Stof tot nadenken Goddelijk geluk Raadsels tussen de regels Kaf en koren in science fiction DE KEER 'Hallo Nachtvlinder' leest lekker weg De 'ingehouden' verhalen van Carver Hoopvol debuut van Fleur Bourgonje zandvliet Een bloemlezing uit PC: hakken met de botte bijl VRIJDAG 22 FEBRUARI 1985 PAGINA 13 'Baraka' (goddelijk geluk) heeft Martin Laing heel hard nodig. Martin is de hoofdpersoon in het tweede boek van de jonge Cana dese schrijver John Ralston Saul, die eens met 'Dood van een generaal' een hogelijk gewaardeerd debuut maakte. Voordat John Ralston Saul met schrijven begon was hij o.a. directeur van een investeringsmaatschappij, zat in de directie van een grote oliemaatschappij en dreef handel met het Verre Oosten. Stuk voor stuk bezigheden, die van nut waren voor het schilderen van de achtergrond waartegen zijn nieuwe avonturenroman speelt. Want in dienst van een grote Amerikaanse oliemaatschappij gaat Martin Laing naar Vietnam om te onderhandelen over een olieconcessie. Die kan hij wel krijgen, maar alleen als hij zaken kan doen met de gigantische wapenvoorraad, die de Amerikanen bij hun terugtocht uit Zuid-Vietnam hebben achtergelaten. Hanoi heeft geen behoefte aan die wapens, het wil geld. Handelen met die wapens is echter onwettig, geen enkele rege ring kan en mag er iets mee doen. Dus is het zoeken naar een groepering, die niet zo nauw kijkt. Een rebellenleger. Laing denkt die - via een 'vriend' - te hebben gevonden bij Polisario in de Sahara. John Ralston Saul sleept Martin Laing door diverse landen in zijn poging zich te handhaven. Tegenover de mannen, die in zijn bedrijf hem eerder tegenwerken dan helpen. Tegenover de Vietna- mezen, die hem alleen maar willen gebruiken. En tegenover zijn 'afnemers', die niet van zins zijn het spel eerlijk te spelen. John Ralston Sauls kracht bestaat vooral uit het scheppen van sfeer, het tekenen van de entourage, het weergeven van achter baks gerommel en geïntrigeer achter de schermen. Er gebeurt ei genlijk niet zo verschrikkelijk veel. Het is de achtergrond die John Ralston Sauls werk belangwekkend maakt. KOOS POST Auteur J.R. Saul op bezoek bij Polisario Raymond Carver is een meester in het schrijven van korte verha len, daarover zijn veel Ameri kaanse critici het nu wel met el kaar eens. "Sommige van Car vers verhalen kunnen nu al wor den gerekend tot de beste uit de hele Amerikaanse literatuur", schreef de 'New York Times Book Review', en als dit bolwerk je aldus typeert, dan is je kostje gekocht. Hoe en wanneer begon Carver met het schrijven van korte ver halen? Op deze vraag heeft hij zelf antwoord gegeven in een es say dat aanvankelijk verscheen in de 'New York Times Book Re- view' en later werd gebundeld in 'Fires', een boek waarin poëzie, korte verhalen en essays van Carver zijn opgenomen. Hij was al jong getrouwd, zo ver telt Carver, had bovendien kin deren en er was dus niet veel tijd om te schrijven, want hij moest voortdurend van het ene baantje naar het andere rennen om de kost te verdienen. De spaarzame momenten die hij voor zichzelf had, benutte hij om achter het bureau te kruipen en te schrij- Tijd om proza van lange adem te maken had hij niet. Noodge dwongen schreef hij daarom kor te verhalen en poëzie. Dat werk kon hij tenminste overzien. Een verhaal schreef hij in één keer op, daarna begon hij eindeloos te herschrijven, zoals ook in 'Fires' staat te lezen. Aanvankelijk kreeg Carver zijn verhalen weer terug, maar na verloop van tijd begonnen kleine tijdschriften ze af te drukken. Het begin van de roem, zoals we nu weten. Wat maakt de verhalen van Car ver, waarvan er nu een aantal in vertaling is verschenen bij de Ar beiderspers, zo bijzonder? (De ti tel van het boek: Waarover wij praten als wij over liefde praten) In een interview zei hij: "Bijna al mijn personages komen in mijn verhalen op een gegeven mo- ment tot het besef dat zij een le ven leiden waarin inschikkelijk heid de hoofdrol speelt. Eén mo ment van openbaring dat hun da gelijks patroon even in de war stuurt. Het is een ogenblik waar op zij even niet inschikkelijk wil len zijn. Om zich daarna weer te realiseren dat alles bij hetzelfde zal blijven". Dat alles uiteindelijk hetzelfde zal blijven, dat is inderdaad de ondertoon van veel verhalen. Zo als bijvoorbeeld in 'Zij zijn je man niet', een verhaal waarbij ik zal stilstaan omdat het andere in grediënt dat Carver noemt er ook in voorkomt: even niet inschik kelijk willen zijn. Hoofdpersoon is Earl Ober, ver tegenwoordiger van beroep. Op een avond gaat hij zijn vrouw op zoeken die als serveerster in een dag- en nachtzaak aan de rand van de stad werkt. Hij luistert in de zaak een gesprek af dat gaat over zijn vrouw, die te dik is. De onvrede nestelt zich in Earl en hij vindt dat Doreen maar eens een dieet moet volgen. Ze doet het en wordt magerder. Na ver loop van tijd gaat Earl weer naar het restaurant, ditmaal wil hij zijn overwinning proeven. "Dacht je daarvan?", zegt hij te gen een andere bezoeker. "Wel iets bijzonders, hè?" Dat dit ge sprek over zijn vrouw gaat, laat zich raden. De andere man rea geert niet en Earl vervolgt: "Nou, wat vind je ervan? Ik vraag je wat. Ziet dat er goed uit of niet? Kun je me toch gewoon zeggen". vogel, vraagt een serveerster aan Doreen. "Hij is vertegenwoordi ger", krijgt ze ten antwoord. En: "Hij is mijn man", zei Doreen ten slotte, en ze haalde haar schou ders op. Vervolgens zette ze de dame blanche onafgemaakt voor hem neer en telde zijn rekening op". Earl Ober zou ook de hoofdper soon van de andere verhalen kunnen zijn, want hij is een ty pisch Carver-personage. Verte genwoordiger van beroep, een le ven vol gemiste kansen, en soms het besef dat alles voor niets is geweest. De onvrede wordt ver volgens afreageerd op zijn vrouw, alsof het geheim van zijn mislukking ligt besloten in haar spataderen en dikte. Ober had ook zyn meubilair op het gazon kunnen zetten, zoals de hoofdpersoon in 'Willen jullie niet dansen?' doet, of zijn hondje ergens ver weg loslaten, wat vol gens Al uit het verhaal 'Jerry en Molly en Sam' de oplossing van zijn problemen is. Carver schrijft op een bijzondere manier. Veel wordt weggelaten. Dat lijkt misschien een goedko pe truc, maar in het geval van Carver werkt het: de verhalen worden er spannender door. "Ze vertelde het aan iedereen. Er was nog iets en dat probeerde ze onder woorden te brengen. Na verloop van tijd probeerde ze het maar niet meer". Dat is een ty pisch Carver-einde. Wat probeer de ze onder woorden te brengen, denk je als lezer en je besluit het verhaal te herlezen, bang iets ge mist te hebben, zoekend naar het raadsel tussen de regels. WIM BRANDS Raymond Carver. Waarover wij pra ten als wij over liefde praten. Uitge verij: De Arbeiderspers Fleur Bourgonje. "Waar ben ik die naam eerder tegengeko men?", dacht ik, toen ik de de buutroman van deze schrijfster in handen kreeg. Enig geblader in oude krantenleggers verschaf te mij uitkomst: voor dezelfde uitgever als bij wie nu haar eer ste boek verschijnt, heeft zij in de afgelopen jaren een roman en een verhalenbundel van de, om politieke redenen in balling schap levende, schrijver Mario Benedetti vertaald. Wat drijft iemand ertoe om lite ratuur te gaan vertalen? Geld kan het motief niet zijn, want wie een aardig banksaldo wil opbou wen kan beter iets anders gaan doen. Wat dan? Bewondering voor het werk van de schrijver, zo moet het antwoord in vele ge vallen luiden. Of de inhoud van Bourgonjes roman iets met die bewondering voor Benedetti te maken heeft, weet ik niet, maar het is wel op vallend dat de meeste van haar personages, evenals in de Bene- detti's verhalenbundel 'Met en zonder heimwee', zuchten onder de knoet van een politiek sys teem. Hanna, de hoofdpersoon in de ze roman, is wat dat betreft een uitzondering. Zij woont in een dorpje in de Gelderse Vallei waar men iedereen die zich enigszins onderscheidt van de andere dor pelingen vanachter de gordijnen begluurt. Hanna heeft van haar grootmoeder, die op een goede dag in deze negorij is komen aan waaien, de zwerflust geërfd. Het mens heeft zich in dit benepen oord nooit thuisgevoeld en is er, ondanks de liefde en toewijding van haar man, doodongelukkig gestorven. Dat is Hanna niet van plan. Ze stopt haar spulletjes in oma's oude koffer en trekt de wijde wereld in. Het eerste hoofdstuk van Bourgopjes roman deed mij het beste vermoeden. Eindelijk eens een jonge schrijfster die scherp kon observeren en die geen ge noegen nam met wat Rilke eens het 'Ungefahre' heeft genoemd. Een voorbeeld? "Vanuit het openstaande raam zag ze hoe haar moeder met een zakmes paarse en witte seringen van de struiken sneed, de takken een voor een op het grasveld legde en toen het wasgoed van de lijn trok nadat ze eerst ieder kledingstuk tegen haar lippen had gedrukt om te voelen of het wel echt droog was." Maar ach, hoe jammerlijk ont spoort de roman in het tweede hoofdstuk. We bevinden ons op eens in een gesticht in Frankrijk, waar tweëentwintig gevallen vrouwen zich bezighouden met de inzameling en verwerking van vodden. De ingetogen schrijfstijl die Bourgonje in het begin van haar roman hanteert, is hier ver te zoeken. In enkele bladzijden vertelt de schrijfster de tragische levensloop van de vrouwen. Het ene cliché wordt daarbij op het andere gestapeld. Kortom: een melodrama waar zelfs de 'argwa nende, nerveuze herdershonden' die de vrouwen moeten bescher men tegen de boze buitenwereld geen brood van lusten. De tweede plaats die Hanna tij dens haar zwerftocht aandoet, is Santiago de Chile, waar zij con tact zoekt met mensen die door het regime worden vervolgd. Uit gebreid beschrijft Bourgonje de verschrikkingen waarmee Han na wordt geconfronteerd. Haar observatievermogen laat haar daarbij echter volledig in de steek. Ze generaliseert er lustig op los, nergens tref je een na vrant detail aan, dat de situatie enig karakter verleent. Een en ander lijkt nog het meest op een Amnesty-International-rapport. Op de koop toe wordt Hanna ook nog eens in de steek gelaten door haar minnaar, maar ze krab belt uit 'de afgrond' omhoog en 'vlecht' de bladeren die ze in haar val meesleurde door haar 'ziele- pijn'. Een boek voor onder een wan kel tafeltje, dacht ik aanvanke lijk, maar na het zesde hoofdstuk Fleur Bourgonje kreeg ik weer hoop. In wat volgt slaagt Bourgonje er namelijk in haar eigen toon terug te vinden, een toon die mij zeer bevalt. Een van de mooiste gedeelten vond ik het verhaal over de vrouw die haar zoveelste kind verwacht en bij Hanna alvast een rouwjurk komt lenen. 'Het spijt me, Han na', had de vrouw gefluisterd ter wijl ze met haar hand over haar buik streek, 'ik moet je dringend iets vragen. Ik moet heel binnen kort naar een begrafenis en ik heb geen rouwkleding. Ik heb al leen maar dit wat ik aan mijn lijf heb. Zou ik voor het kerkhof die zwarte jurk van jou mogen le nen? Die jurk die je vanmiddag aan had. Ik zag je op straat lopen maar ik durfde het bij daglicht niet te vragen.' Weinig omhaal van woorden, geen opsomming van gruwelijkheden, maar het probleem van de geïsoleerde, 'onderdrukte', positie van de vrouw tot de kern teruggebracht. Zoiets komt aan. Ook met het beklemmende einde van haar roman wist Fleur Bourgonje mij aangenaam te ver rassen. De'schrijfster heeft haar hoofdpersoon in een dilemma gemanoeuvreerd datje ook na le zing van de roman nog veel stof tot nadenken geeft. Dat is meer dan je van enig ander debuut kunt zeggen. CEES VAN HOORE Spoorloos, Fleur Bourgonje, uitg. Meulenhoff, 22,50. De belangstelling bij uitgevers en (dus?) lezerspubliek voor science fictionliteratuur is de laatste jaren - ik heb het op deze plaats al eerder geconstateerd - tanende. Bruna timmert nog enigszins aan de weg met de jaar lijkse bundel Ganymedes (nu verbonden met de King Kong Award, de authentiek-Neder- landse SF-verhalenprijs) waarin vaderlandse en Vlaamse SF-au- teurs een plaatsje kunnen be machtigen. Het Spectrum gooit er nog wel 's een dun boekje te genaan en voorts is het als van ouds vooral Meulenhoff die, zij het op een geringer pitje, nog ge regeld SF-licht over de uitgedun de, maar dankbare schare adep ten laat schijnen. Het blijft vreemd, die afne mende interesse, te meer als we zien dat SF op filmdoek, TV en video een hoge vlucht genomen heeft. Minder wonderlijk is de hier overheersende voorkeur voor "fantasy", stoere sprookjes voor een ouder lezerspubliek vol monsters, tovenaars, zwaard- zwaaiers, bovenmaatse Helden en diepgezonken Schurken. Vooral het inventieve en geestige werk van de Amerikaan Jac Van ce scoort hoog, maar zijn toppo sitie wordt in toenemende mate bedreigd door dat van Tanith Lee, die tot 1975 alleen een paar sprookjesachtige romans voor kinderen had geschreven. Dan verschijnt Het geboortegraf (in 1978 in vertaling bij uitg. Gradi- vus) waarin de schrijfster los barstte "in een orgie van heroïek, hartstocht en vooral veel seks en de complete SF-minnende we reld omarmde haar als één man en van ganser harte". Aldus wordt de heruitgave van dit in derdaad schitterende boek door Meulenhoffs kretenleveraar in geleid. Een meeslepend verhaal over de mysterieuze, gesluierde "godin" die onsterfelijk lijkt en over de "Kracht" (een overbe kende term, zo langzamerhand) beschikt. Stampvol spannende, gedreven geschreven avonturen met een verrassende "science fiction"-afloop. "Extatisch, bloeddorstig, geil en wild (en te gelijk meesterlijk beheerst en helder)" overdrijft de voor- woordkunstenaar. Maar wel een schrijfster die hier beslist de troon van Vance bedreigd. Dat gaat niet op voor Frank Herbert, van wie inmiddels het vijfde boek "van de legendari sche heelalsage "Ketters van Duin" verscheen. Het eerste boek, Duin, was meteen het bes te en de verfilming ervan belooft een gigantisch spektakel te wor den; de volgende delen zijn ge compliceerder en oninteressan ter (met uitzondering van deel 4, God-Keizer op Duin, waarin de almachtige Leto II onsterfelijk wordt door - letterlijk - op te gaan in de geduchte zandwormen). In dit vijfde boek vindt er een inge wikkelde strijd om de macht plaats tussen de "religieuze" vrouwen van de Bene Gesserit, de merkwaardige heren der Tlei- laxu en strijdlustige soortgeno ten, die terugkeren van verre om zwervingen door het heelal. Soms wel spannend, maar als SF èn Duin-boek is er weinig nieuws onder de sterren, terwijl kennis van de vorige delen vrij wel onmisbaar is. Dat laatste dreigt ook voor Schaduw van de Zwaan, het tweede boek van de Feniks-rebellie (deel 1: Zwaard van het Lam verscheen ruim een jaar (te lang) geleden en werd hier en daar, ten onrechte, posi tief besproken); romantische flauwekul "over de luisterrijke familiedynastie DeKoven Wolf in de verre toekomst, geboren om het heersen en voorbestemd om een duizelingwekkend ster renrijk te vernietigen. "Wonder lijk hoe de uitmuntende SF- redactie van Meulenhoff soms zulke flagrante missers (denk ook aan het abominabele Sobriê- tas van onbenul Ad Visser, een zeldzame flop) in de winkels krijgt. Elk beetje kaf is tegen woordig al te veel tussen het schaarse SF-koren. Tanith Lee, Het geboortegraf; Frank Herbert, Ketters van Duin; M.K. Wren, Schaduw van de Zwaan. Alledrie bij uitg. Meulenhoff, Am- ROB VOOREN ADVERTENTIE BOEKHANDEL BV j. Haarlemmerstraat 117 j Leiden - tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-time bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen "In Vrij Nederland, het blad waarin tegenwoordig boven ie der artikel een verklaring van de auteur van het stukje staat dat PC in de tijd dat hij erin schreef beter was dan nu, las ik laatst nog een prima opmerking over Van het Reve", schrijft Henk Spaan in juni '74 in een PC-arti- kel dat nu is opgenomen in de bloemlezing 'Neuzen dicht!'. Dat het studentenweekblad Propria Cures vroeger zoveel be ter was dan tegenwoordig, hoor je vaak. Is Propria Cures saai ge- ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST -KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. worden? Allesbehalve, zoals de bloemlezing die de jaren '73 tot '85 beslaat, bewijst. Alleen zul je in het blad in deze tijd niet zo vaak een serieus essay tegenko men, zoals in de jaren vijftig en zestig. "Het wordt de kunst een tegenstander met een zo bot mo gelijke bijl op een zo gevoelig mogelijke plaats te treffen", schrijvers de inleiders van 'Neu zen dicht'. r Dus laat PC de dood van sport journalist Theo Koomen door Koomen zelf verslaan ("en o o o wat gaat dat snel, wat gaat dat hard, wat komen ze snel dichter bij") en als de vrouw van Hans Wiegel sterft, verschijnt in PC een zogenaamd dagboek van de politicus. Wie niet tegen deze schoppen in het onderlijf kan, moet het blad maar ongelezen la ten. Hoe zegt Jeroen Brouwers het ook al weer? Precies, wie PC leest accepteert PC zoals het is., Eén ding blijft evenwel onaccep tabel: die stukjes van Holman. U weet wel, die jongen die ze er bij de Volkskrant hebben uitge schopt als columnist en die nu van die vreselijke verhaaltjes in de Nieuwe Re vu schrijft. WIM BRANDS Neuzen dicht! Een bloemle zing uit: Propria Cures 1973- 1985. Uitgeverij: Bert Bakkker. Met zijn tweede boek 'Hallo Nachtvlinder' voor kinderen vanaf 9 jaar heeft ex-onderwijzer Koos Meinderts zijn als 'veelbe lovend' omschreven schrijvers debuut wat mij betreft waarge maakt. Meinderts is wars van li teraire pretenties, vult zijn verha len niet met filosofische bespie gelingen of 'boodschappen', maar schrijft in al zijn eenvoud een onderhoudend verhaal dat lekker leest. Hallo Nachtvlinder speelt voornamelijk rond het school meisje Anne. Elke avond wisse len Anne en haar vriendin Esther allerlei vertrouwelijke medede lingen uit via een walkie-talkie. ('Hallo Vleermuis?' 'Hallo Nacht vlinder!'). Op een ochtend komt Anne in contact met Lena, een oudere zelfstandige vrouw. Lena heeft over de hele wereld gezworven en vertelt Anne haar liefste wens: ooit nog eens het Ierse ei land Trir-nan-og te bezoeken, een eiland dat slechts eens in de zoveel jaar boven water komt. Op bezoek bij haar broer Hans in Antwerpen ontdekt Anne op een rommelmarkt een boek met Ierse volksverhalen, met ook een verhaal over Lena's merkwaardi ge eiland. Ze geeft het boek aan Lena. Korte tijd daarna blijkt de vrouw spoorloos verdwenen. Hallo Nachtvlinder bestaat ei genlijk uit verschillende gebeur tenissen die aan elkaar worden geknoopt maar niet altijd met el kaar te maken hebben. Op het eerste gezicht doet dit rommelig aan, maar het werkt allerminst storend op het leesplezier. On danks zijn aanpak graaft Mein derts namelijk iets verder dan onbenullig prietpraatniveau. Dat lukt hem voornamelijk door zijn voortreffelijk taalge bruik. Het boek leest als een trein door de heldere dialogen en het spaarzaam gebruik van lange beschouwingen. Een heerlijk on gecompliceerd boek, onderhou dend, gezellig, met een snufje ontroering en geheimzinnigheid. Door Meinderts benadering raakt de psychologische uitwer king van de personen enigszins ondergesneeuwd, maar door zijn levendige verteltrant is er geen enkele sprake van bordkarton nen, clichématige figuren. Een aanwinst, Koos Meinderts. Het boek is ruim geïllustreerd door Jansje Bouwman. Hallo Nachtvlinder, Koos Mein derts, uitg. Ploegsma, 18,90 Heel anders van opzet is 'De dag die verdween' van de Noorse au teur Tormod Haugen. Een schrij ver van verrassende, sfeervolle jeugdboeken, die alle ook in het Nederlands zijn uitgebracht. Hoofdpersoon in De dag die verdween is Willem Linden, een jongen van een jaar of tien. Hij leeft alleen met zijn vader die weinig tijd voor hem heeft, zijn moeder is verdwenen. Op een ochtend wordt Willem wakker en doet een ontstellende ontdek king. Hij kan zich niets meer her inneren van de vorige dag, bo vendien is hij onzichtbaar gewor den voor andere mensen. In zijn wanhoop stuurt hij een hulpkreet de wereld in die wordt opgevangen door Peter Pan, de bekende rekel uit de vertelling van Walt Disney. Peter Pan wil de jongen meenemen naar zijn Nimmerland, het oord voor in de steek gelaten jongens. Willem wil echter zijn vader niet alleen laten. Bovendien merkt hij dat Peter Pan weliswaar steeds roept dat hij zo gelukkig is, maar diep ongelukkig en eenzaam over komt. Wanhopig gaat Willem op zoek naar iemand die hem kan helpen weer zichtbaar te worden. Zijn weg voert hem achtereenvolgens naar ene meneer 'Merlijnsen' en de geheimzinnige Rosamunde. Onderweg wordt hij belaagd door de winkelier Zuiderhelm die zich opwerpt tot beschermer van alle in de steek gelaten kin deren. Onder zijn snoepwinkel wonen tientallen eenzame en on zichtbaar geworden kinderen in een soort luilekkerland. Daar voortaan te wonen lijkt Willem niks, hij wil het liefst gewoon bij zijn vader blijven. In het huis van Rosamunde wordt Willem pas duidelijk wat er werkelijk aan de hand is. Hoe De dag die verdween pre cies in elkaar steekt, laat zich moelijk samenvatten, omdat het een heel bijzondere vertelling is. Zeer fantasievol, poëtisch, maar ook geheimzinnig en spannend. Een verhaal dat treffend uiting geeft aan het eenzame gevoel van kinderen voor wie de ouders, moe na een dag werken, niet meer kunnen opbrengen dan een plichtmatige glimlach en een nauwelijks luitsterend oor. Geen der gemakkelijk boek, maar wel mooi. Voor kinderen vanaf 10 jaar. De dag die verdween, Tormod Haugen, vert. M.Molenaar, uitg. El sevier, 19,90 MARGOT KLOMPMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 13