Combaz: mensen met eigen wetten Eindelijk genoegdoening Bernlef raakt aan grenzen van de taal Poëzie voor kinderen moeite waard DE KEER Het onheilspellende lot van een vrouw Mysterieuze weduwe De Slegte trakteert op extra feestdagen <F Prenten boeken WOENSDAG 2 JANUARI 1985 PAGINA 15 Oppervlakkig beschouwd lijkt de roman 'Heren' van de Franse schrijver Combaz op het werk van Patrick Modiano. Hiermee wil ik niet beweren dat Combaz een epigoon is; dat is niet het ge val, maar er zijn wel overeen komsten tussen beide schrijvers. Zo leven veel van Modiano's hoofdpersonen in een schim- menwereld, beter geformuleerd: Modiano roept vaak op kunstige wijze een schimmige wereld op, bevolkt door mensen van wie niet altijd even duidelijk is wat ze nu'precies doen en wie ze zijn. Nog anders gezegd: mensen van wie ogenschijnlijk duidelijk is wat hun werkzaamheden en mo tieven zijn, maar die ondertussen heel wat gecompliceerder in el kaar steken. Deze typering is in zekere zin ook van toepassing op de lieden die Combaz heeft beschreven. Modiano had ze kunnen beden ken. Ze: mensen van goede kom af, vaak rijk, die het zich tot op zekere hoogte kunnen permitte ren om hun eigen wetten te stel len. Simon Faugier is de hoofdper soon van 'Heren'. Door bemidde ling van Yves Derouvel, een ge wiekste kwelduivel, komt deze jongeman in aanraking met een bejaarde, Victor Wiegant, een rij kaard die eigenaar is van een kunsttijdschrift en organisator vah een muziekfestival. Wiegant is getrouwd, heeft een dochter, maar gaandeweg wordt duidelijk dat hij in wezen homo seksueel is. Om die reden heeft hij ook Derouvel in zijn gevolg, opgenomen; en Derouvel blijft zijn lieveling, hoewel deze een bijzonder slecht mens is, zoals ook Simon zal merken. Waarom wordt Simon Faugier gefascineerd door de oude man; waarom stelt hij alles in het werk Christian Combaz. om zijn vertrouweling te wor den? Het is de luister van een wereld die ten einde loopt - Wiegant heeft immers niet meer zo heel lang te leven - waardoor Simon wordt gefascineerd. Hij vat sym pathie op voor Wiegant omdat diens leven geen enkele overeen komst heeft met de jachtige le vens van Simons leeftijdgeno ten. Tegelijkertijd blijft hij onge twijfeld in de ban van de kring rond Wiegant omdat er veel din gen gebeuren die zijn nieuwsgie righeid oproepen. Zoals de we derwaardigheden van de staats raad bij wie Simon inwoont. Het heeft geen zin om in deze bespreking te vertellen hoe het met de hoofdpersoon afloopt. Het plot van een spannende film verraadje immers ook niet, maar ik kan u verzekeren dat Combaz er wonderwel in slaagt om de le zer nieuwsgierig te houden. En hij slaagt daar vooral in om dat hij niet voortdurend aan het psychologiseren slaat. Eén voor beeld: Simon pleegt een moord. Nu zijn er boeken waarin de schrijver de lezer vervolgens confronteert met lange treurzan gen over de dader: waarom deed hij het? hoe kon het zo ver met hem komen? Combaz laat zijn hoofdpersoon niet een dergelijk zelfonderzoek houden. Hij hoeft zich van deze truc ook niet te bedienen, omdat hij door het beschrijven van de handelingen, die aan de moord voorafgingen, al duidelijk had gemaakt dat deze daad niet zo maar uit de lucht kwam vallen. Dat is knap. WIM BRANDS Christian Combaz Heren Uitgeverij: De Prom. Prijs: 24,50 gulden Je hebt van die boeken die zich maar niet willen laten lezen, die je vanuit de boekenkast soms ja renlang met hun nek blijven aan kijken. Literair gezien - zo kom je van doorzetters in de kennissen kring te weten - zijn ze hoogst be langrijk, maar de ongastvrije, weerbarstige stijl waarin de schrijver zijn ideeën onder woor den heeft gebracht blijft voor jou een onneembare hindernis. Tot die categorie behoorden voor mij de romans van de Oos tenrijkse schrijver Thomas Bern- hard, in wiens labyrint van 'ein deloos voortwoekerende volzin nen' ik telkenmale weer het spoor bijster raakte. Tot voor kort, want met het autobiografi sche 'Een kind', zijn laatste boek, dat onlangs in de Privé-domein- reeks is verschenen, heeft hij mij uiteindelijk toch weten te grij pen. En hoe! In 'Een kind' beschrijft Bern- hard zijn vroegste jeugd, die hij' voor het grootste gedeelte heeft doorgebracht op het Oostehrijk- se platteland, in Traunstein om precies te zijn. We schrijven 1939. De achtjari- ge Thomas, kind uit een buiten echtelijke relatie, heeft het rij wiel van zijn onder de wapenen geroepen voogd weggenomen. Na enkele rondjes om het dorps plein besluit het knaapje, dat ter nauwernood bij dë trappers kan, zijn tante Fanny, die in het 36 ki lometer verderop gelegen Salz burg woont, eens met een be zoekje te vereren. Halverwege ergens midden in de bergen, breekt de fietsketting. Tot overmaat van ramp begint het ook nog eens te stortregenen. Door twee bezoekers van het ca fé Waar hij om hulp gaat vragen wordt hij 's nachts, na sluitings tijd, naar Traunstein terugge bracht. Thomas wordt niet gehaat door zijn moeder, maar echt veel Levensvreugde beleeft ze toch niet aan haar zoon, aan dit 'onge lukje'. 'Tn feite had ze me steeds het gevoel gegeven dat ik haar haar leven lang in de weg heb ge staan, dat ik haar volmaakte ge luk heb verhinderd. Als ze me zag, zag ze mijn vader, haar min naar die haar had laten staan!", zo schrijft Bernhardt Om haar toom en de immer binnen handbereik liggende bul lepees te ontlopen, hjkt het de jonge Thomas maar beter eerst naar zijn grootvader te gaan die hem al vaker de hand boven het hoofd heeft gehouden. Op weg naar hem toe ontmoet hij zijn vriende Schorschi. Bij die gele- génheid lijkt de kiem voor Bern- hards schrijverschap te worden gelegd; hij ontdekt voor het eerst de macht van het woord. Hij "speelde het klaar van zijn jam merlijke mislukking met een paar korte zinnen tenslotte een triomf te maken". De grootvader, een anarchist in hart en nieren, een niet zo suc cesvol schrijver van geleerde boeken voor wie het woord hon derdmaal machtiger was dan de stok, ontvangt zijn kleinzoon met een bestraffende blik in de ogen, maar, zo schrijft Bernhard, "tegelijk met een handdruk die me zei: alles is in orde". Thomas en zijn grootvader: het zijn twee handen op één buik. Scholen vindt opa 'de jonge mens reeds in zijn prille begin stadium verwoestende instellin gen". Op het gespijbel van zijn kleinzoon reageert hij met: "Een kort attest is voldoende!.... Een ondraaglijke keelpijn!" U mag het vreemd vinden, maar toen ik dit las was het alsof het kind in mij alsnog genoegdoening kreeg voor alle "eeuwige" uren dat het in die bedompte klaslokalen heeft moeten doorbrengen. Mede onder invloed van zijn anarchistische grootvader ont wikkelt de jonge Thomas zich tot een 'onaangepast' mens, tot ie mand die tegen alles is en voor niets. De kinderjaren van Tho mas Bernhard gaan dan ook niet over rozen. Zeer beklemmend is het relaas van Thomas' weder waardigheden in een door de Na zi's in het leven geroepen kinder kolonie, waar het dorpsjongetje het bedplassen moet worden af geleerd. Ik zal u de verschrik king die het kind daar ervaart maar niet uit de doeken doen;' dat kan Bernhard zelf veel mooi er en beter. Ik haat overdrijving, maar ik vond 'Een kind' het aangrijpend ste boek dat ik in 1983 heb gele zen. Op de achterflap wordt over grootvader Bernhard geschreven dat hij zich aan een 'karikaturaal wereldbeeld uit (zijn) eigen beu zelachtigheid omhoog' trekt. Daar ben ik het volstrekt niet mee eens. Ik gelóóf in die man. Ik ben van hem gaan houden. Het is alsof ik er een sympathiek familielid bij heb gekregen. CEES VAN HOORE Thomas Bernhard, Een kind, ver taald door P.P.J. Klinkenberg, uitge verij de Arbeiderspers, 1984. 29.50. Veel te laat heeft de schrijver J. Bernlef de Constantijn Huygens- prijs 1984 ontvangen voor zijn uitgebreide literaire oeuvre. Be ter laat dan nooit natuurlijk, en bovendien is de auteur pas 47 jaar en bepaald minder bekend bij het grote publiek. Geen reden om hem de gepaste waardering te misgunnen, want Bernlef is, behalve een in té kleine kring be jubeld dichter, ook een uitste kend prozaïst. Dat laatste is opnieuw duide lijk gebleken als we zien hoé hoog zijn recentste roman, Her senschimmen, op de literaire hit lijsten scoort. Het juryrapport spreekt over "grensverschuiving en vergankelijkheid" als steeds terugkerend thema in Bernlef s werk - een passende omschrij ving met betrekking tot de kern van Hersenschimmen, een boek dat ik ondanks het geringe gege ven ademloos heb uitgelezen. Het gaat hier, vertelt de flaptekst kort, "niet alleen (om) een roman over dementie en het ontstaan daarvan; het is tegelijkertijd een boek over de aanvaarding van het onaanvaardbare: de vergan kelijkheid". Het is nóg mèer: een (bijna) geslaagde poging het on beschrijfbare in taal uit te druk ken. Een bejaard echtpaar, Vera en Maarten, van Nederlandse af komst, woont teruggetrokken in het Amerikaanse Gloucester, een plaatsje aan de kust boven Bos ton. Eerst heel geleidelijk, maar dan in steeds hoger tempo raakt Maarten vergeetachtig, glijdt hij af naar totale dementie. Een sim pel thema, ogenschijnlijk, maar adembenemend door de schrij ver uitgewerkt. Hoe vlot en ge voelig het verhaal ook geschre ven lijkt, Bernlef maakt het zich niet makkelijk, vooral omdat het hele proces van vergankelijkheid vanuit het ik-perspectief - dat van Maarten zelf - geschreven is. De literaire problemen zijn aanvankelijk niet onoverkome lijk. De ik-figuur, -merken we,' vergeet af en toe handelingen, namen, herhaalt zich en gaat, steeds meer in het verleden le ven. Hij merkt het zelf, schaamt zich ervoor en verzet zich erte gen - tevergeefs, het is iets dat in en met hem leeft, waarvan hij zich onmogelijk kan bevrijden. Maarten staat machteloos: "Mijn hoofd was één grote helverlichte ruimte, volstrekt leeg. En erbui ten windstilte, winterduisternis en Vera's regelmatige ademha len. Ik stond op en ging in de keuken aan tafel zitten met een glas melk. Robert kwam uit zijn mand aanscharrelen en bleef mi nutenlang roerloos voor me staan. Er is iets, Robert, fluister de ik, dat heb je goed gezien, maar God mag weten wat het is.' Het zal die rotwinter zijn. Dat is het enige hier, de winters duren me te lang. Staat Vera opeens in haar peignoir voor mijn neus met een gezicht alsof er brand is. Wat doe jij hier in het holst van de nacht aangekleed aan tafel? Ja, dat was natuurlijk wel vreemd, dat ik aangekleed was." Een lang citaat, maar het geeft duidelijk aan hoe vaardig en subtiel de schrijver de toenememde de mentie van zijn ik-figuur in het verhaal weet te weven. Moeilijker wordt dat tegen het einde, als de oude man zich nau welijks iets meer herinnert, op flarden van gedachten leeft en zich vergeefs aan een vrijwel leeg omhulsel probeert vast te klam pen. Een haast onmogelijke op gave om iemand zonder herinne ringen, met hooguit flitsen van impressies van wat buiten hem is, weer te geven. Het lukt Bern lef bijna. Korte stukjes van ge dachten en indrukken moeten aantonen dat er althans nog fets in Maarten omgaat - genoeg om op blank papier te noteren. Een laatste worsteling om contact te houden, ook van de kant van de schrijver. De onmacht van woor den, ontoereikenheid ervan: "Een kwast in hout, een vlek op de vloer, die geven geen duur, al leen maar toestand. (Er zit ver domme nergens meer verhaal in hier). Woorden, dat is wat ener gie geeft, is energie zelf. Een mens hoort van' woorden te zijn. Totaal. Zo voor dë hand ligt dat". En als woorden op zijn, is het vuur van het leven gedoofd, en een buitengewoon knap geschre ven boek voorgoed afgelopen. Aan Bernlef om de woorden te hervinden, hij is er rijk aan. ROB VOOREN J. Bernlef, Hersenschimmen. Uitg. Querido, Amsterdam 1984, 29,50. Hans Koning, die met 'De Witts eigen oorlog' destijds een voortreffe lijke, sfeerrijke thriller presenteerde, heeft nu een nieuwe Karen Sil- kwood gecreëerd in zijn roman 'De solovlucht'. De gegevens zijn als het ware ontleend aan het (verfilmde) boek van de Amerikaanse journalist Richard Rashke, waarin hij een be klemmend relaas geeft van de strijd die het gewone Amerikaans meisje Karin Silkwood heeft gevoerd tegen de gevaren van noncha lance in een nucleaire fabriek. Ook in 'De solovlucht' staat een jonge vrouw centraal, wier leven is verwoest door het werk in zo'n fabriek. Ze weet, dat zij ten dode is opgeschreven. Ze zint op wraak. Ze krijgt ongevraagd steun van een man, die haar al eerder te hulp is geschoten. Hij is dë ik-figuur in het boek. Een man met weinig verleden en nog minder toekomst, die wat verbijsterd uitpluist hoe zijn Beatrix, die eigenlijk Jean heet, in de vernieling is geraakt. En hoe zij ondanks goede bedoelingen in de terroristische hoek wordt gedrukt. Hoewel de FBI op de achtergrond meespeelt en aanslagen wezen lijke onderdelen van het verhaal uitmaken, heeft de voormalige Ne derlander Hans Koning (die nu afwisselend in New York en Londen leeft) geen thriller geschreven, maar een sterk en menselijk verhaal over personen, die ondanks hun tegenstribbelen speelballen worden van bijna mysterieuze krachten. Die krachten komen in Konings verhaal niet aan de oppervlakte, maar beïnvloeden toch op onheilspellende wijze het lot van indivi duen. Dat had iedereen kunnen zijn... Industrie Arthur Hailey heeft vele bedrijfstakken met succes als decor voor zijn boeken gebruikt. 'Wheels' (de auto-industrie), 'Hotel' (de hore ca), 'Airport' (de luchtvaart) en 'Overload' (transport) zijn er even zovele voorbeelden van. Na 'Overload' liet deze miljoenen-boekenman weten dat het was afgelopen. Hij wilde stoppen, niet wetend dat een hartkwaal ver antwoordelijk was voor zijn geestelijke moeheid. Hij werd met zoveel succes geopereerd dat hij na verloop van tijd weer zin in het schrijven kreeg. En het kan nauwelijks toeval zijn dat ditmaal de farmaceutische industrie het object van zijn schrijverij werd. Een industrie die uit de aard der zaak via het leed van anderen haar winst moet grijpen. Arthur Hailey zegt zelf dat het ook geen toeval is dat de opvallend rechtschapen vrouw, die in dit doolhof van hebzucht en machts misbruik zo lijnrecht de weg naar de top bewandelt, Celia heet. Een naam die veel lijkt op die van de vrouw met wie Hailey al zo lang is getrouwd. Arthur Hailey heeft geen schokkende roman geschreven. On danks de vele ups en downs en de soms hachelijk lijkende situa ties komt het farmaceutische concern, waarin Celia op weg is naar de leiding, geen moment in gevaar. En wanneer het eens werkelijk op zijn grondvesten staat te wankelen is het boek voorbij. 'Macht als medicijn' door Arthur Hailey, verschenen bij Van Holkema en Warendorf. Prijs 39,50. KOOS POST Paul Biegel staat altijd garant voor een kundig geschreven ver haal. Dat bewijst hij met het on langs verschenen 'De zwarte we duwe'. Deze geheimzinnige 'da me' huist in een slot midden in de wildernis. Met haar koets trekt zij er op uit om mannen mee te lokken naar haar kasteel, waar zij feesten organiseert. Ge vaarlijke feesten, want geen van de gasten keert ooit terug. 'De zwarte weduwe' is een on derhoudend verhaal, zeker in het begin. Daar weet Biegel de nieuwsgierigheid van de lezer knap op te voeren door het weer galoos opbouwen van een myste-" rieuze sfeer. Helaas vormt het verdere verloop van het verhaal een zekere anti-climax. Onwille keurig verwacht je van Biegel, toch een van de topauteurs voor de jeugd, méér. Ook de omslag van het boek in grauwe tinten is bepaald geen lust voor het oog. Paul B iegel. (foto anp> De zwarte weduwe, Paul Biegel, uitg. Holland, f 15,90 MARGOT KLOMPMAKER. Slepen onze vroegere leraren 's 'avonds nog verlekkerd een pun tje aan hun rode potlood om zo doende met prachtige gecalligra- feerde harpoentjes van enen de kinderziel te kunnen treffen, die van tegenwoordig schrijven kin derboeken. Of de leerlingen daar nu zo blij mee zijn, ik weet het niet. Misschien dat daar in 'De blauw geruite kiel', de kinder krant van het weekblad Vrij Ne derland, eens een onderzoekje naar kan worden gedaan. Er is veel kaf onder het koren, maar ik denk dat de uitslag voor Leendert Witvliet en Fetze Pijl man, twee docenten die in voor noemde kinderkrant regelmatig gedichten publiceren, gunstig zou zijn. Uitgeversmaatschappij Holland vond hun gedichten in ieder geyal goed genoeg om te bundelen. In 'Voor het eerst' van Fetze Pijlman staan gedichten die nauw aansluiten bij de bele vingswereld van het schoolgaan de kind. Ze gaan over het huis werk, een bezoek aan de school- tandarts, over een werkweek op Texel, over discriminatie etc. Op een speelse manier leren ze het kind de maatschappij en het leef milieu kritisch te bezien. Een mooi voorbeeld daarvan is het gedicht over reigers. ADVERTENTIE De Sinterklaas- en Kerstcadeau's zyn nog niet uitgepakt, of De Slegte pakt uit met een gran- dioze uitverkoop. Vanaf 27 december in alle zaken. Met o.a,: Moderne wereldatlas f 14,90. En nu de moraal (2 delen) door Wim lbo f 7,95 per deel Eskimo's, men- sen zonder tüd £4,90. De Slegte houdt boeken betaalbaar. Boekhandel J. de Slegte BV, Breestraat 73,2311CJ Leiden. Tel. 071-122007. REIGERS Ik kom er met mijn broertje aan gefietst. De reiger aan de waterkant blijft roerloos staan. Met reigers is het hopeloos mis. Dat komt, ze eten ,vaak zoetwa tervis, die door landbouwgif vergiftigd is. Door hun snavel komt dat spul langzaam aan hun hersens in. Het instinct om weg te gaan is bij reigers weg; ze blijven staan al komen wij er met z'n tweeën De gedichten in Leendert Wit- .vliets bundel 'Sterrekers' zijn over het algemeen wat bespiege- lender, wat romantischer van toon. Hij lijkt zich te vereenzelvi gen met de leerling, die tijdens de wiskundeles telkens moeite moet doen om niet weg te dro men. Hij hanteert een wat lossere vorm dan Pijlman, kiest vaker voor het vrije vers, iets dat van de jonge lezer wat meer inle vingsvermogen vergt. Hij is een beelje een mooischrijver, maar dat neemt niet weg dat er toch nog behoorlijk wat gedichten" in zijn bundel staan die lezing er van de moeite waard maken. Neem dit bijvoorbeeld, over een eenzaam jongetje: VAKANTIE, OP DE CAMPING Marko zit de hele dag op de schommel. Wat doet hij dan? Hij dommelt en droomt. Van wie droomt hij dan? Van zijn vrienden. Wie zijn die vrienden dan? Hij heeft geen vrienden. Beide bundels zijn zeer aardig geïllustreerd. 'Voor het eerst' door Alex de Wolf en 'Sterrekers' door Annemie Heijmans. CEES VAN HOORE Fetze Pijlman, Voor het eerst, De Zonnewijzer/gedichten, Uitgevers- mij Holland-Haarlem, 1984, 9,90. Leendert Witvliet, Sterrekers, De Zonnewijzer/gedichten, Uitgevers mij Holland-Haarlem, 1984, 9,90. In het prentenboek 'Boer wat zeg je van mijn kippen' heeft de jon ge illustratrice Francien van Westering waar monnikenwerk verricht met haar schitterende tekeningen in kleur en zwart/wit. Wat kan deze vrouw tekenen! Meer dan 180 oude rijmpjes en versjes verbeeldt zij op eigen wij ze en m^t veel fantasie. Een be genadigd tekentalent. Wat de versjes betreft: het zijn bekende rijmpjes, waarvan vele nog steeds worden gezongen, wel licht in een iets andere versie dan in het boek staat afgedrukt. Een fraai bezit voor jong en oud. 'Boer wat zeg je van mijn kippen, ill. Francien van Westering, uitg. De Kern, f 25,-. 'Kwidriaan' is een zoekboek voor kleuters: in elke tekening is iets verborgen, de lezer moet het zien te vinden, daarbij geholpen door de vogel Kwidriaan. De bij zonder fraaie, in ecoline uitge voerde tekeningen vormen aar dige zoekplaatjes, waaraan nog veel meer te ontdekken valt dan alleen het oplossen van het opge geven raadsel. Door de vaak don kere of in elkaar overvloeiende kleuren en de vele details is het ontrafelen van het zoekplaatje geen gemakkelijke opgave. Shirley Hughes is een geliefd en vaak bekroond illustratrice van prentenboeken voor kleu ters. 'Alfie gaat het eerst naar 'binnen' is haar nieuwste boek over de parmantige kleuter Alfie. Alfie stapt na het boodschap pen doen met moeder het eerst het huis in. Eenmaal binnen slaat hij zonder nadenken de deur voor moeder dicht. Wat nu? De tekeningen zijn volgens de be kende Hughes-stijl: vertederend. Samen met het onderhoudende verhaal een geslaagde combina tie. De Vries Brouwers, f 17,50. 'Mummel, mummel, mummel', is de titel van een onderhoudend prentenboek voor kleuters. Ter wijl het meisje Robin rustig in de tuin speelt floept uit een gat in de tuin opeens een baby te voor schijn. 'Mummel, mummel, mummel', zegt het schaap. Ro bin probeert het kind onder dak te brengen door mensen op straat aan te spreken met 'excu seert u mij, heeft u soms een ba by nodig?' Een origineel verhaal met kleurige prenten. Jammer van de vertaalfouten en de moeilijke woorden die duidelijker hadden kunnen worden weergegeven: 'baantjes' in plaats van 'jobs' en 'neem me niet kwalijk' in plaats van 'excuseert u mij'. Dan begrij pen kleuters ook wat je voor leest. Mummel, mummel, mummel, tekst Robert Muusch, ill. Michael Matchenko. uit*. Clavis. f 17.90. MARGOT KLOMPMAKER Francien van Westering (pr-foto) ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1985 | | pagina 15