Van hoepelrok
MODE
PAGINA 18
JUBILEUMNUMMp
De heer Verschoor,
Boonstraat 1, Oegst-
geest:
"Ik heb overal in de
regio gewoond en overal
het Leidsch Dagblad ge
lezen. Prachtig blad met
goede informatie. Oh
nee, dat zeg ik niet zo
maar. Als ik klachten
had, zou ik dat meteen
zeggen. Heibel in de
raad, het andere regio
nale nieuws en de feuil
leton lees ik het eerst.
Wat later op de avond
als het rustiger is in
huis - het gezin wordt
gelukkig steeds kleiner
(grapje hoor) - lees ik de
langere verhalen of ach
tergrondartikelen. Ik
ben gewoon een tevre
den lezer".
Familie Driessen,
Magnoliadal 7, Leiden:
Zoon: "Als ik de krant
te pakken krijg lees ik
eerst de voorpagina en
daarna sla ik door naar
de televisiepagina.
Maar meestal is het zo
dat eerst mijn ouders
het dagblad onder ogen
krijgen. Ja, dan wordt
het voor mij pas de vol
gende ochtend bij het
ontbijt dat ik de krant
echt kan lezen. De televi
sieprogramma's heb ik
dan al gezien, dus die
pagina kijk ik niet meer
in. Het actuele stads
nieuws heeft dan mijn
voorkeur. Het leesge
drag van mijn vader?
Zal ik hem even roe
pen?"
Vader: "Ik heb het al
gehoord. Wij zijn al zo
lang abonnee. Twintig
jaar, denk ik. Dat is een
familietraditie. Mijn
grootmoeder las het
Leidsch Dagblad al. En
mijn vader die hier
heeft gestudeerd, heeft
het nog altijd over de
stadhuisbrand. Daar
waren jullie ook bij hè?
Ik zou het een ruimden
kende krant willen noe
men. Goed uitgebalan
ceerd. Ik lees eigenlijk
alles. Natuurlijk, je hebt
zo'n krant voor het re
gionale karakteri maar
een binnen- en buiten
landpagina sla ik be
slist niet over."
Mevrouw Dietz, Ter-
weeweg 48, Oegstgeest:
"Naar de zaterdag-
bijlage kijk ik altijd uit.
Mijn man en ik hebben
de krant niet voor de
sport. We lezen de krant
met z'n drieën. Mijn
schoonmoeder die boven\
ons woont mag als eer
ste de krant tot zich ne
men, daarna volgt mijn
man en ik sluit meestal
de rij".
C.J. Bruinsma, Am
sterdam:
„Dat wij het Leidsch
Dagblad in huis hebben
is een puur zakelijke
kwestie. Wij hebben een
bedrijf, het personeel
neemt dagelijks de ad
vertenties door. Privé
lezen we het Leidsch
Dagblad niet. Als de ad
vertenties zijn doorge
nomen, gaat-ie bij het
oud papier".
Mevrouw De Graaf,
Balistraat 6, Oegst
geest:
"Mijn man leest alles.
Zelfs die rare berichten
op de achterste pagina.
Als er iets heel merk
waardigs is roept hij
mij en leest hij het een
en ander voor. De krant
Coco Chanel in een comfortabele jurk met nep-sieraden (1925).
(Foto Horst)
"Door zich mooi te kleden vervult
de vrouw een plicht". Een uitspraak
van de Franse dichter Alfred de
Musset (1810-1857), die in de tweede
helft van de 19e eeuw nog voor 100
procent geldt. De emancipatiege
dachte is dan nog niet doorgebro
ken en de vrouw wordt nog altijd
beschouwd als een ornament. Mooi
(aangekleed), maar verder hoef je
geen rekening met haar te houden.
Niemand bekommert zich om haar
comfort, ook zijzelf niet.
Frankrijk leeft onder keizer Napoleon
III weer op in al zijn luister en het mode
beeld van deze tijd (1850-1870) wordt -
voor het laatst - bepaald door het Franse
hof, waar keizerin Eugenie het stralende
middelpunt is. En wat zij draagt, daar
voor is Charles Frederic Worth verant
woordelijk. Deze Brit, die in 1845 naar
Parys is gekomen om er carrière te ma
ken, opent in 1858 een modesalon en
twee jaar later is hij de modegoeroe van
de keizerin.
Het modebeeld van die tijd grijpt te
rug naar het rococo, de tijd van Madame
de Pompadour (1750), met de wijde hoe
pelrok en de ingesnoerde taille. Alleen
het buitenissige kapsel en het zeer lage
decolleté worden niet overgenomen,
want de vrouw in het tweede rococo-
tijdperk wil een deugdzame, ongenaak
bare indruk maken. Maar met haar cri
noline (hoepelrok), die soms wel een
middellijn van drie meter heeft, zodat ze
alleen maar zijdelings door de deur kan,
daagt ze de man juist uit, tenminste als
we Friedrich Theodor Vischer, professor
in de esthetica en een fel tegenstander
van de crinoline, moeten geloven. Hij
schreef: "De crinoline is brutaal door
haar duidelijke uitdaging aan de man".
Modebladen
En wat te denken van een Franse
krant uit het jaar 1859 die melding
maakt van de dood van een jongedame
omdat haar corset drie ribben door haar
lever heeft gedrukt. Nee, geen vrouw
vaart wel bij deze crinoline-mode. Maar
de stoffenfabrikanten beleven gouden
tijden want zijde, taft, brokaat, crêpe,
tule en mousseline zijn bij deze stof-
verslindénde mode nauwelijks aan te
slepen.
En het is niet alleen een hofmode.
Door de opkomst van de modebladen en
dank zij het feit dat alle vrouwen nog
goed met naald en draad overweg kun
nen, bereikt de crinoline ook het straat
beeld. Wie denkt dat patronenbladen als
Knip en Marion iets van onze tijd zijn,
komt bedrogen uit. In 1850 verschijnt er
al een blad dat 'Toilet, voor vrouwelijk
handwerken' heet en in 1865 verschijnt
bij Sijthoff in Leiden de eerste editie van
het modeblad 'De Gracieuse', waarin
naast uitvoerige beschrijvingen en
prachtig gedetailleerde gravures ook
een patronenblad is opgenomen.
De mannenmode is in deze tijd duide
lijk meer op de praktijk gericht. Voor
hem is het afgelopen met kleurige kos
tuums en uitbundige dassen. Hij moet in
zijn pak naar kantoor kunnen. In de
tweede helft van de 19e eeuw worden
het jacquet en het colbert gelanceerd.
Vooral dit laatste kledingstuk is nooit
meer weggeweest uit de mannenmode.
De wandelstok is voor de modieuze man
in deze tijd een onmisbaar attribuut,
evenals een goed verzorgde ringbaard,
bakkebaarden of een Engelse snor.
Rond 1860 is er voor het eerst sprake
van een bescheiden confectiekledingin-
dustrie, ondermeer in Berlijn. Maar een
goede kleermaker is nog altijd een ge
waardeerd man.
Met het verdwijnen van het Franse
keizerrijk - het lijkt wel of de mode grote
politieke veranderingen steeds voor
voelt - verdwijnt ook de crinoline, om tij
delijk plaats te maken voor de "queu de
Paris". Een modelijn waarbij het li
chaam een soort S wordt met een hoog
opgestuwde boezem en een fors opge
vulde achterpartij. Karikatuurtekenaars
houden het er dan ook op dat een gans
model heeft gestaan bij de ontwikkeling
van deze mode.
Rond 1880 wordt de rok heel strak. Om
een elegante gang te verzekeren gaan
sommige vrouwen er zelfs toe over de
knieën bij elkaar te binden. Halverwege
de kuit krijgt deze rok wat meer loop
ruimte en voor feestelijke gelegenheden
soms een sleepje.
Ook aan de lengte van de rok - in het
crinoline tijdperk zyn voeten en enkels
zichtbaar geworden - wordt gesleuteld.
Wat de schoenmode een nieuwe impuls
geeft, want schoenmakers komen direct
met elegante, zeer hooggehakte schoe-
Chaos
Rond de eeuwwisseling is de mode ei-
gelijk een chaos van stijlen. De meest
verschillende rokken, hoeden en mou
wen worden gedragen. Het zijn ontwer
pers als Worth, Redfern en Decroll, die
de mode bepalen en niet Madame de
Pompadour of keizerin Eugenie.
De wereldtentoonstelling, die in 1900
in Parijs wordt gehouden, geeft de Fran
se modemakers de gelegenheid eens
Het mantel
pak heeft in
1912 al de klas
sieke lijn.
Een echt wendbare mode was het niet ik
soms wel drie meter waren een alledai
hullen in de soepele bandplooi jeans i
gebeurd. Deze twee pagin
door Henriet
Tuniek van
i Paul Poiret
getekend
door George
Lepape
(1912).
Het kubisme
is de inspira
tiebron voor de
ontwerper van
deze driedelige
pakjes uit 1928.
Rond de eeuwwiseling doen de pantd
Ion en de korte rok hun intrede. Beken!
is onder meer een foto van de actrice Sa
rah Bernardt in een pantalonpak. D
korte rok wordt niet voor het eerst in Pa
rijs gesignaleerd, maar in Amerika. D
Amerikaanse steden groeien stormacn
tig, maar de verbindingen zijn hee
slecht. De stoffige, modderige straten la
nen zich niet voor lange slepende gewa
dén. De confectie-industrie maakt aai
dat ongemak een einde door voor regen
achtige dagen kleding met een korte ro
te maken: Rainy Daisies. En deze kle
ding vormt de basis voor een van d
grootste revoluties in de damesmode: d
korte rok.
Jonge mensen
De Eerste Wereldoorlog draagt veel b
tot het emancipatieproces van de vrouy
Op veel plaatsen neemt de vrouw dj
taak van de man aan het front over el
die veroverde vrijheid staat ze niet mee
af. Veel jonge vrouwen hebben na d
Eerste Wereldoorlog een echte baan e
verdienen geld. Geld dat ze onder mee
aan kleding besteden. De mode mo^
daarop inhaken en zo komt het dat n
1918 de mode zich vooral richt op jong
mensen die werken, uitgaan en aa
sport doen.
De jaren twintig staan bekend als q
Roaring Twenties. Uit alle macht pr<|
beert men de oorlog te vergeten. D
jeugd danst, drinkt cocktails en rookt s!
garetten. Jazz is een toverwoord en co!
metica een nieuw tovermiddel.
In het haar, toch altijd nog het sieraa
van de vrouw, gaat de schaar, het is 'ii
een bobby-kop te dragen. En wie niet z<
veel voelt voor dat gladde koppie ka
zich altijd nog onderwerpen aan een va
de nieuwste vindingen: de permanei
De vrouwenmode van die jaren twir
tig heeft een mannelijk karakter. D
flink uit te pakken. De mensen verdrin
gen zich om de creaties van Worth te
kunnen bewonderen. De basis voor de
Franse haute couture, zoals we die tot op
de dag van vandaag kennen, is gelegd.
Betere tijden voor de vrouw, die zich
letterlijk en figuurlijk uit het nauwe
keurslijf wil bevrijden, breken nu toch
aan. Rond 1900 begint de vrouw te stre
ven naar meer zelfstandigheid. De onge
huwde vrouw, vroeger weggestopt in
een klooster of in het huishouden - als ze
vooral maar niet opvalt - probeert zich
een positie in de maatschappij te verove
ren. De vrouw gaat ook aan sport doen
en daarvoor moet natuurlijk passende
kleding komen. Rond 1890 waagt zij
zich, gekleed in een tot net over de knie
reikende pofbroek, op de fiets. De ten
nissport maakt furore en daarmee ver
schijnt de overhemdblouse op het to
neel, om nooit meer te verdwijnen. Eerst
nog uitsluitend als sportkleding, maar
later ingepast in het dagelijks mode
beeld. In 1900 zorgt de introductie van
het eendelige badpak door de Ameri
kaanse Anette Keilerman voor een klei
ne sensatie, maar tien jaar later is het al
heel gewoon. Alleen die wollen of katoe
nen pakken zijn eenmaal nat loodzwaar
en de eerste dagen niet droog te krijgen.
De bikini is dan ook niet de grootste re
volutie op het gebied van de badkleding,
die is er in de 4e of 5e eeuw al, maar de
komst van licht sneldrogende syntheti
sche garens.
De japon heeft nu een klokrok, die be
wegingsvrijheid garandeert. Haar stre
ven naar zelfstandigheid accentueert de
vrouw door het drageq van bijvoorbeeld
een "tailormadé suit": een mantelpak. In
dat pak, met brede revers en een forse
jabot, ziet ze er praktisch en kordaat uit.
Het is een van die kledingstukken, die
steeds opnieuw in het modebeeld opdui
ken zonder in wezen te veranderen.
Corset
En tot groot genoegen van alle artsen
begint ook de strijd tegen het corset, dat
voor zoveel drama's heeft gezorgd. De
voorstanders van reformkleding, die
overigens nooit echt is doorgebroken,
willen de vrouw kleden in gewaden die
vrjj los om het lichaam hangen. Het prin
cipe is dat het gewicht van de kleding
wordt gedragen door de schouders en
niet door de taille. Ook de hoed, die tot
een flinke omvéng i$ uitgegroeid na het
crinoline-tijdperk, wordt weer klein en
licht. Al die zorg voor de gezondheid is
natuurlijk goed, maar de ijdelheid
spreekt ook een woordje mee. Er zijn ge
slaagde voorbeelden van reformkleding,
doch de meeste modellen zijn toch wat
saai en onelegant. Bovendien schiet ze
hier en daar haar doel voorbij, want veel
vrouwen willen best reformkleding dra
gen - tuk op een kans de vriendinnen
modieus de loef af te steken - maar ze
dragen er wel een corset onder. Dat is nu
precies van de bedenkers van deze mode
niet voor ogen hebben. De reformkle
ding moet dan ook niet als een specifie
ke modelijn worden gezien, maar als een
onderdeel van de art noveau of Jun-
gendstil (1890-1910). Een stroming in de
(vooral decoratieve) kunst die zoekt naar
totaal nieuwe lijnen. De slingerlijnmo-
tieven uit deze kunstvorm vinden we
dan ook terug op de reformkleding.
Een andere kunstvorm die rond 1900
de mode beïnvloedt is het ballet. Parijs
ligt in die dagen aan de voeten van Dia-
gilev en Pavlova. Kleermaker, kunste
naar en zakenman Paul Poiret maakt
dankbaar gebruik van deze aanbidding.
Hij is de eerste modemaker sinds 1800,
die de taille verplaatst. Poiret is ook de
"schepper" van de slanke vrouw. Je
moest dun zijn om zijn tuniek en nauwe
strompelrok te kunnen dragen. In oos
terse stijl ontwerpt hij prachtige sluike
gewaden, tunieken en harembroeken.
Hij speelt met uitbundige kleuren, bor
duursels en paileetten, alles in zijn col
lectie ademt een sfeer van luxe uit.
LEZERS
OVER DE
KRANT
'-:M