Historisch treinreisje •NS VAN WELEER VRIJDAG 1 MAART 1985 JUBILEUMNUMMER LEIDSCH DAGBLAD PAGINA 37 Ook het station Aalsmeer staat er nog steeds. door Kees van Kuilenburg Een station of woning van de stationschef op enkele plaatsen in het polderlandschap. Dat is vrijwel het enige dat nog herinnert aan de stoomtreinen die tot kort voor de Tweede Wereldoorlog door de omgeving van Leiden reden. Een lijn van Leiden naar Hoofddorp en een die Alphen aan den Rijn met Uithoorn verbond. Later werd nog een lijn aangelegd tussen Hoofddorp en Uithoorn, zodat het mogelijk was per trein van Leiden via de Haarlemmermeer naar Alphen aan den Rijn te reizen. Een tochtje - dat als alles meezat - een halve dag duurde. Op 2 augustus 1912 werden eerstgenoemde spoorlijnen met veel feestelijkheden geopend. Ruim twintig jaar later, in 1936, werden de verbindingen weer verbroken. De exploitatie was te duur gebleken. Alleen in 1919 werd een bescheiden winst geboekt. Voor het overige moest er al die jaren geld bij. De poldergemeenten hadden de verbindingen te danken aan ir. Th. Sanders, een zogenaamde concessiejager op trein- en tramlijnen. Sanders wilde samen met zijn compagnon de bekende bouwkundige Berlage, een tweede spoorlijn tussen Haarlem en Amsterdam aanleggen. De regering gaf daarvoor toestemming, maar verbond daaraan wel de voorwaarde dat zij tevens het platteland rond Haarlem en Leiden moesten ontsluiten. Daar moesten tramlijnen worden aangelegd. Zo gebeurde het dan ook. Alleen anders dan Sanders en Berlage voor ogen stond. De tweede spoorlijn tussen Haarlem en Amsterdam werd nooit aangelegd, maar wel de verbindingen in de polder. En niet trams, maar de stoomtrein ging erop rijden. Vanaf het begin ondervond de exploitant tegenslag. (Sanders en Berlage hadden de concessie inmiddels doorverkocht aan de 'Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij'). Door de zachte veengrond rond Roelofarensdveen en Ter Aar was er veel zand nodig om de rails voor wegzakken te behoeden. De aanlegkosten overschreden dan ook royaal de begroting. De Haarlemmermeer en de veenstreekgemeenten waren echter in hun sas met de verbinding. Vooral voor Roelofarendsveen en Ter Aar betekende de spoorwegverbinding dat zij hun bloemen en groenten veel sneller dan voorheen het geval was konden vervoeren. Helaas duurde vreugde maar erg kort. Een aantal concurrenten diende zich aan. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen er uit de legervoorraden nogal wat vrachtauto's. Ook ging bijvoorbeeld Maarsse en Kroon uit Aalsmeer passagiers door de streek vervoeren. In Nieuwveen was het de autobusmaatschappij Koppenol die de passagiers van de trein afsnoepte. Bovendien was een rite met de trein in die tijd geen pretje. De wagons hadden harde banken en het overstappen op een andere lijn verliep ook niet overal even voorspoedig. Veelal moesten de reizigers een half uur of drie kwartier wachten voordat ze hun reis konden vervolgen. In 1925 diende zich nóg een concurrent aan. Vanaf de luchthaven Schiphol bleek het mogelijk om binnen betrekkelijk korte tijd bloemen naar Duitsland, Engeland en Frankrijk te vervoeren. Niet dat het goedkoper was, maar de handel was veel sneller ter plaatse. Die steeds toenemende concurrentie in het vrachtvervoer betekende de nekslag voor het spoorwegverkeer rond Leiden en Alphen. Eind december 1935 reden de laatste treinen tussen Leiden en Hoofddorp en Alphen aan den Rijn en Uithoorn. Een einde dat weinig emoties losmaakte. In tegenstelling tot de start in 1912. Toen werd de eerste trein met veel feestgedruis ontvangen en koesterde men er nog hoge verwachtingen van. HOOFDDORP t Het Leidse station Herensingel, plaats gemaakt voor woningbouw. Mevrouw D. Heems kerk, Rijnsburg: „Alles bij elkaar zal ik zo'n veertig jaar abonnee zijn. Een tijdje heb ik Trouw gehad, maar daar las ik wei nig of niets in over de gebeurtenissen in de streek. Bovendien heb ik liever een middagblad, vind ik veel gezelliger. Over het Leidsch Dag blad ben ik best tevre den, al zou wat meer oranjegezindheid geen kwaad kunnen'. Laatst is er door u veel te wei nig aandacht besteed aan de verjaardag van H.M. de Koningin. Bo vendien vind ik. dat u soms nogal cru doet ten opzichte van gods dienst. Ik lees soms uit drukkingen waarvan ik denk: moet dat nou zo? Ik lees de voorpagina, dan de streekpagina en de overlijdensberichten. Dat heeft waarschijn lijk met mijn leeftijd te maken, ik ben 65, men sen die net zo oud zijn als ik zie ik dat ook doen. De politiek volg ik ook in de krant, al zeg ik er bij dat ik vaak al van iets op de hoogte ben door de radio en televi sie. Het feuilleton, daar ben ik mee gestopt. Vond ik te langdradig. In het begin was het leuk om over dat oude Leiden te lezen, nu zeg ik: het zal wel". De heer J.Dekker, Ge recht 11, Leiden. "Ik heb de krant van jongsaf aan thuis gele zen. Nu ben ik er zelf zo'n 6 jaar op geabon neerd. Ik heb de Tele graaf er voor opgezegd. Je mist in zo'n grote krant het plaatselijke nieuws. En de stadsbe- richten volg ik graag, je weet eens wat. Ook de advertenties en de over lijdensberichten sla ik niet over. Ik houd nogal van his torie, daarom trekken verhalen over de oorlog, over oud-Leiden of over Rembrandt altijd gelijk m'n aandacht. Ik vind dat de krant wel een beetje feller mag schrijven over het par keerbeleid in de binnen stad. En dan niet alleen aandacht voor de mid denstand, maar ook voor de gewone mensen die er wonen en hun au to niet kwijt kunnen. Ik heb het idee dat ze bij de krant die parkeersitua tie maar lou loene goed keuren. Hoewel ik best begrijp dat de krant er natuurlijk ook geen klap over heeft te vertel len". Hugo Barendrecht (op ticien), Breestraat 140: Leiden: "Als ondernemer wil ik graag weten wat er zich in Leiden afspeelt, daarom lees ik het Leidsch Dagblad. Het gaat mij dus vooral om het regionale nieuws. Ik woon niet in de Leidse regio en heb een och tendblad, maar zo gauw het LD in de bus valt pak ik het toch. Het is een goed ingedeelde krant, waarin je snel kunt vinden wat je zoekt". Het station Hoofddorp, thans in gebruik als woongebouw. Het station in Nieuw-Vennep. In I960 is dit gebouw gesloopt. Het station Leimuiden, rond 1950 onder de slopershamer. Het stationsgebouw Roelofarendsveen, ook verdwenen. ETESIM3- Het station Rijpwetering, gesloopt in de jaren dertig. Het stationsgebouw Uithoorn, nog steeds Het station Nieuwveen, thans nog in volle glorie te bewonderen. Het stationsgebouw Het inmiddels verbouwde station Alphen, nog steeds in gebruik. Het station Nieuwkoop, gesloopt Het station Aarlanderveen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 63