen dat ik goed ben". Terug naar Marokko dan? Ze denken er wel over, zeggen ze, maar ze voelen zich er tegelijker tijd net zo goed een vreemde eend in de bijt. Achmed heeft aan zijn bezoek van twee jaar ge leden - hij was toen nog maar twee jaar in Nederland - een her innering van vervreemding over gehouden. "Het was heel moei lijk, ik voelde me daar een soort buitenlander, geen echte Marok kaan meer. Ik werd ook herhaal delijk buitenlander genoemd. Dóér ben je een Nederlander, hfer ben je een Marokkaan. Dan ga je je nu wel afvragen waar je eigenlijk thuis hoort. Ik wil wel graag terug naar Marokko, maar ik weet niet of het lukt". "Ja, ik ben toen wel terugge weest naar mijn familie. Maar van de familieleden die geboren zijn toen ik hier was, ken ik al leen de namen. Over een paar jaar ken ik ook mijn familie niet meer. Je kunt tijdens zo'n be zoek niet al je familieleden op zoeken, want die wonen ver spreid over heel Marokko. Je Bijlage van het Leidsch/AIphens Dagblad "Daar ben je een Nederlander, hier ben je ëen Marokkaan. Dan ga je je wel afvragen waar je nu eigenlijk thuis hoort". De zogeheten 'tweede generatie' buitenlandse jongeren - kinderen van Turken en Marokkanen die in de jaren zestig naar ons land werden gehaald om het tekort aan arbeidskrachten op te vullen - hikt tegen een niet gering probleem aan. Zowel hier als in hun geboorteland voelt men zich een vreemde. En dat zou wel eens tot uitbarstingen kunnen leiden. Een 'tweede generatie' buitenlandse jongeren in Leiden: je weet niet waar je thuis hoort. door Sjaak Smakman school. Ik ben nu 19 en ik zit nog steeds in 4-HAVO. Als ik in Ma rokko was gebleven had ik nu op de universiteit gezeten. Dan ga je toch wel nadenken. Vooral ook omdat je ook nog buitenlander bent ga je je toch afvragen of je hier wel een toekomst hebt. Ik kan wel steeds op school blijven en diploma's halen, maar werk krijg ik toch niet. Dat probleem heb je als buitenlandse jongere veel sterker dan wanneer je een Nederlander bent". Abdel, zojuist in het bezit van zijn diploma en nu een maand van school, denkt erover om maar te gaan doorleren. Hij is met zijn 19 jaar, denkt hijzelf, te duur voor menig werkgever, die genoeg LTS'ers van 16 jaar kan krijgen. Bovendien: hij is Marok kaans. Onderscheid Voor zowel Achmed als Abdel is hun geloof, de islam, heel be langrijk. Een houvast, iets dat van henzelf is. Hoewel ze niet streng-orthodox zijn: de Rama dan (vastentijd) houden ze in ere, maar vijf keer per dag bidden doen ze niet. Achmed: "Ik wil me er meer in gaan verdiepen wan neer ik wat ouder ben en er de tijd voor heb. Ik weet er nu niet zoveel van en ik wil het toch wel bestuderen. Het is mijn geloof, het zijn mijn gevoelens, en daar wil ik meer over weten. Niet zo maar omdat ik de islam wel inte ressant vind. Veel mensen gaan naar de moskee en weten niet eens wat hun geloof nu precies inhoudt. Kijk, die speciale kle ding bijvoorbeeld, dat is gewoon cultuur. De koran zegt niet: zo moet je je aankleden; die zegt al leen: als je maar kleren aan hebt. Maar het is natuurlijk vaak heel moeilijk om dat onderscheid tus sen godsdienst en cultuur te ma ken". Tot zover loopt hun verhaal synchroon met dat van de Am sterdamse hoogleraar Biegel. Wat ze met diens waarschuwing voor toenemend fundamentalis me aan moeten weten ze niet. "Ik weet niet eens precies welke stromingen er in de islam alle maal zijn", aldus Achmed.- Ook bij hun leeftijdsgenoten merken ze weinig van toenemend funda mentalisme, vertellen ze. Wel willen ze dat ze in Nederland meer mogelijkheden krijgen voor 'hun' Marokkaanse cultuur. De zendtijd voor buitenlanders op tv kan, vindt Abdel, net zo goed worden afgeschaft 'als het toch niet meer dan tien minuten is'. "Je wilt toch je Marokkaanse cultuur een beetje bijhouden. Maar hoe?", vraagt Achmed zich af. Frustrerend Beiden willen wel terug naar Marokko, vooral omdat ze daar meer toekomst zien dan hier. Ook al betekent terugkeer dat ze weer moeten 'omscholen', net als toen ze naar Nederland kwamen. Achmed gaat deze zomer op vakantie naar Marokko: "Toen ik er twee jaar geleden was, dacht ik nog niet zoveel over de toe komst. Van de zomer ben ik van plan echt te gaan discussiëren met mijn landgenoten: hoe hun leven daar is, hoe ze zelf denken over buitenlanders, hoe ze den ken over Marokkanen die in het buitenland wonen. Ik wil probe ren erachter te komen hoe het in elkaar zit - en of ik me daar weer kan aanpassen als ik terugga". Abdel: "Toen ik hier kwam was het niet zo moeilijk om te aarden, omdat ik pas twaalf was. Als ik terugga zal dat moeilijker zijn, al heb ik het natuurlijk nog nooit geprobeerd. Het kan wel vijf jaar duren voordat ik daar weer geaard ben. Maar ik denk dat ik ook daar altijd wel een beetje anders zal blijven - net zo als hier. Een frustrerend vooruitzicht? Hij knikt. Prof. dr. Leo Biegel: "Je kunt een parallel trekken met de Moluk- kers (foto Roland de Bruin) wordt een vreemde in je eigen land". Ook Abdel is twee jaar geleden - na een verblijf van vijf jaar in Nederland - teruggegaan naar Marokko. Zijn ervaring: "Ik her innerde me Marokko van mijn jeugdjaren, maar het was nu heel anders. Je voelt je een beetje raar, een toerist. Zo noemen ze ons daar ook: vakantiegasten. Ze maken er ook grapjes over. In Marokko hebben ze geen gaslei ding, maar butagasflessen die ze weer laten vullen als ze leeg zijn. Zo worden wij ook behandeld. Als je veel geld hebt is iedereen aardig voor je. Maar als na een maand je geld op is, vragen ze wanneer je weer teruggaat naar Nederland". Nergens thuis "Soms merk je ook dat je ner gens echt thuis bent. Als het hier 30 graden is zeggen ze: daar moet je als Marokkaan toch tegen kun nen. En als je daar bent en het vriest vijf graden, dan hoor je: daar moet jij als Nederlander toch tegen kunnen. Of met voet bal. Als Nederland tegen Marok ko speelt en Marokko wint, dan zeggen ze daar tegen je: wij heb ben van jullie gewonnen. En als Nederland wint, zeggen ze dat in Nederland ook tegen je". "Toen ik er twee jaar geleden was, was ik daar met een neef en een vriend uit Nederland. Ik trok bijna alleen met hen op in plaats van met mijn oude vrienden die in Marokko waren gebleven. Die waren anders, en dat bedoel ik niet discriminerend, maar ik trok liever op met mensen die daar toen ook op vakantie waren dan met de anderen. Ik voel me hier in Nederland Marokkaan. Maar als ik daar ben voel ik me niet honderd procent Marokkaan. Daarvoor heb ik te veel westerse ideeën". Tegen discriminatie zijn ze nog nooit echt aangelopen, vinden ze beiden. Hoewel... Achmed herin nert zich hoe hij naar een uit zendbureau ging voor werk. Ja hoor, dat hadden ze wel. Of hij zijn paspoort even wilde laten zien. Achmed haalde zijn Marok kaanse paspoort tevoorschijn. Nee, sorry, maar dan hadden ze géén werk voor hem. "Ik wist ge woon niet wat ik moest zeggen. Met die man viel gewoon niet te praten. Ja, persoonlijk was hij het er ook niet mee eens, maar het waren orders van hoger hand". Abdel: "Nou, ik ben bijvoor beeld nog nooit in een disco theek geweigerd. Maar je loopt soms op straat en als je dan in de buurt van een oude vrouw komt zie je dat ze haar handtasje stevig vastklemt. Daar kan ik dan echt kwaad om worden. Dan denk ik: waarom doet ze dat? Omdat ik een buitenlander ben?". Achmed denkt veel na over zijn toekomst, zegt hij. "Het is toch je eigen leven. Ik heb hier al twee, drie jaar verloren met het onderwijs toen ik hier kwam, omdat ik toen weer terug moest naar de vijfde klas van de lagere

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19