I actief in I vrije tijd I 'De dood, ik ben er nog steeds niet op gesteld' Gemeente moet herstel Koornbrug zelf betalen Bewoners pand Breestraat eisen 'herstel woongenot' Dirk van der Luit, vijftig jaar begrafenisondernemer Borstbeeld prins wordt nagemaakt Intens gemeen om zo oude man af te tuigen PAGINA 2 DO/ST REGIO LEIDEN ZATERDAG 12 JANUARI 1985 LEIDEN - Dirk van der Luit, de zeventig al ruim gepas seerd, werkt nog dagelijks voor het rouwcentrum dat vijf tig jaar geleden werd opgericht door zijn broers. Alle ver anderingen in het begrafeniswezen maakte deze 'loopjon gen met een auto' dus mee. Daarom een gesprek met hem, een interview dat tevens een portret zal zijn van de begra fenisonderneming Van der Luit, tegenwoordig gevestigd aan de Willem de Zwijgerlaan, voorheen aan de Haagweg. door Wim Brands Dirk van der Luit: "We zijn gegroeid. Je kunt nu echt een beetje spreken over een industrie". (foto Hoivi Als we arriveren in het rouwcen trum is Van der Luit nog niet terug van zijn lunchpauze. Wel aanwezig is de werkneemster Laurine Mus- tert die ook aan het gesprek zal deelnemen. Mag er gerookt wor den? "Jazeker", antwoordt Mus- tert. "We roken bijna allemaal. En sommigen veel ook. Maar dat zal wel wat te maken hebben met dit werk. Je staat toch regelmatig on der spanning volgens mij". Ze is in het zwart gekleed. Verplicht? "Nee hoor, ik hou toevallig van de kleur zwart". Tien minuten later komt Van der Luit binnen. Ten onrechte menen we dat hij vijftig jaar geleden sa men met zijn inmiddels overleden broers de directie van het bedrijf vormde. "Nee, zo was het niet". En hij begint te vertellen hoe de on derneming ontstond en wat zijn rol "Kijk, we komen uit Oegstgeest. Op een bepaald moment had mijn broer Adam een bedrijf in Zaan dam. Hij zat in het beton, maakte ook grafstenen. M'n broer Pieter hielp hem als vertegenwoordiger; dat was de gehaaide van de familie. Een hele heer ook. Nou leverden ze regelmatig grafstenen aan Amster damse ondernemers en ze hebben altijd goed opgelet; ze hebben als het ware de kneepjes van het be grafeniswezen op die manier ge leerd". De broers zagen brood in een be grafenisonderneming, denkt Van der Luit. Ze vertrokken in elk ge val naar Leiden om een bedrijf te beginnen. "Dat was in '35. Ik ben ze toen ook gaan helpen, want ja: ik was chauffeur op een Eltax-bus en dat was ook niet alles. Ik werd de loopjongen van m'n broers". Waarna hij hartelijk lacht. In die jaren dertig telde Leiden veel begrafenisondernemers. 'Te- dereen hield zich bij wijze van spreken bezig met begraven", ver telt Van der Luit. "Ja, het was een vrij vak, nietwaar? Dus begroef de schoenmaker, de kleermaker was tevens begrafenisondernemer in het klein en ga zo maar door". Op het platteland, in zeer kleine dorpjes, zie je dit verschijnsel nog wel, oordeelt Mustert. Verder ner gens. Misschien dat in die dorpjes het begrafenis-ritueel ook nog wel plaatsvindt zoals Achterberg het zo schitterend beschrijft in zijn ge dicht 'Innemee' uit de bundel 'Ode aan Den Haag'. Na eerst het tempo waarin mensen in de stad worden begraven gelaakt te hebben, volgt een ode aan het dorp: Ze toorden hier begraven met een haast alsof de dood hen op de hielen zit. En wat een buitenman het meest verbaast is dat de stoet bijna geen staart be zit; natuurlijk weer een ver familielid waarmee men even naar de groeve raast om gauw terug te wezen van de rit, want ieder blijft zichzelf het aller naast. Bij ons luiden ze urenlang de klok. Een kind beseft wat er te gebeuren staat. Men schaart zich achter 't lijk in diepe stilte. En lang daarna hangt in het dorp een kilte, die iemand door de schouderbla den gaat; als het herstellen van een zware schok. Vuur Terug naar de gebroeders Van der Luit. Volgens Dirk waren ze de concurrentie de baas omdat ze zeer professioneel werkten. "Ze voer den vernieuwingen in hè, om beter te concurreren. Zo begonnen ze met klantenbinding. Als je nou vijftig cent per jaar betaalde, dan kreeg je later korting. Vijftig cent, het was natuurlijk niks, maar het bond wel. En het begraven in klas sen, daar rekenden ze ook mee af. Dat vonden ze niks. Elk mens had recht op een mooie begrafenis. Mijn broer Pieter vond niet dat de voorbijgangers aan de koets moes ten kunnen zien dat er weer een in de derde klasse werd begraven". "Ik herinner me trouwens nog wel dat m'n broers hun eerste klant kregen. Ze hadden nog niks. Nog geen koetsje, geen dragers. Alles moest uit Amsterdam komen. Het gerei dus, want zo noemden we dat. Tijdens die eerste begrafenis hep m'n broer Pieter met een prachtige steek op, weet ik nog. Dat maakte indruk, want met die steek was hij een hele verschij ning". Mustert: "Uw broer was toch ook heel streng wat betreft de voor schriften?" Van der Luit: "Jazeker, je durfde als je achter de kist naar de be graafplaats hep geen mond open te doen; dat hoorde niet. Deed je het wel, dan werd hij kwaad. Ja, m'n broer, dat was vuur". Mustert: "En ik heb ook gehoord dat de dragers hun schoenen goed gepoetst moesten hebben. Dus als de achterkant van één van je schoenen niet zwart genoeg was, dan kon je naar huis". Van der Luit: "Nee, dan mocht je niet meer meedoen". Waarna Van der Luit vertelt dat het begraven vroeger sowieso een plechtige aangelegenheid was. Zo had je het aanspreken. Dan ging je naar de mensen toe en zei: namens de famihe deel ik u mede dat die- en-die is overleden. Van der Luit: "Soms reageerden de mensen dan zeer emotioneel. Je f bracht tenslotte slecht nieuws. Maar ik ben ook wel eens een enke le keer weggevloekt. Ja, je leert de mensen goed kennen in dit vak". Crematie Het woord crematie valt. "In het begin", zegt Mustert, "waren veel mensen gekant tegen cremeren". Van der Luit beaamt dat. "De rooms-kathoheken bijvoorbeeld vonden het maar niks", zegt hij. Mustert: "En nu merk je dat de meeste mensen er geen bedenkin gen tegen hebben. Je kunt trou wens wel een verandering waarne men. Kijk, wij bemiddelen bij zo wel begrafenissen als crematies en dan valt een koerswending je snel op. Ik heb het nu over het volgende verschijnsel: was het vroeger chi que om je te laten cremeren, tegen woordig geldt dat weer voor het begraven". De onderneming Van der Luit heeft het tegenwoordig aanzienlijk drukker dan vroeger. "We zijn ge groeid hè", verklaart Dirk van der Luit. "Nu kun je echt een beetje spreken over een industrie. Trou wens het hele begrafeniswezen heeft veranderingen ondergaan. Het is allemaal niet meer zo for meel. Ik kom wel eens bij mensen en dan staat in de huiskamer de ra dio of de televisie aan. Begrijpt u me goed: ik veroordeel dat niet, maar in de tijd van m'n broers had den de mensen geen radio aan staan als je langskwam". "En het vervoer, nog steeds ge beurt het op een gepaste manier, vanzelfsprekend. Maar zoals vroe ger, dat zo'n stoet zeer langzaam langskwam, stapvoets, dat zie je niet meer". Kosten Een begrafenis is een kostbare aangelegenheid. Critici van het be grafeniswezen hebben wel eens ge zegd dat de ondernemers het er om doen; zoveel mogelijk winst ma ken, dat is hun belangrijkste stre ven, aldus de kritisch gestemde geesten. Wat vindt Van der Luit van deze kritiek. "Onzin wat ons betreft", is zijn korte commentaar. En Mustert vervolgt: "Begraven is inderdaad niet goedkoop, maar dat komt doordat er zo ontzettend veel ma nuren inzitten. Gemiddeld komt een begrafenis toch gauw op drie duizend gulden, maar het kan ook zesduizend gulden kosten; het is maar net hoe duur je het wilt ma ken". "Het is niet zo dat wij de mensen extra op kosten jagen. Heeft ook geen zin. Ga maar na: als je een be grafenis nodeloos duurder gaat maken, dan kunnen de mensen het simpelweg niet betalen. Dan snij je jezelf in de vingers". Grieks Wilde iemand voor de oorlog op een speciale manier worden begra ven, dan bestond de kans dat de begrafenisondernemer vreemd op keek. Tegenwoordig is dat niet het geval. Mustert: "Op z'n Grieks, Rus sisch, alles kan. Er is wel eens een geestelijke uit Griekenland overge komen voor een begrafenis. Goed, wij weten dan niet precies wat de bedoeling is, maar dan praatje van tevoren even met zo'n man. Vraagt wat hij gaat doen, en dan ben je even later redelijk op de hoogte". "Wij zijn ook zeer ruimdenkend; we zeggen niet gauw: nee, meneer, op die manier kan uw familielid niet worden begraven. Ik bedoel, je maakt veel mee. In de tijd van de bootvluchtelingen hebben we er hier een gehad. Die persoon kreeg een Nederlands woordenboek mee in z'n kist. Voor z'n tweede leven, want daar geloofden ze in. Als je er even bij stilstaat, dan moet je er kennen dat het wel wat heeft". "En we hebben hier ook wel eens Chinezen gehad die een aparte ce remonie hadden. In de kist werd geld gelegd. En er werden varkens poten geofferd. Dat zijn geen din gen waar je om moet lachen; dat is de manier waarop die mensen hun dode familielid willen begraven en dat heb je te respecteren. Wat wij dus ook doen". "Je leert veel door al die ervarin gen. Als er een buitenlander naar ons toekomt die zegt dat hij 'vuur tje wil stoken', dan weten wij wel dat hij wierook wil branden of zoiets. En dat kan dan". Zwart Het begrafeniswezen geeft niet veel aanleiding tot frivoliteit. Hoe houdt iemand het vijftig jaar vol in deze bedrijfstak? Van der Luit: "Je moet niet denken dat ik me elk ge val zeer emotioneel aantrek. Dat gaat niet, want dan heb je geen le- Mustert: "Veel leed moet langs je afglijden". Van der Luit: "Zo is het inder daad. Ik kan trouwens ook niet zeggen dat de dood me door die da gelijks omgang lief is geworden. De dood, ik ben er nog steeds niet op gesteld". Als Van der Luit hierna even gaat kijken of we in het rouwcen trum een foto kunnen maken, ver telt Mustert dat je soms ook wel eens merkwaardige dingen mee maakt. Die keer dat die man opbel de bijvoorbeeld. Hij beschouwde het rouwcentrum als een soort VW-kantoor. Op welk tijdstip liepen de bus sen van het centraal station in Den Haag naar de begraafplaats Wasse naar wilde hij weten. Rare vraag, maar Mustert was zo vriendelijk even een paar andere werknemers te consulteren. Die wisten het ant woord ook niet, zodat ze tegen de man zei dat hij maar ergens anders moest informeren. En dat vond hij weer vreemd. "Jullie hebben toch dagelijks be grafenissen", merkte hij spitsvon dig op. "Ja", kreeg hij ten ant woord, "maar we gaan nooit met de bus". LEIDEN - In het Leidse stads- bouwhuis wordt momenteel de hand gelegd aan de vervaardiging van een copie van het borstbeeld van Prins Hendrik (1820-1879). Wil lem Frederik Hendrik, de derde zoon van koning Willem II, werd dikwijls 'de Zeevaarder' genoemd sinds hij in verschillende rangen bij de marine een groot aantal zee reizen maakte en als eerste oranje Oost-Indië bezocht. Hendrik on dersteunde de Nederlandse scheepvaartondernemingen krach tig en maakte zich heel populair. Het borstbeeld van Hendrik, die ere-voorzitter was van de Zeevaart school, staat gewoonlijk in een nis boven de hoofdingang van de voor malige Kweekschool voor Zee vaart aan het Noordeinde. Het ruim honderd jaar oude gebouw wordt momenteel gerestaureerd en geschikt gemaakt voor de Stich ting Burgerschapskunde die er over enkele maanden haar intrek zal nemen. Alleen het borstbeeld van 'Hendrik de Zeevaarder' en een reliëf met marine-emblemen boven de in gang van het gebouw zullen straks nog herinneren aan de glorieuze tijden van weleer. De restauratie van het gebouw heeft het evenwel mogelijk gemaakt het bronzen borstbeeld tijdelijk van zijn voet stuk te nemen voor een schoon maakbeurt en voor de vervaardi ging van een copie dat later dit jaar zal prijken op een tentoonstelling over het 170-jarig bestaan van het predikaat 'hofleverancier'. Een on derscheiding die in het verleden ook door Prins Hendrik werd ver leend en dat binnenkort zal ver dwijnen. Het Leidse borstbeeld van Hen drik is een uniek exemplaar omdat er maar weinig beeltenissen van de prins zijn gemaakt. In het stads- bouwhuis aan de Langegracht wordt momenteel dagelijks ge werkt aan een rubberen mal van het beeld waarmee in opdracht van het Onderzoek Predikaat Hofleve rancier en Wapenschilden een giet sel wordt gemaakt van gips en één van kunststof. Na de voltooïng van de restauratie van het gebouw aan het Noordein de zal het originele borstbeeld van Hendrik weer worden terugge plaatst in de gevel van de voormali ge Zeevaartschool. Houtrot zes jaar na restauratie... Zes jaar geëist tegen Hagenaar LEIDEN De gemeente draait zelf op voor de herstelkosten van de Koorn brug, waarvan de bal ken aan de bovenbouw zijn verrot. In 1978 werd de Koornbrug voor ruim zes ton gerestaureerd. De ar chitect (Walraad) en de hoofdaan nemer (Du Prie) waren daarna nog vijf jaar aansprakelijk te stellen voor eventuele gebreken. Die ter mijn is dus verstreken. Het college van B en W ant woordt dit op schriftelijke vragen van het gemeenteraadslid Bleijie (CDA). De vervanging of reparatie van het aangetaste hout gaat de ge meente volgens een voorlopige schatting ongeveer 100.000 gulden kosten. B en W wijzen erop dat dit nog maar een globale raming is. Al leen voor het conserveren van het hout (waarvan de kosten 2750 gul den bedroegen) loopt nog een garantietermijn van tien jaar. Deze garantie houdt echter slechts in dat de conservering gratis opnieuw wordt gedaan. De nu verrotte balken aan de bo venbouw van de brug zijn destijds bij de restauratie niet vervangen, in tegenstelling tot andere onder delen. Volgens B en W zijn hier en daar houtrotplekken uitgehakt en zijn de betreffende balken met kunstharsmortel aangegoten. Het is de gewoonte, zeggen B en W, om bij restauratiewerk zoveel moge lijk historisch materiaal te behou den. Verwacht werd dat met deze maatregelen en het conserveren van zowel het bestaande als nieu we houtwerk het verval van de brug zou zijn gestopt. Dat blijkt dus niet het geval te zijn. Uit on derzoek is volgens B en W geble ken dat er van langdurige lekkages of verstikking van het hout geen sprake is geweest. "De conclusie kan dan ook alleen maar zijn dat meer houtrot in het inwendige van de kapbalken aanwezig is geweest dan in 1978 kon worden geconsta teerd". Verborgen B en W zeggen dat dit 'verborgen gebrek' is te vergelijken met Zwam. "Zoals zwam onder ongunstige omstandigheden soms tot een ex plosieve uitbarsting kan komen, kan houtrot in het binnenste van een balk ook doorwerken". B en W wijzen er met nadruk op dat het in 1978 wel vernieuwde hout op geen enkele plaats zelfs maar het begin van aantasting door rot of schim mel voorkomt. In antwoord op de vragen van raadslid Bleijie laten B en W verder weten dat de oplevering van het restauratiewerk op gebruikelijke wijze heeft plaatsgevonden. De ar chitect heeft op 18 april 1979 het werk in het bijzijn van twee ambte naren van de gemeente gecontro leerd en in orde bevonden. ■Willi HWIMHlI Israël Het Genootschap Nederland-Is- raël afdeling Leiden houdt maandagavond in de synagoge aan het Levendaal 14 een bijeen komst. Spreekster is ing. D.E. Baas-Vedder over de oude stad van Jeruzalem. Aanvang acht Geologie In het kader van de tentoonstel ling 'Neder - land uit water' wordt in het museum van geolo gie en mineralogie dinsdag avond een lezing gehouden. Drs. A.W.F. Meijer bespreekt in het pand aan de Hooglandse Kerk- gracht het onderwerp 'De Maas hagedissen uit de Limburgse Krijtafzettingen'Aanvang acht DEN HAAG/LEIDEN - De officier van justitie bij de Haagse recht bank heeft gisteren 6 jaar gevange nisstraf en terbeschikkingstelling van de regering geëist tegen een 32-jarige Hagenaar wegens diefstal en geweld met dodelijke afloop. Het slachtoffer van de Hagenaar en zijn 31-jarige neef was een 81- jarige man. Zij gooiden de bejaarde op 22 juli 's nachts uit de auto in de berm bij het Boerenpad (langs Rijksweg 4, in het verlengde van de Vrouwen weg). Tegen de neef luidde de eis zes jaar zonder tbr. De bejaarde vroeg die bewuste avond in een Haags café tegen slui tingstijd om een taxi voor hem te bellen. De neef hoorde dat en bood de man een lift aan. Zijn oom stap te ook in de auto. De neef reed de auto naar het verlaten landweggetje aan de grens van Leiden. Volgens hem gooide zijn oom de oude man daar uit de auto en begon hem te slaan en te schoppen. De neef kon dat niet aanzien, zo zei hij voor de recht bank, en wachtte wat verderop in de auto tot zijn oom klaar was. Hij was bang voor zijn oom, omdat die agressief werd van de drank, luid de zijn verklaring. De oom zegt zich niets meer te herinneren van wat er is gebeurd. Toen ze wegreden bleef de oude man liggen met achttien gebroken ribben en allerlei kneuzingen. De 32-jarige Hagenaar had zijn zegel ring en vijftien gulden meegeno men. Een paar uur later werd hij gevonden, bewusteloos en ver kleumd en is in allerijl naar het AZL vervoerd. Hij overleed drie dagen later in een ziekenhuis. De officier, mr M. Schelfhout, noemde het "intens gemeen om een oude man op die manier af te tuigen voor wat geld". Zij geloofde het verhaal van de neef niet, omdat op zijn broek bloed van het slacht offer is gevonden. Uitspraak vrijdag 25 januari. meer te kunnen herstellen. Thans wordt geprobeerd profijt te trek ken van het onrechtmatig gedrag". Behalve herstel van de voorzienin gen eiste zij vervangende woon ruimte voor de bewoners. Namens De Jong zei mr. De Ranitz dat al met de vorige eigenaar was afgesproken dat de huurders zou den vertrekken bij verkoop van het pand. Los daarvan zou De Jong met iedere bewoner afzonderlijk ook al afspraken hebben gemaakt over vertrek. Bovendien, zo zei hij, hebben zij al enkele maanden de huur niet be taald en, toen de vorige eigenaar weg was, "een puinhoop aange richt". De Ranitz: "Mede dankzij de huurders was een ingrijpende renovatie geboden". Bouw- en wo ningtoezicht heeft daar inmiddels een stokje voor gestoken. In af wachting van een vergunning moet De Jong alle activiteiten op de bovenste verdiepingen staken. bewoners: "Hij liet toen wel door schemeren dat we er uit moesten. De Jong wil de bovenste etages tot appartementen verbouwen. Maar we kregen de indruk dat het een zaak van langere termijn was". Bij terugkeer van kerstvakantie bleek dat niet zo te zijn. De elektri citeit, waarmee ze de kamers ook verwarmden, bleek afgesloten. Bo vendien waren leeggekomen ka mers al slooprijp gemaakt. "Sinds dien is er voortdurend sprake van intimidatie. Onze kamers hebben er al helemaal wit uitgezien van het stof en sommige spullen hebben we inmiddels al ergens anders op geslagen". Het barre weer heeft de bewoners zelf ook al het huis uit gejaagd. Namens hen voerde mr. K.E.H. Rueb-Braakman gistermorgen het woord voor de rechtbank. Volgens haar heeft De Jong zich moedwil lig in een zodanige situatie ge bracht "dat hij meent de zaak niet LEIDEN Bewoners van het pand Breestraat 12 willen zo snel mogelijk 'herstel van hun woonge not'. Daartoe spanden zij gister morgen voor de Haagse rechtbank een kort geding aan tegen de eige naar van het pand, R. de Jong. De laatste vindt dat de vijf bewo ners hun eigen woongenot hebben beschadigd en verwijst naar een af spraak: ze zouden hebben toege zegd het pand te verlaten. Dat heb ben de vijf studenten nu in elk ge val voorlopig gedaan. Gas en stroom is er niet meer, het huis is ijskoud en de kamers verkeren me rendeels in een abominabele staat. De Jong, tevens eigenaar van een belendend pand aan de Boom- markt waar hij een trouwautobe- drijf heeft, is vorige maand eige naar geworden van het pand. Op de benedenverdieping, waar een In het Stadsbouwhuis wordt het borstbeeld van Willem Frederik Hendrik schoongemaakt er er wordt een mal winkel was gevestigd, is hij al druk vervaardigd om het beeld te kunnen namaken. (foto Holvast) aan het opknappen geslagen. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 3