Meisjesbaby's massaal vermoord
'Schade bodemdaling
beslist te voorkomen'
Gevolg van strikte Chinese bevolkingspolitiek
Prof. Van Dam over Markerwaard:
ZATERDAG 9 FEBRUARI 1985
PAGINA 25
In China vermoorden ouders die liever een zoon hebben jaarlijks enkele
honderdduizenden meisjesbaby's. Dit verschijnsel is sterk toegenomen sinds de
Chinese autoriteiten in 1979 een harde campagne zijn begonnen ter beperking van
het aantal geboorten. Daarnaast worden er op grote schaal - en door de centrale
overheid getolereerd - gedwongen sterilisaties toegepast en abortussen op
vrouwen die in verwachting zijn van hun tweede of derde kind.
door Ruud Kreutzer
Óndanks zware boetes en straffen valt ongeveer een kwart van de 15 tot 20 miljoen kinderen die jaarlijks
in China worden geboren, buiten de norm 'één-kind-per-gezin'. (foto ap>
Het doden van meisjes on
middellijk na de geboorte
wordt door de Chinese auto
riteiten niet ontkend. Het
Volksdagblad, spreekbuis
van de communistische par
tij, schreef in januari 1983:
„Momenteel is het verschijn
sel van het afslachten, ver
drinken of dood door opzet
telijke verwaarlozing van
vrouwelijke baby's zeer ern
stig".
Hoe ernstig wordt er niet by ver
meld, en cijfers worden sinds de
uitkomsten van de grote volks
telling in 1981 hardnekkig gewei
gerd, zoals ik ook zelf herhaalde
malen heb ondervonden. Wester
se demografen hebben aan de
hand van de sekse-ratio (de ver
houding tussen het aantal pas ge
boren jongens ten opzichte van
pas geboren meisjes) kunnen op
maken dat er in 1981 een 'tekort'
was van ruim 200.000 meisjes. De
natuurlijke sekse-ratio is (overal
ter wereld) 106 jongens op elke
100 meisjesgeboorten.
Niet nieuw
De voormalige correspondent
van de Washington Post in Pe
king schreef eerder deze maand
dat de sekse-ratio voor 1982 en
1983 (verkregen via privé-kana-
len) respectievelijk 109 en 111
jongens per 100 meisjes was. Uit
die cijfers valt op te maken dat
meisjesmoord sterk toeneemt. In
1982 zijn 300.000 meisjes 'ver
dwenen', en in 1983 bijna
350.000.
Meisjesmoord is geen nieuw ver
schijnsel in China. In het wereld
beeld van Confucius moet elke
vrouw ten minste één zoon ba
ren, die de familienaam van haar
echtgenoot kan doorgeven en
zorgdraagt voor de zielerust van
de voorouders. Er is ook een
praktisch argument: getrouwde
stellen trekken traditiegetrouw
in bij de ouders van de man, die
daarmee vezekerd zijn van een
verzorgde oude dag.
De recente hervormingen in de
landbouw hebben de wens om
jongens nog versterkt. Het ver
antwoordelijkheidssysteem kop
pelt het gezinsinkomen aan de
opbrengst van het land en staat
eigen bedrijfsjes toe. Families
met veel boerenjongens kunnen
de nieuwe kansen veel beter be
nutten.
Nog belangrijker als achtergrond
bij de stijging van meisjesmoord
is de strikte bevolkingspolitiek
die door de Chinese regering
wordt gevoerd. Sinds 1979 is de
richtlijn dat elk echtpaar maar
één kind mag hebben, met een
beperkt aantal nauw omschre
ven uitzonderingen.
Meedogenloos
Uit de laats,t gepubliceerde cij
fers van de volkstelling blijkt dat
de sekse-ratio in 1981 bij eerstge
borenen normaal is en pas bij la
tere kinderen sterk gaat afwij
ken. Als ouders weerstand bie
den aan de grote druk en toch
meer dan één kind nemen, dan
willen zij er kennelijk wel zeker
van zijn dat het 'de moeite waard
is': een jongen.
In China is privacy een onbe
kend begrip. Het machtsappa
raat van de communisten rij kt
tot de verste uithoeken van het
land en kan gemakkelijk worden
aangewend voor totalitaire con
trole van de bevolking. Bij het af
dwingen van de één-gezin-één
kind-politiek wordt dat apparaat
in volle omvang ingezet.
„In andere landen is er geen wet
telijke sanctie om een dergelijk
beleid in te zetten", zegt Janet
Vail van het VN-fonds voor be
volkingsactiviteiten (UNFPA) in
de Chinese hoofdstad. „Ik weet
zeker dat als de Nederlandse re
gering zou zeggen dat elk gezin
maar één kind mag hebben, de
mensen dat niet zouden aanvaar
den". Mevrouw Vail prijst de toe
gankelijkheid en het bereik van
de Chinese bevolkingscampag
ne. UNFPA geeft jaarlijks rond
30 miljoen gulden aan China
voor trainings- en researchpro-
gramma's op dit terrin, maar
geeft verder geen waardeoordeel
over de gevolgde politiek.
In weerwil van de officiële pro
paganda blijkt dat ook de Chine
se bevolking de één-gezin-één
kind-richtlijn niet aanvaardt, al
thans niet vrijwillig, en er soms
veel voor over heeft om aan de
lange arm van de autoriteiten te
ontkomen door 'klandestine' be
vallingen. Ondanks zware boetes
én straffen valt ongeveer een
kwart van de 15 tot 20 miljoen
baby's die elk jaar in China wor
den geboren buiten de één-kind
per-gezin-norm.
Overbevolkt
De doelstellingen van de Chine
se bevolkingspolitiek zijn op
zich lofwaardig, ook al is het pro
bleem van eigen (maoistische)
makelij. In de jaren '50 werd ge-
boortenbeperking als een 'bur
gerlijke' afwijking bestreden, en
verdwenen voorstanders in kam
pen. Mao propageerde grote ge
zinnen, want „elke baby komt
met twee handen ter wereld".
Als er in die tijd een afremming
van de bevolkingsgroei zou zijn
bevorderd, zou de huidige lei
ding zich niet gedwongen voelen
zulke draconische maatregelen
te nemen.
Het lijdt geen twijfel dat China
totaal overbevolkt zou raken als
de bevolking zich ongebreideld
blijft vermenigvuldigen. China
moet al ruim één miljard mensen
(22 procent van de wereldbevol
king) voeden van slechts 7 pro-
Cent van het bruikbare land in de
wereld. Zonder bevolkingsbe
perking zouden de pogingen om
uit de armoedecyclus te komen
gedoemd zijn te mislukken, en
de steden (in Sjanghai heeft een
inwoner gemiddeld 4,5 vierkante
meter woonruimte) zouden nog
onleefbaarder worden.
Beperking van de bevolkings
aanwas is dan ook één van de na
tionale prioriteiten. „De grootte
van het gezin is te belangrijk om
die te laten bepalen door het
echtpaar zelf', aldus Qian Xinz-
hou, tot vorig jaar minister voor
gezinsplanning. „Geboorten zijn
een zaak voor staatsplanning, net
als andere economische en socia
le activiteiten". En net als bij an
dere economische en sociale ac
tiviteiten wijst de centrale over
heid produktiequota voor ge
boorten aan, en wordt aan de lo
kale autoriteiten opgedragen die
normen te halen.
Een in Peking gestationeerde
westerse correspondent vertelde
mij dat hij eens de tekst van een
lokale richtlijn had gelezen,
waarin het Provinciale Bureau
Gezinsplanning het desbetref
fende district van instructies
voorzag voor de beperking van
het aantal geboorten en zwanger
schappen. Onder het hoofdje
'overige middelen' stond: „Daar
naast dienen alle overige midde
len die nodig zijn om het boven
staande te bereiken, te worden
toegepast". Met andere woorden:
een blanco volmacht voor de lo
kale machthebbers om elk ge
wenst middel te gebruiken. Als
het nut niet voldoende voor zich
spreekt, zijn er ook nog bonus
sen en betere carrièrekansen
voor de 'apparatsjiks' die hun
norm halen.
In een land waar geen controle
bestaat op het machtsapparaat,
staat dit gelijk aan het sanctione
ren van ongebreidelde willekeur.
Het is vragen om excessen, die
dan ook veelvuldig voorkomen.
De centrale overheid in Peking
wast de handen in onschuld, en
schrijft de enkele excessen die in
de publiciteit komen toe aan de
'achterlijkheid' van de (boeren
bevolking.
Boetes
Tot de zachte middelen om ou
ders van een tweede, derde of
vierde kind af te houden, beho
ren geldboetes, waarvan de
hoogte min of meer willekeurig
kan worden opgeschroefd. Dat
bleek mij tijdens een bezoek aan
het dorpje Louzhai in het district
Xinzhou in Centraal-China. Ge
zinnen die zonder toestemming
een kind erbij nemen, krijgen
een boete van 300 yuan (onge
veer 400 gulden) opgelegd. Maar,
zo legde party secretaris Hu Yue-
huai uit, „als het een rijke familie
betreft kunnen we dat best ver
hogen, tot bijvoorbeeld 800 of
1000 yuan".
Andere gerapporteerde druk
middelen zijn het inhouden van
de helft van het loon (soms vanaf
de vierde maand van de zwan
gerschap om het echtpaar tot
abortus te bewegen), het afne
men van een deel van het door de
staat toegewezen land, en het
verlies van het recht op onder
wijs en andere voorzieningen.
De Washington Post, die drie
jaar lang materiaal verzamelde
en meer dan 200 interviews deed,
publiceerde deze maand een se
rie artikelen waaruit blijkt dat
gedwongen abortussen, sterilisa
ties, en het inplanten van een spi
raaltje buiten medeweten van de
moeder, op grote schaal voorko
men in China.
Gedwongen abortussen worden
niet zelden uitgevoerd op vrou
wen die in de achtste of negende
maand zijn, of zelfs tijdens de na
tuurlijke bevalling. Dat laatste
gebeurt bijvoorbeeld in een zie
kenhuis in de hoofdstad van Bin-
nen-Mongolië. Zodra het hoofdje
eruit is, wordt het kind vermoord
met de verlostang, aldus een chi
rurg die toegeeft zelf dergelyke
ingrepen te hebben uitgevoerd.
Het zou gaan om honderden ge
vallen per jaar in dat ene zieken
huis alleen al.
Het gruwelijkste verhaal teken
de ik op uit de mond van een 42-
jarige inwoner van Peking, die
afkomstig is uit een van de bui
tengewesten van China. Een
vrouwelijke arts aldaar had hem
verteld dat de door hen vermoor
de baby's en geaborteerde vruch
ten worden opgegeten. „Als je
nooit babyvlees hebt gegeten,
weet je niet wat je mist", zo ci
teerde mijn volstrekt betrouwba
re informant de arts, die er nog
aan toevoegde dat dit 'voorrecht'
vanzelfsprekend niet voor de ge
wone verpleegsters was wegge
legd.
Teams
Gedwongen sterilisaties worden
uitgevoerd door rondtrekkende
teams van doktoren. Vrouwen
beneden de 45 jaar met twee of
meer kinderen worden door de
lokale autoriteiten opgetrom
meld, en van degenen die onder
duiken worden de echtgenoten
gegijzeld en worden er hoge boe
tes opgelegd.
Tijdens een nationale campagne
voor sterilisatie zijn vorige win
ter volgens officiële cijfers 20,8
miljoen vrouwen en mannen ge
steriliseerd. Over de periode 1979
tot 1984 werd sterilisatie toege
past op 31 miljoen vrouwen en
9,3 miljoen mannen, dat wil zeg
gen: één van de twee partners by
een derde van alle vruchtbare
echtparen. Het is onmogelijk er
achter te komen hoevelen daar
van gedwongen waren, maar
vast staat dat het op grote schaal
voorkomt, en in de meeste pro-
De strikte bevolkingspolitiek is
volgens het desbetreffende mi
nisterie een 'tijdelijke' zaak, die
onder meer wordt opgelegd door
de geboortenexplosies na de
Grote Sprong Voorwaarts (1958
tot 1961). De baby's van toen zijn
nu toe aan het krijgen van kinde
ren. Om de doelstelling van de
regering te halen (1,2 miljard in
woners in het jaar 2000) zijn de
komende jaren nog drastischer
maatregelen nodig. Deze gruwe
lijke praktijken zullen, in het
zich moderniserende China, eer
der toe- dan afnemen.
In geval van inpoldering van het Markermeer is het technisch
mogelijk om Noord-Holland een 'zachte landing' te laten maken op
haar nieuwe rustpunt: de Markerwaard. De angst van de bevolking
voor schade als gevolg van bodemdaling is dan ook niet
gerechtvaardigd, meent prof. Van Dam (TH Delft). In bijgaand
artikel legt hij uit waarom.
„Schade door bodemdaling
als gevolg van de aanleg van
de Markerwaard is beslist te
voorkomen. Technisch is het
mogelijk om Noord-Holland
een zachte landing te laten
maken op haar nieuwe rust
punt, zodat verzakking van
gebouwen tot een minimum
wordt beperkt. De tegenstan
ders hebben allerlei gege
vens uit hun verband gerukt
en beweren dat de deskundi
gen het niet eens zijn. Ik zeg:
integendeel, die deskundi
gen zijn het er allemaal over
eens dat de bodemdaling
geen argument hoeft te zijn
om tegen de inpoldering van
het Markermeer te zijn. Er is
geen enkele reden tot onge
rustheid".
Met grote stelligheid poneert
prof. dr. ir. J. C. van Dam van de
Technische Hogeschool in Delft
zijn bewering. Van Dam was
voorzitter van de commissie
'Geohydrologische aspecten
Markerwaard', die afgelopen zo
mer haar advies uitbracht over
de maatregelen die Rijkswater
staat heeft voorgesteld om de
schade door bodemdaling aan de
Noordhollandse IJsselmeerkust
te voorkomen. Het rapport nam
de ongerustheid onder de bevol-"
king niet weg. Een Werkgroep
Informatiecentrum Bodemda
ling in Edam-Volendam, die ge-
door Cors van den Brink
gevens over de bodemdaling ver
zamelde, kondigde onlangs aan
zich te willen omvormen tot be
langenvereniging. De Vereni
ging tot Behoud van het IJssel-
meer liet de Amsterdamse We
tenschapswinkel uitzoeken hoe
een goede schaderegeling er uit
moet zien, voor het geval er toch
ingepolderd gaat worden.
Van Dam mag graag uitleggen
waarom er volgens hem geen re
den is tot ongerustheid, noch bij
de dienst Monumentenzorg van
het ministerie van WVC - die
schade aan historische gebou
wen becijferde op honderden
miljoenen - noch over de becij
feringen die zijn commissie zelf
hanteert voor de totale schade
aan de bebouwing: tussen de 500
en 1100 miljoen.
Druk
De oorzaak voor de bodemda
ling in oostelijk Noord-Holland
is betrekkelijk simpel. De grote
plas water in het huidige Marker
meer legt een zware druk op de
bodem en het grondwater. Dat
grondwater wordt als het ware in
de richting van het vasteland ge
perst en zorgt daar voor een op
waartse druk in de zogenoemde
watervoerende pakketten, diep
onder het vasteland. Die druk
wordt 'stijghoogte' genoemd, de
mate waarin het grondwater, als
er een pijp geslagen zou worden
naar die pakketten, naar boven
zou komen. Van dat principe
wordt onder andere gebruik ge
maakt bij de gasbronnen, als
grondwater en gas naar boven
worden geperst.
Als het Markermeer wordt
leeggepompt verdwijnt de druk
van de watermassa daar. De
grondwaterbeweging vanonder
het Markermeer naar de bodem
van het vasteland wordt omge
keerd en de stijghoogte neemt af,
berekend is dat die zo'n 1,25 me
ter lager kan worden.
De watervoerende pakketten
zitten in diepe zandlagen, meer
dan twintig meter diep. De vijf
tien tot twintig meter grond tus
sen oppervlakte en zand worden
gevormd door lagen klei en veen.
Als de stijghoogte van het diepe
grondwater vermindert, als dus
de druk van dat water afneemt,
zullen de lagen klei en - vooral -
veen in elkaar zakken (de zoge
noemde 'zetting') totdat een
nieuw evenwicht ontstaat tussen
de druk van klei, veen en water.
Die zetting is de oorzaak van de
bodemdaling.
Een ander proces vooral in
de veenweidegebieden - dat bo
demdaling veroorzaakt, is het
klinken en oxyderen van het
veen. Door het bemalen van de
oude polders, daalt het waterpeil
in de sloten en het grondwater
peil in de bodem. De bovenste
laag veen komt dan 'droog te
staan' en veengrond heeft dan de
eigenschap 'in elkaar te zakken'
en uit te drogen, een onomkeer
baar proces waardoor de veen
laag langzaam dunner wordt en
de bodem daalt.
Zeven jaar
In feite gaat het om een oud
proces van elkaar opvolgende
peilverlagingen en bodemdalin
gen, waarvan de commissie-Van
Dam stelt, dat het niet meegere
kend mag worden bij de veron
derstelde schade door de inpol
dering. Dat geldt niet voor een
aantal kleinere gebieden, waar
door het verminderen van de
stijghoogte uit de diepe lagen,
ook het grondwaterpeil enigs
zins zal dalen, zodat klink en
oxydatie daar worden versterkt.
Die extra daling komt wel voor
rekening van de inpoldering.
De commissie-Van Dam becij
ferde de bodemdaling door het
verminderen van de stijghoogte
op 0 tot 120 millimeter. Negentig
procent van die daling zou bin
nen zeven jaar zijn bereikt. De
bodemdaling door klink en oxy
datie varieerde in het verleden
van 2 tot 6 milimeter per jaar. In
enkele gebieden wordt dat door
inpoldering enkele milimeters
meer, doordat het grondwater
peil tot 20 centimeter extra zal
zakken.
Maar er zijn ook 'meevallers'.
In gebieden waar vanouds veel
gasbronnen zijn geslagen, is er al
tientallen jaren water aan de
diepe watervoerende pakketten
onttrokken, waardoor de stijg
hoogte verminderde en er zetting
heeft plaatsgevonden. Die bo
dem zal dus niet meer (of veel
minder) dalen. Als het aantal
bronnen vermindert, wat gezien
de hoge zoutheffingen verwacht
wordt, zal de stijghoogte sterker
worden en een deel van de weg
vallende druk door de Marker
waard 'vergoeden'.
Van Dam verwacht verder dat
de meeste houten palen kunnen
meezakken, als de bodem daalt.
Zestig procent van de huizen is
op houten palen gebouwd, de pa
len zullen 20 tot 60 procent van
de daling volgen.
Voorkomen
Rijkswaterstaat heeft de com
missie een groot aantal metho
den voorgelegd, om de bodem
daling te voorkomen, dan wel de
schade te beperken. Die metho
den variëren van het graven van
geulen in de randmeren, om ex
tra water te laten doordringen in
de bodem, tot het leggen van een
gigantisch scherm langs de kust,
om het wegzijgen van het grond
water richting Markerwaard te
voorkomen. Ook werd geopperd
al vóór de inpoldering grondwa
ter weg te pompen, of het inge
polderde stuk meer heel lang
zaam leeg te pompen. Beide me
thoden zijn gebaseerd op het uit
gangspunt, dat langzaam dalen
niet schadelijk is.
Ook de methode die de com
missie Van Dam heeft verkozen.
Dat is het plan om via persputten
water naar de diepe grondlagen
te pompen, zodat de waterdruk,
de stijghoogte dus, kunstmatig
op peil wordt gehouden. Via een
uitgebreid net van meetpunten,
zou dat proces gecontroleerd
moeten worden. Zowel de bo
demdaling door het verminderen
van de stijghoogte, als de extra
daling van het grondwaterpeil
kunnen hierdoor voorkomen
worden, zodat bodemdaling ach
terwege blijft.
„Dat kun je in principe einde
loos volhouden", aldus Van
Dam, die berekende dat het pUt-
tensysteem ruim 130 tot 200 mil
joen kost en het toevoeren van
gezuiverd water jaarlijks 12 tot
20 miljoen gulden vergt. Een be
drag dat nog altijd lager is, dan
de berekende schade door de da
ling.
Maar door de toevoer van wa
ter geleidelijk te verminderen, is
de schade ook te voorkomen.
Van Dam: „Ik spreek dan van de
zachte daling van Noord-Hol
land. Die geleidelijke bodemda
ling is acceptabel. Ervaring wijst
uit dat gebouwen bestand zijn te
gen een daling tot 1,5 milimeter
per jaar. Dan hebben gebouw en
fundament de tijd, om zich lang
zaam aan te passen aan de nieu
we spanningsverdeling".
Enthousiast
Van Dam is enthousiast over
de methode. „Het is zo jammer
dat de geruststelling door men
sen, die toch werkelijk objectie
ve voorlichting geven, wordt
misbruikt door mensen die alles
aangrijpen omdat ze nu eenmaal
tegen de inpoldering zelf zijn",
zegt hij.
„Ook met de verschillen in bo
demdaling per bodemtype valt
het wel mee", vindt Van Dam.
„Juist als je de bodem langzaam
laat zakken, maakt het niet uit of
er sprake is van een paar centi
meter meer daling dan elders.
Ook bij grote gebouwen zal het
verschil tussen bijvoorbeeld
voor- en achterzijde nooit zo
groot zijn dat het gebouw echt
scheef komt te staan en er scha
de optreedt".
De Delftse hoogleraar is er bo
vendien van overtuigd dat in het
stedelijk gebied de bodemdaling
veel minder sterk zal zijn. Daling
door klink van de veenbodem is
daar te verwaarlozen en de druk
van de bebouwing heeft al tot zo
veel zetting geleid, dat een nieu
we daling door vermindering
van de stijghoogte minder sterk
speelt.
Het enige waaraan Van Dam
twijfelt, is de spreiding over der
tig jaar van het tot nul terugbren
gen van de waterinfiltratie. Zijn
commissie spreekt over een hal
ve eeuw, zelf wijst hij op plaatse
lijke verschillen: afhankelijk van
de gegevens uit het net van meet
punten moeten er beslissingen
genomen worden.
„Door tegenstanders wordt
ook gewezen op mogelijke zet
ting van de diepere kleilagen, die
in de zandlagen voorkomen. Wij
hebben dat heel nauwkeurig na
gegaan, maar die zetting is te ver
waarlozen", aldus Van Dam.
„Dat geldt ook voor het gevaar
dat de houten palen droog ko
men te staan door de daling van
het grondwaterpeil. Dat ver
schijnsel zal zeer plaatselijk wel
spelen, maar is ook eenvoudig te
voorkomen, bijvoorbeeld door
rond de bebouwing sloten te gra
ven waarin een hogere water
stand wordt gehandhaafd".
Hopen
„Ik begrijp de ongerustheid
wel. Maar er kan in worden voor
zien. En dat zal ook wel gebeu
ren, omdat het rijk schadeclaims
wil voorkomen. Technisch is het
heel goed mogelijk, daar ben ik
van overtuigd", aldus Van Dam,
die zelf een warm voorstander is
van de inpoldering. „Maar ik ben
toch bang dat het niet doorgaat",
zegt hij. „Andere plannen - zoals
het plan-Waterman - trekken
veel aandacht en de weerstand is
groot. Bovendien willen de in
vesteerders liever geen risico lo
pen, en voelt het rijk er niet voor
daarvoor op te draaien. Maar ik
blijf hopen".