'Een feest, als
je zulk dankbaar
werk mag doen'
Synodebestimr besluit tot deelgemeente Katwijk
Baggeraar 'mijnheer Jan' van Oord stapt op
'Dienstbaarheid is
nog geen slaafsheid'
MAANDAG 14 JANUARI 1985
PAGINA 17
„Mijnheer Jan" van Oord, lid van de raad van bestuur
van de Van Oord Groep NV in Odijk, neemt afscheid als
directeur. Van Oord is werkzaam in de natte aannemerij:
baggerwerk en kust- en oeverwerk. Ter gelegenheid van
het afscheid gaven het Utrechts Symfonie Orkest en de
Utrechtse Oratorium Vereniging vorige week een con
cert in het Muziekcentrum in Utrecht. Het voltallig per
soneel, voor zover niet ver weg in de wereld aan het
werk, was daarvoor uitgenodigd evenals vele relaties
van Van Oord. Het idee voor een afscheidsconcert is van
Van Oord zelf afkomstig: „Boze mensen hebben geen lie
deren", meent hij met Luther.
Odijk Wij zijn gewaarschuwd.
Door de ondernemingsraad: „Hij
is een markante man van de ou
de stempel. Voert een autocra
tisch leiderschap in het bedrijf.
Wil de mensen van hoog tot laag
kunnen dirigeren, direct kunnen
bereiken. Toch is hij erg geliefd.
Men vindt dat hij goed leiding
geeft. Hij voert een sociaal perso
neelsbeleid, en in zijn zaken
doen blijken voortdurend zijn
durf en moed. In plaats van veel
dividend voor de familie op te ei
sen, doet hij grote investerin
gen".
Door de vakbond: „Hij is ui
termate vriendelijk, en gaat er
vanuit dat iedereen zijn eigen rol
heeft te vervullen in de samenle
ving. Zo vindt hij die vakbonds
jongens wel aardig, maar als hij
ze niet nodig heeft ziet hij ze bui
ten het bedrijf te houden".
Door collega-baggeraars: „Een
originele man, die dingen pro
beert in gang te zetten waar an
deren met een boog omheen zou
den lopen. Hij weet anderen mee
te krijgen, en is soms een beetje
koppig en eigenwijs. Hij komt
uit een streng christelijk milieu,
maar is geen stijve man. Eerder
bourgondisch".
Gedichten
het
derijehmet afbeeldingen van
werk, een antiek stuurwiel
kompas en in het midden een k<
lossale ficus benjamin. „U
heimwee naar de Biesbosch
zegt Van Oord. De Biesbosch
zijn geboortestreek. Daar begon
de Van Oorden in de water- ties...
peld. Ik voel mij in de lijn van
mijn vader en grootvader".
Vader en moeder Van Oord
kwamen naar Utrecht, naar de
Prins Hendriklaan. Later ging
het kantoor naar de Weg naar
Rhijnauwen. Twaalf jaar geleden
verhuisde het hoofdkantoor naar
Odijk.
Oorlog
„Mijnheer Jan" haalde in de
oorlog zijn hbs-diploma. Van stu
deren kwam het niet, want voor
het tekenen van een loyaliteits
verklaring voelde hij niet. Met
zijn broer ging hij strandhoofden
repareren in Ouddorp op Goeree,
maar na een oproep voor werk in
de Duitse mijnen dook hij onder
in Werkendam.
door
Nel van Bemmel
Pas na de oorlog leerde Jan
van Oord de waterbouw goed
kennen. Officieel met de titel van
directeur („Maar dat was direc
teur over niet zoveel") ging hij
werken als assistent-uitvoerder
in het rijswerk van Westkapelle:
de helling van de dijk onder wa
ter moest met zinkstukken (ma
trassen van wilgenhout) worden
beschermd tegen de stroom. Van
Oord: „Ik was verliefd op Wal
cheren. Ken je dat gedicht van
Jan Carnpert „De tuin van Ne
derland"? Dat is Walcheren, zo
beminnelijk, zo fijn van propor-
bouw. Maar in plaats van
bagger, komen we over gedich
ten van Gerrit Achterberg en tek
sten van Abraham Kuyper te
spreken. „Ik ga 's avonds niet
naar bed voordat ik een gedicht
heb gelezen. Dan steek ik een si
gaartje op, en snoep ik aan een
gedicht. Daar geniet ik van, lezen
is een volstrekte ontspanning
voor me. Ik heb een bibliotheek
van tweeduizend boeken".
„Als je alleen met modder om
gaat, wordt het leven wel een
beetje klein, vind je niet? Ik kan
niet anders leven. Ik houd van
een goed gedicht, een goed boek,
een mooi schilderij, een goed
stuk muziek. Toch heb ik altijd
heel intensief gewerkt, een werk
week van zestig uur was nor
maal. Dat kon dank zij een zeer
goede vrouw. Zij is mijn steun,
mijn roer, mijn koningin".
Gereformeerd
Jan van Oord heeft een gere
formeerde opvoeding gehad.
„Dat is een feestelijke ervaring.
Ik weet wel dat Wolkers, 't Hart,
Lammers, Van der Doef en Den
Uyl daar anders over denken.
Maar ik vind dat het je bevrijdt,
dat het je ruim maakt en stabili
teit geeft in het leven. Het wekt
ook een brede belangstelling.
Wat hebben wij niet gezongen
vroeger in huis! Het is goed voor
je muziekkennis".
Het gereformeerde nest van
Van Oord en de kinderrijke ge
zinnen in de familie spelen een
belangrijke rol in de geschiede
nis van de Van Oord Groep.
„Mijn beide grootvaders werden
op straat geschopt door de grote
heren in ons dorp. Werkendam.
De ene omdat hij niet op zondag
wilde werken, de ander omdat
hij een school met do bijbel op
richtte. Zo zijn beide gedwongen
tot zelfstandigheid gekomen.
Daarbij kwam het Reveil van
Abraham Kuyper, waardoor het
gewone volk werd gewekt, leer
gierig gemaakt. Mijn vader be
gon met drie broers het „oude
bedrijf', Gebroeders Van Oord
in Werkendam. In '48 gingen die
broers om zakelijke redenen uit
elkaar, en zo is Van Oord Utrecht
geboren. Dat waren mijn vader
en zijn broer Goof
„Die bittere geschiedenis van
mijn grootvaders en de worste
ling tot zelfstandigheid heb ik
meegekregen. Ik kom uit het
dorp waar dat verhaal nog leeft.
Het heeft mijn jeugd gestem-
In vijf jaar tijd leerde hij het
vak. „Ik ben dankbaar dat de se
nioren, die ons moesten erken
nen als „bazenzoontjes", want
dat waren we, ons het vak heb
ben bijgebracht. Maar ook voor
wat ze uit mijn hart hebben ge
timmerd: hoogmoed".
Van Oord: blij met gereformeerde opvoeding
Met het werken mee, reisde
Jan van Oord door het land. Wo
nend op een woonark, die hij
steeds meesleepte. Tijdens een
werk op Vlieland trouwde hij.
Zijn vrouw volgde hem op de
woonark, tot na de geboorte van
het vierde kind.
Er is weinig voor nodig „mijn
heer Jan" tot ontstuimig enthou
siasme te brengen. Dat gebeurt
als de fotograaf vertelt op Vlie
land te zijn geboren. Van Oord
kan er niet over uit: ze kennen
dezelfde mensen, dezelfde plek
ken, hetzelfde vergezicht" „waar
van Rembrandt een schilderij
zou maken".
„Het leven is mooi", stelt Van
Oord vergenoegd vast, „maar je
moet het met zorg behandelen".
Midden-Oosten
In 1955 werd de woonark wat
klein. Het gezin vestigde zich in
De Bilt. Van Oord ging op het
kantoor werken. Zijn oudere
broer Goof richtte zich op expan
sie in België en Duitsland, zijn
jongere broer Koos (nu presi
dent-directeur) later op uitbrei
ding over de hele wereld, onder
meer in het Midden-Oosten. Nu
komt zo'n 60 procent van de om
zet van Van Oord uit het buiten
land. Jan zou zich met het in Ne
derland werkende bedrijf bezig
houden. Dat kreeg een geweldi
ge hoeveelheid werk door de wa
tersnoodramp in 1953. Veel op
drachten voor bodebezinkingen,
allemaal kust- en overwerk. „Dat
gaf een explosie voor het be
drijf'.
Pas in 1955 begon Van Oord
met baggerwerk. „Wij beseften:
de rijswerkers zijn de infanteris
ten van de waterbouw, de bagge
raars zijn de officieren. Wij wil
den proberen die officieren te
worden en niet altijd blijven
ploeteren bij de infanterie". Van
oord waagde sprong naar het
baggeren met één scheepje, maar
noemt zich nu met zijn in
Utrecht geregistreerde cutter- en
hopperzuigers (baggervaartui-
gen) „de enige zeevarende rede
rij van Utrecht".
Zeker gezien de malaise in de
baggerbranche, gaat het de Van
Oord Groep goed. In het afgelo
pen jaar, bij een omzet van onge
veer 235 miljoen gulden, was de
nettowinst wat lager dan de 11,8
miljoen gulden in '83, maar toch
nog „zeer bevredigend. Het was
een goed jaar, wij zijn erg dank
baar", zo vat Van Oord de resul
taten samen.
Zondagskind
„Mijnheer Jan" kijkt met vol
doening terug op zijn loopbaan.
„Ik ben een zondagskind, een
dankbaar mens", zegt hij. „Als je
zo'n bedrijf, in een team van spe
cialistische individuen mag bun
delen, werken mag voltooien die
zichtbaar zijn, dat is boeiend. Het
is een feest als je zulk zinvol
werk mag doen".
Nu is hij 62, en wil hij wel weg.
„Dit bedrijf vraagt volledige
Mijn broers zijn hon
derd dagen per jaar in het buiten
land. Als je voor zo'n functie be
taald wordt, moet je hem ook
doen. Ik voel dat ik slijt. Ik heb
niet meer de tomeloze energie
om door te drammen. Ik heb hier
40 jaar gewerkt. De opvolging is
geregeld. Waarom dan nog in
zo'n zaak blijven hangen? Ande
re dingen zijn ook boeiend".
Hij wordt commissaris van de
Van Oord Groep. Blijft voorzitter
van de werkgeversvereniging
„Centrale Baggerbedrijf'. Wil
veel lezen, misschien ook schrij
ven, in de tuin erken en is bereid
tot pro deo werk in christelijke
organisaties.
Jan van Oord neemt na het ge
sprek hartelijk afscheid. Pro
beert de verslaggeefster wat
wijsheid voor haar leven mee te
geven. De deur al open, heeft hij
nog één opmerking voor het arti
kel: „Stel niet de mens centraal.
Maar dat ik dankbaar ben. Geen
hoogmoed".
Piet van Zeil en het toerisme
De musea in Nederland zouden
meer geopend moeten zijn. Ook
in de avonduren van het vakan
tieseizoen. En waar ze één dag in
de week dienen te sluiten, het
liefst allemaal op dezelfde dag
van de week.
Dat is de zoete wens van staats
secretaris Piet van Zeil, die daar
echter geen goed voornemen
voor 1985 van kan maken. Deze
maatregel, dienstbaar aan de
vakantieganger, ligt buiten zijn
bestuurlijke mogelijkheden.
Van Zeii's verantwoordelijkhe
den liggen op het terrein van toe
risme en het midden- en kleinbe
drijf. Daarom kan hij opener pra
ten over de avond-opening van
winkels in onder meer de vakan-
tiegebieden.
Zodat de buitenlandse toerist
in Amsterdam, dat veertig pro
cent van de buitenlandse over
nachtingen boekt, 's avonds ge
zellig kan winkelen. Een advies
aanvrage voor een daartoe strek
kende verandering van de win
kelsluitingswet ligt bij de SER
en Van Zeil steekt niet onder
stoelen of banken, dat die avond
opening er mag komen: „Dan
ben je optimaal dienstbaar aan
de toerist. Dan ben je echt uit en
thuis tegelijk".
door
Wim Breedveld
Een andere reclameslogan van
de toeristische wereld maakt hij
zelf waar: vakantie in eigen land:
„Al zo lang als ik staatssecretaris
ben ga ik met mijn vrouw alleen
nog maar in eigen land op vakan
tie. Alle provincies trekken we
door. We wandelen veel, fietsen
regelmatig en zijn vaste bezoe
kers van met name de streekmu
sea geworden. Op deze manier
voed ik me met ideeën en in
drukken over het toerisme. Bo
venal voel ik me er prettig bij,
want er is in ons land voldoende
om van te genieten".
Één van de doelstellingen ach
ter het toeristische beleid van dit
kabinet is de verbreding en ver
betering van het toeristische pro-
dukt. Wat schort er dan aan dit
produkt? Van Zeil: „Als ik praat
over verbetering van het produkt
denk ik vooral aan verandering,
vernieuwing. De mensen willen
iets nieuws ervaren en iets an
ders ontdekken. Of bij een her-
halingsbezoek iets nieuws voor
gezet krijgen".„En dan is er na
tuurlijk de verandering naar een
meer actieve vakantie. Wat zon,
de zee en het strand was ooit ge
noeg voor de meeste vakantie
gangers. Nu is er een tendens
naar meer actie. Fietsen, wande
len, kanovaren. Daarin zijn ook
buitenlanders geïnteresseerd.
Van Zeil: 'Als iedereen van die
vijf weken vakantie nou een flink
deel in Nederland doorbrengt'
(foto GPD)
Japanse groepen, die fietsend
ons land doorkruisen, hebben
we al gehad. En ook Canadezen".
„En de derde verandering,
waarop zou kunnen worden in
gespeeld is de behoefte van de
mensen iets meer aan de vakan
tie over te houden. Het educatie
ve element. Daarom ga ik graag
naar een streekmuseum. Om
goed kennis te nemen van de his
torische achtergrond van het ge
bied".
Met name om dit element in
het toerisme bepleit Van Zeil in
zijn kortgeleden uitgebrachte
nota over het toerisme meer sa
menhang in het beleid. Onder
andere met het ministerie van
WVC (cultuur),. Een op het toeris
me inspelende openingstijd van
het museum is daar één voor
beeld van.
Verandering in de wereld van
uitgaan en ontspannen. Schort er
toch niet iets aan de kwaliteit
van de dienstverlening. De narri
ge ober? Van Zeil: „Er is al heel
ACHTERGROND
veel verbeterd. De horeca be
steedt daar zelf grote aandacht
aan. Hier en daar zal nog wel de
narrige ober, waarvan ooit minis
ter-president Van Agt sprak,
rondlopen. Zoals ook de narrige
klant de wereld nog mét uit is.
En er is ook best wat te verbete
ren aan de kwaliteit; tijdig onder
houd, een nieuw verflaagje, in
spelen op de minder validen of
attenter dienstbetoon".
„Dienstbaarheid jegens de an
der is geen vorm van slaafsheid.
Het is een hogere innerlijke
waarde van jezelf in de hoop en
het vertrouwen, dat een ander
dat in jouw respecteert. Ik voel
me ook prettig, wanneer ik er
gens op een vreemde kamer ver
welkomd word met een bloe
metje of stukje fruit".
Om die kwaliteit nog meer op
te voeren wordt daaraan met na
me in het horeca-onderwijs grote
aandacht besteed. „Als de men
sen er maar op bedacht zijn, dat
je nooit het eindpunt hebt be
reikt".
Van Zeil streeft niet naar een
positieve reisverkeersbalans.
"Dat zou een overschatting zijn
van de eigen mogelijkheden. We
willen alleen het verschil tussen
wat wij met zijn allen in het bui
tenland besteden en wat we hier
terugverdienen kleiner maken".
Dat streven heeft in ieder geval
in 1983 al succes opgeleverd. In
dat jaar gaven de Nederlanders
in het buitenland 9,2 miljard uit.
De buitenlanders brachten in
datzelfde jaar 4 miljard in Neder
landse laatjes. Het jaar daarvoor
was dat nog 9,3 miljard tegen 3,3
miljard.
Het nadelige verschil werd dus
teruggebracht van 6 miljard naar
5,2 miljard, maar dat is nog veraf
van de 3 miljard gulden, die Van
Zeil voor ogen staat. „We vragen
de mensen echt niet allemaal
hun hele vakantie in eigen land
door te brengen. Wel om van de
globaal vijf weken een flink deel
hier te besteden. Bovendien
moeten we ook zorgen dat de
mensen, die niet naar het buiten
land kunnen, hier ook de moge
lijkheden vinden. En we willen
meer buitenlanders naar hier ha
len, want dat is goed voor onze
werkgelegenheid".
Het kabinet heeft voor de ko
mende vijfjaar 331,5 miljoen uit
getrokken voor het toerisme.
Daarvan is 136,5 miljoen begroot
voor verbetering van het toeristi
sche produkt en 158 miljoen voor
werving en promotie. Dat wil
niet zeggen, dat nu ieder stadje,
regio of elke provincie met een
hand vol folders de Japanse of
Amerikaanse markt moet gaan
aflopen.
Van Zeil pleit voor gecentrali
seerde en geconcentreerde
aanpak. En professionele
aanpak. Met zijn allen Neder
land-promotie in het buitenland,
via het Nederlands Bureau voor
Toerisme. En als het kan in sa
menwerking met de promotie
van onze produkten en cultuur.
Als voorbeeld geeft hij de ge
slaagde Holland-actie in Koeweit
aan, die in twee jaar tijd heeft ge
zorgd voor verdubbeling van het
aantal vakantiegangers uit dat
land. Dat was toeristische promi-
tie gekoppeld aan exportbevor
dering.
Ook zal een professionalise
ring van de VW noodzakelijk
zijn en automatisering van de
boekings- en reserveringsbu
reaus. De plannen daarvoor lig
gen klaar. Technisch is het sys
teem bijna rond, organisatorisch
moet er nog het een en ander ge
sleuteld worden en daarnaast
moet de exploitatie-financiering
nog uitgewerkt worden.
Dat is dus een zoete wens voor
weer een ander jaar.
Het 'breed moderamen' (alge
meen bestuur) van de hervormde
synode heeft besloten tot de vor
ming van een hervormde deelge
meente op het gebied van de her
vormde gemeenten van Katwijk
aan Zee en Katwijk aan den Rijn.
Het bestuur van de 'Vereniging ter
voorbereiding van een hervormde
deelgemeente 'De Rank' te Kat
wijk' had daartoe al in oktober
1983 een verzoek ingediend.
Voordat aan dit besluit uitvoe
ring kan worden gegeven, moet
aan de twee Katwijkse kerkeraden
worden gevraagd, of zij bereid zijn
mee te werken aan de vorming van
een 'buitengewone wijkgemeente'
binnen hun kerkelijk verband. Als
zij zich niet binnen twee maanden
daartoe bereid verklaren, zal het
besluit tot vorming van een deelge
meente worden uitgevoerd. De ter
mijn sluit op 1 maart van dit jaar.
(De deelgemeente-in-wording
'De Rank' trekt hervormden aan
die zich in de bestaande Katwijkse
gemeenten niet thuis voelen. Ze
heeft een oecumenische inslag, ge
bruikt het Liedboek en laat ook
vrouwelijke predikanten voor
gaan. Een gemeente dus in het bre
de 'midden' van de Hervormde
Kerk. Er gaan ook wel niet-her-
vormden naar de zondagse bijeen
komsten in de aula van het Pieter
Groen-college.
De twee hervormde gemeenten
van Katwijk zijn meer traditioneel
van aard. Zoals het er nu voorstaat,
is het daar niet mogelijk om aan de
wensen van de deelgemeente-in-
wording te voldoen. Vandaar de
behoefte bij deze groep aan eigen
gemeentevorming. Als de deelge
meente officieel vanwege de syno
de is ingesteld, kunnen ambtsdra
gers worden gekozen en de zon
dagse samenkomsten worden om
gezet in echte kerkdiensten met de
mogelijkheid van avondmaal en
doop. De deelgemeente zou dan
een parttime-predikant kunnen
aanstellen).
Beroepen. Gereformeerde Ge
meenten: bedankt voor Waarde
(Z.) R. Boogaard Leiden, voor
Benthuizen en voor Rotterdam-
IJsselmonde A. Moerkerken
Nieuw-Beijerland.
Kanselruil. De christelijke ge
reformeerde kerkeraad van Gorin-
chem heeft de classis Dordrecht
van deze kerk gevraagd, kanselruil
te mogen aangaan met de hervorm
de gemeente in Woerden. De clas
sis, die hierover aan verschillende
instanties binnen de eigen kerk ad
vies heeft gevraagd, zal eind maart
een beslissing nemen.
Het verzoek is een rechtstreeks
gevolg van een persoonlijke ont
moeting tussen de christelijke ge
reformeerde predikant van Gorin-
chem. dr. T. Brienen, en de Woer-
dense hervormde predikant L. J.
Geluk (voorzitter van de Gerefor
meerde Bond in de Hervormde
Kerk). Beiden willen het contact
niet tot een enkele kanselruil be
perken maar uitbouwen tot een
goede relatie.
Aan hervormde kant is de rege
ling tot kanselruil vrij eenvoudig.
De christelijk-gereformeerde weg
naar zo'n besluit is langer. De clas
sis heeft er alles mee te maken en
die vraagt weer advies aan ver
schillende kerkelijke instanties.
Het is dan ook nog niet te zeggen of
de kanselruil doorgaat.
Oud-katholieken. De Oud-Ka-
tholieke Kerk in Nederland zal het
anglicaanse principebesluit tot toe
lating van de vrouw in het ambt
voorlopig niet volgen. Eerst willen
de oud-katholieken, die in 1931 de
kerkelijke gemeenschap met de
Anglicaanse Kerk herstelden, pro
beren met de geloofsgenoten in het
buitenland tot overeenstemming
te komen op dit punt.
Dat heeft de oud-katholieke
aartsbisschop van Utrecht, mgr. A.
J. Glazemaker, desgevraagd mee
gedeeld. De internationale oud-ka
tholieke theologenconferentie zal
verder bekijken of het besluit van
de anglicaanse synode niet in strijd
is met de overeenkomst tussen
anglicanen en oud-katholieken en
of de kerken binnen die overeen
komst een bepaalde vrijheid heb
ben.
Mocht er internationaal tussen
de oud-katholieken geen overeen
stemming mogelijk zijn, dan zou
den de Nederlandse oud-katholie
ken met een eigen besluit kunnen
komen. Glazemaker sluit niet uit,
dat zijn kerk naar een oplossing als
de anglicaanse zal toegroeien,
maar, zo voegde hij eraan toe, de
theologische fundering daarvan is
nog niet voor iedereen aangetoond.
Ook hijzelf is er nog niet helemaal
uit.