Herman Bleich: een strijdbaar journalist
Sjoukje en de Showbizzquiz
TV-rubriek
'Vaticaan moet schuld bekennen en de staat Israël erkennen'
1
Maatschappij Discordia:
gebrek aan vakmanschap
Leidse politie geeft
onderhoudend concert
ZATERDAG 26 JANUARI 1985
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 33
U hebt misschien ook gekeken
naar dat spelletjesprogramma
waarin de twee overgebleven ste
wardessen tenslotte een karre-
vracht aan prijzen konden win
nen als zij de stem binnen afzien
bare tijd herkenden van een be
kende figuur uit de showbusi
ness. Terwijl er steeds meer
lampjes uitflitsten op het rad van
avontuur waardoor steeds meer
prijzen aan hun neus voorbij gin
gen, probeerden de beide 'win
naressen' vergeefs de ene acteur
of komediant na de andere, en
zelfs nadat hun arbeidsterrein
beperkt was tot 'Zes 'ns AAA',
slaagden ze er niet in de juiste
mannestem te determineren.
Het was de stem van
een vrouw, en wel van de gelief
de actrice Sjoukje Hooymaayer!
Ook wij thuis, die kinderlijk ge
noeg zijn om met zulke raadspel-
letjes mee te spelen, zaten in de
verkeerde helft van de wereldbe
volking: Robert Paul?, Albert
Mol?, in elk geval een mannes-
tem, maar toch wat in de hogere
registers. Zelfs toen de stewar
dessen voorgezegd kregen dat
het om ene Sjoukje ging, die in
'Zes 'ns AAA' speelde, waren ze
zo verstrikt geraakt in de biologi
sche zekerheid dat het om de
stem van een man ging, dat zij
hun hersens vergeefs afpijnig
den naar de naam van de zoon.
Hans Cornelissen, nadat ze ook
al een keer John Leddy hadden
geprobeerd, en Manfred de Graaf
natuurlijk.
Hier was dus duidelijk sprake
van 'misleiding'. Niet alleen 'live'
in de zaal, maar ook thuis voor de
buis heeft blijkbaar menigeen
zoniet iedereen gedacht dat het
om een mannestem ging. Vol
gens mij sprak Sjoukje Hooy
maayer langzamer dan we van
haar gewend zijn, en had ze haar
stem ook een beetje 'verdon
kerd', wellicht in de overtuiging
dat zij zo wereldberoemd was dat
het anders geen kunst zou ziin
haar stem te raden, en dat het
daarom zaak was de opdracht
iets moeilijker te maken:
„Het is geel, het heeft één
pootje, en het vliegt over het
dak".
„Ik geef het op".
„Een musje!"
„Maar een mus heeft toch
twee pootjes en is toch niet
geel?"
„Nee, maar dat was om het
moeilijker te maken!"
Nu kun je natuurlijk DE Dood
doener van deze Verlichte Eeuw
op TV-quizgebied er bij halen en
zeggen: 't Is maar een spelletje
tenslotte!, maar het is allang
geen spelletje meer als je gloed
nieuwe auto's met caravan of
soortgelijke geldprijzen tot be
dragen van tienduizenden gul
dens kunt winnen. Dan dient
met de grootst mogelijke zorg
vuldigheid te worden omge
sprongen met de winst- en ver-
lieskansen van de deelnemers,
want verliezen is op zichzelf al
'sneu', maar verliezen door een
onvolkomen of foutieve vraag
stelling (dit was immers niet de
stem van Sjoukje Hooymaayer
zoals we haar kennen, en het was
die AAA-stem die we raden
moesten!), is onvergeeflijk. En
omdat ik mij afvroeg of de be
treffende omroep veel veront
waardigde reacties uit het kij
kersvolk had gekregen, belde ik
de KRO op en vroeg naar de af
deling van de 1,2,3-show. In feite
had Ted de Braak ook al lont ge
roken, tijdens de show, want hij
had de beide stewardessen uit de
geweest was? Was het niet Wil-
deaus gegeven. Terwijl ik wacht
te op verbinding, vroeg ik mij op
eens af of het Ted de Braak wel
lem Ruis, in dat programma met
dat Brechtiaanse treinverhaal als
displaced person waar ik zo van
de in war was geraakt? Want is
dat nu smakeloos, om zoiets (po
litiek, gevangenen, marcherende
soldaten) in een tot vrolijkheid
oproepend showprogramma te
brengen, of is dat juist geënga-
geerd en een mooi voorbeeld hoe
je je als omroep ook in een amu
sementsprogramma nog kan
'profileren'? 'Die Dreigroscheo-
per' van Bertolt Brecht is tenslot
te ook een mixture van amuse
ment en bloedige ernst!
Ik probeerde de presentator
die de stewardessen zo partijdig
had aangemoedigd op mijn net
vlies terug te krijgen, maar ik
kreeg beurtelings Ted de Braak
en Willem Ruis doorgezonden,
zocht de omroepgids op, zag dat
ik bij de IJssalon zat tijdens de
laatste 1,2,3 en ontdekte toen op
eens dat Willem Ruis voorafge
gaan was door de Showbizzquiz
door
Nico Scheepmaker
van Ron Brandsteder! DIE WAS
HET! Opeens wist ik het weer, ik
vond trouwens dat hij het, van de
Grote Drie In Hetzelfde Genre,
nog het minst opgefokt, en met
de meeste humor deed. RON
BRANDSTEDER! Die was het
geweest! Toch kenmerkend, dat
je Ted, Ron en Willem op den
duur niet meer uit elkaar weet te
houden, althans hun gelijkgeaar-
de shows niet!
Jawel, vertelde de persdienst
van de TROS me, er was die za
terdagavond 'een vnj groot aan
tal reacties' gekomen op die
'stemtest'. Vermoedelijk ook om
dat het contrast met de vorige
keer zo groot was, toen de stem
van André van Duin in enkele se
conden door een brandweerman
geraden was. Maar ja, zei hij, it's
all in the game. J^ja! Maar wie
niet AAA maar EEE zegt moet
ook BBB zeggen! Ik vind dat die
stewardessen èn het Nederland
se volk een herkansing verdie-
Herman Bleich, meer dan 65 jaar geleden gebo
ren in Polen, is journalist. Hij is correspondent
voor een aantal Zwitserse, Amerikaanse en Is
raëlische dagbladen. Hij is zeven jaar voorzit
ter geweest van de buitenlandse persvereni
ging. Na de oorlog nam hij de Nederlandse
identiteit aan.
Herman Bleich groeide op in Berlijn, ging
daar naar het gymnasium maar trok, toen het
Duizendjarige Rijk van Adolf Hitler er begon
aan te komen via Wenen naar Praag. Studeer
de aan de Duitstalige universiteit economie en
stapte daarna in de journalistiek.
Omdat ook Praag geen veilige plek meer
bleek te zijn voor joden, kwam Bleich in 1938
naar ons land, ging in Den Haag wonen en
werd correspondent voor een aantal Zwitserse
bladen.
In maart 1942 vluchtte de joodse journalist
weer voor de klauwen van de nazi's, eerst naar
België, daarna verder naar het 'onbezette' Vi-
chy-Frankrijk, waar hij in Lyon werd gearres
teerd en in een interneringskamp opgesloten.
Door bemiddeling van een Zwitsere collega,
toen voorzitter van de buitenlandse persver
eniging in Vichy-Frankrijk, kwam Bleich vrij
en onder zeer moeilijke omstandigheden
kwam hij tenslotte in Zwitserland, om daar
als vluchteling de bevrijding van ons land af
te wachten. Na '45 kwam Bleich, getrouwd met
een Weense vrouw, weer naar ons land, vestig
de zich weer in Den Haag als correspondent.
Herman Bleich en zijn vrouw hebben een
dochter, die in de voetsporen van haar vader
in de journalistiek terecht is gekomen en ge
trouwd is met ook weer een vakgenoot.
Het werk en commentaar van Bleich is altijd
getekend door een sterke linkse betrokken
heid, die hem niet altijd in dank is afgenomen,
maar hem aan de andere kant ook een duidelij
ke plaats in de Nederlandse journalistiek heeft
gegeven. Herman Bleich is en blijft een vech
ter voor zijn ideeën en idealen, hetgeen, vooral
na zijn publicaties rond het bezoek van de
paus aan ons land veel reacties opriep.
HILVERSUM (GPD) - „Tijdens
de oorlog zat ik als vluchteling in
Zwitserland en mocht daar niets
doen, vluchtelingen die werkten
werden zwaar bestraft. Aanvanke
lijk zat ik eerst in een kamp, later
in een klein dorpje in het oostelijke
deel van Zwitserland. Die plaats
mochten we niet verlaten, ik heb
daar mijn tijd doorgebracht met
veel lezen en schrijven en wachten
op betere tijden. Maar ik had ook
contacten met de Nederlandse am
bassade in Bern en via de persatta
ché kreeg ik geregeld materiaal
over de toestand in Nederland on
der de Duitse bezetting.
Uitgaande van die informatie
heb ik toen verhalen geschreven
voor de Zwitserse pers over hoe
het was om onder nazi's te moeten
leven en wat de hongerwinter voor
iets vreselijks was. Ondanks het
feit dat ik niet mocht werken, zijn
die artikelen toch verschenen,
want collega's die ik kende uit de
tijd dat ik in Nederland correspon
dent was, wilden die verhalen
maar wat graag in hun bladen heb
ben.
Ik was een vluchteling, een sta
tenloze, de Nederlandse nationali
teit heb ik pas na de oorlog verwor
ven. Na de bevrijding ben ik weer
naar Den Haag gegaan om daar te
werken".
- De laatste maanden bent u in
het nieuws gekomen door uw arti
kelen over de komst van de paus
naar ons land en een eventuele ont
moeting met Nederlandse joden.
„Dat is een ontwikkeling die mij
zelf verrast heeft en ik ben ijdel ge
noeg om te zeggen dat me dat aan
genaam verrast heeft. Ik heb in het
Nieuw Israëlisch Weekblad een ar
tikel laten verschijnen, waarin ik
me sterk keer tegen een ontmoe
ting tussen Nederlandse joden en
de paus. Waarom heb ik dat ge
daan, ik heb het bezoek van de
paus aan Zwitserland gevolgd en
ik vond het een onwaardige verto
ning hoe daar joodse vertegen
woordigers deze paus tegemoet
zijn getreden. Het was voor mij on
aanvaardbaar te moeten constate
ren hoe die joodse vertegenwoordi
gers zich onderdanig opstelden.
Met commentaar als: we hopen dat
er een dag zal komen dat de relatie
tussen Israël en het Vaticaan ge
normaliseerd zal worden. Daarop
gaf de paus als antwoord: op al
mijn reizen probeer ik altijd mijn
geliefde joodse broeders te ont
moeten.
Ik vind dat zoiets zich hier in ons
land niet mag gaan voordoen en
daarom heb ik dat artikel geschre-
Als de Nederlandse joodse ge
meenschap naar de paus wil, dan
zal die paus in de eerste plaats
moeten beginnen met de staat Is
raël te erkennen en een schuldbe
kentenis moeten afleggen uit naam
van de katholieke kerk ten opzich
te van het joodse volk. Daarbij met
nadruk genoemd het afschuwelij
ke feit dat vanaf 1933, toen Hitier
aan de macht kwam, onmiddellijk
een concordaat tussen het Vati
caan en Duitsland werd gesloten
"The Circle" van W. Somerset Maug
ham door Maatschappij Discordia.
Vertaling: Annet Kouwenhoven en
Gerrit Bons. Regie: Jan Joris La-
mers. Gezien in het LAK Theater op
25 januari. Herhaling op 26 januari*
LEIDEN - Op de speelvloer lig
gen een paar oude gordijnen en
staan een paar opvallende stoelen
schots en scheef door elkaar. Een
oude werktafel met daaronder af
geleefd kinderspeelgoed en met
daarnaast een kartonnen doos (ser
viesgoed?) staat tegen een soort ka
merscherm. Een juffrouw die een
speelster lijkt, maar de souffleuse
blijkt, komt aanwandelen en gaat
tussen het publiek zitten. Persona
ges komen op en beginnen op stun
telige wijze een dialoog over fami
lierelaties, onderbroken door de
souffleuse, die vanaf haar zitplaats
ook een rol voor haar rekening mag
nemen. Spelers kijken bij voorkeur
niet degene aan tegen wie ze spre
ken en doen bij voorkeur niet wat
van hen verwacht wordt of wat de
tekst suggereert.
De teksten worden gezegd alsof
geen van de medewerkenden weet
wat ze betekenen; de intonatie is
door
Hein Kropman
en dat de toenmalige paus Pius XII
niet één keer zijn stem in het open
baar heeft verheven bij de massa
moord op zes miljoen joden en dat
na de oorlog nazi-misdadigers, zo
als Eichmann en Barbi vanuit het
Vaticaan zijn geholpen te vluchten.
Laat de paus als die komt eerst
maar eens een basis scheppen voor
vertrouwen, voor een dialoog en
niet voor die poppenkast zoals het
- Het is natuurlijk niet onlogisch
dat er op zo'n polemiek gereageerd
wordt.
„Natuurlijk niet, maar in die ma
te had ik het niet verwacht, men
sen belden me op, schreven brie
ven, reageerden via radio en tv,
grote stukken in weekbladen.
Maar de hele joodse gemeenschap
in ons land is, met mijn verhaal als
uitgangspunt, in rep en roer ge
raakt. Er werd een enorme discus
sie op gang gebracht en op een ver
gadering van gekozen vertegen
woordigers van de joodse gemeen
schap in ons land, werd een motie
aangenomen waarin exact datgene
werd gesteld als ik had geschre
ven. Ontmoeting met de paus, ja,
Ik vind dat de Nederlandse jo
den zeer wel recht van spreken
hebben, met name omdat van de
140.000 joden die hier voor de oor
log woonden, er meer dan 100.000
zijn vermoord in de gaskamers en
concentratiekampen en hiervoor is
het Vaticaan op zijn minst moreel
mede-verantwoordelijk!"
Bent u erg betrokken bij uw
jood-zijn?
„Ja, en ook zeer betrokken bij de
staat Israël, niet als zionist, maar
als jood. De staat Israël betekent
voor mij veel meer dan alleen iets
voor een groep zionisten. Het is
een troostrijke verworvenheid
voor alle joden na de gebeurtenis
sen tijdens de Tweede Wereldoor
log. Ik heb het allergrootste deel
van mijn familie en vrienden verlo
ren. Mijn moeder, vader, zusters,
uiteraard ben ik diep betrokken
met niet alleen die gebeurtenissen
van toen, maar ook wat daar de ge
volgen van zijn.
Wat mij vooral met Israël ver
bindt, is dat in dat land mensen le
ven met Auschwitznummers, die
dilettantistisch (twee uitzonderin
gen daargelaten), de timing lijkt
nergens op en zowel uitspraak als
verstaanbaarheid liggen op het ni
veau van schooltoneel. Natuurlijk
mogen Jan Joris Lamers en Dis
cordia hun eigen spel spelen met
een degelijke oude society-kome-
die vol dubbele bodems en natuur
lijk mogen zij zich daarbij lekker
afzetten tegen de speelstijl van de
Haagse Comedie of het Publiek-
stheater. Natuurlijk moeten er
mensen lachen als spelers conse
quent het tegenovergestelde doen
van wat in de logica of het ver
wachtingspatroon ligt opgesloten,
of als een man een vrouwenrol
speelt, of als een emotionele reactie
toonloos wordt "weggelegd", of als
een puberaal gespeelde heer plot
seling in falset heel boos gaat staan
doen. Dergelijke komische effec-
.■*-
zijn daar naar toe gevlucht.
Ik heb best mijn kritiek op de po
litiek van sommige Israëlische re
geringen, maar ik vind dat in dat
land de mensen die er wonen het
volste recht hebben in vrede en
veiligheid te leven. Daarom ook
vind ik het ongehoord dat het Vati
caan dat land nog steeds denkt te
kunnen negeren. In 1933 een con
cordaat met Hitier, geen woord van
protest tijdens het vermoorden van
zes miljoen joden, oorlogsmisdadi
gers helpen te vluchten, maar 37
jaar na de oprichting van de staat
Israël die staat nog steeds niet wil
len erkennen".
ten behoren echter we! tot een
schuifdeurenhumor die dicht in de
buurt van de onderbroekenlol
komt.
Met het stuk van Maugham, dat
zelfs als leestekst vele malen leu
ker én navranter is, heeft het alle
maal niets meer te maken Met
geen enkel stuk trouwens. Bij een
voorstelling die zo helemaal draait
om de voorstelling en verder niets
te zeggen heeft, maakt het niets uit
wat voor teksten er gebruikt wor
den; het telefoonboek zou zelfs een
beter resultaat hebben opgeleverd.
Als een dergelijk gebrek aan vi
sie, gebrek aan zelfkritiek, moge
lijk ook gebrek aan talent, maar bo
venal gebrek aan vakmanschap het
toneel van de toekomst moet ople
veren, mogen we blij zijn met de
kabeltelevisie.
PAUL KORENHOF
- Bent u ook betrokken bij de
joodse godsdienst?
„Nee, ik kom uit een streng or
thodox gezin, er waren in mijn fa
milie minstens acht generaties ach
ter elkaar rabbijnen. Dat heeft mijn
jeugd erg gekenmerkt, maar ik heb
me uit die sfeer en uit dat joods be
leven volkomen losgemaakt. Ik
heb mijn eigen opvattingen over
een ander maatschappij-stelsel en
daar past die strenge joods-ortho
doxe sfeer niet meer in. Ik ben niet
meer gelovig en ik moet dat keer
op keer weer zeggen, ik ben zeker
niet meer gelovig na alles wat er in
de concentratiekampen van de na
zi's is gebeurd. Ik kan niet aanvaar
den dat er een god in de hemel
troont, met alle macht die men
hem toedenkt, die accepteert en to
lereert en toelaat, dat er zes miljoen
joden z-ijn vermoord tijdens de
Tweede Wereldoorlog.
Ziet u de Twee van Breda als
duidelijke oorlogsmisdadigers of
zijn het meer de symbolen van de
nazi-gruwelen geworden?
„Ik zie die gewoon als misdadi
gers, rechtstreeks verantwoorde
lijk voor de deportatie en het ver
gassen van joden. Het wegvoeren
van geesteszieken uit het Apel-
doornse Bos, dat was Aus der Fun-
ten, die had daar de leiding. En dan
hoor je opmerkingen van laat ze
maar vrij, het is allemaal zo lang
geleden, maar als je nog dagelijks
met al dat leed geconfronteerd
wordt, dan is het allemaal niet zo
lang geleden.
Zelfs als zou je zeggen, het zijn
wrakken, laat ze maar vrij, dan zou
door die vrijlating bij heel veel
mensen weer wonden worden
opengescheurd, wonden direct
aangebracht door die twee.
Ik vind het ook misselijk dat de
Duitsers er voortdurend op hame
ren dat die twee eindelijk eens vrij
moeten komen. De Duitsers die
daar om vragen zouden de eersten
moeten zijn om zich volledig te dis
tantiëren van die mensen, maar dat
doen ze niet".
- Helaas heeft u zelf ook met neo-
fascistische uitingen te maken ge
had.
„Dat gebeurde in verband met
mijn publicatie rond de paus. Het
Algemeen Nederlands Persbureau
had grote stukken van mijn ver
haal verspreid en de pers heeft in
veel gevallen mijn standpunten ge
publiceerd. Een week nadat mijn
verhaal in het NIW was versche
nen, ging ik naar beneden naar de
hal van mijn flat om de post op te
halen. Ik zie de hal beklad met ro
de verf, met anti-semitische leu
zen, in het Duits nota bene, Juden
Raus, Lügner, Sieg Heil, Verrater,
hakenkruisen, SS-tekens, de hele
hal volgekalkt. Met die verf, om
duidelijk te maken dat het om mij
ging, mijn naam op de brievenbus
omcirkeld. Het was een verschrik
kelijke ervaring, ik dacht waar leef
ik nu opeens in.
Maar de reacties van mijn mede
bewoners waren hartverwarmend,
ik werd gebeld met een opmerking
als schrik maar niet als je beneden
komt (maar ik was al in de hal ge
weest), dat gaat zo weg. Iedereen is
komen helpen met schoonmaken.
Een vrouw van ver boven de ze
ventig in peignoir, met een sponsje
die verf weghalen. Binnen twintig
minuten was alles schoon en dat
was een uitdrukking van solidari
teit, die mijn hart heel erg ver
warmd heeft. Meteen natuurlijk
ook de politie gebeld, die de zaak
heel serieus heeft opgenomen. Het
was jammer dat we de hal zo snel
hadden schoongemaakt, nu kon
men niet meer zoeken naar vinge
rafdrukken".
„Je bent misschien wel wat ge
hard na al die ervaringen, maar het
blijft een moeilijk te verwerken
zaak. Ik zie het dan ook in het ka
der van opkomend racisme, de
Centrum Partij is daar ook zeker
een voorbeeld van. Alles houdt
verband met de internationale po
litieke en economische ontwikke
lingen, maar je moet zeker niet
apatisch worden. Integendeel, je
moet alleen maar nog meer strijd
baar worden, dat is voor mij het
antwoord, het is jammer maar het
moet".
„Ook al ben ik nu de 65 gepas
seerd, de neiging om het wat min
der te doen heb ik niet. Ik ben heel
gelukkig in een land als Nederland
te kunnen wonen, het is een goed
land, maar toch ook zie je hier ver
schijnselen die verontrustend zijn.
Het ligt niet in mijn aard het rusti
ger aan te doen, ik moet als journa
list op mijn manier tegen die ver
schijnselen vechten. Als ik zie hoe
men omgaat met mensen van een
ander ras dan kan ik niet stilzwij
gend zitten toekijken.
„Mijn rol als journalist is dat ik
mijn lezers niet alleen droog hoef
te informeren over de ontwikkelin
gen op politiek of maatschappelijk
gebied, maar mijn positie is in die
mate aantrekkelijk dat ik ook van
uit mijn visie achtergronden kan
beschrijven. In een gezonde demo
cratie hebben de media een contro
lerende taak, die ze met kracht
moeten vervullen".
'Wat is er
met Melvin':
toneelstuk
met inhoud
Wat is er met Melvin? (The prisoner
of Second Avenue) van Neil Simon.
Met Ton van Duinhoven (tevens ver
taling), Sjoukje Hooymayer, Manon
Alving, Louise Ruys en Ab Abspoel.
Regie: Jo Dua. Gezien op 25 januari
in de Leidse schouwburg. Aldaar
nog vanavond te zien.
LEIDEN - Een bijna uitver
kochte schouwburg keek gister
avond naar Sjoukje Zeg eens
AAA - Hooymayer en Ton van
Duinhoven, die in dit stuk de rol
van het echtpaar Melvin en Edna
speelden. Niemand zal zich 'be
kocht' hebben gevoeld, want
Neil Simon levert met deze tragi
komedie het materiaal voor een
vrije produktie in het betere gen
re. 'Wat is er met Melvin' mag er
namelijk in elk opzicht zijn.
Het decor toont een passende
ambiance zonder overbodige
poespas: een appartement op de
veertiende verdieping in New
York. De aankleding is verzorgd,
en niet al te opvallend als een
verkapte modeshow opgezet,
wat nogal eens het geval wil zijn.
Deze Melvin en Edna zijn ge
loofwaardige figuren, die voor
Nederlands publiek herkenbaar
zijn, ook al speelt het stuk dan in
Amerika. Op de vraag, die de ti
tel stelt, kan je populair antwoor
den: Melvin ziet het niet meer zi-
ten. Het komt dan ook tot een ze
nuwinstorting, als hij op 52-jari-
ge leeftijd ontslagen wordt en
zijn huis is leeggeroofd. Buren
gerucht en een gewijzigd rollen
patroon (zijn vrouw heeft nu-een
baan) doen daar nog een schepje
bovenop.
Melvin leert de waarden van de
consumptiemaatschappij te rela
tiveren zonder ze echt op te ge
ven. Daardoor kan hij het weer
redden; met de hulp van Edna,
zonder de hulp van een broer en
zusters. Van Duinhoven maakt
van Melvin geen Amerikaans ty
pe met een grote-stad-neurose,
maar een man, wiens problemen
dicht bij ons staan en ons dus
wel moeten raken. Edna onder
gaat een soortgelijke ontwikke
ling. Sjoukje Hooymayer speelt
haar met zichtbare sympathie:
deze vrouw probeert met haar
man solidair te blijven. Een reëel
stuk is 'Wat is er met Melvin?':
het is amusement met inhoud
zonder een alles oplossend hap
py ending.
WIJNAND ZEILSTRA.
Concert door het Leidsch Politie Mu
ziek Gezelschap. De Brassband staat
o.l.v. Cees Brugman en de Tamboers
slaan o.l.v. Roel Paling. Instructie:
Wil Hanno. Aan dit programma
werkte mee het Folkloristisch Dan
sensemble "Achalay". Gehoord: 25
januari in de Stadsgehoorzaal, Lei
den.
Het Leidsch Politie Muziek Ge
zelschap bracht gisteravond in de
Stadsgehoorzaal een zeer afwisse
lend en onderhoudend program
ma: meegesleept, van een mars
naar een gospel, van een statige
dans, de Pavane, naar een Blue,
van een Toccata naar het thema
"Pink Panther", van "Finlandia"
(Sibelius) naar een klompendans
Tóch onstonden er geen irriterende
of schrille tegenstellingen; louter
ontspannend luistergenot.
Als opening van het concert het
volkslied, prachtig gespeeld door
de blazers. De "Rhapsodic Ameri
can Gospelsongs" van Eric Ball,
een geliefd nummer tijdens de con
coursen haalde voor mij niet de
eerste prijs; het geheel was wat
rommelig en de solerende instru
menten kwamen niet altijd even
zuiver over. De solo op cornet van
Johan Breetvelt in "Carnaval de
Venice" was ronduit goed te noe
men: alert en muzikaal speelde hij
verschillende variaties op een Hol
lands liedje (kennelijk ook bekend
in Venetie): "Ik wou dat ik van was
was en jij van terpentijn"
Magistraal werd "Finlandia" van
Sibelius neergezet, dit werk ge
componeerd als zinnebeeld voor
het gevoel van Vrijheid. Na de pau
ze gingen de tamboers aan de slag;
vrolijk en gediciplineerd trommel
den zij er op los m "Slagvaardig"
van Joh. Kazen en in "Drummers
in stereo" van Nico de Jeu. Inder
daad werd de ruimte klaterend
drie-dimensionaal gevuld! Het
dansensemble "Achalay" zorgde
voor een kleurig en verrassend in
termezzo.
Voor de groep kwam de échte
jool pas tijdens "De Kippenselec-
tie" gearrangeerd door de dirigent
Cees Brugman, waar men op geen
enkele manier zgn Hollandse af
komst hoefde te verloochenen.
Jammer van die "Balkangilletjes"
er tussen door, ik zou zeggen laat
naar je fluiten!
Van wie "de dochter" Brugman
toch die lenigheid en die swingen
de bewegingen had, die ze met
haar vriendin ten tonele bracht tij
dens "Pink Panther's" thema werd
duidelijk toen vader Brugman het
laatste werk van het programma
begeleidde, "Sint Louis Blues
March" van Handy: een inspireren
de, ritmisch dansende, meeslepend
dirigerende persoonlijkheid n
zijn orkest én de zaal mee tot de
vrolijkste hoogten Een welver
diende staande ovatie als slot
deze avond Een toegift van de be
roemde Strauss hoefde op geen e
kele manier meer iets goed te»rr
LIDY VAN DER SPEK.
Kinderen
„En zelfs al spreek ik niet over de
volwassenen, maar anderhalf mil
joen kinderen, onschuldige kinde
ren, losgerukt van de moederborst,
waarmee de meest gruwelijke din
gen zijn uitgevoerd. Het heeft geen
nut dat allemaal nog eens te herha
len, maar zo'n god, als die al be
staat, die zou naar mjjn idee ook
gezien in het licht van de medeve
rantwoordelijkheid van het Vati
caan, zo'n god, die dat toelaat, zou
als oorlogsmisdadiger moeten wor
den aangeklaagd!"
„Nu kom ik evenwel toch weer
in een paradoxale houding terecht,
want ik ga een, twee keer per jaar
naar de synagoge. Niet uit religieu
ze overtuiging, want die heb ik
niet, maar omdat ik daar een stukje
van mijn ouderlijk huis terug kan
vinden en vooral omdat ik weet dat
het voor mijn ouders zeker iets van
betekenis heeft als zij wisten dat ik
naar de synagoge ga, dat is voor
mij het dodengebed voor mijn ou
ders en andere naaste familieleden.
We houden ook elk jaar het joods
paasfeest, alle kinderen zijn dan
hier, dat is de band die je dan met
elkaar hebt, maar voor mij heeft
dat niets met geloof te maken".
„Er is onder de joden een grote
verbondenheid, gegroeid op grond
van een gemeenschappelijke zwa
re beproeving. Dat schept een
band en verder is er ook de catego
rie traditie, die heel sterk onder de
joden leeft. Wat is het eigenlijk, een
volk? Een religie? Het is alles,
maar ik stel dat het een traditiege
meenschap is die gekenmerkt
wordt door een grote lotsverbon
denheid. Jongeren begrijpen dat
niet meer zo. maar de mensen die
de oorlog hebben meegemaakt, die
vervolgingen, die raken dat nooit
meer kwijt.
Je hoort hier af en toe van die
barmhartige verhalen, daar word
ik kotsmisselijk van, zoals het ge
val met de Twee van Breda, die
zouden vrij moeten, dat zijn alleen
maar oude wrakken. Maar ik zeg
wie in ieder geval tot levenslang
leed is veroordeeld, dat zijn de jo
den die het allemaal hebben mee
gemaakt, die het verhes van al hun
dierbaren nog dagelijks met zich
meedragen, dat kun je nooit meer
kwijtraken".
Herman Bleich: als jood sterk betrokken bij de staat Israël.