mm p
Bridge
Beethoven
digitaal
O, wie schön!
KLASSIEK
Onverwachte
operette
Regisseur
van klanken
Kleurrijke
'Turandot'
Geen angst
voor rubato
KRYPTOGRAM
n
"1
H
n
n
n
n
m
H
nnmn
m
n
m
n
A
,o
A
A
A
A
1
A
A
n
m
nnr
n
m
A
rj
M
Ld
M
A
LI
mnnn
mum
m
A
A
E
rl
A
r]
m
HHH
nmm
H
H
i
A
A
2
2
z
2
A
J
3T
n
H
□UHfTÖ
H
m
n
EL
AT
L_
J
OPLOSSING
ra
I
ZATERDAG 5 JANUARI 1985
EXTRA
PAGINA 21
Herbert von Karajan
Beethoven: Symfonieën nrs. 5,6 en
9. Janet Perry, Agnes Baltsa, Vinson
Cole, José van Dam, Wiener Singve-
rein en Berliner Philharmoniker
o.l.v. Herbert von Karajan. DG 413
933-1 (nrs. 5 en 9 - 2 ip's), 413 936-1 (nr.
6). Compact disc: 413 932-2 (nrs. 5 en
6), 410 987-2 (nr. 9).
Karajan is bezeten van het tech
nische aspect van geluidsweer
gave en van elk medium, dat in
staat kan zijn om muziek (en na
tuurlijk vooral "zijn muziek") on
der optimale omstandigheden
onder een groot publiek te bren
gen. De jongste ontwikkelingen,
digitale opname en compact
disc, zijn natuurlijk een kolfje
naar zijn hand en vormden vol
doende reden om alle symfo
nieën van Beethoven maar weer
eens op te nemen. (Bovendien
werd er meteen ook een beeld
band vervaardigd voor uitgave
als hi-fï-video of laser disc, voor
Karajan de media van de toe
komst.)
Over zijn interpretaties kan
men zoals altijd van mening ver
schillen. De vijfde klinkt strak en
krachtig, mooi in balans, maar
meer virtuoos dan meeslepend.
In de negende wordt daarente
gen sterk met contrasten ge
werkt en dat begint meteen al in
de eerste maten van het ope-
ningsdeel. Zijn hele visie sugge
reert meer een enorme autoriteit
dan de warmte die de in '81
overleden Karl Böhm in zijn laat
ste opname wist te leggen, maar
dat neemt niet weg dat Karajan
hier een imposant klankkasteel
weet op te bouwen. De aantrek
kelijkste van de drie nu uitge
brachte opnamen is de heldere,
lyrische vertolking van de zesde
symfonie (pastorale), waaraan
het vrijwel ongeëvenaarde spel
van de Berliner Philharmoniker
extra glans verleent. Via de com
pact disc komt deze orkestrale
schoonheid natuurlijk nog beter
tot haar recht dan via de (overi
gens uitmuntend verzorgde!)
plaatuitgave. Het grootste plus
punt van de CO is echter de ge-
wijzdigde koppeling met 5 en 6
op één plaatje en de negende
zonder onderbreking op een an
der.
Kiri Te Kanawa
Ave Maria. Liederen en aria's van
Purcell, Bach, Handel, Mozart, Schu
bert, Mendelssohn, Gounod en
Franck, gezongen door Kiri Te Ka
nawa (sopraan) met het koor van St.
Paul's Cathedral en het English
Chamber Orchestra o.l.v. Barry Ro-
Hoewel Kiri Te Kanawa in de
operawereld al sinds het begin
van de jaren zeventig naam
maakte als een van de beste lyri
sche sopranen van deze tijd, ver
wierf zij plotseling wereldfaam,
toen zij in juli 1981 op verzoek
van de Engelse kroonprins mee
werkte aan de muzikale omlij
sting van zijn huwelijk met Lady
Diana in de Londense St. Paul's
Cathedral. Bij die gelegenheid
zong zij Handels aria Let the
Bright Seraphim die met nog elf
andere aria's en liederen, met
een religieus karakter, te vinden
is op een plaat die zij onlangs
met het koor van St. Paul's
maakte.
bijdragen: Paul Korenhof
Bijdragen van het koor alleen
en een enkel instrumentaal num
mer zorgen voor een aangename
afwisseling, maar wie van dit re
pertoire en van een geschoolde
sopraanstem houdt, zal daaraan
nauwelijks behoefte hebben. De
algehele indruk komt overeen
met de reactie van een achter
buurman van mij tijdens een op
voering van Arabella in de Opera
te Keulen, die na de opkomst van
Kiri Te Kanawa nog voor zij één
noot gezongen had, verzuchtte:
"O, wie schön!".
Chabrier
L'Étoile. Solisten, koor en orkesten
van- de Opera te Lyon o.l.v. John
Eliot Gardiner. EMI 167 2700863 (2
Operettemuziek hoort traditio
neel bij het nieuwe jaar en met
een sprankelende uitvoering is
er ook nauwelijks een betere
opening denkbaar (althans op
muzikaal gebied). Helaas dreigt
het Franse repertoire langzaam
maar zeker helemaal overvleu
geld te worden door de Duitse en
Weense operette, al schijnen met
name de werken van Offenbach
druk bezig verloren terrein te
heroveren.
L'Étoile, een "opéra-bouffe"
uit 1877 van Emmanuel Cha
brier, zal zelfs bij veel Fransen
onbekend zijn, maar dat neemt
niet weg dat uiteenlopende mu
sici als Debussy, Stravinsky en
Poulenc de muziek tot het beste
rekenden, wat in dit genre was
voortgebracht. Het probleem
voor het grote publiek was al
leen, dat de verwachte "meezin
gers" door Chabrier vervangen
waren door een lange reeks mu
zikale verrassingen in een voor
die tijd gewoon rijke instrumen
tatie.
Het doldwaze verhaal over Ko
ning Ouf de Eerste, die volgens
zijn astroloog kort na zijn volgen
de ter dood veroordeelde zal ster
ven, heeft voor de Lefhebber
echter een juweel van een ope
rette opgeleverd, die nu voor het
eerst op de plaat verkrijgbaar is.
De voortreffelijke uitvoering
door het gezelschap van de Opé
ra te Lyon is doortrokken van
theatersfeer en hoewel het
tweetalige tekstboek (Frans-En
gels) bij een dergelijk werk geen
overbodige luxe is, wordt het
volgen van de handeling verge
makkelijkt door een serie van
vijftien scènefoto's.
James Conlon
Liszt: Eine Faust-Symphonie. John
Aler (tenor), koor van de Sloveense
Filmharmonie in Bratislava, Rotter
dam Philharmonisch Orkest o.l.v.
James Conlon. Erato NUM 751582 (2
Ip's).
James Conlon, de energieke, jon
ge chefdirigent van het Rotter
dams Philharmonisch Orkest,
heeft zich in zijn korte internatio
nale carrière al nadrukkelijk ge
profileerd als een man met groot
gevoel voor theater. Hij is een re
gelmatige gast in de opera's van
Londen, Parijs en New York,
maar ook in de concertzaal
schuwt hij het dramatisch effect
niet en dat heeft in Rotterdam al
tot enkele onconventionele pro
gramma's geleid.
Een componist die hem op dit
punt met symfonische muziek
tegemoetkomt, is de Hongaar
Franz Liszt, en het is niet toeval
lig, dat Conlon na een plaat met
twee pianoconcerten van deze
componist nu ook de Faust-Sym-
phonie heeft uitgebracht en dat
de Dante-Symphonie in voorbe
reiding is. De Faust-Symphonie
werd in november '83 in dezelfde
uitvoering ook via de radio uitge
zonden, maar de daarna gemaak
te plaatopname is zonder meer
beter geworden. Conlon toont
zich een regisseur van klanken
met een intuïtief gevoel voor
contrasten en verhoudingen,
waardoor hij van deze merk
waardige, driedelige symfonie
een van de aantrekkelijkste ver
klankingen geeft, die men mo
menteel op de plaat vinden kan.
Een uitstekend idee was het
bovendien om de vierde plaat
kant te benutten voor twee 'epi
sodes' die Liszt schreef bij het to
neelstuk 'Faust' van Nikolaus
Lenau, w.o. een orkestrale versie
van de bekende Eerste Mefisto-
wals.
James Conlon (foto p.r.)
Lorin Maazel
Puccini: Turandot (live-opname).
Eva Marton, Katia Ricciarelli, José
Carreras e.v.a. met het koor en or
kest van de Weense Staatsopera
o.l.v. Lorin Maazel. CBS 13M 39160 (3
lp's).
De benoeming van dirigent Lo
rin Maazel tot leider van de
Weense Staatsopera heeft orga
nisatorisch noch artistiek tot gro
te successen geleid en slechts
weinig Weners zullen zijn voor
tijdig vertrek betreuren. Onbe
twist hoogtepunt van deze korte
periode was de nieuwe produk-
tie van Turandot in september
'83, die dankzij de kabel ook bij
ons te zien is geweest en die nu
in een live-opname op de plaat is
gezet. Uitgebreid applaus vóór
en na iedere akte (een enkele
maal ook halverwege) alsmede
een bescheiden hoeveelheid to
neelgeluiden geven de uitvoe
ring meer sfeer dan menige kale
studio-opname bezit, maar een
aantal klein oneffenheden in de
uitvoering zelf bleek eveneens
onvermijdelijk.
Maazel neemt de tempi breed
en houdt van een spectaculaire
aanpak, met name van het slag
werk. Puccini's muziek klinkt
daardoor extra glorieus en kleur
rijk, maar een nadeel van deze
aanpak is, dat de scènes met de
drie ministers iets van hun
speelsheid verloren hebben. De
sopraan Eva Marton is een Tu
randot met veel autoriteit en met
waar nodig ook warmte in haar
stem. De lyriek van de slavin Liü
lijkt Katia Ricciarelli op het lijf
geschreven, maar de stralende
tonen van José Carreras kunnen
niet verhelen, dat de rol van Ca-
laf eigenlijk om een tenor met
meer metaal in zijn stem vraagt.
Het zal overigens interessant
zijn deze live-opname te vergelij
ken met de opname uit Verona,
die de Nederlandse televisie
woensdag a.s. uitzendt.
Ivo Pogorelich
Chopin: Pianoconcert nr 2 in f, op.
21 Polonaise in fis, op. 44. Ivo Pogo
relich en het Chigago Symphony Or
chestra o.l.v. Claudio Abbado. DG
410 507-1. (Ook op MC en CD).
De eerste prijs in het Chopin
Concours van 1980 te Warschau
ging aan de neus van de toen 20
jaar oude Ivo Pogorelich voorbij,
maar juist dat feit leidde tot een
opzienbarende rel en bezorgde
de jonge pianist meer publiciteit,
dan alle prijzen bij elkaar hadden
kunnen doen. Sindsdien heeft
Pogorelich overtuigend bewe
zen, dat hij weliswaar eigenzin
nig is, maar dat zijn spel wel de
gelijk alle publiciteit eromheen
rechtvaardigt.
In het Tweede Pianoconcert
van Chopin weet hij de in eerde
re Chopin-vertolkingen uitge
stippelde lijn bovendien conse
quent door te trekken. Zijn spel
is strak en wars van mogelijk ge
zwijmel in de melodische op
bouw, maar zijn fraseringen zijn
verre van klinisch en angst voor
rubato is hem vreemd. Deze op
name biedt daarbij de gelukkige
combinatie met dirigent Claudio
Abbado, die aan Chopins muziek
een Italiaanse zangerigheid ver
leent en met name in het tweede
deel (Larghetto) de parallellen
met de lyriek van Bellini onder
streept. Als toegift speelt Pogo
relich de polonaise op. 44, waarin
de accenten door hem iets zwaar
der worden aangezet.
Horizontaal
1. Je kunt een eind lopen maar
zo blijft er niets van over. 4. Dit
dier past in deze winterse natuur.
8. Dat is 'm. Boer pas op je kleur.
11. Een bol eind van een vogel.
12. Vergeet het maar, die gaat'
niet op. 13. Als u me dood kijkt
word ik knorrig. 14. Dat is de an
dere. 15. Neem keukengerei en
zonder ongelukken. 17. Het rood
laten liggen. 20. Ha, om het sop,
vooruit. 23. Belachelijk fruit. 26.
Slaperig volk. 27. Samen vormt
het de bovenkant van de huid.
29. Toen we achter ze aanliepen
bleken het onze kinderen te zijn.
31. Wil je dit oplossen, dat van te
voren nadenken. 32. Daar kun je
veel in vervoeren. 33. Bevroren
vingertop om steviger te lopen?
34. Flink warm worden van een
estafette bij Arnhem.
Verticaal
1. Gordijntje in de kamer aan
de straatkant, dat is een gebeur
tenis. 2. Bij de barbier zit de
geestelijke er niet. 3. Dingen van
het snoer verwijderen, dat gaf rij
en werk. 5. Die vruchten nemen
wij niet meer. 6. Die van één weg
genomen, waardeloos. 7. In het
kantoor van de baas is 'ie niet,
maar goed ook, anders kreeg je
een opstopper. 9. Ha, die regel
9>
9
-
'Z
'5
'6
co
29
30
moet er zijn, anders wordt het
een troep. 10. Een koekje met
Jan, in de winter niets'an. 16.
Een hoekje op de beurs. 18. De
gewijzigde dans van de buiten
lander. 19. Geboorteplaats van
Herman Brood? 21. De griet bij
de P.T.T. krijgt geen thee en dat
vindt ze fijn. 22. Een beetje min
der zacht wordt gauw bitter. 23.
Iets kleins als de hersenen min
der worden. 24. Ik steun als ik
aan mezelf denk. 25. Meestal
hoog kijken we ernaar. 28. Sa
menkomst! 30. Bij To is drank
kwaadaardig.
De prijs van 25.- werd toege
kend aan Xander Verschoor, de
Sav. Lohmanplantsoen 80, 2253
RW Voorschoten.
De prijs wordt de winnaar toege
zonden.
Oplossingen met vermelding van
'Puzzel' voor donderdag op brief
kaart of in enveloppe zenden aan
Redactie Leidsch Dagblad, Post
bus 54, 2300 AB Leiden.
Op 15, 16 en 17 februari vindt
weer het grootste jaarlijkse
schaakspektakel van Leiden
plaafs. In de Rembrandt scholen
gemeenschap wordt dan het 45s-
te Noteboomtoernooi gehouden.
Zo'n 200 deelnemers zullen in
zes ronden de strijd met elkaar
aanbinden. Sommigen maken
kans op de hoofdprijs van
2000,-, anderen kunnen nog
spelen om de vele extra prijzen.
Iedereen wordt bij het begin van
het toernooi als gelijkwaardig
beschouwd en er wordt dan ook
gespeeld in één grote groep.
Voor elke amateur bestaat dus
de kans om eens tegen een be
kende internationale meester of
hoofdklasser te spelen. Bent u
geïnteresseerd, dan kunt u in
lichtingen krijgen bij Jan Chau-
dron, tel. 01717-5128.
Een interessante partij in het
vorige toernooi werd gespeeld
door de bekende Katwijkse scha
ker Wim Heemskerk. Mijn com
mentaar is gebaseerd op zijn aan
tekeningen in het toernooibulle
tin.
3.Pc3 d5 4.cd5: Pd5: 5.e4 Pb4 6.L-
b5+ P8c6 7.d4 (dit houdt een pio
noffer in) cd4: 8.a3 (natuurlijk
niet Pd4: Dd4: 9.Dd4: Pc2+) dc3:
9.Dd8: Kd8: 10.ab4: (zwart kan
nu slaan op b4 of b2 dan wel ont
wikkelen met g6 en Lg7) cb2:
ll.Lb2: e6 (de comnsumptie van
tweede pion met Pb4: geeft
12.0-0 een beslissende
ontwikkelingsvoorsprong: alter
natieven zijn e5 en f6) 12.0-0 f6
(dreigt e5) 13.e5 Le7 14.Lc6: bc6:
15.Pd4 Ld7 (na 15...Kc5 16.Tfcl
Ld7 17.Pc6: komt de zwarte ko
ning onder vuur) 16.Tfcl Tc8 (be
ter lijkt Ke8 gevolgd door Kf7)
17.Ta7: c5 18.Pf3 cb4: 19.Tc8:
Lc8: 20.Pd4 (diagram) Ke8 (op
Ld7 volgt 21.Ta8+ Lc8 22.Pe6+
Kd7 23.Pg7:) 21.Pc6 LfB 22,ef6:
gf6: 23.Lf6: Tg8 24 Tc7 (beter is
direct Pe5 Ld6 25.Ta8 Le5: 26.T-
c8:+ Kf7 27.Tg8: Kf6: 28.Tc8 b3
29.Tc5) La6 25.Ta5 Lc4 26.Pe5 en
zwart geeft het op. Na Ld5 27.Tc7
kan hij mat niet meer verhinde-
De oplossingen van de opga
ven in de vorige rubiek luiden als
volgt: diagram I: l...Pg3 en wit
kan mat of dameverlies niet af
wenden. Diagram II: l.De6+
De6: 2.Pd7 (dreigt Tb8 mat) Dd7:
3.Tb8+ en zwart gaf op (Kb8: 4.c-
d7: en mat). Diagram III: l.h7
gh2: 2.h8P g3 3.Pg6 fg6: 4.f7 g5
5.f8P g4 6.Pe6 de6: 7.d7 e5 8.d8P
e4 9.Pc6: bc6. 10.bc6. b5 ll.c7 b4
12.c8P b3 13,Pd6 b2 14.Pf5 blD
15.Pg3 mat. Diagram IV: l.Kdl:
en zwart is in zetdwang.
Als u voor dit jaar nog geen goe
de voornemens heeft, dan weet
ik er een voor u. Dit jaar gaat er
nl. een gloednieuw damtijd
schrift van start met als hoofdre
dacteur niemand minder dan
Ton Sijbrands. In het voorwoord
van het nulnummer geeft hij zelf
aan waarom hij hiermee is be
gonnen. "Ik zou niet willen be
weren dat het "werkelijke" leven
(wat dat dan ook moge zijn) hele-
móól aan mij voorbijgaat. Maar
mijn voornaamste tijdverdrijf
bestaat toch uit dammen, het
damspel is mijn grootste hobby,
mijn grootste passie zelfs. Het zal
dus niemand verbazen als ik zeg
dat het uitgeven van een eigen
damblad, gevuld met bijdragen
van mijn favoriete auteurs, een
reeds lang gekoesterde wens is".
Het 28 pagina's tellende blad
bestaat uit artikelen van Piet
Roozenburg, Frans Hermeünk,
Cees Pippel en Ton Sijbrands
zelf. Omdat de verschillende arti
kelen te lang zijn om over te ne
men, bied ik u ter
'Ut '9. ÏB IP Ut
t JSï? v//k. LL
oplossing 2 combinaties aan,
ik heb gehaald uit de rubriek van
Frans Hermelink, met uiteraard
als opgave: wit speelt en wint.
Tot slot wilde ik u nog een pa-
rij van Hendrik van der Zee laten
zien, die samen met de Rus Gun-
O
'tsr U,
tis Valneris eerste is geworden in
het pas afgelopen Junioren-W.K.
Michel van der Zee. 32-28 17-21
33-29 20-25 39-33 21-26 44-39 11-17
50-44 6-11 37-32 26x37 42x31 19-
23 28x19 14x23 35-30 10-14 41-37
16-21 30-24 5-10 24-20 15x24 29-
x20 21-26 20-15 1-6 33-28 17-22 28-
xl7 11x22 39-33 23-28 en wit gaf
reeds op.
Na een vijandelijk opening van
1 in een kleur is een 2 SA-volg-
bod om he,t bezit van twee lage
kleuren aan te geven, erg popu
lair. Dat bod wordt te pas en te
onpas gebruikt, waarbij veel spe
lers vergeten dat een dergelijk
bod de tegenpartij vaak mee
voordeel oplevert dan nadeel. De
Amerikaan Rodwell demon
streerde dat weer eens in de fina
le van een Amerikaans toernooi.
H953
H85
O V76
1053
10 N 64
A4 \jy n C? B9763
O AB532 u O 94
«f» AB872 Z V964
AVB872
V102
O H108
H
O
door
Ton Schipperheyn
Zuid opende (alleen kwets
baar) met 1 Sch, waarop west 2
SA bood. Noord bood 3 Sch en
zuid besloot de bieding met 4
Sch. Dat üjkt een armzalig con
tract en het was aan de andere
tafel dan ook niet geboden, noch
gemaakt. Zie evenwel wat er ge
beurde. Zuid won de troefuit-
komst in de hand, trok troef en
speelde KL H voor het aas. West
speelde Ha A en harten na die
zuid nam met de vrouw. Ha H
werd gevolgd door een ingetroef-
de klaveren, troef naar tefel en
nogmaals klaveren getroefd. Dat
leidde tot:
IN DE JAREN vijftig en zestig
hadden postzegels een beperkte
geldigheidsduur wat betreft
frankering. Doorgaans eindigde
de geldigheid op 31 december
van het jaar volgend op het jaar
van uitgifte. Zo kon bijvoorbeeld
de MWO-zegel, die van 29 april
tot en met 29 mei 1965 te koop
was tot 31 december 1966 voor
frankering worden gebruikt,
evenals de mariniers-zegel, die
van 10 december 1965 tot en met
10 januari 1966 te koop was.
Op 16 januari 1968, met de uit
gifte van de 20 cent-zegel 50 jaar
Postcheque- en Girodienst,
kwam de PTT echter met de me
dedeling dat voortaan alle uit te
geven bijzondere en permanente
zegels een onbepaalde geldig
heidsduur zouden krijgen. In de
ze situatie is tot op heden geen
verandering gekomen. Het is dus
nog altijd mogelijk een paar
PCGD-zegels uit 1968, of voet
bal-zegels uit 1974 op een brief te
plakken.
N -
- WO'®,
v
B
-
O H108
Zuid die twee slagen kwijt was
wist dus dat west tien kaarten in
de lage kleuren had gehad en dat
hij zeker over enige topkacht in
ruiten moest beschikken. Hij ba
seerde daarop zijn speelplan
door in de diagrampositie Ru H
te spelen. West moest wel nemen
en ruiten terugspelen. Zuid liet
deze slag doorlopen naar de tien
en maakte aldus zijo contract.
Toch zijn er sinds begin 1968
zelden of nooit brieven ver
stuurd met iets oudere zegels, we
zagen of zien ze althans nauwe
lijks. Dat is overigens ook heel
begrijpelijk, want elke zegel is
een jaar na uitgifte altijd meer
waard dan de nominale waarde.
Zo heeft de al eerder genoemde
20 ct. PCGD-zegel uit 1968 in de
catalogus van 1972 al een waarde
van 50 cent. Nu hoeft niet direct
te worden uitgegaan van die 50
cent, maar ook al houdt men re
kening met een prijs van 35 cent,
dat wordt er toch 15 cent boven
de nominale waarde geplakt. Dat
doet men niet.
Nog een paar voorbeelden: de
15, 20 en 25 cent gelegenheidsze-.
gels, die op 20 juni 1971 ter gele
genheid van de 60e verjaardag
van prins Bernhard werden uit
gegeven, staan in de catalogus
1972 genoteerd voor respectieve
lijk 30, 40 en 50 cent; de op 9 ok
tober 1974 uitgegeven 60 ct.- ze
gel 100 jaar UPU staat in de cata
logus 1977 voor 1,35 en de 55
ct - De Ruyter-zegel van 22 april
1976 staat in 1977 voor 85 cent.
Nogmaals men plakt niet lang.
Vooral de filatelist niet. In ieder
geval niet langer dan de termijn
dat de zegels te koop zijn.
De zin van een onbepaalde gel
digheidsduur is ons dan ook al
tijd ontgaan. "Het inzien van zin
loosheid" zal echter niet de re
den zijn van de PTT om met in
gang van 1 januari 1986 een groot
aantal zegels ongeldig te verkla
ren. De ware reden zal wel zijn
om het pakket zegels da^ geldig
is voor frankering kleiner te ma
ken en daardoor voor de postbe
ambte een overzichtelijker situa
tie te creëren. En dn speelt de
fosforescering nog een rol.
Op 1 januari 1986 zullen niet
minder dan negen jaargangen
bijzondere zegels ongeldig wor
den verklaard. Alle bijzondere
zegels die van 16 januari 1968 (de
20 ct. PCGD-zegel) tot en met de
op 16 november 1976 uitgegeven
kinderzegels zullen met ingang
van bovengenoemde datum niet
meer voor frankering mogen
worden gebruikt.
In totaal zijn dat 175 zegels.
Daarnaast wordt er nog een aan
tal permanente zegels ongeldig
verklaard. Te beginnen met de
cijferzegels van Van Krimpen
(1946-1957) van 1, 2, 2Mz, 3, 4, 5, 6,
7 en 8 cent, die in 1976 werden
vervangen door de Crouwel-cij-
ferzegel. Dan hebben we in 1962-
1963 drie landschapzegels gehad:
4 cent, koeltorens; 6 cent, polder
landschap en 10 cent, deltawer
ken. Deze drie permanente ze
gels worden per 1 januari a.s. ook
ongeldig, alsmede de permanen
te zegels Koningin Juliana "en
profil" van Hartz (1953-1967) van:
10, 12, 15. 18, 20, 24, 25. 30, 35, 37,
40, 45, 50, 60, 62, 70, 75. 80, 85. 95
cent; 1, 21/2, 5 en 10 gulden en de
12 ct. op 10 ct. opruimings-op-
drukzegel uit 1958. Tot slot
wordt de 25 cent-luchtpostzegel
(vliegende kraai) uit september
1953 ongeldig.
Behalve bovengenoemde se
ries en zegels worden nog brief
kaarten met opgedrukte waarde
met afbeelding koningin Juliana,
luchtpostbriekaarten, Jubileum-
briefkaarten, adreswijzigings-
kaarten, luchtpostbladen, enz.
ongeldig.