Ik wilde weer eens iets anders'
Solozeiler Gerard Dijkstra ontwerpt houten schepen op OostJava
Van dekzwabber tot schipper
ZATERDAG 2 MAART 1985
PAGINA 19
Ichtnese
:broenei:
>INGAPORE
:Bond|ormasii
tSoerobojo^^MÓl
he-Oceaan:
In de jaren zeventig was de
Amsterdamse zeezeiler Gerard
Dijkstra vaak in de publiciteit toen
hij zijn eenzame tochten over de
Atlantische Oceaan maakte. De
scheepsnamen Second Life en
Bestevaer waren begrippen. Later
was hij bemanningslid van de Flyer
en de Flying Wilma, schepen die
twee grote zeilwedstrijden wonnen.
De laatste jaren is het stil rond de
(solo)zeiler en jachtontwerper. Dat kan
ook moeilijk anders, want Gerard
Dijkstra (41) verkeert al twee jaar in een
uithoek van Oost-Java in Indonesië. Hij
is daar door de
Financieringsmaatschappij
Ontwikkelingsprojecten (ÏTVIO) voor
driejaar gevraagd om de werf P.T. Wira
Data van de grond te helpen. Op deze
werf worden houten schepen gebouwd.
Dijkstra heeft na de overwinning met de
Flying Wilma van de Nedlloyd
Specerijen Race in 1980 geen wedstrijd
meer gezeild. De ontwikkelingen in de
solo-zeilwereld gingen razendsnel en
waren zonder een goede sponsoring niet
te betalen. "Ik had naar Frankrijk
moeten gaan om verder te kunnen met
de zeilerij. Ook zou ik op multihulls
(catamarans en trimarans, red.) moeten
overstappen. Met zulke grote multihulls
moetje niet zeilen als je zoals ik nog
schoolgaande kinderen hebt. Bovendien
wilde ik na tien jaar wel eens wat anders.
Elke keer weer die zeiltjes hijsen stompt
op een gegeven moment af. Je kan het
zeilen ook moeilijk combineren met je
werk en je gezin".
Geen spijt
Hij aarzelde geen moment toen hem in
1982 werd gevraagd of hy wilde helpen
om de houten scheepsbouw in
Indonesië nieuw leven in te blazen. Spyt
heeft hij niet. Samen met zijn gezin
bewoont hy nu een strandhuis naast de
werf in Banyuwangi op het uiterste
puntje van Oost-Java. Tien meter van
zijn veranda ruist het zoute water van de
Straat van Bali. Het door horden -
voornamelijk Australische - toeristen
bezochte tropische eiland is op een paar
kilometer afstand te zien.
Met zijn primitieve houten prauw, een
uitgeholde boomstam met aan
weerszijden een boomstam als drijver,
zeilt hij wel eens naar de overkant om de
enige Nederlander in de verre omtrek te
bezoeken. De dichtsbyzynde
Nederlanders wonen op 370 kilometer
afstand in Surabaya. Zijn 'buurman' op
het hindoeïstische eiland Bali komt uit
Wageningen om de vogels te
bestuderen. Poseren in zijn prauwtje wil
de schipper van doorgaans zeer
gestroomlijnde jachten liever niet. "Dat
is meteen weer zo'n smartlap".
Hij was al langer van plan om in de
Derde Wereld te gaan werken. In 1978
heeft Dijkstra voor de Nederlandse
missie een onderzoek naar de
scheepsbouw op de Molukken gedaan.
"Ik liep al een tijd met het idee rond om
iets in de Derde Wereld te doen. Helpen
met het introduceren van aan de
omstandigheden aangepaste
technologieën, dat soort dingen. Uit
belangstelling én op zoek naar avontuur
kwam ik hier in Oost-Java terecht".
Hy ziet veel overeenkomsten tussen
Oost-Groningen en dit deel van
Oost-Java. Ook dit gebied is relatief
dunbevolkt, slecht ontsloten en
achtergebleven bij de ontwikkeling van
andere delen van Java. Bovendien is de
werkloosheid hoog en besteedt het
generaalsbewind daaraan weinig
aandacht.
Lamineren
De betjakrijders strijden om het
hardst om de 'orang belanda' naar de zee
en de scheepswerf te kunnen vervoeren.
Nadat we uitgebreid zyn gecontroleerd
bij de poort van de werf, zien we de
lange gestalte tussen een groepje
J avaanse jongens
Hij geeft aanwijzingen bij het
lamineren. Dit is een in de houten
vliegtuig- en scheepsbouw beproefde
methode, maar nieuw voor
Indonesische begrippen. Het lamineren
komt neer op het laagsgewijs
vervaardigen van 'planken'.
Verschillende dunne lagen hout worden
op elkaar gelijmd. Zo ontstaat een soort
multiplex dat sterker is dan hout uit één
stuk. Het is buigzamer, kan beter tegen
"Bij zeilen is het niet zozeer de sport die mij aantrekt. Voor mij is het heel
duidelijk een manier van leven die ermee samengaat: het leven op zee en het
daarnaast technisch bezig zijn met boten op de wal, het toch wel ongebonden
leven en de mogelijkheid om van tijd tot tijd te ontsnappen uit een
gemechaniseerde samenleving, dat zijn voor mij de aantrekkelijke kanten".
Dit schrijft wedstrijdzeiler, auteur, jachtontwerper en zeilmaker Gerard Dijkstra
in het voorwoord van zijn boek 'Tien jaar zeilen'. Dat zou het motto kunnen zijn
voor zijn trek naar Oost-Java waar hij sinds twee jaar werkt als techniseh
adviseur op een werf voor houten schepen. Dirk-Jan Roeleven en Bart Reterink
zochten hem tijdens hun reis door het Verre Oosten op.
Gerard Dijkstra
(foto Dirk-Jan Roeleven)
Vijfhonderd meter van de Wira Data-werf wordt nog gevist met zelfgemaakte prauwen. Voor deze mensen bouwt Dijkstra catamarans die als bouwpakket worden geleverd.
een stootje, is vrij van houtrot, kwasten
en splinters. Het nadeel is de
bewerkelijke constructiemethode, maar
dat valt volgens Dykstra in het niet by
de eerder genoemde voordelen. "Onze
boten hebben ijzersterke rompen en
gaan twintig jaar en langer mee. Na die
twintig jaar is het de motor die het
begeeft, niet de romp".
Werven in Europa en de Verenigde
Staten die vroeger met gelamineerd
hout werkten zouden dit het liefst
blijven doen. Omdat het erg duur is om
het teakhout te importeren en vanwege
de bewerkelijkheid kozen ze echter voor
andere materialen.
door Dirk-Jan Roeleven en Bart Reterink
Als technisch adviseur is Dijkstra in dienst genomen. Hier geeft hij aanwijzingen
aan een personeelslid van de werf. (foto Dirk-Jan Roeleven)
De scheepswerf Wira Data is de enige
particuliere werf in Indonesië die
volgens dit principe werkt. Men werkt
onder meer voor particulieren,
oliemaatschappijen en de marine. Een
prototype van een snelle patrouilleboot
voor de Indonesische douane ligt op de
wal. Het is een razendsnel schip met
fraaie lijnen. Proefvaarten in de Straat
van Bali hebben tot grote tevredenheid
geleid bij zowel de bouwers als de
toekomstige kopers.
Dykstra is zichtbaar trots op dit
paradepaardje. In de houten
produktiehallen van de werf toont hij de
andere modellen die klaar zijn voor
aflevering bij de kopers. Tussen de
houtkrullen liggen vissersbootjes, snelle
plezieijachten van het type
Jordaankruiser, een 'sloep' die bedoeld
is om de bemanning van een booreiland
aan wal te brengen en een catamaran die
voor vissers is ontworpen.
Dit scheepstype zal als bouwpakket
naar de verschillende eilanden van
Indonesië gaan. Lokale werven kunnen
de op maat gemaakte boten na een
technische uiteenzetting van Wira Data
in elkaar zetten. De kleinere werven
besparen zo de kosten van ontwerpen en
het maken van mallen. Bovendien
hoeven de kleinere werven niet meer te
zoeken naar bruikbaar hout. Een
regelmatigere produktie wordt
zodoende haalbaar.
Goudmijn
"Door de traditionele scheepsbouwers
van bouwpaketten te voorzien kan een
snel en intensief programma voor de
houten scheepsbouw in Indonesië
werkelijkheid worden. Geen andere
produktiemethode leent zich zo
uitstekend voor dit doel", zegt Dykstra,
"de ontwikkelingswaarde van dit
project gaat verder dan de streek".
Dit uitstralingseffect is één van de drie
doelstellingen van P.T. Wira Data en de
FMO bij dit project. Het stimuleren van
de lokale werkgelegenheid en het
ondersteunen van middelgrote
bedrijven zijn de andere doelstellingen
van dit project.
Het stimuleren van de
werkgelegenheid is al aardig gelukt.
Momenteel werken 65 mensen by de
werf. Hy" verwacht dat het bedrijf
uitgroeit naar 250 werknemers. Dijkstra:
"Dit is één van de meest kansrijke
projecten van de FMO in Indonesië. Als
dé interne organisatie klopt, kan het een
goudmijn worden. Het management
blijft echter achter bij de technische
ontwikkeling. Er wordt te veel op de
korte termijn gedacht. Ik krijg
bijvoorbeeld geen geld om een
goedkoop karretje te bouwen waarmee
de boten van het strand naar de werf
kunnen worden gesleept. Zo'n kar zou
tweehonderd gulden kosten. Dat vinden
ze teveel geld terwijl er nu zestien man
twee dagen bezig zijn om het schip met
een lier en boomstammen in de werf te
krijgen. Die werktijd kunnen we wel
nuttiger besteden".
Voorwaarde voor het bedrijf om uit te
groeien tot werkgever van 250 man is
een volle orderportefeuille. Daar
ontbreekt het momenteel nog aan omdat
in Indonesië niemand meer 'ongezien'
schepen koopt: Er gingen te veel werven
failliet zodat niet aan de bestelling werd
voldaan. Dykstra: "De kopers willen nu
zien wat ze kopen. Daar zit natuurlijk
een risico in als je een bepaald type
schip gaat maken, maar de vraag naar
houten schepen is enorm".
Het scheepsbouwproject wordt
gefinancierd door Nederland. De FMO
heeft de werf een 'zachte' lening
verstrekt van drieëneenhalf miljoen
gulden. Als de werf het geld bij een
commerciële bank had moeten lenen,
was de plek aan het strand van
Oost-Java gebleven zoals Dijkstra die
twee jaar geleden aantrof: een ruw
terrein waar alle bomen nog stonden. Er
was helemaal niets. De plek had hij voor
het uitkiezen.
Bedtijd
Na een wandeling door de werf
verontschuldigt hij zich, hij wil de
middag besteden aan het uitwerken van
tekeningen voor de catamaran. Wij
kunnen ons verpozen met de aapjes die
hij in een kooi voor zijn huis heeft, of een
duik nemen in zee. "Zwembroeken en
handdoeken liggen in de kastje ziet
maar". Hollandse vriendelijkheid onder
de tropische palmen van Banyuwangi.
Samen met de 'katjangs' (kwajongens)
uit de kampong spelen we een partijtje
voetbal. Op jacht naar kokosnoten om
de dorst te lessen klimmen de jochies
met z'n vy ven in de palmbomen.
Op een gewone dag is het na de
avondmaaltijd al vrij snel bedtijd voor
de familie. De generator voor het
lichtnet slaat automatisch om tien urn-
af, dan liggen ze er meestal al in. De
bezoekers uit Holland houden de
bedden nog wat langer onbeslapen. De
schipper is gelukkig nog niet helemaal
'zeiler-af. Voor een gesprek over zyn
geliefde sport steekt hy de
petroleumlampen aan, hoewel hij liever
over het heden praat dan over zijn
(zeil)verleden. "Wat heb je er aan om
oude koeien uit de sloot te halen"?
Dijkstra heeft geen plannen om de
wedstrijdzeilery weer op te pikken.
"Daarvoor ben ik te oud en ben ik er te
lang uit geweest. Al die jaren dat ik op
het droge sta, maken je collega's
zeemijlen. Als de kinderen de deur uit
zjjn, zo over een jaar of tien, dan ga ik
waarschijnlijk wel weer. Niet om te
winnen, maar puur voor de lol".
De toekomst van de Nederlandse
lange-afstandzeilerij in
wedstrijdverband ziet hij somber in:
"De Nederlandse zeilwereld is vrij smal,
zeker als je dat vergelijkt met die van de
Fransen. In Nederland is het nog te veel
een vryetijdssport en te weinig business.
Hier zijn de sponsors ook maar
eendagsvlinders, ze sponsoren één race.
Ze moeten eigenlijk alles betalen:
bemanning, materiaal en ook tijdens de
trainingen, niet alleen de wedstrijden.
Maar het ziet er voorlopig niet naar uit
dat dat gebeurt".
Niet terugblikken
Zo spraakzaam als hij is over de werf
waarin hij nu zijn ziel en zaligheid heeft
gelegd, zo zwijgzaam is hij over de
solozeilerij waarmee hij internationale
faam verwierf. Hy houdt niet van
terugblikken. Over zijn geliefde
Amsterdam wil hij wel praten: "Het is de
beste stad ter wereld. Of ik heimwee
naar Nederland heb? Nee hoor, maar
mijn vrouw zit hier wel vaak in haar
eentje, zij heeft geen werk om haar tijd
te vullen. De kinderen doen hier een
schriftelijke cursus waarmee ze helpt.
Verder is hier weinig te doen,
Banyuwangi is nogal een vervelend
oord. Soms gaan we naar Jakarta om
vrienden op te zoeken en te zeilen.
Binnenkort gaan we voor vakantie naar
Nederland. Dan kan ik eindelijk weer
dét doen wat ik hier wel mis: een
gezellige, rokerige Amsterdamse bruine
kroeg binnenstappen en aan de bar een
tappie drinken".
Gerard Dijkstra was al jong in de ban van de zeiisport. Na een paar verloren
jaren als student vliegtuigbouw in Delft schreef bij in 1967 alle grote Neder
landse jachtwerven aan met de vraag of ze soms nog een dekzwabber konden
gebruiken. Hij kwam ten slotte bij de Southern Ocean Shipyard in Enge
land terecht, waar hij met de Sol Quest - een voor die tijd revolutionair
gebouwde oceaankruiser van zestien meter - zijn eerste lange tocht maakte
van het Engelse Poole naar het Caraïbische eiland Antigua.
In 1972 nam hij in zijn eentje deel aan de Observer Single-Handed Transat
lantic Race met het schip Second Life van Plymouth (Engeland) naar New
port in de Verenigde Staten. Door een mastbreuk moest hij de wedstrijd
voortijdig verlaten. Hij zou dezelfde race m 1976 volbrengen met de Beste-
Als navigator en watchteader was hij aan boord van de Flyer toen dit
schip in 1978 de zware Whitbread Round The World Race, een zeilwedstrijd
rond de wereld in vier etappes. Hij nam vijf keer deel aan de beruchte
Fastaet-race. Nadien heeft hij nog vele races gevaren zoals de Transat en
Double in 1979 en de Nedlloyd Specerijen Race (Jakarta-Rotterdam) in 1980
met de Flying Wilma. Deze wedstrijd mocht Dijkstra als schipper op zijn
rijtje overwinningen bijschrijven, in totaal was hij elf atlantische overste
ken 'onder zeil'.