'Als Je rijk bent, is het dom om links te znn De bevoorrechte jeugd van de Nederlandse School in Cobham ZATERD/ l'ERDAG 5 JANUARI 1985 EXTRA PAGINA 19 V.l.n.r. Yvette Overtoom, Marguerite van der Heijden, Ann Smulders, Mirella Bruna en André Arkema voor één van de schoolgebouwen in Cobham: "Iedereen vindt het hier normaal dat je rijk bent". (foto's gpdi door Henk Dam Onder een schoolreisje moet men niet een dagje naar De Efteling verstaan, maar een week skiën in Zwitserland, of op safari naar Afrika. Nee de kinderen van multinationals op de Nederlandse School in het Engelse Cobham hebben niet te klagen. Behalve dan over het Nederlands, "Dat klinkt zo ruw". Ik vind het een taal voor als je iemand wilt uitschelden". Een curieuze ontmoeting aan het begin van het Jaar van de Jeugd. Het bestaan laat zich al snel van een aangenamer kant zien voor wie Londen in het zuidwesten via de A3 verlaat. Al na een paar kilometer maakt de chaotische bebouwing van de metropool plaats voor bos sen, golvende akkers en vriendelij ke dorpjes van het graafschap Sur rey. Snel ben je zo in het hart van forenzen- land. In ruime behuizingen, met plaatjeslandschap op jog-afstand, wo nen daar de mannen en vrouwen die het gemaakt hebben in de bruisende we reldstad. Een half uur treinen* van je werk, en toch gezonde buitenlucht ina demen. Het leven is er goed. Ook op de American Community School, vlakbij het plaatsje Cobham, is het leven zicht baar goed. Je komt er door de lommer rijke laan te kiezen die Cobham met Es- her verbindt. Na een paar honderd me ter zie je dan het bordje dat de lange op rijlaan naar de school aanwijst. Halverwege die laan wordt het ernst. Daar zit een veiligheidsman in een futu ristisch hokje om ongewenste bezoekers tegen te houden. Daarna de uitgestrekte heuvelachtige terreinen waarop zich de school bevindt. Het woord „school" klinkt in dit verband overigens nogal be perkt. De American Community School heeft meer van een landgoed, met prach tige tuinen, sjieke gebouwen, tennisvel den, een golfterrein, atletiekbanen, en dat alles tot in de puntjes verzorgd. Het is een afgelegen paradijsje in een toch al bevoorrecht stukje Engeland. Er zitten zo'n 800 leerlingen op de school, vanaf de kleuterleeftijd tot 18 jaar, in klassen die zelden meer dan 15 scholieren tellen. De naam zegt het al: het gaat vooral om jonge Amerikanen, de zonen en dochters van de mannen die door hun bedrijf naar gene zijde van de Atlantische Oceaan zijn gestuurd.Maar er lopen ook heel wat Nederlanders op de campus van de American Communi ty School rond. Op die school zelf bevin den zich nogal wat middelbare scholie ren van Nederlandse herkomst. In een hoekje van het terrein is bovendien, in een tiental luxe loodsen, de (aparte) Ne derlandse School gevestigd. Schoolgeld Die school is bestemd voor leerlingen van 4 tot 14 jaar. Net als de American Community School zelf is de Nederland se School (de enige die in Engeland te vinden is) een particuliere opleiding. Jantje met de pet zul je er niet aantref fen, het kroost van de familie Modaal evenmin. Daar zorgt het schoolgeld wel voor. De ouders van de leerlingen in de hogere klassen van dé Nederlandse School betalen een kleine 18.000 gulden per jaar voor het genoegen vari een op leiding die zó goed is dat de leerlingen, zo zij weer naar het vaderland zouden verhuizen, een plaats op het prestigieuze Rijnlands Lyceum in Wassenaar gega randeerd wordt. De Nederlandse School werd in janua ri 1981 opgericht door de Brits-Neder landse multinational Shell, die datzelfde over de hele wereld heeft gedaan tenein de het nageslacht van de uitgezonden werknemers aan een behoorlijke, op het vaderland afgestemde opleiding te hel pen. Het pionierswerk in Cobham (dat werd uitgekozen als vestigingsplaats omdat er veel werknemers van multina tionals wonen) werd gedaan door een werkneemster van Shell, de onderwijze res Miep Lambermont, die voor haar baas onder meer ook al in Afrika en Bru nei had gezeten. Ze begon met elf kinde ren, allemaal kroost van Shell-werkne- Mevrouw Lambermont: ,,Nu hebben we elf leerkrachten en 160 kinderen, voor tweederde van Shell, en voor het overige van andere internationaal opere rende bedrijven als Unilever en Philips. En er zit nog steeds enorme groei in. Vanmorgen waren er bij de post weer tien aanvragen". Voor wie de situatie op veel Engelse basisscholen kent, is de Nederlandse School een oase. Kleine klasjes, maxi male individuele aandacht dus, voldoen de lesmateriaal (op Engelse scholen is dat niet langer vanzelfsprekend), en alle faciliteiten op (onder meer) sportgebied van de Amerikaanse school. Bevoorrechte scholiertjes zitten er dus op de Nederlandse School die, aldus een brochure, onder meer het volgende uit gangspunt heeft: „De verworven kennis van eigen land en de typisch Nederland se schoolsfeer verstevigen de band met het vaderland en werken mee aan een groter nationaal bewustzijn". Bevoorrecht voelen ook de wat oudere Nederlandse leerlingen zich die zitten op de American Community School. Wellicht dat de Nederlandse School ooit zó wordt uitgebreid dat Nederlandse jongeren hun hele opleiding er kunnen volgen. Nu zijn ze na hun 14e nog op de Amerikaanse school aangewezen. Burgerlijk Wat leeft er onder deze middelbare scholieren? Hoe bevoorrecht vinden zij zichzelf? Hoe denken ze over hun toe komst? Hoe zien ze Nederland? En hoe hun gastland? Vijf van hen krijgen op een regenachtige maandagochtend het 5e en 6e uur vrij om daarover van ge dachten te wisselen. „Ik heb een nicht die al haar hele leven in Harmeien woont. Die is zó burgerlijk en kortzichtig. En dat bedoel ik nou. Je horizon wordt enorm verbreed door een tijdje ergens anders te wonen. Daarom voel ik me bevoorrecht door hier op school te zitten". Het is een van de ant woorden op de vraag of André Arkema (17), Ann Smulders (14), Yvette Over toom (16), Mirella Bruna (16) en Margue rite van der Heijden (17) zich bevoor recht vinden dat zij hun middelbare schooltijd in Cobham doorbrengen. Ja, dat vinden ze allemaal. „Je hebt meer kansen", „Je doet meer ervaring op", „Het hebben van een eigen mening wordt hier doelbewust gestimuleerd, en daardoor word je zelfverzekerd", „Je krijgt hier eigen verantwoordelijkheid. Op Nederlandse scholen heb je dat veel minder", zijn een paar andere antwoor den. Zien ze veel verschillen met Neder landse scholen? De makkelijk pratende Yvette (haar vader werkt bij Philips): „Toen ik hier kwam wonen, had ik in Nederland al op de brugklas gezeten. Dat was iets heel anders hoor. Hier ma ken meisjes van 13 zich al op. In de pau ze blijven ze binnen om voor de spiegel te staan. In Nederland ging je dan naar buiten". Marguerite (haar vader reist voor de KLM de wereld af) vult aan: „Materieel is het hier anders dan in Nederland. Ie dereen vindt het hier normaal dat je rijk bent. Als je met een schoolreisje mee gaat, kost dat gauw 200 tot 300 pond (860 tot 1260 gulden). Dan ben je een week weg, terwijl je voor datzelfde geld na tuurlijk net zo goed twee of drie weken op vakantie kan". Afrika Wat voor soort reizen zijn dat dan? Marguerite: „Nou, Italië, skiën in Zwit serland is altijd erg populair, er zijn safa ri's naar Afrika. Vorig jaar was er een reis naar Rusland, en dan met de trein naar China. Dat was heel geslaagd. Ie dereen die met die reis was meegegaan, kwam reuze enthousiast terug". Ze heeft nog wat meer te zeggen over wat de American School duur maakt. „Als je een prom (bal) hebt, dan is dat meteen 20 pond aan tickets. Dat is voor twee personen. Nee, akkoord, dat hoefje als meisje doorgaans niet zelf te betalen, maar toch. En dan een baljurk. Die kost ook gauw 400 gulden. En dan heb je na een half jaar weer een prom. Wéér een baljurk. Nee, dat kun je niet maken, dat je met dezelfde jurk naar twee proms gaat". "Mirella, wier vader vooor Nationale Nederlanden in Engeland werkt, heeft het over het algemeen naar haar zin tus sen de Amerikanen. „Alleen hebben ze wel een erg hoge dunk van zichzelf. Het enige dat goed is is Amerika. Amerika is in alles de baas. Daar baal ik wel eens een beetje van". André mist het, dat hij met veel van zijn Amerikaanse medescholieren niet over politiek kan praten. „Ze bemoeien zich niet zo met de politiek. In Neder land gaat het er altijd fel aan toe, maar hier komen ze nooit verder dan tegen de communisten roepen. Liever dood dan rood, daarmee houdt het voor hen wel zo'n beetje op. Als je iets zegt dat een beetje links klinkt, ben je gelijk een communist, en dan willen ze niet meer met je praten. Dan kan je in Nederland toch beter over dat soort dingen discus- Yvette: „Maar daar zijn ze wel weer erg narrow-minded. Als je ouders op de WD stemmen, denken ze meteen dat jij ook wel WD-er zal zijn. Onverdraag zaam zijn ze ook. Toen ik nog in Neder land op school zat, hadden we verkiezin gen. Dan zie je toch dat alle pamfletten worden bekrast en weggescheurd en Er bestaat bij de groep weinig waarde ring voor politiek gemotiveerde acties zoals die in het vaderland nog wel eens honderdduizenden bezorgden op de been plegen te krijgen. Yvette: „Wat er in Amsterdam allemaal gebeurt, dat vind ik belachelijk. Van die krakerspan den waar de mensen elkaar doodslaan. Ik heb op de tv ook die demonstratie te gen de bom gezien. Tegen de kruisraket ten. Dat was toch een chaos? Die men sen die je dan ziet lopen op de voorste rijen, daar zitten massa's verknipte figu ren tussen hoor". Overdreven Ann: „Als je in Nederland loopt, zie je heel wat mensen met speldjes op lopen waarop staat dat ze tegen de bom zijn of zo. Dat vind ik ook zoiets overdrevens". Marguerite: „Maar die figuren heb je hier ook. Denk maar aan die vrouwen die bij Greenham Common zitten. Die willen hun kinderen niet opvoeden in de schaduw van de bom, zeggen ze dan. Maar ze leven daar in tenten, in de kou. tussen de rommel en in de modder. En ze douchen zich maar één keer per week. Dan vraag ik me toch wel eens af: wat voor soort opvoeding is dat dan?" Het antwoord op de vraag waar ze zelf politiek staan, behoeft geen verwonde ring te wekken. Yvette en Marguerite verklaren beiden conservative (op z'n Engels uitgesproken) te zijn. Yvette vult aan: „De jeugd van tegenwoordig is alle maal conservative. Wij zijn het, omdat onze ouders geld hebben. Als je rijk bent, is het dom om links te zijn". Waar zouden ze later liever wonen, in Engeland of het vaderland? Bijna ieder een kiest voor het eigen land. Mirella: „Nederland blijft iets speciaals houden". Ann: „Toen ik nog in Den Haag woonde, was het zo rond een uur of vijf altijd het gezelligst. Dan stak m'n moeder om de vijf seconden haar hand op, omdat er weer een bekende langskwam. Daarom woon ik liever in Nederland. Daar is het toch gezelliger". André: „Ik woonde ook in Den Haag. Daar zou ik liever wonen. Hier gaan de pubs om half elf dicht. En als je dan de afstanden erbij rekent. Als je 'ns een keer gezellig uit wilt, moet je naar Lon den, en dan kan je meteen weer terug gaan, omdat anders het openbaar ver voer niet meer rijdt". Hierop ontspint zich een discussie over de vraag of het gevaarlijk is 's avonds met het openbaar vervoer te rei zen. Yvette merkt op: „Hier word je niet zo gauw aangevallen hoor. In Nederland wel. Als je 's avonds door Amsterdam wandelt, loop je groot gevaar te worden doodgestoken". Yvette zou uiteindelijk toch ook voor Nederland als toekomsti ge woonplaats kiezen. „Van de zomer was ik er op vakantie, en toen zat ik op een terrasje. Dat was zó gezellig, al die mensen die je langs zag lopen. Toen dacht ik van: hé, dat heb je in Engeland toch niet". Alleen Marguerite heeft het vaderland in gedachten al de rug toegekeerd. „Ik zou niet meer in Nederland willen wo nen. Ik ben al zo internationaal gewor den, dat ik me er niet meer zou kunnen aanpassen. Ik heb dan ook al in zoveel verschillende landen gewoond. Ik vind het zalig om in Nederland op vakantie te gaan, hoor, maar that's it". Scheidtaai Engeland en Nederland, Engelsen en Nederlanders vergelijken, het gezel schap raakt nu enthousiast. Ann: „Ik zit hier nog niet zo erg lang, maar ik vind het Engels toch wel een mooie taal hoor. Nederlands klinkt zo ruw. Ik vind het een taal voor als je iemand wilt uitschel den. Een scheidtaai, dat is het. Nee hoor, dat vind ik niet omdat ik in Den Haag heb gewoond. Het is overal zo. Ik heb ook een tijdje in Friesland gezeten. Daar is het precies hetzelfde". Yvette: „Nederland vond ik altijd ide aal, maar nu is dat niet meer zo. Nog steeds vind ik Nederlanders eerlijker, opener en spontaner dan de Engelsen. Maar de Engelsen zijn weer hulpvaardi ger. En ze hebben ook meer discipline". Toch vindt ze Engelsen ook niet alles. Met de stelligheid die bij haar leeftijd past, zegt ze: „Ik zou me ervoor schamen Engels te zijn. ik vind ze zo saai". Mirel la: „En zo proper (op z'n Engels uitge sproken, en dus: fatsoenlijk). Ze laten zich nooit eens gaan. Ze blijven altijd netjes en beleefd". Yvette: „Zaterdag had mijn vader een receptie. En dan zijn die Britten ook alle maal zo stijfjes, zo formeel. Als we in Ne derland recepties hadden, was het veel leuker. Daar noemde ik kennissen van mijn vader oom Bill en zo. Dat kan hier niet. De gap (kloof, op z'n Engels) blijft, ook als je iemand al heel lang kent." André: „In Engelse huizen is ook alles zo saai. Je ziet er nooit eens een bloemetje staan". Dan zet Yvette de aanval in: „Maar Ne derlandse mensen vind ik vaak boers. Dat merk ik, nu ik wat ouder word.". Marguerite vult gretig aan: „Hier zijn de mensen veel meer distinguished. Als je hier een tijdje hebt gezeten, dan erger je je aan de Nederlanders. Ze zijn zo luid en onbeschoft. Daar erger ik me groen aan. Je hoort ze boven alles uit. Laatst liep ik met mijn vriendin in de super markt. Dan hoor je zo'n harde stem: Zeg moe-oe, motte we nog wat van dit heb be? Ik zeg tegen m'n vriendin: Nederlan ders. Wegwezen. En dat de Engelsen al lemaal saai zijn, dat is ook niet zo hoor. Zaterdag heb ik een dinner-party gege ven. Had ik echt op z'n Hollands gedaan. Oergezellig, met kaarsjes en open haard vuur en zo. Dan komen ze best los. Het was een hele gezellige party". Plannen Genoeg volkeren beledigd. Hebben ze al een idee wat ze na hun schooloplei ding gaan doen? André zit in z'n laatste jaar, en gaat dan naar een Engelse uni versiteit, Richmond College, waar hij „business en computer" wil studeren. Mirella zit in de elfde klas, en moet nog een jaar. „Wat ik daarna ga doen? Iets met talen denk ik, daar ben ik goed in. M'n vader zegt dat ik misschien wel op een ambassade kan gaan werken. Als se cretaresse of zo". Marguerites plannen zijn het meest uitgesproken: „Ik zit in m'n laatste jaar en ga daarna naar New York. Dat komt in de eerste plaats omdat m'n ouders daar komen te wonen. Ik wil er gaan stu deren, marketing of pr. M'n school helpt me om op een goede college (op z'n En gels uitgesproken, universiteit dus) te recht te komen. Als ik dat gedaan heb, wil ik het liefst voor een internationale company gaan werken". Is ze wel eens bang dat ze na de uni versiteit niet aan de slag kan komen? Marguerite: „Je college helpt je met een baan. Je kunt er bovendien zelf zoveel aan doen. Je gaat toch niet op je bed lig gen, als het niet zo snel lukt iets te vin den? Je kunt altijd andere mensen hel pen, en ondertussen naar een echte baan zoeken". Yvette: „Ik heb nog nooit gehad dat ik dacht: ik krijg nooit een baan. Ik weet zeker dat je, als je hard werkt en goed je best doet, altijd een baan vindt". Ann: „Soms valt het niet mee, maar dan moetje doorzoeken. Mijn oom wilde laatst een baan en kon toen niets krijgen. Hij heeft twee maanden gezocht, maar toen is het hem toch gelukt. Hij zit nu ergens in Iran of Irak of zo".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 19