Stof tot nadenken
Goddelijk geluk
Raadsels tussen de regels
Kaf en koren in
science fiction
DE
KEER
'Hallo Nachtvlinder' leest lekker weg
De 'ingehouden' verhalen van Carver
Hoopvol debuut van Fleur Bourgonje
zandvliet
Een bloemlezing uit PC:
hakken met de botte bijl
VRIJDAG 22 FEBRUARI 1985
PAGINA 13
'Baraka' (goddelijk geluk) heeft Martin Laing heel hard nodig.
Martin is de hoofdpersoon in het tweede boek van de jonge Cana
dese schrijver John Ralston Saul, die eens met 'Dood van een
generaal' een hogelijk gewaardeerd debuut maakte.
Voordat John Ralston Saul met schrijven begon was hij o.a.
directeur van een investeringsmaatschappij, zat in de directie van
een grote oliemaatschappij en dreef handel met het Verre Oosten.
Stuk voor stuk bezigheden, die van nut waren voor het schilderen
van de achtergrond waartegen zijn nieuwe avonturenroman
speelt.
Want in dienst van een grote Amerikaanse oliemaatschappij
gaat Martin Laing naar Vietnam om te onderhandelen over een
olieconcessie. Die kan hij wel krijgen, maar alleen als hij zaken
kan doen met de gigantische wapenvoorraad, die de Amerikanen
bij hun terugtocht uit Zuid-Vietnam hebben achtergelaten. Hanoi
heeft geen behoefte aan die wapens, het wil geld.
Handelen met die wapens is echter onwettig, geen enkele rege
ring kan en mag er iets mee doen. Dus is het zoeken naar een
groepering, die niet zo nauw kijkt. Een rebellenleger. Laing denkt
die - via een 'vriend' - te hebben gevonden bij Polisario in de
Sahara.
John Ralston Saul sleept Martin Laing door diverse landen in
zijn poging zich te handhaven. Tegenover de mannen, die in zijn
bedrijf hem eerder tegenwerken dan helpen. Tegenover de Vietna-
mezen, die hem alleen maar willen gebruiken. En tegenover zijn
'afnemers', die niet van zins zijn het spel eerlijk te spelen.
John Ralston Sauls kracht bestaat vooral uit het scheppen van
sfeer, het tekenen van de entourage, het weergeven van achter
baks gerommel en geïntrigeer achter de schermen. Er gebeurt ei
genlijk niet zo verschrikkelijk veel. Het is de achtergrond die John
Ralston Sauls werk belangwekkend maakt.
KOOS POST
Auteur J.R. Saul op bezoek bij Polisario
Raymond Carver is een meester
in het schrijven van korte verha
len, daarover zijn veel Ameri
kaanse critici het nu wel met el
kaar eens. "Sommige van Car
vers verhalen kunnen nu al wor
den gerekend tot de beste uit de
hele Amerikaanse literatuur",
schreef de 'New York Times
Book Review', en als dit bolwerk
je aldus typeert, dan is je kostje
gekocht.
Hoe en wanneer begon Carver
met het schrijven van korte ver
halen? Op deze vraag heeft hij
zelf antwoord gegeven in een es
say dat aanvankelijk verscheen
in de 'New York Times Book Re-
view' en later werd gebundeld in
'Fires', een boek waarin poëzie,
korte verhalen en essays van
Carver zijn opgenomen.
Hij was al jong getrouwd, zo ver
telt Carver, had bovendien kin
deren en er was dus niet veel tijd
om te schrijven, want hij moest
voortdurend van het ene baantje
naar het andere rennen om de
kost te verdienen. De spaarzame
momenten die hij voor zichzelf
had, benutte hij om achter het
bureau te kruipen en te schrij-
Tijd om proza van lange adem te
maken had hij niet. Noodge
dwongen schreef hij daarom kor
te verhalen en poëzie. Dat werk
kon hij tenminste overzien. Een
verhaal schreef hij in één keer
op, daarna begon hij eindeloos te
herschrijven, zoals ook in 'Fires'
staat te lezen. Aanvankelijk
kreeg Carver zijn verhalen weer
terug, maar na verloop van tijd
begonnen kleine tijdschriften ze
af te drukken. Het begin van de
roem, zoals we nu weten.
Wat maakt de verhalen van Car
ver, waarvan er nu een aantal in
vertaling is verschenen bij de Ar
beiderspers, zo bijzonder? (De ti
tel van het boek: Waarover wij
praten als wij over liefde praten)
In een interview zei hij: "Bijna al
mijn personages komen in mijn
verhalen op een gegeven mo-
ment tot het besef dat zij een le
ven leiden waarin inschikkelijk
heid de hoofdrol speelt. Eén mo
ment van openbaring dat hun da
gelijks patroon even in de war
stuurt. Het is een ogenblik waar
op zij even niet inschikkelijk wil
len zijn. Om zich daarna weer te
realiseren dat alles bij hetzelfde
zal blijven".
Dat alles uiteindelijk hetzelfde
zal blijven, dat is inderdaad de
ondertoon van veel verhalen. Zo
als bijvoorbeeld in 'Zij zijn je
man niet', een verhaal waarbij ik
zal stilstaan omdat het andere in
grediënt dat Carver noemt er ook
in voorkomt: even niet inschik
kelijk willen zijn.
Hoofdpersoon is Earl Ober, ver
tegenwoordiger van beroep. Op
een avond gaat hij zijn vrouw op
zoeken die als serveerster in een
dag- en nachtzaak aan de rand
van de stad werkt. Hij luistert in
de zaak een gesprek af dat gaat
over zijn vrouw, die te dik is. De
onvrede nestelt zich in Earl en
hij vindt dat Doreen maar eens
een dieet moet volgen. Ze doet
het en wordt magerder. Na ver
loop van tijd gaat Earl weer naar
het restaurant, ditmaal wil hij
zijn overwinning proeven.
"Dacht je daarvan?", zegt hij te
gen een andere bezoeker. "Wel
iets bijzonders, hè?" Dat dit ge
sprek over zijn vrouw gaat, laat
zich raden. De andere man rea
geert niet en Earl vervolgt: "Nou,
wat vind je ervan? Ik vraag je
wat. Ziet dat er goed uit of niet?
Kun je me toch gewoon zeggen".
vogel, vraagt een serveerster aan
Doreen. "Hij is vertegenwoordi
ger", krijgt ze ten antwoord. En:
"Hij is mijn man", zei Doreen ten
slotte, en ze haalde haar schou
ders op. Vervolgens zette ze de
dame blanche onafgemaakt voor
hem neer en telde zijn rekening
op".
Earl Ober zou ook de hoofdper
soon van de andere verhalen
kunnen zijn, want hij is een ty
pisch Carver-personage. Verte
genwoordiger van beroep, een le
ven vol gemiste kansen, en soms
het besef dat alles voor niets is
geweest. De onvrede wordt ver
volgens afreageerd op zijn
vrouw, alsof het geheim van zijn
mislukking ligt besloten in haar
spataderen en dikte.
Ober had ook zyn meubilair op
het gazon kunnen zetten, zoals
de hoofdpersoon in 'Willen jullie
niet dansen?' doet, of zijn hondje
ergens ver weg loslaten, wat vol
gens Al uit het verhaal 'Jerry en
Molly en Sam' de oplossing van
zijn problemen is.
Carver schrijft op een bijzondere
manier. Veel wordt weggelaten.
Dat lijkt misschien een goedko
pe truc, maar in het geval van
Carver werkt het: de verhalen
worden er spannender door.
"Ze vertelde het aan iedereen. Er
was nog iets en dat probeerde ze
onder woorden te brengen. Na
verloop van tijd probeerde ze het
maar niet meer". Dat is een ty
pisch Carver-einde. Wat probeer
de ze onder woorden te brengen,
denk je als lezer en je besluit het
verhaal te herlezen, bang iets ge
mist te hebben, zoekend naar het
raadsel tussen de regels.
WIM BRANDS
Raymond Carver. Waarover wij pra
ten als wij over liefde praten. Uitge
verij: De Arbeiderspers
Fleur Bourgonje. "Waar ben ik
die naam eerder tegengeko
men?", dacht ik, toen ik de de
buutroman van deze schrijfster
in handen kreeg. Enig geblader
in oude krantenleggers verschaf
te mij uitkomst: voor dezelfde
uitgever als bij wie nu haar eer
ste boek verschijnt, heeft zij in
de afgelopen jaren een roman en
een verhalenbundel van de, om
politieke redenen in balling
schap levende, schrijver Mario
Benedetti vertaald.
Wat drijft iemand ertoe om lite
ratuur te gaan vertalen? Geld
kan het motief niet zijn, want wie
een aardig banksaldo wil opbou
wen kan beter iets anders gaan
doen. Wat dan? Bewondering
voor het werk van de schrijver,
zo moet het antwoord in vele ge
vallen luiden.
Of de inhoud van Bourgonjes
roman iets met die bewondering
voor Benedetti te maken heeft,
weet ik niet, maar het is wel op
vallend dat de meeste van haar
personages, evenals in de Bene-
detti's verhalenbundel 'Met en
zonder heimwee', zuchten onder
de knoet van een politiek sys
teem.
Hanna, de hoofdpersoon in de
ze roman, is wat dat betreft een
uitzondering. Zij woont in een
dorpje in de Gelderse Vallei waar
men iedereen die zich enigszins
onderscheidt van de andere dor
pelingen vanachter de gordijnen
begluurt. Hanna heeft van haar
grootmoeder, die op een goede
dag in deze negorij is komen aan
waaien, de zwerflust geërfd. Het
mens heeft zich in dit benepen
oord nooit thuisgevoeld en is er,
ondanks de liefde en toewijding
van haar man, doodongelukkig
gestorven. Dat is Hanna niet van
plan. Ze stopt haar spulletjes in
oma's oude koffer en trekt de
wijde wereld in.
Het eerste hoofdstuk van
Bourgopjes roman deed mij het
beste vermoeden. Eindelijk eens
een jonge schrijfster die scherp
kon observeren en die geen ge
noegen nam met wat Rilke eens
het 'Ungefahre' heeft genoemd.
Een voorbeeld? "Vanuit het
openstaande raam zag ze hoe
haar moeder met een zakmes
paarse en witte seringen van de
struiken sneed, de takken een
voor een op het grasveld legde en
toen het wasgoed van de lijn trok
nadat ze eerst ieder kledingstuk
tegen haar lippen had gedrukt
om te voelen of het wel echt
droog was."
Maar ach, hoe jammerlijk ont
spoort de roman in het tweede
hoofdstuk. We bevinden ons op
eens in een gesticht in Frankrijk,
waar tweëentwintig gevallen
vrouwen zich bezighouden met
de inzameling en verwerking van
vodden. De ingetogen schrijfstijl
die Bourgonje in het begin van
haar roman hanteert, is hier ver
te zoeken. In enkele bladzijden
vertelt de schrijfster de tragische
levensloop van de vrouwen. Het
ene cliché wordt daarbij op het
andere gestapeld. Kortom: een
melodrama waar zelfs de 'argwa
nende, nerveuze herdershonden'
die de vrouwen moeten bescher
men tegen de boze buitenwereld
geen brood van lusten.
De tweede plaats die Hanna tij
dens haar zwerftocht aandoet, is
Santiago de Chile, waar zij con
tact zoekt met mensen die door
het regime worden vervolgd. Uit
gebreid beschrijft Bourgonje de
verschrikkingen waarmee Han
na wordt geconfronteerd. Haar
observatievermogen laat haar
daarbij echter volledig in de
steek. Ze generaliseert er lustig
op los, nergens tref je een na
vrant detail aan, dat de situatie
enig karakter verleent. Een en
ander lijkt nog het meest op een
Amnesty-International-rapport.
Op de koop toe wordt Hanna
ook nog eens in de steek gelaten
door haar minnaar, maar ze krab
belt uit 'de afgrond' omhoog en
'vlecht' de bladeren die ze in haar
val meesleurde door haar 'ziele-
pijn'.
Een boek voor onder een wan
kel tafeltje, dacht ik aanvanke
lijk, maar na het zesde hoofdstuk
Fleur Bourgonje
kreeg ik weer hoop. In wat volgt
slaagt Bourgonje er namelijk in
haar eigen toon terug te vinden,
een toon die mij zeer bevalt. Een
van de mooiste gedeelten vond
ik het verhaal over de vrouw die
haar zoveelste kind verwacht en
bij Hanna alvast een rouwjurk
komt lenen. 'Het spijt me, Han
na', had de vrouw gefluisterd ter
wijl ze met haar hand over haar
buik streek, 'ik moet je dringend
iets vragen. Ik moet heel binnen
kort naar een begrafenis en ik
heb geen rouwkleding. Ik heb al
leen maar dit wat ik aan mijn lijf
heb. Zou ik voor het kerkhof die
zwarte jurk van jou mogen le
nen? Die jurk die je vanmiddag
aan had. Ik zag je op straat lopen
maar ik durfde het bij daglicht
niet te vragen.' Weinig omhaal
van woorden, geen opsomming
van gruwelijkheden, maar het
probleem van de geïsoleerde,
'onderdrukte', positie van de
vrouw tot de kern teruggebracht.
Zoiets komt aan.
Ook met het beklemmende
einde van haar roman wist Fleur
Bourgonje mij aangenaam te ver
rassen. De'schrijfster heeft haar
hoofdpersoon in een dilemma
gemanoeuvreerd datje ook na le
zing van de roman nog veel stof
tot nadenken geeft. Dat is meer
dan je van enig ander debuut
kunt zeggen.
CEES VAN HOORE
Spoorloos, Fleur Bourgonje, uitg.
Meulenhoff, 22,50.
De belangstelling bij uitgevers
en (dus?) lezerspubliek voor
science fictionliteratuur is de
laatste jaren - ik heb het op deze
plaats al eerder geconstateerd -
tanende. Bruna timmert nog
enigszins aan de weg met de jaar
lijkse bundel Ganymedes (nu
verbonden met de King Kong
Award, de authentiek-Neder-
landse SF-verhalenprijs) waarin
vaderlandse en Vlaamse SF-au-
teurs een plaatsje kunnen be
machtigen. Het Spectrum gooit
er nog wel 's een dun boekje te
genaan en voorts is het als van
ouds vooral Meulenhoff die, zij
het op een geringer pitje, nog ge
regeld SF-licht over de uitgedun
de, maar dankbare schare adep
ten laat schijnen.
Het blijft vreemd, die afne
mende interesse, te meer als we
zien dat SF op filmdoek, TV en
video een hoge vlucht genomen
heeft. Minder wonderlijk is de
hier overheersende voorkeur
voor "fantasy", stoere sprookjes
voor een ouder lezerspubliek vol
monsters, tovenaars, zwaard-
zwaaiers, bovenmaatse Helden
en diepgezonken Schurken.
Vooral het inventieve en geestige
werk van de Amerikaan Jac Van
ce scoort hoog, maar zijn toppo
sitie wordt in toenemende mate
bedreigd door dat van Tanith
Lee, die tot 1975 alleen een paar
sprookjesachtige romans voor
kinderen had geschreven. Dan
verschijnt Het geboortegraf (in
1978 in vertaling bij uitg. Gradi-
vus) waarin de schrijfster los
barstte "in een orgie van heroïek,
hartstocht en vooral veel seks en
de complete SF-minnende we
reld omarmde haar als één man
en van ganser harte". Aldus
wordt de heruitgave van dit in
derdaad schitterende boek door
Meulenhoffs kretenleveraar in
geleid. Een meeslepend verhaal
over de mysterieuze, gesluierde
"godin" die onsterfelijk lijkt en
over de "Kracht" (een overbe
kende term, zo langzamerhand)
beschikt. Stampvol spannende,
gedreven geschreven avonturen
met een verrassende "science
fiction"-afloop. "Extatisch,
bloeddorstig, geil en wild (en te
gelijk meesterlijk beheerst en
helder)" overdrijft de voor-
woordkunstenaar. Maar wel een
schrijfster die hier beslist de
troon van Vance bedreigd.
Dat gaat niet op voor Frank
Herbert, van wie inmiddels het
vijfde boek "van de legendari
sche heelalsage "Ketters van
Duin" verscheen. Het eerste
boek, Duin, was meteen het bes
te en de verfilming ervan belooft
een gigantisch spektakel te wor
den; de volgende delen zijn ge
compliceerder en oninteressan
ter (met uitzondering van deel 4,
God-Keizer op Duin, waarin de
almachtige Leto II onsterfelijk
wordt door - letterlijk - op te gaan
in de geduchte zandwormen). In
dit vijfde boek vindt er een inge
wikkelde strijd om de macht
plaats tussen de "religieuze"
vrouwen van de Bene Gesserit,
de merkwaardige heren der Tlei-
laxu en strijdlustige soortgeno
ten, die terugkeren van verre om
zwervingen door het heelal.
Soms wel spannend, maar als SF
èn Duin-boek is er weinig
nieuws onder de sterren, terwijl
kennis van de vorige delen vrij
wel onmisbaar is. Dat laatste
dreigt ook voor Schaduw van de
Zwaan, het tweede boek van de
Feniks-rebellie (deel 1: Zwaard
van het Lam verscheen ruim een
jaar (te lang) geleden en werd
hier en daar, ten onrechte, posi
tief besproken); romantische
flauwekul "over de luisterrijke
familiedynastie DeKoven Wolf
in de verre toekomst, geboren
om het heersen en voorbestemd
om een duizelingwekkend ster
renrijk te vernietigen. "Wonder
lijk hoe de uitmuntende SF-
redactie van Meulenhoff soms
zulke flagrante missers (denk
ook aan het abominabele Sobriê-
tas van onbenul Ad Visser, een
zeldzame flop) in de winkels
krijgt. Elk beetje kaf is tegen
woordig al te veel tussen het
schaarse SF-koren.
Tanith Lee, Het geboortegraf;
Frank Herbert, Ketters van Duin;
M.K. Wren, Schaduw van de Zwaan.
Alledrie bij uitg. Meulenhoff, Am-
ROB VOOREN
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL BV
j. Haarlemmerstraat 117
j Leiden - tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
bestelafdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
"In Vrij Nederland, het blad
waarin tegenwoordig boven ie
der artikel een verklaring van de
auteur van het stukje staat dat
PC in de tijd dat hij erin schreef
beter was dan nu, las ik laatst
nog een prima opmerking over
Van het Reve", schrijft Henk
Spaan in juni '74 in een PC-arti-
kel dat nu is opgenomen in de
bloemlezing 'Neuzen dicht!'.
Dat het studentenweekblad
Propria Cures vroeger zoveel be
ter was dan tegenwoordig, hoor
je vaak. Is Propria Cures saai ge-
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST -KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
worden? Allesbehalve, zoals de
bloemlezing die de jaren '73 tot
'85 beslaat, bewijst. Alleen zul je
in het blad in deze tijd niet zo
vaak een serieus essay tegenko
men, zoals in de jaren vijftig en
zestig. "Het wordt de kunst een
tegenstander met een zo bot mo
gelijke bijl op een zo gevoelig
mogelijke plaats te treffen",
schrijvers de inleiders van 'Neu
zen dicht'. r
Dus laat PC de dood van sport
journalist Theo Koomen door
Koomen zelf verslaan ("en o o o
wat gaat dat snel, wat gaat dat
hard, wat komen ze snel dichter
bij") en als de vrouw van Hans
Wiegel sterft, verschijnt in PC
een zogenaamd dagboek van de
politicus. Wie niet tegen deze
schoppen in het onderlijf kan,
moet het blad maar ongelezen la
ten. Hoe zegt Jeroen Brouwers
het ook al weer? Precies, wie PC
leest accepteert PC zoals het is.,
Eén ding blijft evenwel onaccep
tabel: die stukjes van Holman. U
weet wel, die jongen die ze er bij
de Volkskrant hebben uitge
schopt als columnist en die nu
van die vreselijke verhaaltjes in
de Nieuwe Re vu schrijft.
WIM BRANDS
Neuzen dicht! Een bloemle
zing uit: Propria Cures 1973-
1985. Uitgeverij: Bert Bakkker.
Met zijn tweede boek 'Hallo
Nachtvlinder' voor kinderen
vanaf 9 jaar heeft ex-onderwijzer
Koos Meinderts zijn als 'veelbe
lovend' omschreven schrijvers
debuut wat mij betreft waarge
maakt. Meinderts is wars van li
teraire pretenties, vult zijn verha
len niet met filosofische bespie
gelingen of 'boodschappen',
maar schrijft in al zijn eenvoud
een onderhoudend verhaal dat
lekker leest.
Hallo Nachtvlinder speelt
voornamelijk rond het school
meisje Anne. Elke avond wisse
len Anne en haar vriendin Esther
allerlei vertrouwelijke medede
lingen uit via een walkie-talkie.
('Hallo Vleermuis?' 'Hallo Nacht
vlinder!').
Op een ochtend komt Anne in
contact met Lena, een oudere
zelfstandige vrouw. Lena heeft
over de hele wereld gezworven
en vertelt Anne haar liefste
wens: ooit nog eens het Ierse ei
land Trir-nan-og te bezoeken,
een eiland dat slechts eens in de
zoveel jaar boven water komt.
Op bezoek bij haar broer Hans
in Antwerpen ontdekt Anne op
een rommelmarkt een boek met
Ierse volksverhalen, met ook een
verhaal over Lena's merkwaardi
ge eiland. Ze geeft het boek aan
Lena. Korte tijd daarna blijkt de
vrouw spoorloos verdwenen.
Hallo Nachtvlinder bestaat ei
genlijk uit verschillende gebeur
tenissen die aan elkaar worden
geknoopt maar niet altijd met el
kaar te maken hebben. Op het
eerste gezicht doet dit rommelig
aan, maar het werkt allerminst
storend op het leesplezier. On
danks zijn aanpak graaft Mein
derts namelijk iets verder dan
onbenullig prietpraatniveau.
Dat lukt hem voornamelijk
door zijn voortreffelijk taalge
bruik. Het boek leest als een
trein door de heldere dialogen en
het spaarzaam gebruik van lange
beschouwingen. Een heerlijk on
gecompliceerd boek, onderhou
dend, gezellig, met een snufje
ontroering en geheimzinnigheid.
Door Meinderts benadering
raakt de psychologische uitwer
king van de personen enigszins
ondergesneeuwd, maar door zijn
levendige verteltrant is er geen
enkele sprake van bordkarton
nen, clichématige figuren. Een
aanwinst, Koos Meinderts.
Het boek is ruim geïllustreerd
door Jansje Bouwman.
Hallo Nachtvlinder, Koos Mein
derts, uitg. Ploegsma, 18,90
Heel anders van opzet is 'De dag
die verdween' van de Noorse au
teur Tormod Haugen. Een schrij
ver van verrassende, sfeervolle
jeugdboeken, die alle ook in het
Nederlands zijn uitgebracht.
Hoofdpersoon in De dag die
verdween is Willem Linden, een
jongen van een jaar of tien. Hij
leeft alleen met zijn vader die
weinig tijd voor hem heeft, zijn
moeder is verdwenen. Op een
ochtend wordt Willem wakker
en doet een ontstellende ontdek
king. Hij kan zich niets meer her
inneren van de vorige dag, bo
vendien is hij onzichtbaar gewor
den voor andere mensen.
In zijn wanhoop stuurt hij een
hulpkreet de wereld in die wordt
opgevangen door Peter Pan, de
bekende rekel uit de vertelling
van Walt Disney. Peter Pan wil
de jongen meenemen naar zijn
Nimmerland, het oord voor in de
steek gelaten jongens. Willem
wil echter zijn vader niet alleen
laten. Bovendien merkt hij dat
Peter Pan weliswaar steeds roept
dat hij zo gelukkig is, maar diep
ongelukkig en eenzaam over
komt.
Wanhopig gaat Willem op zoek
naar iemand die hem kan helpen
weer zichtbaar te worden. Zijn
weg voert hem achtereenvolgens
naar ene meneer 'Merlijnsen' en
de geheimzinnige Rosamunde.
Onderweg wordt hij belaagd
door de winkelier Zuiderhelm
die zich opwerpt tot beschermer
van alle in de steek gelaten kin
deren. Onder zijn snoepwinkel
wonen tientallen eenzame en on
zichtbaar geworden kinderen in
een soort luilekkerland. Daar
voortaan te wonen lijkt Willem
niks, hij wil het liefst gewoon bij
zijn vader blijven. In het huis van
Rosamunde wordt Willem pas
duidelijk wat er werkelijk aan de
hand is.
Hoe De dag die verdween pre
cies in elkaar steekt, laat zich
moelijk samenvatten, omdat het
een heel bijzondere vertelling is.
Zeer fantasievol, poëtisch, maar
ook geheimzinnig en spannend.
Een verhaal dat treffend uiting
geeft aan het eenzame gevoel van
kinderen voor wie de ouders,
moe na een dag werken, niet
meer kunnen opbrengen dan een
plichtmatige glimlach en een
nauwelijks luitsterend oor. Geen
der
gemakkelijk boek, maar wel
mooi. Voor kinderen vanaf 10
jaar.
De dag die verdween, Tormod
Haugen, vert. M.Molenaar, uitg. El
sevier, 19,90
MARGOT KLOMPMAKER