mm p Bridge Beethoven digitaal O, wie schön! KLASSIEK Onverwachte operette Regisseur van klanken Kleurrijke 'Turandot' Geen angst voor rubato KRYPTOGRAM n "1 H n n n n m H nnmn m n m n A ,o A A A A 1 A A n m nnr n m A rj M Ld M A LI mnnn mum m A A E rl A r] m HHH nmm H H i A A 2 2 z 2 A J 3T n H □UHfTÖ H m n EL AT L_ J OPLOSSING ra I ZATERDAG 5 JANUARI 1985 EXTRA PAGINA 21 Herbert von Karajan Beethoven: Symfonieën nrs. 5,6 en 9. Janet Perry, Agnes Baltsa, Vinson Cole, José van Dam, Wiener Singve- rein en Berliner Philharmoniker o.l.v. Herbert von Karajan. DG 413 933-1 (nrs. 5 en 9 - 2 ip's), 413 936-1 (nr. 6). Compact disc: 413 932-2 (nrs. 5 en 6), 410 987-2 (nr. 9). Karajan is bezeten van het tech nische aspect van geluidsweer gave en van elk medium, dat in staat kan zijn om muziek (en na tuurlijk vooral "zijn muziek") on der optimale omstandigheden onder een groot publiek te bren gen. De jongste ontwikkelingen, digitale opname en compact disc, zijn natuurlijk een kolfje naar zijn hand en vormden vol doende reden om alle symfo nieën van Beethoven maar weer eens op te nemen. (Bovendien werd er meteen ook een beeld band vervaardigd voor uitgave als hi-fï-video of laser disc, voor Karajan de media van de toe komst.) Over zijn interpretaties kan men zoals altijd van mening ver schillen. De vijfde klinkt strak en krachtig, mooi in balans, maar meer virtuoos dan meeslepend. In de negende wordt daarente gen sterk met contrasten ge werkt en dat begint meteen al in de eerste maten van het ope- ningsdeel. Zijn hele visie sugge reert meer een enorme autoriteit dan de warmte die de in '81 overleden Karl Böhm in zijn laat ste opname wist te leggen, maar dat neemt niet weg dat Karajan hier een imposant klankkasteel weet op te bouwen. De aantrek kelijkste van de drie nu uitge brachte opnamen is de heldere, lyrische vertolking van de zesde symfonie (pastorale), waaraan het vrijwel ongeëvenaarde spel van de Berliner Philharmoniker extra glans verleent. Via de com pact disc komt deze orkestrale schoonheid natuurlijk nog beter tot haar recht dan via de (overi gens uitmuntend verzorgde!) plaatuitgave. Het grootste plus punt van de CO is echter de ge- wijzdigde koppeling met 5 en 6 op één plaatje en de negende zonder onderbreking op een an der. Kiri Te Kanawa Ave Maria. Liederen en aria's van Purcell, Bach, Handel, Mozart, Schu bert, Mendelssohn, Gounod en Franck, gezongen door Kiri Te Ka nawa (sopraan) met het koor van St. Paul's Cathedral en het English Chamber Orchestra o.l.v. Barry Ro- Hoewel Kiri Te Kanawa in de operawereld al sinds het begin van de jaren zeventig naam maakte als een van de beste lyri sche sopranen van deze tijd, ver wierf zij plotseling wereldfaam, toen zij in juli 1981 op verzoek van de Engelse kroonprins mee werkte aan de muzikale omlij sting van zijn huwelijk met Lady Diana in de Londense St. Paul's Cathedral. Bij die gelegenheid zong zij Handels aria Let the Bright Seraphim die met nog elf andere aria's en liederen, met een religieus karakter, te vinden is op een plaat die zij onlangs met het koor van St. Paul's maakte. bijdragen: Paul Korenhof Bijdragen van het koor alleen en een enkel instrumentaal num mer zorgen voor een aangename afwisseling, maar wie van dit re pertoire en van een geschoolde sopraanstem houdt, zal daaraan nauwelijks behoefte hebben. De algehele indruk komt overeen met de reactie van een achter buurman van mij tijdens een op voering van Arabella in de Opera te Keulen, die na de opkomst van Kiri Te Kanawa nog voor zij één noot gezongen had, verzuchtte: "O, wie schön!". Chabrier L'Étoile. Solisten, koor en orkesten van- de Opera te Lyon o.l.v. John Eliot Gardiner. EMI 167 2700863 (2 Operettemuziek hoort traditio neel bij het nieuwe jaar en met een sprankelende uitvoering is er ook nauwelijks een betere opening denkbaar (althans op muzikaal gebied). Helaas dreigt het Franse repertoire langzaam maar zeker helemaal overvleu geld te worden door de Duitse en Weense operette, al schijnen met name de werken van Offenbach druk bezig verloren terrein te heroveren. L'Étoile, een "opéra-bouffe" uit 1877 van Emmanuel Cha brier, zal zelfs bij veel Fransen onbekend zijn, maar dat neemt niet weg dat uiteenlopende mu sici als Debussy, Stravinsky en Poulenc de muziek tot het beste rekenden, wat in dit genre was voortgebracht. Het probleem voor het grote publiek was al leen, dat de verwachte "meezin gers" door Chabrier vervangen waren door een lange reeks mu zikale verrassingen in een voor die tijd gewoon rijke instrumen tatie. Het doldwaze verhaal over Ko ning Ouf de Eerste, die volgens zijn astroloog kort na zijn volgen de ter dood veroordeelde zal ster ven, heeft voor de Lefhebber echter een juweel van een ope rette opgeleverd, die nu voor het eerst op de plaat verkrijgbaar is. De voortreffelijke uitvoering door het gezelschap van de Opé ra te Lyon is doortrokken van theatersfeer en hoewel het tweetalige tekstboek (Frans-En gels) bij een dergelijk werk geen overbodige luxe is, wordt het volgen van de handeling verge makkelijkt door een serie van vijftien scènefoto's. James Conlon Liszt: Eine Faust-Symphonie. John Aler (tenor), koor van de Sloveense Filmharmonie in Bratislava, Rotter dam Philharmonisch Orkest o.l.v. James Conlon. Erato NUM 751582 (2 Ip's). James Conlon, de energieke, jon ge chefdirigent van het Rotter dams Philharmonisch Orkest, heeft zich in zijn korte internatio nale carrière al nadrukkelijk ge profileerd als een man met groot gevoel voor theater. Hij is een re gelmatige gast in de opera's van Londen, Parijs en New York, maar ook in de concertzaal schuwt hij het dramatisch effect niet en dat heeft in Rotterdam al tot enkele onconventionele pro gramma's geleid. Een componist die hem op dit punt met symfonische muziek tegemoetkomt, is de Hongaar Franz Liszt, en het is niet toeval lig, dat Conlon na een plaat met twee pianoconcerten van deze componist nu ook de Faust-Sym- phonie heeft uitgebracht en dat de Dante-Symphonie in voorbe reiding is. De Faust-Symphonie werd in november '83 in dezelfde uitvoering ook via de radio uitge zonden, maar de daarna gemaak te plaatopname is zonder meer beter geworden. Conlon toont zich een regisseur van klanken met een intuïtief gevoel voor contrasten en verhoudingen, waardoor hij van deze merk waardige, driedelige symfonie een van de aantrekkelijkste ver klankingen geeft, die men mo menteel op de plaat vinden kan. Een uitstekend idee was het bovendien om de vierde plaat kant te benutten voor twee 'epi sodes' die Liszt schreef bij het to neelstuk 'Faust' van Nikolaus Lenau, w.o. een orkestrale versie van de bekende Eerste Mefisto- wals. James Conlon (foto p.r.) Lorin Maazel Puccini: Turandot (live-opname). Eva Marton, Katia Ricciarelli, José Carreras e.v.a. met het koor en or kest van de Weense Staatsopera o.l.v. Lorin Maazel. CBS 13M 39160 (3 lp's). De benoeming van dirigent Lo rin Maazel tot leider van de Weense Staatsopera heeft orga nisatorisch noch artistiek tot gro te successen geleid en slechts weinig Weners zullen zijn voor tijdig vertrek betreuren. Onbe twist hoogtepunt van deze korte periode was de nieuwe produk- tie van Turandot in september '83, die dankzij de kabel ook bij ons te zien is geweest en die nu in een live-opname op de plaat is gezet. Uitgebreid applaus vóór en na iedere akte (een enkele maal ook halverwege) alsmede een bescheiden hoeveelheid to neelgeluiden geven de uitvoe ring meer sfeer dan menige kale studio-opname bezit, maar een aantal klein oneffenheden in de uitvoering zelf bleek eveneens onvermijdelijk. Maazel neemt de tempi breed en houdt van een spectaculaire aanpak, met name van het slag werk. Puccini's muziek klinkt daardoor extra glorieus en kleur rijk, maar een nadeel van deze aanpak is, dat de scènes met de drie ministers iets van hun speelsheid verloren hebben. De sopraan Eva Marton is een Tu randot met veel autoriteit en met waar nodig ook warmte in haar stem. De lyriek van de slavin Liü lijkt Katia Ricciarelli op het lijf geschreven, maar de stralende tonen van José Carreras kunnen niet verhelen, dat de rol van Ca- laf eigenlijk om een tenor met meer metaal in zijn stem vraagt. Het zal overigens interessant zijn deze live-opname te vergelij ken met de opname uit Verona, die de Nederlandse televisie woensdag a.s. uitzendt. Ivo Pogorelich Chopin: Pianoconcert nr 2 in f, op. 21 Polonaise in fis, op. 44. Ivo Pogo relich en het Chigago Symphony Or chestra o.l.v. Claudio Abbado. DG 410 507-1. (Ook op MC en CD). De eerste prijs in het Chopin Concours van 1980 te Warschau ging aan de neus van de toen 20 jaar oude Ivo Pogorelich voorbij, maar juist dat feit leidde tot een opzienbarende rel en bezorgde de jonge pianist meer publiciteit, dan alle prijzen bij elkaar hadden kunnen doen. Sindsdien heeft Pogorelich overtuigend bewe zen, dat hij weliswaar eigenzin nig is, maar dat zijn spel wel de gelijk alle publiciteit eromheen rechtvaardigt. In het Tweede Pianoconcert van Chopin weet hij de in eerde re Chopin-vertolkingen uitge stippelde lijn bovendien conse quent door te trekken. Zijn spel is strak en wars van mogelijk ge zwijmel in de melodische op bouw, maar zijn fraseringen zijn verre van klinisch en angst voor rubato is hem vreemd. Deze op name biedt daarbij de gelukkige combinatie met dirigent Claudio Abbado, die aan Chopins muziek een Italiaanse zangerigheid ver leent en met name in het tweede deel (Larghetto) de parallellen met de lyriek van Bellini onder streept. Als toegift speelt Pogo relich de polonaise op. 44, waarin de accenten door hem iets zwaar der worden aangezet. Horizontaal 1. Je kunt een eind lopen maar zo blijft er niets van over. 4. Dit dier past in deze winterse natuur. 8. Dat is 'm. Boer pas op je kleur. 11. Een bol eind van een vogel. 12. Vergeet het maar, die gaat' niet op. 13. Als u me dood kijkt word ik knorrig. 14. Dat is de an dere. 15. Neem keukengerei en zonder ongelukken. 17. Het rood laten liggen. 20. Ha, om het sop, vooruit. 23. Belachelijk fruit. 26. Slaperig volk. 27. Samen vormt het de bovenkant van de huid. 29. Toen we achter ze aanliepen bleken het onze kinderen te zijn. 31. Wil je dit oplossen, dat van te voren nadenken. 32. Daar kun je veel in vervoeren. 33. Bevroren vingertop om steviger te lopen? 34. Flink warm worden van een estafette bij Arnhem. Verticaal 1. Gordijntje in de kamer aan de straatkant, dat is een gebeur tenis. 2. Bij de barbier zit de geestelijke er niet. 3. Dingen van het snoer verwijderen, dat gaf rij en werk. 5. Die vruchten nemen wij niet meer. 6. Die van één weg genomen, waardeloos. 7. In het kantoor van de baas is 'ie niet, maar goed ook, anders kreeg je een opstopper. 9. Ha, die regel 9> 9 - 'Z '5 '6 co 29 30 moet er zijn, anders wordt het een troep. 10. Een koekje met Jan, in de winter niets'an. 16. Een hoekje op de beurs. 18. De gewijzigde dans van de buiten lander. 19. Geboorteplaats van Herman Brood? 21. De griet bij de P.T.T. krijgt geen thee en dat vindt ze fijn. 22. Een beetje min der zacht wordt gauw bitter. 23. Iets kleins als de hersenen min der worden. 24. Ik steun als ik aan mezelf denk. 25. Meestal hoog kijken we ernaar. 28. Sa menkomst! 30. Bij To is drank kwaadaardig. De prijs van 25.- werd toege kend aan Xander Verschoor, de Sav. Lohmanplantsoen 80, 2253 RW Voorschoten. De prijs wordt de winnaar toege zonden. Oplossingen met vermelding van 'Puzzel' voor donderdag op brief kaart of in enveloppe zenden aan Redactie Leidsch Dagblad, Post bus 54, 2300 AB Leiden. Op 15, 16 en 17 februari vindt weer het grootste jaarlijkse schaakspektakel van Leiden plaafs. In de Rembrandt scholen gemeenschap wordt dan het 45s- te Noteboomtoernooi gehouden. Zo'n 200 deelnemers zullen in zes ronden de strijd met elkaar aanbinden. Sommigen maken kans op de hoofdprijs van 2000,-, anderen kunnen nog spelen om de vele extra prijzen. Iedereen wordt bij het begin van het toernooi als gelijkwaardig beschouwd en er wordt dan ook gespeeld in één grote groep. Voor elke amateur bestaat dus de kans om eens tegen een be kende internationale meester of hoofdklasser te spelen. Bent u geïnteresseerd, dan kunt u in lichtingen krijgen bij Jan Chau- dron, tel. 01717-5128. Een interessante partij in het vorige toernooi werd gespeeld door de bekende Katwijkse scha ker Wim Heemskerk. Mijn com mentaar is gebaseerd op zijn aan tekeningen in het toernooibulle tin. 3.Pc3 d5 4.cd5: Pd5: 5.e4 Pb4 6.L- b5+ P8c6 7.d4 (dit houdt een pio noffer in) cd4: 8.a3 (natuurlijk niet Pd4: Dd4: 9.Dd4: Pc2+) dc3: 9.Dd8: Kd8: 10.ab4: (zwart kan nu slaan op b4 of b2 dan wel ont wikkelen met g6 en Lg7) cb2: ll.Lb2: e6 (de comnsumptie van tweede pion met Pb4: geeft 12.0-0 een beslissende ontwikkelingsvoorsprong: alter natieven zijn e5 en f6) 12.0-0 f6 (dreigt e5) 13.e5 Le7 14.Lc6: bc6: 15.Pd4 Ld7 (na 15...Kc5 16.Tfcl Ld7 17.Pc6: komt de zwarte ko ning onder vuur) 16.Tfcl Tc8 (be ter lijkt Ke8 gevolgd door Kf7) 17.Ta7: c5 18.Pf3 cb4: 19.Tc8: Lc8: 20.Pd4 (diagram) Ke8 (op Ld7 volgt 21.Ta8+ Lc8 22.Pe6+ Kd7 23.Pg7:) 21.Pc6 LfB 22,ef6: gf6: 23.Lf6: Tg8 24 Tc7 (beter is direct Pe5 Ld6 25.Ta8 Le5: 26.T- c8:+ Kf7 27.Tg8: Kf6: 28.Tc8 b3 29.Tc5) La6 25.Ta5 Lc4 26.Pe5 en zwart geeft het op. Na Ld5 27.Tc7 kan hij mat niet meer verhinde- De oplossingen van de opga ven in de vorige rubiek luiden als volgt: diagram I: l...Pg3 en wit kan mat of dameverlies niet af wenden. Diagram II: l.De6+ De6: 2.Pd7 (dreigt Tb8 mat) Dd7: 3.Tb8+ en zwart gaf op (Kb8: 4.c- d7: en mat). Diagram III: l.h7 gh2: 2.h8P g3 3.Pg6 fg6: 4.f7 g5 5.f8P g4 6.Pe6 de6: 7.d7 e5 8.d8P e4 9.Pc6: bc6. 10.bc6. b5 ll.c7 b4 12.c8P b3 13,Pd6 b2 14.Pf5 blD 15.Pg3 mat. Diagram IV: l.Kdl: en zwart is in zetdwang. Als u voor dit jaar nog geen goe de voornemens heeft, dan weet ik er een voor u. Dit jaar gaat er nl. een gloednieuw damtijd schrift van start met als hoofdre dacteur niemand minder dan Ton Sijbrands. In het voorwoord van het nulnummer geeft hij zelf aan waarom hij hiermee is be gonnen. "Ik zou niet willen be weren dat het "werkelijke" leven (wat dat dan ook moge zijn) hele- móól aan mij voorbijgaat. Maar mijn voornaamste tijdverdrijf bestaat toch uit dammen, het damspel is mijn grootste hobby, mijn grootste passie zelfs. Het zal dus niemand verbazen als ik zeg dat het uitgeven van een eigen damblad, gevuld met bijdragen van mijn favoriete auteurs, een reeds lang gekoesterde wens is". Het 28 pagina's tellende blad bestaat uit artikelen van Piet Roozenburg, Frans Hermeünk, Cees Pippel en Ton Sijbrands zelf. Omdat de verschillende arti kelen te lang zijn om over te ne men, bied ik u ter 'Ut '9. ÏB IP Ut t JSï? v//k. LL oplossing 2 combinaties aan, ik heb gehaald uit de rubriek van Frans Hermelink, met uiteraard als opgave: wit speelt en wint. Tot slot wilde ik u nog een pa- rij van Hendrik van der Zee laten zien, die samen met de Rus Gun- O 'tsr U, tis Valneris eerste is geworden in het pas afgelopen Junioren-W.K. Michel van der Zee. 32-28 17-21 33-29 20-25 39-33 21-26 44-39 11-17 50-44 6-11 37-32 26x37 42x31 19- 23 28x19 14x23 35-30 10-14 41-37 16-21 30-24 5-10 24-20 15x24 29- x20 21-26 20-15 1-6 33-28 17-22 28- xl7 11x22 39-33 23-28 en wit gaf reeds op. Na een vijandelijk opening van 1 in een kleur is een 2 SA-volg- bod om he,t bezit van twee lage kleuren aan te geven, erg popu lair. Dat bod wordt te pas en te onpas gebruikt, waarbij veel spe lers vergeten dat een dergelijk bod de tegenpartij vaak mee voordeel oplevert dan nadeel. De Amerikaan Rodwell demon streerde dat weer eens in de fina le van een Amerikaans toernooi. H953 H85 O V76 1053 10 N 64 A4 \jy n C? B9763 O AB532 u O 94 «f» AB872 Z V964 AVB872 V102 O H108 H O door Ton Schipperheyn Zuid opende (alleen kwets baar) met 1 Sch, waarop west 2 SA bood. Noord bood 3 Sch en zuid besloot de bieding met 4 Sch. Dat üjkt een armzalig con tract en het was aan de andere tafel dan ook niet geboden, noch gemaakt. Zie evenwel wat er ge beurde. Zuid won de troefuit- komst in de hand, trok troef en speelde KL H voor het aas. West speelde Ha A en harten na die zuid nam met de vrouw. Ha H werd gevolgd door een ingetroef- de klaveren, troef naar tefel en nogmaals klaveren getroefd. Dat leidde tot: IN DE JAREN vijftig en zestig hadden postzegels een beperkte geldigheidsduur wat betreft frankering. Doorgaans eindigde de geldigheid op 31 december van het jaar volgend op het jaar van uitgifte. Zo kon bijvoorbeeld de MWO-zegel, die van 29 april tot en met 29 mei 1965 te koop was tot 31 december 1966 voor frankering worden gebruikt, evenals de mariniers-zegel, die van 10 december 1965 tot en met 10 januari 1966 te koop was. Op 16 januari 1968, met de uit gifte van de 20 cent-zegel 50 jaar Postcheque- en Girodienst, kwam de PTT echter met de me dedeling dat voortaan alle uit te geven bijzondere en permanente zegels een onbepaalde geldig heidsduur zouden krijgen. In de ze situatie is tot op heden geen verandering gekomen. Het is dus nog altijd mogelijk een paar PCGD-zegels uit 1968, of voet bal-zegels uit 1974 op een brief te plakken. N - - WO'®, v B - O H108 Zuid die twee slagen kwijt was wist dus dat west tien kaarten in de lage kleuren had gehad en dat hij zeker over enige topkacht in ruiten moest beschikken. Hij ba seerde daarop zijn speelplan door in de diagrampositie Ru H te spelen. West moest wel nemen en ruiten terugspelen. Zuid liet deze slag doorlopen naar de tien en maakte aldus zijo contract. Toch zijn er sinds begin 1968 zelden of nooit brieven ver stuurd met iets oudere zegels, we zagen of zien ze althans nauwe lijks. Dat is overigens ook heel begrijpelijk, want elke zegel is een jaar na uitgifte altijd meer waard dan de nominale waarde. Zo heeft de al eerder genoemde 20 ct. PCGD-zegel uit 1968 in de catalogus van 1972 al een waarde van 50 cent. Nu hoeft niet direct te worden uitgegaan van die 50 cent, maar ook al houdt men re kening met een prijs van 35 cent, dat wordt er toch 15 cent boven de nominale waarde geplakt. Dat doet men niet. Nog een paar voorbeelden: de 15, 20 en 25 cent gelegenheidsze-. gels, die op 20 juni 1971 ter gele genheid van de 60e verjaardag van prins Bernhard werden uit gegeven, staan in de catalogus 1972 genoteerd voor respectieve lijk 30, 40 en 50 cent; de op 9 ok tober 1974 uitgegeven 60 ct.- ze gel 100 jaar UPU staat in de cata logus 1977 voor 1,35 en de 55 ct - De Ruyter-zegel van 22 april 1976 staat in 1977 voor 85 cent. Nogmaals men plakt niet lang. Vooral de filatelist niet. In ieder geval niet langer dan de termijn dat de zegels te koop zijn. De zin van een onbepaalde gel digheidsduur is ons dan ook al tijd ontgaan. "Het inzien van zin loosheid" zal echter niet de re den zijn van de PTT om met in gang van 1 januari 1986 een groot aantal zegels ongeldig te verkla ren. De ware reden zal wel zijn om het pakket zegels da^ geldig is voor frankering kleiner te ma ken en daardoor voor de postbe ambte een overzichtelijker situa tie te creëren. En dn speelt de fosforescering nog een rol. Op 1 januari 1986 zullen niet minder dan negen jaargangen bijzondere zegels ongeldig wor den verklaard. Alle bijzondere zegels die van 16 januari 1968 (de 20 ct. PCGD-zegel) tot en met de op 16 november 1976 uitgegeven kinderzegels zullen met ingang van bovengenoemde datum niet meer voor frankering mogen worden gebruikt. In totaal zijn dat 175 zegels. Daarnaast wordt er nog een aan tal permanente zegels ongeldig verklaard. Te beginnen met de cijferzegels van Van Krimpen (1946-1957) van 1, 2, 2Mz, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 cent, die in 1976 werden vervangen door de Crouwel-cij- ferzegel. Dan hebben we in 1962- 1963 drie landschapzegels gehad: 4 cent, koeltorens; 6 cent, polder landschap en 10 cent, deltawer ken. Deze drie permanente ze gels worden per 1 januari a.s. ook ongeldig, alsmede de permanen te zegels Koningin Juliana "en profil" van Hartz (1953-1967) van: 10, 12, 15. 18, 20, 24, 25. 30, 35, 37, 40, 45, 50, 60, 62, 70, 75. 80, 85. 95 cent; 1, 21/2, 5 en 10 gulden en de 12 ct. op 10 ct. opruimings-op- drukzegel uit 1958. Tot slot wordt de 25 cent-luchtpostzegel (vliegende kraai) uit september 1953 ongeldig. Behalve bovengenoemde se ries en zegels worden nog brief kaarten met opgedrukte waarde met afbeelding koningin Juliana, luchtpostbriekaarten, Jubileum- briefkaarten, adreswijzigings- kaarten, luchtpostbladen, enz. ongeldig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 21