'Hoe meer bagger, hoe beter'
Klassieke meubels van
wortelnoten worden
nog steeds
HOBBY
Bouwdozen kleden modelspoorbaan aan
Hoek en cirkelklem
Veldrijder René Guyt: 'Het is apart werk'
Kou bedreigt
EK-schaatsen
Robert van
der Vlist
naar Tblisi
Boetseren op klein formaat
&VR2E22D
ZATERDAG 26 JANUARI 1985
DO/ST
SPORT
WASSENAAR - 'n Prachtig weer
tje. Zoals het maandag was, mocht
het wat betreft René Guyt de hele
week wel blijven. Hoe harder het
zou regenen, hoe beter.
Schaatsenrijdend Nederland
rouwde om de afgelasting van de
Elfstedentocht. Diezelfde maan
dag geloofde niemand nog dat de
monsterrit over natuurijs wellicht
later deze winter zou kunnen wor
den verreden. René Guyt vond het
prima. Wielrennen en schaatsen
mogen per definitie de best te com
bineren sporten zijn, de jonge Kat-
wijkse pedaleur wilde niets anders
dan dooi. "Ik hoop dat het de hele
week regent", zegt hij. Geen goed
kope manier om de toch al zo te
leurgestelde schaatsmeute te jen
nen, maar voor zondag, als Guyt
het Nederlands kampioenschap
veldrijden afwerkt, wil hij blubber
en bagger hebben. Zo veel moge
lijk.
Want dèt is zijn terrein. Guyt is
veldrijder, op zijn zachtst gezegd
beloftevol. lij begon het cross-sei
zoen in de hoop de nationale titel
(morgen bij het NK in Gieten) bij
de junioren te kunnen veroveren.
Hoop, die naarmate het seizoen
vorderde, omsloeg in de overtui
ging die titel te halen. Totdat on
verwachts een reglementswijzi
ging afkwam, die hem met ingang
van 1 januari amateur maakte. De
ESKILSTUNA (GPD) - Stren
ge vorst bedreigt vandaag en
morgen een normaal verloop
van het Europees schaatskam
pioenschap. De ijsvloer in het
onbeschutte stadionnetje aan
de rand van Eskilstuna is hard
als graniet en vrijdag bleef het
kwik steken bij 17 graden on
der nul. De temperatuur zal
eerder nog iets verder dalen
dan stijgen, waardoor de kritie
ke grens van min 20 graden na
derbij komt. De Zweedse
scheidsrechter Kurt Ericsson
komt dan voor de vraag te
staan of het toernooi moet wor
den ingekort. Pas in het uiter
ste geval, wanneer het te ris
kant is voor de schaatsers, kan
tot afgelasting worden beslo
ten.
,,De 500 meter vormt geen pro
bleem, pas daarna zal ik beslis
sen of we aan het gebruikelijke
programma kunnen vasthou
den. Het is best mogelijk dat de
10.000 meter vervalt en daar
voor de drie kilometer in de
plaats komt", aldus Ericsson.
Dat laatste gebeurde eerder op
het EK van 1967 in het Finse
Lahti, waar Kees Verkerk on
der bizarre omstandigheden
Europees kampioen werd.
KNWU (dat hem in het laatst ver
schenen bondsblad overigens nog
als favoriet tipte voor het junioren-
kampioenschap...) bepaalde dat ju
nioren in het vervolg niet meer op
hun 19de verjaardag senior wor
den, maar op de eerste dag van het
jaar waarin dat gebeurt.
Zonde
"In andere landen is dat al een
paar jaar zo. In Nederland werd er
al jaren over gediscussieerd en nu
ineens hebben ze de knoop doorge
hakt. Ik had daar niet op gerekend.
Zolang daar nog over vergaderd
werd, hield ik de kans dat ze al per
1 januari van dit jaar zouden om
schakelen klein. Maar het is toch
gebeurd. Zonde, ja", zegt Guyt.
Aan het begin van het lopende
seizoen wist Guyt niet beter-dan
dat hij eind januari, zondag om
precies te zijn, Nederlands junio
ren kampioen kon worden, om op
zijn 19de veijaardag begin februari
vervolgens amateur te worden. Er
lag een mooi einde van zijn junio-
rencarriére in het verschiet (vorig
jaar een vierde plaats op het NK en
daardoor deelnemer aan het door
domme pech verpest wereldkam
pioenschap afgelopen jaar in Oss).
"Ik was de sterkste junior", zegt hij
van zichzelf zonder te willen op
scheppen. Geen erepodium was
eind 1984 compleet zonder Guyt op
de eerste plaats.
René Guyt treurt niet. Daar is hij
het type niet naar. Guyt is guitig,
eerlijk spontaan. Zijn coupe soleil
straalt, hij verhaalt jongensachtig
opgetogen over zijn eerste knaak
die hij op de fiets verdiende. Hij is
enthousiast en geniet van de er
kenning die de nodige krantebe
richtjes over zijn prestaties hem
opleverden. "Als ik vroeger op het
strand fietste, vroegen de mensen
zich af wat die gek daar nu op zijn
fiets deed. Nu weten ze waarvóór je
het doet".
Mogelijk is dat om carrière als
cyclo-crosser te maken. Het is na
tuurlijk altijd maar afwachten in
hoeverre Guyt de faam van nu in
de toekomst zal waarmaken. Maar
hij hééft toekomst. Hij droomt er
door
Gerard Haverkamp
zelfs Vein. "Elke renner moet even
de klap opvangen als hij van junior
amateur wordt. Van zo'n eerste
jaar mag je gewoon niet veel ver
wachten. Toch stoppen vaak veel
renners op dat moment. Ze rijden
geen prijs meer, zoals ze bij de ju
nioren gewend waren en dat is
voor velen een tegenslag. Maar ik
zie dat toch niet somber in".
Handballen kan hij ook goed,
maar regelmatig gekneusde vin
gers en als gevolg daarvan zwakke
peesjes bedreigden zijn kok/kel
ner-opleiding. Wielrennen trok
hem steeds meer, al is hy zelfs nu
nog geen fanaat. "Een klassieker
volgen op tv vind ik wel aardig,
maar ik zal echt niet thuisblijven
om de Tour van begin tot eind te
volgen".
Alleen
Zijn vader nam hem dikwijls
mee naar de criteriums in het West-
land. "Altijd veel publiek en de
winnaar moet het allemaal maar in
zijn eentje zien te klaren. Bij een
teamsport moet je je voor een an
der uit de naad lopen of een ander
voor jou. Maar een wielrenner ver
dient het geld, de beker en de bloe
men alleen. En je hebt geen ver
plichtingen. Je kan gaan trainen
r je zelf wil".
Van het een kwam het ander.
Zijn eerste wedstrijd. "In Den
Haag, met allemaal grote gasten.
René Koppert deed ook mee. Het
was onwijs koud. In de laatste ron
den moest ik eraf, maar voor mijn
gevoel reed ik bere-goed. Da's het
zelfde als met kaarten. Je kent het
spelletje niet, maar dan win je de
eerste keer toch". Als nieuweling
reed Guyt zo'n twintig wedstrij
den, maar slechts drie, vier keer
haalde hij de meet. "Ik verdiende
nooit wat en dan is het toch niet zo
lollig".
Het winter- annex veldrijderssei
zoen brak aan. René Guyt kwam
met Eddy Kouïss in contact. Beter
gezelschap kon hij niet wensen.
René Guyt in de Katwijkse duinen. "Het eerste jaar bij de amateurs
mag je niet te veel verwachten". (foto Holvast)
"Eddy werd door zijn vader ge
traind. Een verschrikkelijk goede
trainer en ik had ook nog de beste
renner bij me".
Bij zijn allereerste veldrit in Har
derwijk finishte hij als vijftiende,
"en er waren vijftien prijzen". "Ik
kreeg een knaak. Prachtig. Ik had
Stoep op, stoep af
"Het is apart werk", zegt Guyt er
zelf van, "maar veel afwisselender
dan het rijden op de weg. Op de
weg kun je tal van soorten training
doen, maar je blijft op de weg. Een
crosser kan overal naar toe. Strand,
bos, duin, stoep op, stoep af. Het is
ook veel zwaarder. Na een half uur
ben je afgepeigerd. Je moet op de
weg heel wat uithalen wil je in een
half uur zó moe worden".
"Je moet er ook eem juiste bouw
voor hebben. Je rug heeft erg veel
te verduren. En je moet ook je ou
ders achter je hebben staan",
noemt hij een andere voorwaarde.
"Je hebt twee fietsen nodig en re
gelmatig rijd je wat naar z'n malle
moer. Wedstrijden zijn ook altijd
vèr weg".
De daaraan verbonden onkosten
worden sinds Guyt senior is ge
deeltelijk gedekt door een verbin
tenis met de Leidse wielerploeg
Du Prie. "Een stimulans, al biedt
het ploegenbelang voor een wegrij-
der zowel voor- als nadelen. Ik ben
als veldrijder gecontracteerd, de
enige in de ploeg. Ik kan dus altijd
doen wat ik zelf wil, ik hoef niet in
te houden omdat er een ploegge
noot op kop zit. Op de weg is na
tuurlijk meer te verdienen. En als
ik straks een goed wegseizoen
maak, dan is het best mogelijk dat
ik overschakel".
De cross-ervaring is voor Guyt in
dat geval mooi meegenomen. "Je
leert veel beter sturen. Ik schat dat
ik afgelopen wegseizoen toch ze
ker tien valpartijen heb ontweken.
Je reactie-vermogen is gewoon
veel beter. In een bos moet je con
stant oppassen voor boomstam
metjes en dergelijke".
overdag voldoende trainingsgele
genheid houdt. "Het is niet zo dat
ik m'n studie aan de kant zet voor
het veldrijden, maar we konden
het allemaal mooi zo regelen".
Dus trekt Guyt menig uurtje het
Wassenaarse bos in of crosst hij het
Katwijks duin en strand af. "Elke
veldrijder heeft voorkeur voor een
bepaald parcours. Ik heb het liefst
zo zwaar mogelijk. Ik moet het van
het lopen hebben, daar pak ik veel
meters mee. Zo'n ellendig hard
hobbelparcours ligt mij niet. Hoe
meer bagger, hoe beter. Wat mij be
treft regent het de hele week".
Niet dat dat hem tot favoriet voor
een amateurtitel maakt. Zolang
ene Frank van Bakel niet naar de
profs overstapt ("Hij wil eerst alles
met de amateurs meemaken. Ik
zou het precies hetzelfde doen")
lijkt een eerste plaats voor Guyt
uitgesloten. "Ik kan echt niet zeg
gen wat mijn kansen zijn. Bij de ju
nioren dacht en deed iedereen het
zelfde. Je kende elkaar door en
door en je dacht dat je uitgekiend
was. Amateurs hebben echter een
heel andere kijk op de wedstrijd,
dat heb ik inmiddels wel gemerkt.
Als ik nu 20ste word, kan het vol
gend jaar alleen maar beter. Alles
wat ik hoger eindig is mooi meege
nomen".
nog nooit een geldzakje gezien. En VoorkfUr
het ging daarna steeds beter. Een
dertiende plaats, een negende em
in Drachten werd ik derde. Stond
ik voor het eerst op het podium.
Dat gaf een geweldige moraal. Bij
het Nederlands kampioenschap bij
de nieuwelingen werd ik vierde,
Vooralsnog is dét dus Guyt zijn
werkterrein. Na het behalen van de
vakdiploma kok/kelner en banket
bakker richtte hij de week met cur
sussen middenstandsdiploma, Ne
derlands en Frans zó in, dat hij
LEIDERDORP - Robert van
der Vlist is door de Judobond
Nederland uitgenodigd om
mee te doen aan het wereldver
maarde toernooi in Tblisi. Het
is voor de eerste keer dat Ne
derland een afvaardiging (vier
judoka's sterk) naar de stad in
de Sowjet-Unie stuurt. De ont
moeting geldt na het toernooi
in Japan als de zwaarste
krachtmeting voor 's werelds
judotop. Het officiële wereld
kampioenschap staat er zelfs
bij in de schaduw.
Robert van der Vlist be
schouwt het als een eer om aan
het toernooi, dat van 7 tot 10 fe
bruari wordt afgewerkt, mee te
doen. "Maar ik ga erheen om te
winnen. Ik geloof namelijk best
dat ik een aardige kans heb",
aldus de 22-jarige Leiderdor
per. Hij vertegenwoordigt Ne
derland in de gewichtsklasse
tot 71 kilogram. Het wordt de
eerste keer dat hij op bezoek
gaat naar de Sowjet-Unie.
Voor antieke meubelen in
stijlen als Louis XV, Louis
XVI, Barok, Chippendale of
Queen Ann zijn in vroeger ja
ren op veilingen kapitalen
betaald. De originele exem
plaren zijn praktisch niet
meer te koop... 'uitverkocht'.
Wat er nog overgebleven is
aan bijvoorbeeld wortelno
ten meubels uit de genoemde
stijlperioden, baart de bezit
ters trouwens grote zorgen,
want tegen de tand des tijds
zijn ze niet opgewassen. Res
tauratie kost scheppen geld.
Dergelijke meubels worden Ln
ons spaanplaattijdperk nog
steeds gefabriceerd. Namaak?
Ja, maar de schrijnwerkers uit de
zeventiende en achttiende eeuw
zouden jaloers zijn als ze konden
zien hoe de stijlmeubelspecialis-
ten van onze tijd dat nu voor el
kaar krijgen. Het was destijds
een intense worsteling met het
materiaal. Wortelnoten is nooit
in massieve vorm verwerkt. De
'oogst aan deze bijzondere hout
soort is altijd erg beperkt ge
weest. Franse schrijnwerkers
hebben de fmeertechniek ont
dekt; ze zaagden dit kostbare,
prachtig gevlamde hout in dun
ne plakjes die ze dan met einde
loos geduld op goedkoop, in
lands hout lijmden. Ze vonden
een methode uit om de amber-
achtige kleur van de wortelnoten
'knol' te behouden: koken in een
vloeistof waaraan divere pig
menten toegevoegd werden. Het
was pure 'hout-alchemie', waar
mee ze bezig waren, geheime re
cepten zoals ook beroemde koks
ze hanteren.
Kunstenaars waren ze ook.
Waarschijnlijk door een toeval
werd (in Californië) ontdekt dat
een verwonding aan een jonge
noteboom, onderaan de stam,
een gezwel veroorzaakte. Eigen
lijk een vorm van 'boomkanker'
die een grillige uitwas aan de
stam opleverde, met een uiterst
grillige, decoratieve structuur.
Toen ging men de bomen opzet
telijk verwonden, om zulke knol
len te kweken.
Dit gebeurt nu nog steeds. De
oogst is klein, de wortelknollen
hebben meer dan een mensen
leeftijd nodig om voldoende om
vang te krijgen. Uit een zo'n
geoogst stamgezwel komen dan
echter vele vierkante meters
prachtig wortelnotenfineer, veel
meer dan de voor vorsten
werkende ambachtslieden er
twee, drie eeuwen geleden uit
wisten te halen. Men snijdt de
knol nu in plakjes van nauwe
lijks meer dan een halve millime
ter dikte.
Als basis voor het moderne
(imitatie)stijlmeubel wordt thans
veelal heel zwaar geperst spaan
plaat gebruikt. In vaktaal heet
dit MDF-plaat (multi density fri-
breboard). Als de schrijnwerkers
van vele generaties geleden over
zulk perfect materiaal hadden
beschikt, zouden hun werkstuk
ken tot in onze jaren in prima
staat gebleven zijn. Want MDF-
plaat 'werkt' niet, is vrijwel onge
voelig voor veranderingen in
luchtvochtigheid en kan feilloos
glad worden gefreesd. Boven
dien hebben we nu lijmsoorten
die het opgeplakte fineer bij wij
ze van spreken eeuwig met het
basismateriaal verbinden. Het
gemalen beendermeel waarmee
de meubelmakers van de Franse
Zonnekoning zich moesten be
helpen was toch maar een klun
gelige lijm. Politoeren is ook niet
meer nodig; de moderne kunst-
harslakken leveren een even
mooi glansoppervlak op, en ma
ken het onderhoud van een in de
twintigste eeuw (na)gemaakt
stijlmeubel heel gemakkelijk.
In deze produkten worden
overigens wel de klassieke ver-
Lijmtangen van groot formaat en
zelfs de zogeheten 'sersjants'
hebben toch een begrenzing wat
hun bereik betreft. Bovendien
heb je er voor diverse construc
ties een aantal van nodig. Met
één klemgereedschap een raam
werk, een tafelblad of ander
groot werkstuk inklemmen is
mogelijk met de hoek- en cir
kelklem die op de komende vak
beurs Karwei gelanceerd zal
worden. Het apparaat bestaat uit
een stevige kunststof handgreep,
een 'spoel' waarin een drie meter
lange stalen klemband is opge
rold en vier spanhoeken, waar de
klemband doorheen loopt.
De band wordt zo ver afgerold
als nodig is om een werkstuk dat
gelijmd moet worden in één be
werking rondom in te klemmen.
Eerst hand vast fixeren, daarna
met de handgreep op de draad-
spindel volkomen strak trekken.
Schilderijlijsten, tafelbladen,
kubus- en kastconstructies enz.
worden met dit nieuwe ding on
der grote (instelbare) klemkracht
in een oogwenk ingespannen.
Ook ronde en ovale werkstuk
ken, als je de haakse houders
verwijdert.
Voor vakmensen (meubelher
stellers e.d.) maar ook voor bou
wende en renoverende doehet-
zelvers een erg handig hulpmid
del. Importeur is Ferm BV, Ge-
nemuiden, tel. 05208-55077.
Porseleinkast van wortelnoten op basis van een modern materiaal,
\en produkt van C. van Rees uit Leidschendam. (foto gpdi
bindingstechnieken toegepast:
zwaluwstaarten, blinde pen-en-
gat constructies, vingerlassen,
enz. In het hoogwaardige MDF-
plaatmateriaal is dit allemaal mo
gelijk. Kortom: een stijlmeubel
van onze tijd zal eeuwen langer
leven dan de produkten die het
uitgestorven ras van hof-schrijn
werkers destijd leverden.
Wat we wel van hen hebben
overgenomen is de stijl. De
mooie 'buikkasten', de gesneden
kappen van een porseleinkast
(met de hand gemaakt of volgens
sjabloon machinaal gefreesd), ze
leven weer. kostbaar goed, zeker
niet goedkoper dan 'echt antiek'.
In ons land zijn er enkele ge
specialiseerde bedrijven die zul
ke meubels fabriceren. Be
schouw die produkten niet als
dure kitsch; het zijn eigentjdse
replica waarin een oeroude vak-
traditie is voortgezet. Nog een
paar eeuwtje wachten, en dan
zijn ze eveneens 'antiek', maar
wel tijdbestendig!
Als u (of de kinderen) van boet
seren zonder al te veel romps
lomp en rommel houdt, dan is
het modelleren van kleine figu
ren en miniatuurtjes van zelfhar-
dende klei een prima hobby.
Dat 'mini-boetseren' heeft een
aantal voordelen. Er is maar wei
nig ruimte voor nodig. Daarnaast
is het zeer voordelig in materiaal
gebruik, en dat geldt dan zowel
voor de zelfhardende klei als de
watervaste hobbyverf, koud-gla-
zuur of vernis waarmee u de
werkstukken afwerkt. Boven
dien zijn de boetseerwerkjes be
trekkelijk snel klaar, omdat ze
niet zo groot zijn. En dat laatste
heeft ook later het voordeel, dat
er weinig ruimte voor nodig is
om ze op een leuk plekje weg te
zetten.
De werkstukken op bijgaande
foto zijn bedoeld als aanvulling
op het poppenhuis- en speelwin-
keltjesgebeuren. Het is een
(Franse) bakker die z'n (stokbro
den aanprijst, maar ook gaten-
Naast talloze modeltreinen, wa
gons, beginsets, noem maar op,
bouwen veel liefhebbers ook een
heel landschap om de trein in te
laten rijden. Veelal wordt dit de
cor voor de minitatuurtreinen
geleverd door de al jaren beken
de merken als Kibri, Vollmer,
Pola, Faller enz. Maar naast deze
grote producenten komen er
steeds meer kleinere fabrikanten
op de markt. Bijvoorbeeld de fir
ma Bochman Kochendörfer
uit Schwabisch Hall. Dit bedrijf
je heeft zich geheel gespeciali
seerd op alle toebehoren van een
stoomloc-depot.
Het fraaiste produkt is zonder
twijfel een kolenbunker, zoals
die in de jaren twintig door de
toenmalige Deutsche Reichs-
bahn in gebruik werd genomen.
Het model is een exacte kopie op
de schaal 1:87. Het merendeel
van de op de markt zijnde bun
kers is namelijk veel te klein. En
in enkele gevallen is de afstand
van laadklep tot loctender weer
veel te groot. Het aardige van dit
bouwpakket is het feit dat de
bouwer min of meer wordt ge
dwongen om de werking ervan
te bestuderen. Vaak bestaan
'moeilijke' onderdelen van mo
dellen uit één stuk, zeker als het
om technische details gaat,
Bochman Kochendörfer daar
entegen laten alle onderdelen los
de revue passeren. Op die manier
zie je precies hoe bijvoorbeeld de
hele ophanging van de eigenlijke
bunker in elkaar zit.
Een ander opvallend detail is
de kwaliteit. Het spuitgietwerk
ziet er werkelijk voortreffelijk
uit. De onderdelen zyn voorzien
van de kleinste details, elke na
gel die in werkelijkheid in het
staal werd geklonken is geimi-
teerd Bovendien is de afwerking
perfect, nagenoeg alle plastic
stukjes zijn braam-vrij.
De adviesprijs bedraagt 85 gul
den. Op zich een forse uitgave,
maar je krijgt er werkelijk een ju
weel van een kolenbunker voor
terug. En anderzijds, een kolen
bunker koop je, in tegenstelling
tot huisjes, maar één keer.
Bochman Kochendörfer
wordt sinds enkele maanden in
Nederland vertegenwoordigd
door de firma Rohill. Eigenaar-
directeur Ramon Visser liet des
gevraagd weten dat hij iedereen
persoonlijk van advies wil die
nen en dat hij graag bereid is om
het hele assortiment van B K
bij modelclubs te presenteren.
Ook dat komt tegenwoordig bij
na nooit voor. Voor de goede or
de, Visser is te bereiken onder de
nummers 010-737130 en 733088.
Naast de kolenbunker biedt het
programma nog een schitterend
exemplaar van een op twee pun
ten draaibare waterkraan van het
Duitse type NW 300 (kosten
f38,50 per vier stuks), en een in
spectie-put, die zowel in een loc-
loods als in het buiten-terrein is
te gebruiken. Per 90 cm betaalt u
f 22,50. Er is ook een slakkenkuil.
Hierin werden de slakken die op
het rooster van een stoomloc la
gen, gestort. De kuil heeft een
diepte van enkele centimeters en
kan, zo als in werkelijkheid ge
beurde, van (blus)water worden
voorzien.
Deze slakkenkuil, of 'Sumpf
zoals onze oosterburen het noe
men, wordt met twee waterkra
nen geleverd en kost f 43,25. Dit
jaar begint de produktie van een
watertoren en van een grote
draaibare bekolingskraan.
Een andere bouwdoos die er
zijn mag, is die van het station
Goor. Begin november introdu
ceerde de Utrechtse firma Com
bi-Spoor dit model, dat f 69,75
moet kosten. Ook hiervoor geldt
dat het geen gering bedrag is,
maar daar staat tegenover dat er
in eerste instantie niet meer dan
2000 stuks van worden gemaakt.
Het aardige is bovendien dat van
dit voormalige Staatsspoor-sta
tion ook de modellen van Del
den, Scheemda en Oisterwijk
zijn te maken. Bij station Delden
moet dan het aangebouwde sein
huis aan de perron-zijde worden
weggelaten. De diverse onderde
len zijn goed gegraveerd, zoals
bijvoorbeeld de consoles waar de
perronluifel mee wordt onder
steund. De enige zelfwerkzaam
heid die de bouwer te wachten
staat, is het aanbrengen van trek-
stangen van die luifel naar de
muur. Deze waren te fijn om van
plastic te kunnen worden gego
ten.
De fabrikant - de onderdelen
zijn gegoten door DRM, Dutch
Railway Models laat weten dat
je deze het best van een dunne
messing-draad kunt maken
(waarom worden die niet bijgele
verd?). De benodigde gaten zijn
al wel voorgeboord. Naast sta
tion Goor levert Combi-Spoor
Nederlandse treinstellen van het
zogenaamde Mat-46-type. Deze
stellen, die 625 gulden per stuk
kosten, kunnen ook in wissel
stroom-uitvoering worden gele
verd. Daarnaast is nog steeds de
Pee, het stroomlijnpostrijtuig in
alle vier de (kleuren)versies te
koop. Voor dit model, dat net als
het Mat-46-'tweetje' grotendeels
van kunststof is gemaakt (met
hier en daar een onderdeel van
messing) dient de hobbyist f 285
te betalen.
Het programma voor die jaar
voorziet onder meer in een diesel
'eentje' (kosten f 595) en een
draaistroomdieselloc van het
Westduitse type DE 2500. Boven
dien wordt er gedacht aan het
produktierijp-maken van Neder
landse houten drie-assige perso
nenrijtuigen en van een seinhuis
met een Staatsspoor-verleden.
Combi-spoor is gevestigd in de
Homeruslaan 20 in Utrecht.
kaas en Edammertjes op de toon
bank heeft staan. Het moedertje
met kind is circa 8 cm hoog, de
bakker ruim 9 cm. Natuurlijk
zijn er nog veel meer 'toepassin
gen' te modelleren, zoals (pop
penhuis) serviesjes, borden,
schalen en keukengerei; bloe
men, planten (in de pot), groen
ten en fruit, kortom alles wat er
zoal in de poppenhuiswereld ge
kocht en verhandeld wordt. Al
deze dingen en de bijbehorende
poppefiguurtjes staan afgebeeld
en beschreven in een nieuw hob
byboekje: 'Boetseren met Dar-
wi', een uitgave van Cantecleer,
prijs f 19,50.
Daar staan ook nog een heleboel
andere (praktische) werkstuk
ken in, zoals het 'om-modelleren'
van blikken, potten en flessen tot
koektrommels, bloempotten en
vazen, het boetseren van siera
den en kettingen, spelletjes en
speeltjes, lampionlampen, deur
schildjes en wanddecoraties in
reliëfuitvoering.
De ruim vijftig verschillende
werkstukken (en -stukjes) staan
op 40 kleurenfoto's afgebeeld en
gaan vergezeld van zo'n 100
werkfoto's in zwart-wit en duide
lijke werkbeschrijvingen. Het
.boekje is te koop bij de boekwin
kel en zaken voor hobby- en han-
dénarbeidartikelen.