VIER KILOMETER HISTORIE Het Gemeente-Archief is één grote schoenendoos PAGINA 20 JUBILEUMNUMMER LEIDSCH DAGBLAD VRIJDAG 1 MAART 1985 Een greep uit de enorme fotoverzameling in het Gemeente-Archief Links de garen- en bandwinkel van Kloots aan de Doezastraat aan het begin van deze eeuw. Midden: bewoners van de Bouwelouwensteeg poseren voor de foto- graaf rond 1900). Rechts: de Weverstraat in 1930. (foto.s Gemeente-Archief) Wie mocht denken dat in het Gemeente-Archief alles bewaard wordt wat er maar bewaard kan worden heeft het mis. De gemeente-archivaris van Leiden, mr. W. Downer, helpt degenen die deze gedachte koesteren snel uit de droom. "Onze taak is niet alleen bewaren, maar vooral ook vernietigen. Meer dan driekwart van de gemeente-archieven moet weg. Bang dat we te veel weggooien ben ik niet. Integendeel. Ik ben er van overtuigd dat we eerder teveel dan te weinig bewaren". Mr. Downer werkt sinds 1957 bij het Gemeente-Archief van Leiden en werd in 1970 hoofd van deze dienst. In verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd zal hij de archiefdienst per 1 april verlaten. Een gemeente-archivaris is in de verbeelding van veel mensen een wat stoffige figuur, die niet van zins is het vuur uit zijn sloffen te lopen. Een figuur zoals Tom Manders (Dorus) die ooit speelde: in een stofjas, schuifelend tussen hoge rekken met paperassen waartussen hij een kruikje jenever had staan om tussen de bedrijven door af en toe een slokje te kunnen nemen. Dat beeld gaat voor mr. Downer niet op. Integendeel. Hij is een kwieke man, keurig in het pak, maakt een energieke indruk en is rap van de tong. Dat kruikje zal ook wel niet kloppen, maar daar durfde ik niet naar te vragen. Anders dan in de studiezalen, waar alleen op fluistertoon wordt gesproken, klinkt zijn stem luid en duidelijk. Nog vóór ik zit praat hij honderd uit over familiewapens. "Alle gemeente-archivarissen hebben er één. Elke burgemeester van Leiden ook. Vis had er geen", moet ik weten. "Die heeft 'm laten maken. Niets bijzonders. Iedere burger kan een familiewapen laten maken. Vroeger was het zelfs heel gebruikelijk. Er zijn denk ik nergens ter wereld zoveel familiewapens gevoerd als in Nederland". "Het kan best zijn dat de vroede voorvaderen van een aantal Leidenaren een familiewapen hebben gevoerd zonder dat men het weet. Zoiets is wel uit te vinden. Het speuren naar het familieverleden is de afgelopen jaren heel populair geworden. Het is wel een bezigheid waar het nodige geduld aan te pas komt. Er moeten heel wat bladzijden omgeslagen worden". "Soms komen mensen wel voor verrassingen te staan. Leuk of niet leuk. We hebben hier eens een onderzoeker gehad die ontdekte dat één van zijn voorouders een onecht kind was. Die klapte pardoes de klapper dicht en zei: dat komt in mijn familie niet voor. We hebben hem nooit meer teruggezien. Onzin natuurlijk. Zoiets komt in de beste families voor. Zelfs onder de voorouders van de, koninklijke familie". "Soms komen mensen er ook wel achter dat ze zijn voortgekomen uit een familie die zeer in aanzien stond. Dat is dan in de loop der jaren afgenomen. Zo'n gedegenereerde familie, dat komt veel voor. Als een familie een generatie lang in weelde leeft is dat meestal slecht voor het geslacht. Het zijn sterke benen die de weelde kunnen dragen". Zijn laatste dagen op het gemeente-archief houdt mr. Downer zich bezig met een inventarisatie van het archief van de familie Van Hubrecht die zo'n drie eeuwen in Leiden woonachtig was. "Een saai beroep? Oh, nee. Je moet natuurlijk wel van het vak houden en geboeid worden door het verleden". Bezoekers die naar het gemeente-archief komen hebben belangstelling voor alle mogelijke zaken, weet mr. Downer. "Voor de ontwikkeling van de stad, of voor bepaalde instellingen. Er komen ook wel mensen hier naartoe voor een foto van hun huis. Als ze in een oud huis wonen willen ze wel eens zien hoe dat er honderd jaar geleden heeft uitgezien. Dat kan natuurlijk. We hebben een vrij goed beeld van hoe de stad er honderd jaar geleden uitzag. Toen de paardetram nog reed. Met name de fotograaf Goedeljee heeft toentertijd heel veel op de gevoelige plaat vastgelegd". hier ligt is een perkament van Floris de Vijfde waarin hij de burgers van Leiden de tolvrijheid garandeert. Het stukje papier, heel klein is het maar, dateert uit 1290". Zinvol Het archief van de gemeente Leiden is in de eerste plaats de schriftelijke neerslag van werkzaamheden van het stadsbestuur en gemeentelijke instellingen, maar een belangrijke plaats wordt ook ingenomen door de rechtspraak en notariële protocollen. "En dan hebben we nog de kerkelijke archieven, familie-archieven en nog tal van andere dingen. Teveel om op te noemen". "Natuurlijk vragen mensen wel of het zinvol is om dat allemaal te bewaren. Maar als je zegt dat het onzin is, moetje het vak geschiedenis eigenlijk helemaal schrappen", meent Downer. "We hebben hier wel eens iemand gehad die zei: het heeft geen praktisch nut en kost alleen maar geld. Nou, als iemand zo'n onculturele aardappel is valt er eigenlijk nauwelijks te praten. Er zijn gewoon mensen die geen enkele belangstelling hebben voor het verleden. Ik neem ze dat niet kwalijk, als ze zich er verder ook maar niet mee bemoeien". "Downer kent één heel bijzonder geval van praktisch nut dat het archief heeft opgeleverd. "Dat was in verband met een burenruzie op het Steenschuur. De ene buur had de toegang van een poort afgesloten en dat zinde uiteraard de andere niet. Er moest toen worden teruggegaan tot de eigendomsakte uit de 17e eeuw om te bewijzen dat de poort ook open moest zijn voor de ander. Zoiets komt maar weinig voor natuurlijk". Dat de gemeentelijke archiefdienst niet bewaarziek is moge blijken uit het feit dat men ooit, in een jaarverslag, andere gemeentelijke diensten heeft verweten "niet erg actief te zijn in het vernietigen van stukken die voor de toekomst niet bewaard behoeven te blijven. "Ja, dat is een hoofdstuk apart", zegt mr. Downer. "De bedoeling is dat de archieven van gemeentelijke diensten uitgedund hier komen, maar dat is niet altijd het gevaL Vaak moeten we het hier nog gaan opschonen. Dat gebeurt aan de hand van vernietigingslijsten. Bang dat we teveel weggooien ben ik niet. Maar er zijn altijd gevallen waarover je twijfelt. Gooi ik het weg of niet, dat is het eeuwige dilemma". Geheim Zijn er ook zaken die geheim blijven? "Jazeker, bij de overdracht van archieven kunnen beperkingen worden gevraagd ten aanzien van de openbaarheid. Meestal gaat het dan om stukken jonger dan vijftig jaar. Bijvoorbeeld kerkelijke archieven of familie-archieven. Ik heb zelf wel eens in zulke geheime stukken gekeken", geeft de gemeente-archivaris toe. "Maar we gebruiken die informatie niet". "In kerkelijke archieven gaat het bijvoorbeeld om tuchtzaken, en in familie-archieven kom je wel dingen tegen over figuren die in de oorlog omstreden waren. Mensen zijn soms ontzettend bang dat gegevens over hun familie bekend worden. Zelfs voor wat hun grootvader gedaan heeft. Nou, dan moetje toch ophouden. Daar is nu toch niemand meer verantwoordelijk voor". "We zijn op het moment in onderhandeling met de gereformeerde kerk over de overdracht van hun archieven. Binnenkort wordt een akte opgemaakt waarin dan precies komt te staan wat openbaar is en wat niet. Van de meeste andere kerken hebben we de archieven al. Instellingen hebben er natuurlijk alle belang bij dat hun archieven op een veilige plaats worden opgeborgen". "Als mensen of instellingen nu met de eis komen dat een archief honderd jaar gesloten moet blijven, dan doen we het niet. Daar is geen enkele noodzaak voor", meent de gemeente-archivaris. "Vijfentwintig tot vijftig jaar, dat is het uiterste". "Er zijn ook allerlei onzinverhalen in omloop", weet mr. Downer. "Zoals over geheime vluchtgangen onder de Burcht die bij de Pieterskerk of het Gravensteen zouden uitkomen. Eén ervan zou zelfs tot Katwijk lopen. Heus, dat is je reinste kolder". door Jan Rijsdam "We hebben hier vrij veel materiaal in vergelijking met andere steden. Ik wil niet zeggen dat we uniek zijn, maar we hebben een flink archief dat in goede staat verkeert. Helaas is doorde stadhuisbrand in 1929 wel het één en ander verloren gegaan. Zo ontbreken bijvoorbeeld delen van het bevolkingsregister en tekeningen van gemeentewerken met de riolen van Leiden. Dat bezorgt deze dienst, tot op de dag van vandaag, grote problemen". Stijgende lijn Vorig jaar brachten 6800 mensen een bezoek aan het gemeente-archief. Het bezoekersaantal neemt elk jaar met ongeveer honderd toe. Mr. Downer verwacht dat die stijgende lijn zich zal voortzetten. "Dat ligt voor de hand. Er is nergens een zo'n uitgebreide bibliotheek als hier. Dus als je iets over Leiden wilt weten, moetje hier naartoe. Onze prenten- en boekenverzameling is ook heel groot in vergelijking met die van andere steden. Veel prenten zijn de afgelopen jaren in boekjes verschenen. Ja, die gaan als broodjes over de toonbank". "In de meeste gevallen komen mensen naar het archief voor wetenschappelijk onderzoek. Dat hangt natuurlijk samen met de aanwezigheid van de universiteit. Maar we krijgen ook veel mensen van buiten Leiden. Er is in de loop der jaren wel veel veranderd in het bestuderen van de historie. De sociale geschiedenis heeft veel meer belangstelling dan vroeger. De zee- en veldslagen, dat is wel minder geworden. Ja, je kunt wel van een verschuiving spreken in dat opzicht, maar dat gaat heel langzaam". Iedereen mag in het gemeente-archief komen snuffelen en dat is in de meeste gevallen kosteloos. Jaarlijks komen er ongeveer 1300 1400 personen. "Op ruim honderdduizend inwoners is dat nog altijd een klein percentage", vindt mr. Downer. "Toch geloof ik niet dat de drempel om hier te komen te hoog is. Als mensen binnenkomen moeten ze alleen hun naam en het doel van hun komst/onderzoek in een register schrijven. Daarna kunnen ze in één van de twee studiezalen hun gang gaan. Als ze niet bekend zijn dan is altijd wel één van de ambtenaren bereid ze wegwijs te maken. Maar er staat heel veel zomaar voor het grijpen. De aktes van de burgerlijke stand, de doop-, trouw en begraafboeken". "Veel van de oude stukken zijn in de afgelopen jaren op microfiches gezet en kunnen met behulp van een leesapparaat worden gelezen. We kunnen ook, voor een klein bedrag, een afdruk maken. Het oudste stuk dat F. van der Zwart, Tor tellaan 67, Katwijk aan Zee: „Over het Leidsch Dagblad ben ik best te spreken. Het is een goe de krant. Na mijn hu welijk heb ik 'm een jaar niet gelezen, maar ik begon het LD op een gegeven moment te mis sen. Vandaar dat ik me heb geabonneerd. Dat smalle strookje aan de rechterkant van de voorpagina, het hoofd redactionele commen taar, dat lees ik altijd. Daar vind ik iets van een mening, dat is mooi". De heer Robers, Heren weg 79, Warmond: "Het LD bevalt me goed, moet ik zeggen. Ik lees 'm naast de NRC, maar in mijn beroep ik ben restauratie-ar chitect in Leiden - moet ik kunnen beschikken over goede en zinvolle informatie uit de regio. Wat ik wel weer leuk vind is het volgende. Ik bezocht laatst in Parijs een tentoonstelling van impressionisten, en daarover trof ik in het LD een heel goed artikel terwijl de NRC er nog niets over geschreven had. Dat verwacht je dan eigenlijk niet hè, da's toch verschrikke lijk leuk. De theaters in de omgeving, daar lees ik ook steeds meer over. Nee, een heel prettige en overzichtelijke krant. Ik heb helaas geen kritiek in negatieve zin. De Leidse gemeentepolitiek bijvoorbeeld, die heeft zijdelings met mijn be roep te maken, dus wil ik daar het nodige over weten. En ik heb stellig de indruk dat daaraan in het LD een zorgvuldi ge berichtgeving ten grondslag ligt". De heer Smit, Floxlaan 2, Oegstgeest: "Vroeger had ik wel eens klachten over de bezorging, maar de laatste tijd gaat dat goed. Het liefst lees ik het nieuws uit de omge ving: Leiden, Oegst geest, Warmond. En dan met nadruk de sport, de voetbalclub Oegstgeest met name. Dat mis ik in een ander blad. Ik hoop dus dat de bezorging zo blijft, dan is er voor mij geen reden om op te zeg gen. Waar ik me aan er ger? Ach, in elke krant staan wel dingen waar aan een mens zich kan ergeren. Maar een dag blad moet nou eenmaal neutraal zijn, en dan kun je het niet iedereen naar de zin maken. Zo zou ik bijvoorbeeld een hele boom kunnen opzet ten over de apartheid. Dat wordt in de Neder landse pers allemaal sterk overtrokken. Ik ben zelf drie, vier keer in Zuid-Afrika geweest en dan denk je: waar hebben ze het over? Daar erger ik me dan wel eens aan. Er wordt nooit eens gezegd wat voor goeds de blanken daar gedaan hebben. Als je ziet wat daar be reikt is, dan neem ik daar mijn petje voor af. Als wij in Nederland zo ver waren, dan was dit een hele goede staat". Bijna iedereen heeft op zolder of achterin een kast wel een schoenendoos met oude foto's, brieven en prentbriefkaarten die worden vertroeteld als een kostbare schat. De gemeentelijke archiefdienst van Leiden is eigenlijk één reusachtige schoenendoos. Achter de neo-gotische gevel aan de Boisotkade worden namelijk alle perkamenten en papieren van Leiden opgeslagen. De geschiedenis van het stadsbestuur en het kerkelijk leven, van rampen en feesten, van beleg en ontzet, van universiteit en armenzorg, van verenigingen als de Leidse IJsclub tot 18de-eeuwse letterkundige genootschappen. Duizenden verslagen van vergaderingen, kasboeken, kranten, brieven, processen, burgerlijke stand en akten waarin melding wordt gemaakt van figuren als Goeie Mie, Boerhaave, burgemeester De Gyselaar en Jan van Hout. De schat aan geschreven informatie wordt gecomplementeerd met ruim 70.000 prenten van straten, pleinen, grachten, bruggen, van bekende en onbekende Leidenaren, burgemeesters en ook volkstypen die anders in het vergeetboek zouden zijn geraakt. En dat alles uitgezocht gesorteerd, beschreven en zonodig gerestaureerd om ook de komende eeuwen te kunnen trotseren. Bij elkaar ruim vier kilometer archief, opgeslagen in depots die beveiligd zijn tegen brand en ander onheil. Temperatuur en vochtigheidsgraad worden er constant gehouden om de kostbaarheden ook voor het nageslacht in goede staat te houden. De memoires van de stad Leiden nader onder de loep. Het statige pand aan de Boisotkade waarin het Gemeente-Archief is gehuisvest (links op de foto). Inzet: mr. W. Downer. LEZERS OVER DE KRANT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 46