"Nieuws was net zo belangrijk als voedsel' Leiden en het verzet (2) HET DAGELIJKS NIEUWS T>T> ZATERDAG 19 JANUARI 1985 EXTRA PAGINA 21 A A Het begon op die ju- J nidag van 1943 alle maal met het overty pen van de mededelingen van Radio Oranje. In negen- of tienvoud. Dat blaadje zou uitgroeien tot een gestencild blad dat onder welke om standigheid dan ook dage lijks in Leiden en omstreken verscheen. Onder de naam 'Het Dagelijks Nieuws', in een oplage van 10000 exem plaren. In de oorlogsjaren werkte ik op het kantoor van de firma Wij ten- burg, de Edelachtbare Sigarenfa brieken aan de Oosterkerkstraat. Elke morgen fond half tien kwam daar een man, Eeckelaert heette hij. Die kwam steeds een blaadje brengen dat was be stemd voor mijn chef. In het be gin werd daar nogal geheimzin nig mee gedaan. Het bleek om oorlogsnieuws te gaan. De bren ger liep dus groot risico. Maar Stoffels, mijn chef, kende zijn mensen van haver tot gort. Die liet dat nieuws al spoedig onder het kantoorpersoneel circuleren. Het bleef niet bij lezen alleen. Stoffels liet mij dat nieuws vele tientallen malen overtypen. Na dat Eeckelaert daar toestemming voor had gegeven, werden die mededelingen ook onder familie leden en kennissen verspreid, zo dat mijn werk op het laatst in hoofdzaak bestond uit het over typen van het Radio Oranje- nieuws dat door Eeckelaert was opgevangen. Mede als gevolg van de ver minderde aanvoer van grond stoffen was de sigarenfabricage eind '43 behoorlijk teruggelopen. Van de produktie werd boven dien nog een groot deel gevor derd door de Duitsers. Ze pikten- alles in, we draaiden eigenlijk al leen nog voor de Wehrmacht. Daar moeten we wat aan doen, hebben we toen gezegd. In die si garen werd hop gestopt. Bij het verladen werd ook gesaboteerd. Dat werd op zo'n ruwe manier gedaan dat de sigaren meer ka pot dan heel Duitsland bereik ten. Het vervelende was dat de Duitsers behalve in tabak en si garen ook in mensen geïnteres seerd waren. Vanwege de ar beidsinzet. Toen, amper 20 jaar, merkte ik pas goed dat er oorlog Het produktiepersoneel liep in aantal sterk terug. Hoe Stoffels ook probeerde 'Ausweise' voor zijn mensen te versieren, hij slaagde daar in lang niet alle ge vallen in. Daarom verdwenen die mensen naar veiliger plaatsen. Zelf heb ik het toen meerdere malen meegemaakt dat een Duit se mensen werver voor mijn bu reau stond te tieren dat ik al lang en breed in Duitsland aan het werk had moeten zijn. Respect Ik was in het bezit van een bij zonder 'Ausweis'. Stoffels, mijn chef, had dat persoonsbewijs voor mij geregeld. Bijzonder 'Ausweis' of niet, na weer zo'n bezoek van die Duitse mensen- werver achtte Stoffels het beter dat ik mijn activiteiten elders ging voortzetten. Het overtypen van die mede delingen op doorslagpapier was trouwens een zinloze bezigheid geworden. De vraag naar het blad was intussen zo groot ge worden dat er niet meer aan kon worden voldaan. Op kantoor stond een oud stencilmachine, er lag bovendien een grote voor raad stencilpapier. Daar mocht ik van Stoffels gebruik van ma ken, zodat ik nog maar één sten cil hoefde te tikken. De machine deed de rest. Aan de vraag naar het blad kon zodoende op grote re schaal worden voldaan. Alles moest wel met de groot ste omzichtigheid gebeuren. Vooropgesteld, mijn werkgevers waren uit het goede hout gesne den. Maar ze mochten niet weten wat er op hun kantoor gebeurde. Zo min mogelijk mensen trou wens. Het parool was: 'Mond dicht, ogen en oren open'. Je liep immers de kans ontdekt te wor den door de bezetters of hun handlangers. En de represaille maatregelen logen er niet om, in die dagen. Mij had het de kop kunnen kosten, het bedrijf zou in één klap zijn afgeschreven. Daarom zijn machine en pa pier naar mijn ouderlijk huis aan de Kastanjekade overgebracht. De consequentie daarvan was, dat het risico bij mijn ouders kwam te liggen. Daartegenover stond dat ik niet langer het ge vaar liep op kantoor voor de ar beidsinzet in Duitsland te wor den opgepakt. Journalist Het blad groeide zo onstuimig dat het Eeckelaert en mij uit de hand dreigde te lopen. Daarom schakelden wij al gauw familiele den en bekenden in bij de pro duktie. Op zekere dag kwamen we in contact met een echte jour nalist. Met Korthals van de NRC, dé latere minister. Hij werd de verantwoordelijke man voor de selectie van het nieuws, voor de inhoud van de commentaren. De heer Lina van de Leidsche Post werd benaderd voor het opne men van de uitzendingen van Geheel naar de ideeën van ontwerper Joseph Goebbels plette de Nazi-propagandamachine ook de Nederlandse pers onder de pers der gelijkschakeling. Een beperkt aantal 'traditionele' kranten hield op te bestaan, vele schreven kortere of langere tijd datgene wat de Duitse wetten voorschreven. Uit protest tegen dat geweld tegen de waarheid verspreidden gaandeweg de Tweede Wereldoorlog groepjes mensen clandestien de berichten van Radio Oranje en de BBC. Alleen al in Leiden verschenen een stuk of 10 illegale bladen. Zoals onder meer 'Het Dagelijks Nieuws'. Een van de acht makers is nog in leven. Veertig jaar heeft hij gezwegen, „omdat ik niet zo de behoefte voelde te praten over dat verleden dat diep in mijn persoonlijkheid heeft ingegrepen". Zijn groeiende ergernis over „sterk geromantiseerde films die nog geen tiende van de waarheid bevatten" bracht hem op andere gedachten. Onder beding van blijvende anonimiteit vertelt Leo zijn waarheid. Meestal ingetogen, soms emotioneel. Op deze pagina staat zijn relaas integraal afgedrukt. m fp M 'f'j? V <V ,7 "Vv BH ?*- H V»3 DINSDAG. 5 SEPTEMBER 1944. Radio Orsrje een toespraak gehoude» t de Neder- 2e Jaargang, No. 76. Minister Ggrbrandy heelt gisterenavond vc landsche bevolking, waai in hij o.n. mededeelde Nu de Geallieerde legers op onweerstaanbare wijze de Nederfandschc grenzen overschreden hebben, ban ik er van overtuigd dat gij heft een hartelijke en waardige ontvangst zult bereiden, wefke zij verdienen als bevrijders van ons (and en de vcreiettghvg van den tiran. Het uur van de bevrijding heeft geslagen, weldra 2af onze geliefde VorttftS tcrugkesrén en een inhlg dankgebed Stijgt op töt God. nu hij ons van zoo'r. groote en bittere rïöod heeft verlost en die er niet rnear Zijn en viel aft v; die Rog zuchten oridér de tl réi leed niet voorbij, veler? naven krachtsitvspai vóórkomen, wig wil kastijden. Er' Zal vréugde rijn, doch lood c r onze goede zaak er ook voof da landgenocten. in Nederiandsr.h tndië van dsn vijand, en smachtend uitzien naar hun bevrijding. Nog is aH< i levon en nóg velen zullen kan leven later, en er zal eer, nieuws en 'aatsti t (vooral var, de ambtenaren tri Overheidsdienst) Om alle misdaden t* door Gerard van Putten de Doitschers fft de instate oogunbiikkun ïOfien begaan. Alle verzetg roepen zijn nu in lem'ud en vallen onder de wetten van hut internationale recht. Landgenooten dit zijn aroote dagën in 44 geschiedenis van ons volk, het zal van elks vrouw er, elke man afhangen hoe het nageslacht fater over ons za? oordeelen. Wees ordelijk en gedicipKneerd, gedraagt U naar de instructie van Uw Leiders, svat nu gebeuren gaat zal langer, tijd het stempel drukken op ons geheefe volk. Nederland herrijst, moge het zijn (it voilé groötneid. Prins Bern hard heeft hetvólger.de bekend gemaakt aan de Nedc-rlandschr: binnen landsche strijdkrachten Officieren, onderofficieren en manschappen van het Nedcriandtcfie Leger er> Marine mogen, Indien zij beschikken Over een uniform, desè nog niet aantrekken. Generaal Eisenhower heeft «Is téren du volgende boodschap gezonder) aan de Rotterdam scha bevolking. Ik Vórsoek het personeel var? den Havendienst èn Spoorwegen te Rotterdam ter beschikking te blijven tr> de buurt tv?,ar zij werkzaam waren, er voor zorg ie dragen, dat spoorwegen, locomotieven, spoorwagons, stljgecs, kranen, openho.re bedrijven en brandweerlRStafh rij bij de komst var. de Geallieerde troepen oOgenb'ikke! houden van dé gelegde iandmiine:~- rhuld-g uU beschadiging gevrijwaard bh'jvi ïéf ift. dienst gesteld kannen worden. Tevens in de Rotterdamsche watéren. De bevolking «dé schakelaars en handels aar. te raken. 20ndcr een De kern van 'Het Dagelijks D'uitichers gelegerd zijn geweest, is hoogst Duitsche.-s weg zijn, op c-en duidelijke wijze (door .Bnbilkkèl'ijk wordéö gerapporteerd aar. de Geallieerde commandanten, nen opstand. Alles moet geschieden in samenwerking met de Leiders il Elsenhower hoeft de volgende nedededing uitgevaardigd» Daar de rs Ik niet Ir de gelegenheid persoonlijk tor, U te spreken om U mede ;nburg is gekomen. Ir de eerste plaats zal de cerugtrekker.de «ld. Ik hoop, dat U de beproeving ïal doorstaan, welke dit :He volk zeg fk. dat uw gedrag in deze moeilijken tijd, voorbeeldig Is Ierland U kunt c op tekenen, dat het «ar van de bevrijding voor U "fiésche grens over getrokken er. hebben Breda bereikt. Zij rukker. '«rder noordwaarts getrokken hebben Antwerpen bezet. De nd meer in ik-igie. Verschillende steden werden bevrijd, o.m. Dultschers welke waren Ingesloten te Bergen zijn alle omchaee- r.st groots.snelheid op naar <ie Kanaal kust, Rljssel werd bevrijd, nietigd. itsche grens overschreden. Er wordt hevig gevochten, in het Rhone- n Rusland zijn gestaakt. De Dn itsche tresepen verlaten Finland, srder op ir. de richting van Belgrado. Volgens Dultsche berichten en betrekt dan weer de fabrieken, van uit Nederland n oen U naar bat Vaderiand terug te voeren. Een en am ike ziek tor, Dolle Dinsdag (5 september 1944): in de roes van de bevrijding. Radio Oranje en de BBC. Her man Meijer, in die dagen een heel bekend transportonderne mer in Leiden, werd onze man voor de inkt, het papier en de stencils. Een voortvarend man was dat, die Meijer. Met veel relaties. Hij kende bijvoorbeeld de heer Kort hals. Door hem leerden we ook de mensen van de firma Demme- nie kennen. Die zorgden voor een nieuwe stencilmachine, een Gestetner. En voor papier en inkt. Maar op een gegeven moment raakte die firma ook uitgeput. In ons blad plaatsten we dringende verzoeken om papier, stencilpa pier. Al spoedig moesten we vaststellen dat heel Leiden en omgeving was afgestroopt. Kaar sen voor onze luisterposten wa ren er ook niet meer te krijgen. Net zo min als petroleum om de stencils tussentijds te wassen, wat regelmatig moest gebeuren om het blad leesbaar te houden. Onze voorraad slonk met de dag, steeds meer vroegen we ons af hoe lang we het nog zouden kunnen volhouden. Mijn vader, die ook bij de produktie van 'Het Dagelijks Nieuws' was betrok ken, kon via zijn werkgever Groen papier leveren. Maar he laas, voor de stencilmachine was dat öf te dun öf te kalkhoudend. In elk geval ongeschikt voor ons doel. Voor de buitenwacht werkte ik al lang niet meer bij de firma Wij- tenburg. In werkelijkheid stond ik er nog steeds op de loonlijst. Mijn chef Stoffels sprak ik nog geregeld, zij het nog uitsluitend in zijn huis aan de Cronesteinka- de. Hij zat toen al tot over z'n oren in de illegaliteit, van hem hoorde ik ook dat er in de fabriek een grote partij papier lag opge slagen. Door de Duitsers in be slag genomen bij Sijthoff. Schildwacht Van mijn chef kreeg ik de sleu tel van de fabriek. Sijthoff had Stoffels gezegd dat-ie geen be zwaar had tegen het gebruik van dat papier. Op een zaterdagoch tend zijn we met drie man naar de fabriek gegaan. De vader van een vriendin van mijn zus had gezorgd voor een paard en wa gen. Aan de overkant van de straat was de meelfabriek van De Koster, voor de poort stond daar een Duitse schildwacht. We pro beerden zo min mogelijk opzien te baren, met het verstand op nul zijn we naar de zijkant van de fa briek gereden. Uit het zicht van die schildwacht hebben we de wagen volgeladen. Die bleek zo zwaar belast dat we op de terug weg het paard met man en macht hebben moeten helpen om de wagen over die vervloekte brug gen van de Oosterkerkgracht heen te krijgen. Een eeuwigheid leek het te duren, die rit door de stad via de Herengracht, Hoge- woerd en Steenschuur naar het Rapenburg. Daar zat de firma Van Weizen, daar werd het pa pier op maat gesneden. Je moest er altijd voor zorgen dat er niet te veel voorraad ge sneden papier was. De Duitsers en die ploerten van de 'Land wacht' wisten van ons bestaan. Zij kenden het formaat papier. De kern van 'Het Dagelijks Nieuws' bestond uit acht man. Maar 'Het Dagelijks Nieuws' was niet het werk van één of van acht man. We hebben veel hulp ge had, de saamhorigheid was groot. Want je had ook de men sen die zich bezig hielden met de verspreiding. De hoofdversprei- ders, die kende je. Maar wie al die andere bezorgers waren wis ten we niet. Wilden we ook niet weten. Hoe minder je wist, hoe beter het was. Maar ook die men sen hebben goed werk verricht in een organisatie, waarin ieder een wist wat-ie móést doen. 'Het Dagelijks Nieuws' werd gedra gen door de inzet van honderden onbekende, trouwe vrijwilligers die eerlijk en betrouwbaar wa- Luisterposten Wij makers van het blad draai den altijd in twee koppeltjes van drie of vier man. Twee man na men de radiowacht voor hun re kening, Eeckelaert en Lina. Wij maakten bewust gebruik van twee luisterposten. Viel de een uit, dan hadden we altijd die an der nog. 'Het Dagelijks Nieuws' is op vier punten in Leiden ge stencild: bij mij thuis op de Kas tanjekade, op de Jan van Hout kade, in een pakhuis op het Pie terskerkhof en aan de Vliet bij wasserij Van der Reijden. Er werd hevig naar ons gezocht, zo dra we merkten dat het link werd veranderden wij van adres. Het nieuws dat door Eecke laert en Lina was opgevangen, werd door Meijer of mij opge haald en per kruiwagen of trans portfiets gebracht naar het adres waar werd gestencild. De noti ties verborgen we in jutezakken. Vanuit Voorschoten kwam Kort hals naar het stenciladres om de aantekeningen uit te werken. Hij schreef z'n stukken met een pot lood, ik tikte alles uit, ik was de enige die kón tikken. Na verloop van tijd was er geen elektriciteit meer. Maar Meijer had zoveel relaties dat-ie toch weer kaarsen voor de luisterpos ten wist te versieren. Hij zag zelfs kans vanaf het slachthuis clan destien een lijntje naar Lina te leggen. Op het stenciladres be dienden we ons van dynamo's, die werden aangedreven door fietsen. Hoe slecht de toestand ook was, hoe bang we dikwijls ook waren, dagelijks kwamen we uit. Het kerstnummer van 1944 hebben we vervaardigd onder de meest beroerde omstandighe den. Er was geen eten, geen drin ken, bij gebrek aan brandstof was het ontzettend koud. Kort hals zei: 'We móéten hiermee ko men. Komen we niet met dat kerstnummer, dan strijden we voor een verloren zaak. Ondanks deze barre omstandigheden moeten we de moed er in hou den'. Eerlijk gezegd raakten we soms toch wel bevangen door twijfel, door angst vooral. Maar al barstten we dan van de kou en stierven we ook van de honger, we geloofden er in, we geloofden in God, dat hield ons op de been. We zijn doorgegaan. Zelfstandig. Bonkaarten We hebben ons al die jaren zelf kunnen bedruipen, zonder de steun van het 'Nationale Steun fonds' dat illegale activiteiten fi nancierde. Alle acht waren we óf in loondienst óf zelfstandig on dernemer. Zelf waren we dus niet aangewezen op de op brengst van het blad. Gemiddeld werd er wekelijks twee, drie dub beltjes voor 'Het Dagelijks Nieuws' betaald, daarmee dek ten v/e de kosten. Maar er waren ook veel mensen die méér gaven. Op het laatst ontvingen wij zo veel, dat we met het geld ook nog onderduikhulp hebben kunnen financieren. Als vanzelf rolde je zo van het een in het ander. Punt één, zei Korthals altijd, zijn we als pers verantwoordelijk voor de ver schijning van het blad. Kunnen wij daarnaast nog andere activi teiten ontplooien, dan is dat mee genomen. Het greep allemaal in elkaar, mijn ouders gaven bij voorbeeld onderdak aan twee joodse mensen. Had je bonkaar ten nodig, dan ging je naar de groep-Talboo in Oegstgeest. KP- ers waren dat, die hadden die bonkaarten bij overvallen buit gemaakt. Met 150 bonkaarten ging je dan over straat. Geen pro bleem, die stopte je gewoon in je kousen. Je moest alleen uitkij ken bij de spoorwegovergang aan de Rijnsburgerweg, daar wil den de Duitsers weieens contro leren. Had je onderduikadressen no dig, dan kwam je bij de kerk te recht. Bij Ron van Heusden. Stoffels zorgde voor de 'Aus- weièe'. Een bureau kon zo slecht niet zijn of Stoffels vond wel een lek. Overal had hij rela ties. Op het arbeidsbureau kende hij bijvoorbeeld Smit, een amb tenaar die puur goed was. Door diens medewerking zijn daar heel wat arbeidsdossiers de deur uit gegaan. Zelf had ik in 1943 een aanzegging van het arbeids bureau ontvangen. Ik moest naar Frankfort, maar op het moment dat ik die aanzegging kreeg wist ik dat ik niet zou gaan. Daar zorg de Stoffels wel voor. Toch heb ik nog een formulier ingevuld, want wie zichzelf meldde kwam in aanmerking voor textielbon- Contacten Van wat in Leiden gebeurde of te gebeuren stond, waren wij bij na altijd op de hoogte omdat Stoffels bij alle instanties goed was ingevoerd. Net als mr. Van Stralen en Talboo, de andere Klap toonaangevende figuren van het Leidse verzet. Contacten waren er bij de Leidse poütie, die zich in het algemeen behoorlijk heeft gedragen. Er waren wel fouten bij, maar de meesten waren goed. Hoofdinspecteur Hofstee bijvoorbeeld. Hij kwam niet ver trouwenwekkend over, hij was het wel. Hij tipte ons geregeld, zoals ook wethouder Verwey. Als enige van het toenmalige col lega van B en W was hij blijven zitten. Na de oorlog zijn vele mensen aangesproken op het feit dat ze op hun posten waren blij ven zitten. Maar er waren er ook, die goed werk hebben gedaan. Verwey was daar één van. Tot op de dag van vandaag vraag ik me af hoe Stoffels er in is geslaagd een lek te vinden bij de SD, bij de Sicherheitsdienst. Het typeerde het niveau van die man. Niet voor niets is hij na de oorlog tot directeur van het Na tionaal Volksherstel benoemd, niet voor niets heeft-ie onder meer ook een hoge Israëlische onderscheiding gekregen. Twee keer ben ik met de tram naar het Binnenhof gegaan, naar de SD. Stoffels had me een pakje mee gegeven. Het was verzegeld. "In handen van Herr Wohldeit", stond er in het Duits op geschre ven. Er zat kaas in, en sigaren. Voor de deur stonden twee Grü- nen, die vroegen waarvoor ik kwam. Ik zei dat, ze pakten de telefoon, aan de andere kant van de lijn werd gezegd dat mijn komst werd verwacht. Nóg is het me een raadsel hoe die SD-com- mandant kon weten dat ik kwam. Ik kreeg een envelop te rug. Toen ik thuis kwam, zag ik dat er 'Ausweise' in zaten. Daarna ben ik nog eens ge gaan. Nadat ik me op het Bin nenhof had gemeld, moest ik mijn persoonsbewijs afgeven en wachten. Ergens in een hoek van de wachtkamer zag ik foto's han gen. Ik keek ernaar, het waren portretten van hele grote jongens uit het verzet die werden gezocht in verband met een overval. Van der Veen bijvoorbeeld. Op hun hoofden stonden vele guldens. Opeens kreeg ik een geweldige klap voor m'n kanis, op luide toon werd gevraagd wat ik daar deed. Gelukkig heb ik duidelijk kunnen maken dat ik voor Wohl deit kwam, maar voor mij was het wel de laatste keer dat ik naar de SD was gegaan. Ik durfde niet In al die jaren heb ik één grote angst gehad. Dat ik opgepakt zou worden en na de nodige marte lingen mijn mond open zou doen. Bij wijze van spreken elke minuut van de dag hield ik daar rekening mee. Helden zijn we niet geweest, dat zijn degenen geweest die voor het executiepe loton hebben gestaan. Maar we hebben wel veel meegemaakt. Oktober '44 kregen wij huis zoeking, het hele blok was trou wens afgezet, elk huis werd uit gekamd. Bij ons thuis lag veel belastend materiaal, bovendien waren er twee joden in huis met hartstikke valse papieren. Ge lukkig hebben ze die mensen niet ontdekt, omdat ze het. zeil niet optilden. Daaronder was het vluchtgat. Kort daarop bleek waarom die actie op touw was gezet. Vanuit een huis aan de Lammenschansweg was er ra diocontact met Lopden onder houden. Een paar dagen daar voor hadden wij een peilwagen van de SD gezien, maar helaas wisten we niet dat Erik van Leeuwen vanuit die woning zijn uitzendingen verzorgde. Zouden we dat wel hebben geweten, dan hadden we die jongen kunnen waarschuwen. Nu werd hij aan geschoten en het huis opgebla- Inval Als door een Godswonder heb ben we zelf een inval van de Landwacht overleefd. Eén van de jongens die toen bij Van Wei zen werkte, Chaudron, was in de Doezastraat aangehouden. In zijn kruiwagen lag gesneden pa pier, hij was op weg van het Ra penburg naar de Jan van Hout kade. Bij hoog en bij laag hield Chaudron vol dat dit papier be stemd was voor de vervaardiging van blocnotes. Ze geloofden die knaap niet, ze waren er zeker van dat het papier bestemd was voor de illegale pers. Ze gingen met hem mee. Dirk van Weizen, mijn vader en ik waren net klaar met draai en toen er op de achterdeur werd gebonsd, aan de zijde van de Hoefstraat. 'Openmaken', werd er geschreeuwd, we wisten met een dat het foute boel was. De tróep hadden we nog niet opge ruimd, het enige wat er op zat was al het papier onder de snip pers te gooien. De Landwacht bleef intussen maar bonzen op die deur. En dat, terwijl de sten cilmachine er nog stond. Met stencil en al. Mijn vader heeft toen de kist gepakt waarop die machine stond. Hij kreeg in eer ste instantie die kist niet over de machine, toen is hij er met z'n he le lichaam op gaan hangen. Uit eindelijk heb ik de balk van de deur gedaan, ik kreeg meteen een geweldig pak rammel van landwacht Bos. Die ploert heeft me toen doof geslagen, daar heeft-ie na de oorlog nog een paar jaar cel in Leeuwarden voor moeten opknappen. Ze bleven maar vragen of dat papier be stemd was voor het stencillen van een krant, beneden hebben ze ook de hele zaak doorzocht. Maar ze konden niks vinden, hoewel ze met hun handen toch door die papiersnippers woel den. Naar die kist keken ze niet om. Ze waren niet zo intelligent, die schoften in die zwarte pak ken hadden goddank het zwarte garen niet uitgevonden. Mijn va der was van die inval zo ge schrokken dat-ie dagen niet heeft kunnen lopen. De schrik was in z'n knieën geslagen. Onvoorstelbaar Eigenlijk is het onvoorstelbaar dat 'Het -Dagelijks Nieuws' is kunnen uitkomen, zonder dat er ooit iemand is gepakt. Want het was soms bloedlink. Op Dolle Dinsdag bijvoorbeeld stond ik bevrijdingsnummers uit te delen op de brug van de Doezastraat. Voor die speciale gelegenheid hadden we onze krant laten drukken bij de firma Groen. Kwam 's middags Stoffels naar me toe: „Joh, het is helemaal niet waar, we zijn niet bevrijd". Ik heb toen een tijdje ondergedo ken gezeten bij Korthals, Stoffels vond het beter dat ik mij niet op straat vertoonde. Maar af en toe deed ik dat toch, dan deed ik vrouwenkleren aan en een hoofddoekje om. Ik zorgde er wel altijd voor dat er een vrouw bij was, die liet ik dan het woord doen. De vrouwen hebben- een heel groot aandeel gehad in ons verzet, zonder hen was het een onmogelijke zaak geweest. Met ons blad hebben wij niet alleen bijgedragen aan de nieuwsvoorziening die op het laatst net zo belangrijk was als voedsel, we hebben de mensen ook moed ingesproken. Maar ik ben ervan overtuigd dat de be vrijding geen twee maanden la ter had moeten komen, want de mensen raakten uitgeput. Geen dag langer dan we zelf nodig vonden, zijn we met 'Het Dage lijks Nieuws verschenen. Na het nummer v, mei 1945 zagen wij c taak als volbracht. Volgende week deel 3 en slot: De nasleep.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21