"Nieuws was net zo belangrijk als voedsel'
Leiden en het verzet (2)
HET DAGELIJKS NIEUWS
T>T>
ZATERDAG 19 JANUARI 1985
EXTRA
PAGINA 21
A A Het begon op die ju-
J nidag van 1943 alle
maal met het overty
pen van de mededelingen
van Radio Oranje. In negen-
of tienvoud. Dat blaadje zou
uitgroeien tot een gestencild
blad dat onder welke om
standigheid dan ook dage
lijks in Leiden en omstreken
verscheen. Onder de naam
'Het Dagelijks Nieuws', in
een oplage van 10000 exem
plaren.
In de oorlogsjaren werkte ik op
het kantoor van de firma Wij ten-
burg, de Edelachtbare Sigarenfa
brieken aan de Oosterkerkstraat.
Elke morgen fond half tien
kwam daar een man, Eeckelaert
heette hij. Die kwam steeds een
blaadje brengen dat was be
stemd voor mijn chef. In het be
gin werd daar nogal geheimzin
nig mee gedaan. Het bleek om
oorlogsnieuws te gaan. De bren
ger liep dus groot risico. Maar
Stoffels, mijn chef, kende zijn
mensen van haver tot gort. Die
liet dat nieuws al spoedig onder
het kantoorpersoneel circuleren.
Het bleef niet bij lezen alleen.
Stoffels liet mij dat nieuws vele
tientallen malen overtypen. Na
dat Eeckelaert daar toestemming
voor had gegeven, werden die
mededelingen ook onder familie
leden en kennissen verspreid, zo
dat mijn werk op het laatst in
hoofdzaak bestond uit het over
typen van het Radio Oranje-
nieuws dat door Eeckelaert was
opgevangen.
Mede als gevolg van de ver
minderde aanvoer van grond
stoffen was de sigarenfabricage
eind '43 behoorlijk teruggelopen.
Van de produktie werd boven
dien nog een groot deel gevor
derd door de Duitsers. Ze pikten-
alles in, we draaiden eigenlijk al
leen nog voor de Wehrmacht.
Daar moeten we wat aan doen,
hebben we toen gezegd. In die si
garen werd hop gestopt. Bij het
verladen werd ook gesaboteerd.
Dat werd op zo'n ruwe manier
gedaan dat de sigaren meer ka
pot dan heel Duitsland bereik
ten. Het vervelende was dat de
Duitsers behalve in tabak en si
garen ook in mensen geïnteres
seerd waren. Vanwege de ar
beidsinzet. Toen, amper 20 jaar,
merkte ik pas goed dat er oorlog
Het produktiepersoneel liep in
aantal sterk terug. Hoe Stoffels
ook probeerde 'Ausweise' voor
zijn mensen te versieren, hij
slaagde daar in lang niet alle ge
vallen in. Daarom verdwenen die
mensen naar veiliger plaatsen.
Zelf heb ik het toen meerdere
malen meegemaakt dat een Duit
se mensen werver voor mijn bu
reau stond te tieren dat ik al lang
en breed in Duitsland aan het
werk had moeten zijn.
Respect
Ik was in het bezit van een bij
zonder 'Ausweis'. Stoffels, mijn
chef, had dat persoonsbewijs
voor mij geregeld. Bijzonder
'Ausweis' of niet, na weer zo'n
bezoek van die Duitse mensen-
werver achtte Stoffels het beter
dat ik mijn activiteiten elders
ging voortzetten.
Het overtypen van die mede
delingen op doorslagpapier was
trouwens een zinloze bezigheid
geworden. De vraag naar het
blad was intussen zo groot ge
worden dat er niet meer aan kon
worden voldaan. Op kantoor
stond een oud stencilmachine, er
lag bovendien een grote voor
raad stencilpapier. Daar mocht
ik van Stoffels gebruik van ma
ken, zodat ik nog maar één sten
cil hoefde te tikken. De machine
deed de rest. Aan de vraag naar
het blad kon zodoende op grote
re schaal worden voldaan.
Alles moest wel met de groot
ste omzichtigheid gebeuren.
Vooropgesteld, mijn werkgevers
waren uit het goede hout gesne
den. Maar ze mochten niet weten
wat er op hun kantoor gebeurde.
Zo min mogelijk mensen trou
wens. Het parool was: 'Mond
dicht, ogen en oren open'. Je liep
immers de kans ontdekt te wor
den door de bezetters of hun
handlangers. En de represaille
maatregelen logen er niet om, in
die dagen. Mij had het de kop
kunnen kosten, het bedrijf zou in
één klap zijn afgeschreven.
Daarom zijn machine en pa
pier naar mijn ouderlijk huis aan
de Kastanjekade overgebracht.
De consequentie daarvan was,
dat het risico bij mijn ouders
kwam te liggen. Daartegenover
stond dat ik niet langer het ge
vaar liep op kantoor voor de ar
beidsinzet in Duitsland te wor
den opgepakt.
Journalist
Het blad groeide zo onstuimig
dat het Eeckelaert en mij uit de
hand dreigde te lopen. Daarom
schakelden wij al gauw familiele
den en bekenden in bij de pro
duktie. Op zekere dag kwamen
we in contact met een echte jour
nalist. Met Korthals van de NRC,
dé latere minister. Hij werd de
verantwoordelijke man voor de
selectie van het nieuws, voor de
inhoud van de commentaren. De
heer Lina van de Leidsche Post
werd benaderd voor het opne
men van de uitzendingen van
Geheel naar de ideeën van ontwerper Joseph Goebbels
plette de Nazi-propagandamachine ook de Nederlandse
pers onder de pers der gelijkschakeling. Een beperkt aantal
'traditionele' kranten hield op te bestaan, vele schreven
kortere of langere tijd datgene wat de Duitse wetten
voorschreven.
Uit protest tegen dat geweld tegen de waarheid
verspreidden gaandeweg de Tweede Wereldoorlog groepjes
mensen clandestien de berichten van Radio Oranje en de
BBC. Alleen al in Leiden verschenen een stuk of 10 illegale
bladen.
Zoals onder meer 'Het Dagelijks Nieuws'. Een van de acht
makers is nog in leven. Veertig jaar heeft hij gezwegen,
„omdat ik niet zo de behoefte voelde te praten over dat
verleden dat diep in mijn persoonlijkheid heeft
ingegrepen".
Zijn groeiende ergernis over „sterk geromantiseerde films
die nog geen tiende van de waarheid bevatten" bracht hem
op andere gedachten. Onder beding van blijvende
anonimiteit vertelt Leo zijn waarheid. Meestal ingetogen,
soms emotioneel. Op deze pagina staat zijn relaas integraal
afgedrukt.
m fp M
'f'j? V <V ,7 "Vv
BH ?*- H V»3
DINSDAG. 5 SEPTEMBER 1944.
Radio Orsrje een toespraak gehoude»
t de Neder-
2e Jaargang, No. 76.
Minister Ggrbrandy heelt gisterenavond vc
landsche bevolking, waai in hij o.n. mededeelde
Nu de Geallieerde legers op onweerstaanbare wijze de Nederfandschc grenzen overschreden hebben,
ban ik er van overtuigd dat gij heft een hartelijke en waardige ontvangst zult bereiden, wefke zij verdienen
als bevrijders van ons (and en de vcreiettghvg van den tiran. Het uur van de bevrijding heeft geslagen, weldra
2af onze geliefde VorttftS tcrugkesrén en een inhlg dankgebed Stijgt op töt God. nu hij ons van zoo'r. groote
en bittere rïöod heeft verlost en
die er niet rnear Zijn en viel aft v;
die Rog zuchten oridér de tl réi
leed niet voorbij, veler? naven
krachtsitvspai
vóórkomen,
wig wil kastijden. Er' Zal vréugde rijn, doch lood c
r onze goede zaak er ook voof da landgenocten. in Nederiandsr.h tndië
van dsn vijand, en smachtend uitzien naar hun bevrijding. Nog is aH<
i levon en nóg velen zullen kan leven later, en er zal eer, nieuws en 'aatsti
t (vooral var, de ambtenaren tri Overheidsdienst) Om alle misdaden t*
door
Gerard van Putten
de Doitschers fft de instate oogunbiikkun ïOfien begaan. Alle verzetg roepen zijn nu in
lem'ud en vallen onder de wetten van hut internationale recht. Landgenooten dit zijn
aroote dagën in 44 geschiedenis van ons volk, het zal van elks vrouw er, elke man afhangen hoe het nageslacht
fater over ons za? oordeelen. Wees ordelijk en gedicipKneerd, gedraagt U naar de instructie van Uw Leiders,
svat nu gebeuren gaat zal langer, tijd het stempel drukken op ons geheefe volk. Nederland herrijst, moge
het zijn (it voilé groötneid.
Prins Bern hard heeft hetvólger.de bekend gemaakt aan de Nedc-rlandschr: binnen landsche strijdkrachten
Officieren, onderofficieren en manschappen van het Nedcriandtcfie Leger er> Marine mogen, Indien
zij beschikken Over een uniform, desè nog niet aantrekken.
Generaal Eisenhower heeft «Is téren du volgende boodschap gezonder) aan de Rotterdam scha bevolking.
Ik Vórsoek het personeel var? den Havendienst èn Spoorwegen te Rotterdam ter beschikking te blijven tr>
de buurt tv?,ar zij werkzaam waren, er voor zorg ie dragen, dat spoorwegen, locomotieven, spoorwagons,
stljgecs, kranen, openho.re bedrijven en brandweerlRStafh
rij bij de komst var. de Geallieerde troepen oOgenb'ikke!
houden van dé gelegde iandmiine:~-
rhuld-g uU
beschadiging gevrijwaard bh'jvi
ïéf ift. dienst gesteld kannen worden. Tevens
in de Rotterdamsche watéren. De bevolking
«dé schakelaars en handels aar. te raken. 20ndcr een
De kern van
'Het Dagelijks
D'uitichers gelegerd zijn geweest, is hoogst
Duitsche.-s weg zijn, op c-en duidelijke wijze (door
.Bnbilkkèl'ijk wordéö gerapporteerd aar. de Geallieerde commandanten,
nen opstand. Alles moet geschieden in samenwerking met de Leiders
il Elsenhower hoeft de volgende nedededing uitgevaardigd» Daar de
rs Ik niet Ir de gelegenheid persoonlijk tor, U te spreken om U mede
;nburg is gekomen. Ir de eerste plaats zal de cerugtrekker.de
«ld. Ik hoop, dat U de beproeving ïal doorstaan, welke dit
:He volk zeg fk. dat uw gedrag in deze moeilijken tijd, voorbeeldig Is
Ierland U kunt c op tekenen, dat het «ar van de bevrijding voor U
"fiésche grens over getrokken er. hebben Breda bereikt. Zij rukker.
'«rder noordwaarts getrokken hebben Antwerpen bezet. De
nd meer in ik-igie. Verschillende steden werden bevrijd, o.m.
Dultschers welke waren Ingesloten te Bergen zijn alle omchaee-
r.st groots.snelheid op naar <ie Kanaal kust, Rljssel werd bevrijd,
nietigd.
itsche grens overschreden. Er wordt hevig gevochten, in het Rhone-
n Rusland zijn gestaakt. De Dn itsche tresepen verlaten Finland,
srder op ir. de richting van Belgrado. Volgens Dultsche berichten
en betrekt dan weer de fabrieken, van uit Nederland
n oen U naar bat Vaderiand terug te voeren. Een en am
ike ziek tor,
Dolle Dinsdag (5 september 1944): in de roes van de bevrijding.
Radio Oranje en de BBC. Her
man Meijer, in die dagen een
heel bekend transportonderne
mer in Leiden, werd onze man
voor de inkt, het papier en de
stencils.
Een voortvarend man was dat,
die Meijer. Met veel relaties. Hij
kende bijvoorbeeld de heer Kort
hals. Door hem leerden we ook
de mensen van de firma Demme-
nie kennen. Die zorgden voor
een nieuwe stencilmachine, een
Gestetner. En voor papier en
inkt.
Maar op een gegeven moment
raakte die firma ook uitgeput. In
ons blad plaatsten we dringende
verzoeken om papier, stencilpa
pier. Al spoedig moesten we
vaststellen dat heel Leiden en
omgeving was afgestroopt. Kaar
sen voor onze luisterposten wa
ren er ook niet meer te krijgen.
Net zo min als petroleum om de
stencils tussentijds te wassen,
wat regelmatig moest gebeuren
om het blad leesbaar te houden.
Onze voorraad slonk met de
dag, steeds meer vroegen we ons
af hoe lang we het nog zouden
kunnen volhouden. Mijn vader,
die ook bij de produktie van 'Het
Dagelijks Nieuws' was betrok
ken, kon via zijn werkgever
Groen papier leveren. Maar he
laas, voor de stencilmachine was
dat öf te dun öf te kalkhoudend.
In elk geval ongeschikt voor ons
doel.
Voor de buitenwacht werkte ik
al lang niet meer bij de firma Wij-
tenburg. In werkelijkheid stond
ik er nog steeds op de loonlijst.
Mijn chef Stoffels sprak ik nog
geregeld, zij het nog uitsluitend
in zijn huis aan de Cronesteinka-
de. Hij zat toen al tot over z'n
oren in de illegaliteit, van hem
hoorde ik ook dat er in de fabriek
een grote partij papier lag opge
slagen. Door de Duitsers in be
slag genomen bij Sijthoff.
Schildwacht
Van mijn chef kreeg ik de sleu
tel van de fabriek. Sijthoff had
Stoffels gezegd dat-ie geen be
zwaar had tegen het gebruik van
dat papier. Op een zaterdagoch
tend zijn we met drie man naar
de fabriek gegaan. De vader van
een vriendin van mijn zus had
gezorgd voor een paard en wa
gen. Aan de overkant van de
straat was de meelfabriek van De
Koster, voor de poort stond daar
een Duitse schildwacht. We pro
beerden zo min mogelijk opzien
te baren, met het verstand op nul
zijn we naar de zijkant van de fa
briek gereden. Uit het zicht van
die schildwacht hebben we de
wagen volgeladen. Die bleek zo
zwaar belast dat we op de terug
weg het paard met man en macht
hebben moeten helpen om de
wagen over die vervloekte brug
gen van de Oosterkerkgracht
heen te krijgen. Een eeuwigheid
leek het te duren, die rit door de
stad via de Herengracht, Hoge-
woerd en Steenschuur naar het
Rapenburg. Daar zat de firma
Van Weizen, daar werd het pa
pier op maat gesneden.
Je moest er altijd voor zorgen
dat er niet te veel voorraad ge
sneden papier was. De Duitsers
en die ploerten van de 'Land
wacht' wisten van ons bestaan.
Zij kenden het formaat papier.
De kern van 'Het Dagelijks
Nieuws' bestond uit acht man.
Maar 'Het Dagelijks Nieuws' was
niet het werk van één of van acht
man. We hebben veel hulp ge
had, de saamhorigheid was
groot. Want je had ook de men
sen die zich bezig hielden met de
verspreiding. De hoofdversprei-
ders, die kende je. Maar wie al
die andere bezorgers waren wis
ten we niet. Wilden we ook niet
weten. Hoe minder je wist, hoe
beter het was. Maar ook die men
sen hebben goed werk verricht
in een organisatie, waarin ieder
een wist wat-ie móést doen. 'Het
Dagelijks Nieuws' werd gedra
gen door de inzet van honderden
onbekende, trouwe vrijwilligers
die eerlijk en betrouwbaar wa-
Luisterposten
Wij makers van het blad draai
den altijd in twee koppeltjes van
drie of vier man. Twee man na
men de radiowacht voor hun re
kening, Eeckelaert en Lina. Wij
maakten bewust gebruik van
twee luisterposten. Viel de een
uit, dan hadden we altijd die an
der nog. 'Het Dagelijks Nieuws'
is op vier punten in Leiden ge
stencild: bij mij thuis op de Kas
tanjekade, op de Jan van Hout
kade, in een pakhuis op het Pie
terskerkhof en aan de Vliet bij
wasserij Van der Reijden. Er
werd hevig naar ons gezocht, zo
dra we merkten dat het link werd
veranderden wij van adres.
Het nieuws dat door Eecke
laert en Lina was opgevangen,
werd door Meijer of mij opge
haald en per kruiwagen of trans
portfiets gebracht naar het adres
waar werd gestencild. De noti
ties verborgen we in jutezakken.
Vanuit Voorschoten kwam Kort
hals naar het stenciladres om de
aantekeningen uit te werken. Hij
schreef z'n stukken met een pot
lood, ik tikte alles uit, ik was de
enige die kón tikken.
Na verloop van tijd was er geen
elektriciteit meer. Maar Meijer
had zoveel relaties dat-ie toch
weer kaarsen voor de luisterpos
ten wist te versieren. Hij zag zelfs
kans vanaf het slachthuis clan
destien een lijntje naar Lina te
leggen. Op het stenciladres be
dienden we ons van dynamo's,
die werden aangedreven door
fietsen. Hoe slecht de toestand
ook was, hoe bang we dikwijls
ook waren, dagelijks kwamen we
uit.
Het kerstnummer van 1944
hebben we vervaardigd onder de
meest beroerde omstandighe
den. Er was geen eten, geen drin
ken, bij gebrek aan brandstof
was het ontzettend koud. Kort
hals zei: 'We móéten hiermee ko
men. Komen we niet met dat
kerstnummer, dan strijden we
voor een verloren zaak. Ondanks
deze barre omstandigheden
moeten we de moed er in hou
den'.
Eerlijk gezegd raakten we
soms toch wel bevangen door
twijfel, door angst vooral. Maar
al barstten we dan van de kou en
stierven we ook van de honger,
we geloofden er in, we geloofden
in God, dat hield ons op de been.
We zijn doorgegaan. Zelfstandig.
Bonkaarten
We hebben ons al die jaren zelf
kunnen bedruipen, zonder de
steun van het 'Nationale Steun
fonds' dat illegale activiteiten fi
nancierde. Alle acht waren we óf
in loondienst óf zelfstandig on
dernemer. Zelf waren we dus
niet aangewezen op de op
brengst van het blad. Gemiddeld
werd er wekelijks twee, drie dub
beltjes voor 'Het Dagelijks
Nieuws' betaald, daarmee dek
ten v/e de kosten. Maar er waren
ook veel mensen die méér gaven.
Op het laatst ontvingen wij zo
veel, dat we met het geld ook nog
onderduikhulp hebben kunnen
financieren.
Als vanzelf rolde je zo van het
een in het ander. Punt één, zei
Korthals altijd, zijn we als pers
verantwoordelijk voor de ver
schijning van het blad. Kunnen
wij daarnaast nog andere activi
teiten ontplooien, dan is dat mee
genomen. Het greep allemaal in
elkaar, mijn ouders gaven bij
voorbeeld onderdak aan twee
joodse mensen. Had je bonkaar
ten nodig, dan ging je naar de
groep-Talboo in Oegstgeest. KP-
ers waren dat, die hadden die
bonkaarten bij overvallen buit
gemaakt. Met 150 bonkaarten
ging je dan over straat. Geen pro
bleem, die stopte je gewoon in je
kousen. Je moest alleen uitkij
ken bij de spoorwegovergang
aan de Rijnsburgerweg, daar wil
den de Duitsers weieens contro
leren.
Had je onderduikadressen no
dig, dan kwam je bij de kerk te
recht. Bij Ron van Heusden.
Stoffels zorgde voor de 'Aus-
weièe'. Een bureau kon zo
slecht niet zijn of Stoffels vond
wel een lek. Overal had hij rela
ties. Op het arbeidsbureau kende
hij bijvoorbeeld Smit, een amb
tenaar die puur goed was. Door
diens medewerking zijn daar
heel wat arbeidsdossiers de deur
uit gegaan. Zelf had ik in 1943
een aanzegging van het arbeids
bureau ontvangen. Ik moest naar
Frankfort, maar op het moment
dat ik die aanzegging kreeg wist
ik dat ik niet zou gaan. Daar zorg
de Stoffels wel voor. Toch heb ik
nog een formulier ingevuld,
want wie zichzelf meldde kwam
in aanmerking voor textielbon-
Contacten
Van wat in Leiden gebeurde of
te gebeuren stond, waren wij bij
na altijd op de hoogte omdat
Stoffels bij alle instanties goed
was ingevoerd. Net als mr. Van
Stralen en Talboo, de andere
Klap
toonaangevende figuren van het
Leidse verzet. Contacten waren
er bij de Leidse poütie, die zich
in het algemeen behoorlijk heeft
gedragen. Er waren wel fouten
bij, maar de meesten waren
goed. Hoofdinspecteur Hofstee
bijvoorbeeld. Hij kwam niet ver
trouwenwekkend over, hij was
het wel. Hij tipte ons geregeld,
zoals ook wethouder Verwey.
Als enige van het toenmalige col
lega van B en W was hij blijven
zitten. Na de oorlog zijn vele
mensen aangesproken op het feit
dat ze op hun posten waren blij
ven zitten. Maar er waren er ook,
die goed werk hebben gedaan.
Verwey was daar één van.
Tot op de dag van vandaag
vraag ik me af hoe Stoffels er in
is geslaagd een lek te vinden bij
de SD, bij de Sicherheitsdienst.
Het typeerde het niveau van die
man. Niet voor niets is hij na de
oorlog tot directeur van het Na
tionaal Volksherstel benoemd,
niet voor niets heeft-ie onder
meer ook een hoge Israëlische
onderscheiding gekregen. Twee
keer ben ik met de tram naar het
Binnenhof gegaan, naar de SD.
Stoffels had me een pakje mee
gegeven. Het was verzegeld. "In
handen van Herr Wohldeit",
stond er in het Duits op geschre
ven. Er zat kaas in, en sigaren.
Voor de deur stonden twee Grü-
nen, die vroegen waarvoor ik
kwam. Ik zei dat, ze pakten de
telefoon, aan de andere kant van
de lijn werd gezegd dat mijn
komst werd verwacht. Nóg is het
me een raadsel hoe die SD-com-
mandant kon weten dat ik
kwam. Ik kreeg een envelop te
rug. Toen ik thuis kwam, zag ik
dat er 'Ausweise' in zaten.
Daarna ben ik nog eens ge
gaan. Nadat ik me op het Bin
nenhof had gemeld, moest ik
mijn persoonsbewijs afgeven en
wachten. Ergens in een hoek van
de wachtkamer zag ik foto's han
gen. Ik keek ernaar, het waren
portretten van hele grote jongens
uit het verzet die werden gezocht
in verband met een overval. Van
der Veen bijvoorbeeld. Op hun
hoofden stonden vele guldens.
Opeens kreeg ik een geweldige
klap voor m'n kanis, op luide
toon werd gevraagd wat ik daar
deed. Gelukkig heb ik duidelijk
kunnen maken dat ik voor Wohl
deit kwam, maar voor mij was
het wel de laatste keer dat ik naar
de SD was gegaan. Ik durfde niet
In al die jaren heb ik één grote
angst gehad. Dat ik opgepakt zou
worden en na de nodige marte
lingen mijn mond open zou
doen. Bij wijze van spreken elke
minuut van de dag hield ik daar
rekening mee. Helden zijn we
niet geweest, dat zijn degenen
geweest die voor het executiepe
loton hebben gestaan. Maar we
hebben wel veel meegemaakt.
Oktober '44 kregen wij huis
zoeking, het hele blok was trou
wens afgezet, elk huis werd uit
gekamd. Bij ons thuis lag veel
belastend materiaal, bovendien
waren er twee joden in huis met
hartstikke valse papieren. Ge
lukkig hebben ze die mensen
niet ontdekt, omdat ze het. zeil
niet optilden. Daaronder was het
vluchtgat. Kort daarop bleek
waarom die actie op touw was
gezet. Vanuit een huis aan de
Lammenschansweg was er ra
diocontact met Lopden onder
houden. Een paar dagen daar
voor hadden wij een peilwagen
van de SD gezien, maar helaas
wisten we niet dat Erik van
Leeuwen vanuit die woning zijn
uitzendingen verzorgde. Zouden
we dat wel hebben geweten, dan
hadden we die jongen kunnen
waarschuwen. Nu werd hij aan
geschoten en het huis opgebla-
Inval
Als door een Godswonder heb
ben we zelf een inval van de
Landwacht overleefd. Eén van
de jongens die toen bij Van Wei
zen werkte, Chaudron, was in de
Doezastraat aangehouden. In
zijn kruiwagen lag gesneden pa
pier, hij was op weg van het Ra
penburg naar de Jan van Hout
kade. Bij hoog en bij laag hield
Chaudron vol dat dit papier be
stemd was voor de vervaardiging
van blocnotes. Ze geloofden die
knaap niet, ze waren er zeker van
dat het papier bestemd was voor
de illegale pers. Ze gingen met
hem mee.
Dirk van Weizen, mijn vader
en ik waren net klaar met draai
en toen er op de achterdeur werd
gebonsd, aan de zijde van de
Hoefstraat. 'Openmaken', werd
er geschreeuwd, we wisten met
een dat het foute boel was. De
tróep hadden we nog niet opge
ruimd, het enige wat er op zat
was al het papier onder de snip
pers te gooien. De Landwacht
bleef intussen maar bonzen op
die deur. En dat, terwijl de sten
cilmachine er nog stond. Met
stencil en al. Mijn vader heeft
toen de kist gepakt waarop die
machine stond. Hij kreeg in eer
ste instantie die kist niet over de
machine, toen is hij er met z'n he
le lichaam op gaan hangen. Uit
eindelijk heb ik de balk van de
deur gedaan, ik kreeg meteen
een geweldig pak rammel van
landwacht Bos. Die ploert heeft
me toen doof geslagen, daar
heeft-ie na de oorlog nog een
paar jaar cel in Leeuwarden voor
moeten opknappen. Ze bleven
maar vragen of dat papier be
stemd was voor het stencillen
van een krant, beneden hebben
ze ook de hele zaak doorzocht.
Maar ze konden niks vinden,
hoewel ze met hun handen toch
door die papiersnippers woel
den. Naar die kist keken ze niet
om. Ze waren niet zo intelligent,
die schoften in die zwarte pak
ken hadden goddank het zwarte
garen niet uitgevonden. Mijn va
der was van die inval zo ge
schrokken dat-ie dagen niet
heeft kunnen lopen. De schrik
was in z'n knieën geslagen.
Onvoorstelbaar
Eigenlijk is het onvoorstelbaar
dat 'Het -Dagelijks Nieuws' is
kunnen uitkomen, zonder dat er
ooit iemand is gepakt. Want het
was soms bloedlink. Op Dolle
Dinsdag bijvoorbeeld stond ik
bevrijdingsnummers uit te delen
op de brug van de Doezastraat.
Voor die speciale gelegenheid
hadden we onze krant laten
drukken bij de firma Groen.
Kwam 's middags Stoffels naar
me toe: „Joh, het is helemaal niet
waar, we zijn niet bevrijd". Ik
heb toen een tijdje ondergedo
ken gezeten bij Korthals, Stoffels
vond het beter dat ik mij niet op
straat vertoonde. Maar af en toe
deed ik dat toch, dan deed ik
vrouwenkleren aan en een
hoofddoekje om. Ik zorgde er
wel altijd voor dat er een vrouw
bij was, die liet ik dan het woord
doen. De vrouwen hebben- een
heel groot aandeel gehad in ons
verzet, zonder hen was het een
onmogelijke zaak geweest.
Met ons blad hebben wij niet
alleen bijgedragen aan de
nieuwsvoorziening die op het
laatst net zo belangrijk was als
voedsel, we hebben de mensen
ook moed ingesproken. Maar ik
ben ervan overtuigd dat de be
vrijding geen twee maanden la
ter had moeten komen, want de
mensen raakten uitgeput. Geen
dag langer dan we zelf nodig
vonden, zijn we met 'Het Dage
lijks Nieuws verschenen.
Na het nummer v,
mei 1945 zagen wij c
taak als volbracht.
Volgende week deel 3 en slot:
De nasleep.