Combaz: mensen met eigen wetten
Eindelijk genoegdoening
Bernlef raakt aan grenzen van de taal
Poëzie voor kinderen moeite waard
DE
KEER
Het onheilspellende
lot van een vrouw
Mysterieuze weduwe
De Slegte trakteert op extra
feestdagen
<F
Prenten
boeken
WOENSDAG 2 JANUARI 1985
PAGINA 15
Oppervlakkig beschouwd lijkt
de roman 'Heren' van de Franse
schrijver Combaz op het werk
van Patrick Modiano. Hiermee
wil ik niet beweren dat Combaz
een epigoon is; dat is niet het ge
val, maar er zijn wel overeen
komsten tussen beide schrijvers.
Zo leven veel van Modiano's
hoofdpersonen in een schim-
menwereld, beter geformuleerd:
Modiano roept vaak op kunstige
wijze een schimmige wereld op,
bevolkt door mensen van wie
niet altijd even duidelijk is wat
ze nu'precies doen en wie ze zijn.
Nog anders gezegd: mensen van
wie ogenschijnlijk duidelijk is
wat hun werkzaamheden en mo
tieven zijn, maar die ondertussen
heel wat gecompliceerder in el
kaar steken.
Deze typering is in zekere zin
ook van toepassing op de lieden
die Combaz heeft beschreven.
Modiano had ze kunnen beden
ken. Ze: mensen van goede kom
af, vaak rijk, die het zich tot op
zekere hoogte kunnen permitte
ren om hun eigen wetten te stel
len.
Simon Faugier is de hoofdper
soon van 'Heren'. Door bemidde
ling van Yves Derouvel, een ge
wiekste kwelduivel, komt deze
jongeman in aanraking met een
bejaarde, Victor Wiegant, een rij
kaard die eigenaar is van een
kunsttijdschrift en organisator
vah een muziekfestival.
Wiegant is getrouwd, heeft een
dochter, maar gaandeweg wordt
duidelijk dat hij in wezen homo
seksueel is. Om die reden heeft
hij ook Derouvel in zijn gevolg,
opgenomen; en Derouvel blijft
zijn lieveling, hoewel deze een
bijzonder slecht mens is, zoals
ook Simon zal merken.
Waarom wordt Simon Faugier
gefascineerd door de oude man;
waarom stelt hij alles in het werk
Christian Combaz.
om zijn vertrouweling te wor
den?
Het is de luister van een wereld
die ten einde loopt - Wiegant
heeft immers niet meer zo heel
lang te leven - waardoor Simon
wordt gefascineerd. Hij vat sym
pathie op voor Wiegant omdat
diens leven geen enkele overeen
komst heeft met de jachtige le
vens van Simons leeftijdgeno
ten.
Tegelijkertijd blijft hij onge
twijfeld in de ban van de kring
rond Wiegant omdat er veel din
gen gebeuren die zijn nieuwsgie
righeid oproepen. Zoals de we
derwaardigheden van de staats
raad bij wie Simon inwoont.
Het heeft geen zin om in deze
bespreking te vertellen hoe het
met de hoofdpersoon afloopt.
Het plot van een spannende film
verraadje immers ook niet, maar
ik kan u verzekeren dat Combaz
er wonderwel in slaagt om de le
zer nieuwsgierig te houden.
En hij slaagt daar vooral in om
dat hij niet voortdurend aan het
psychologiseren slaat. Eén voor
beeld: Simon pleegt een moord.
Nu zijn er boeken waarin de
schrijver de lezer vervolgens
confronteert met lange treurzan
gen over de dader: waarom deed
hij het? hoe kon het zo ver met
hem komen?
Combaz laat zijn hoofdpersoon
niet een dergelijk zelfonderzoek
houden. Hij hoeft zich van deze
truc ook niet te bedienen, omdat
hij door het beschrijven van de
handelingen, die aan de moord
voorafgingen, al duidelijk had
gemaakt dat deze daad niet zo
maar uit de lucht kwam vallen.
Dat is knap.
WIM BRANDS
Christian Combaz
Heren
Uitgeverij: De Prom. Prijs: 24,50
gulden
Je hebt van die boeken die zich
maar niet willen laten lezen, die
je vanuit de boekenkast soms ja
renlang met hun nek blijven aan
kijken. Literair gezien - zo kom je
van doorzetters in de kennissen
kring te weten - zijn ze hoogst be
langrijk, maar de ongastvrije,
weerbarstige stijl waarin de
schrijver zijn ideeën onder woor
den heeft gebracht blijft voor jou
een onneembare hindernis.
Tot die categorie behoorden
voor mij de romans van de Oos
tenrijkse schrijver Thomas Bern-
hard, in wiens labyrint van 'ein
deloos voortwoekerende volzin
nen' ik telkenmale weer het
spoor bijster raakte. Tot voor
kort, want met het autobiografi
sche 'Een kind', zijn laatste boek,
dat onlangs in de Privé-domein-
reeks is verschenen, heeft hij mij
uiteindelijk toch weten te grij
pen. En hoe!
In 'Een kind' beschrijft Bern-
hard zijn vroegste jeugd, die hij'
voor het grootste gedeelte heeft
doorgebracht op het Oostehrijk-
se platteland, in Traunstein om
precies te zijn.
We schrijven 1939. De achtjari-
ge Thomas, kind uit een buiten
echtelijke relatie, heeft het rij
wiel van zijn onder de wapenen
geroepen voogd weggenomen.
Na enkele rondjes om het dorps
plein besluit het knaapje, dat ter
nauwernood bij dë trappers kan,
zijn tante Fanny, die in het 36 ki
lometer verderop gelegen Salz
burg woont, eens met een be
zoekje te vereren.
Halverwege ergens midden in
de bergen, breekt de fietsketting.
Tot overmaat van ramp begint
het ook nog eens te stortregenen.
Door twee bezoekers van het ca
fé Waar hij om hulp gaat vragen
wordt hij 's nachts, na sluitings
tijd, naar Traunstein terugge
bracht.
Thomas wordt niet gehaat
door zijn moeder, maar echt veel
Levensvreugde beleeft ze toch
niet aan haar zoon, aan dit 'onge
lukje'. 'Tn feite had ze me steeds
het gevoel gegeven dat ik haar
haar leven lang in de weg heb ge
staan, dat ik haar volmaakte ge
luk heb verhinderd. Als ze me
zag, zag ze mijn vader, haar min
naar die haar had laten staan!",
zo schrijft Bernhardt
Om haar toom en de immer
binnen handbereik liggende bul
lepees te ontlopen, hjkt het de
jonge Thomas maar beter eerst
naar zijn grootvader te gaan die
hem al vaker de hand boven het
hoofd heeft gehouden. Op weg
naar hem toe ontmoet hij zijn
vriende Schorschi. Bij die gele-
génheid lijkt de kiem voor Bern-
hards schrijverschap te worden
gelegd; hij ontdekt voor het eerst
de macht van het woord. Hij
"speelde het klaar van zijn jam
merlijke mislukking met een
paar korte zinnen tenslotte een
triomf te maken".
De grootvader, een anarchist
in hart en nieren, een niet zo suc
cesvol schrijver van geleerde
boeken voor wie het woord hon
derdmaal machtiger was dan de
stok, ontvangt zijn kleinzoon
met een bestraffende blik in de
ogen, maar, zo schrijft Bernhard,
"tegelijk met een handdruk die
me zei: alles is in orde".
Thomas en zijn grootvader: het
zijn twee handen op één buik.
Scholen vindt opa 'de jonge
mens reeds in zijn prille begin
stadium verwoestende instellin
gen". Op het gespijbel van zijn
kleinzoon reageert hij met: "Een
kort attest is voldoende!.... Een
ondraaglijke keelpijn!" U mag
het vreemd vinden, maar toen ik
dit las was het alsof het kind in
mij alsnog genoegdoening kreeg
voor alle "eeuwige" uren dat het
in die bedompte klaslokalen
heeft moeten doorbrengen.
Mede onder invloed van zijn
anarchistische grootvader ont
wikkelt de jonge Thomas zich tot
een 'onaangepast' mens, tot ie
mand die tegen alles is en voor
niets. De kinderjaren van Tho
mas Bernhard gaan dan ook niet
over rozen. Zeer beklemmend is
het relaas van Thomas' weder
waardigheden in een door de Na
zi's in het leven geroepen kinder
kolonie, waar het dorpsjongetje
het bedplassen moet worden af
geleerd. Ik zal u de verschrik
king die het kind daar ervaart
maar niet uit de doeken doen;'
dat kan Bernhard zelf veel mooi
er en beter.
Ik haat overdrijving, maar ik
vond 'Een kind' het aangrijpend
ste boek dat ik in 1983 heb gele
zen.
Op de achterflap wordt over
grootvader Bernhard geschreven
dat hij zich aan een 'karikaturaal
wereldbeeld uit (zijn) eigen beu
zelachtigheid omhoog' trekt.
Daar ben ik het volstrekt niet
mee eens. Ik gelóóf in die man.
Ik ben van hem gaan houden.
Het is alsof ik er een sympathiek
familielid bij heb gekregen.
CEES VAN HOORE
Thomas Bernhard, Een kind, ver
taald door P.P.J. Klinkenberg, uitge
verij de Arbeiderspers, 1984. 29.50.
Veel te laat heeft de schrijver J.
Bernlef de Constantijn Huygens-
prijs 1984 ontvangen voor zijn
uitgebreide literaire oeuvre. Be
ter laat dan nooit natuurlijk, en
bovendien is de auteur pas 47
jaar en bepaald minder bekend
bij het grote publiek. Geen reden
om hem de gepaste waardering
te misgunnen, want Bernlef is,
behalve een in té kleine kring be
jubeld dichter, ook een uitste
kend prozaïst.
Dat laatste is opnieuw duide
lijk gebleken als we zien hoé
hoog zijn recentste roman, Her
senschimmen, op de literaire hit
lijsten scoort. Het juryrapport
spreekt over "grensverschuiving
en vergankelijkheid" als steeds
terugkerend thema in Bernlef s
werk - een passende omschrij
ving met betrekking tot de kern
van Hersenschimmen, een boek
dat ik ondanks het geringe gege
ven ademloos heb uitgelezen.
Het gaat hier, vertelt de flaptekst
kort, "niet alleen (om) een roman
over dementie en het ontstaan
daarvan; het is tegelijkertijd een
boek over de aanvaarding van
het onaanvaardbare: de vergan
kelijkheid". Het is nóg mèer: een
(bijna) geslaagde poging het on
beschrijfbare in taal uit te druk
ken.
Een bejaard echtpaar, Vera en
Maarten, van Nederlandse af
komst, woont teruggetrokken in
het Amerikaanse Gloucester, een
plaatsje aan de kust boven Bos
ton. Eerst heel geleidelijk, maar
dan in steeds hoger tempo raakt
Maarten vergeetachtig, glijdt hij
af naar totale dementie. Een sim
pel thema, ogenschijnlijk, maar
adembenemend door de schrij
ver uitgewerkt. Hoe vlot en ge
voelig het verhaal ook geschre
ven lijkt, Bernlef maakt het zich
niet makkelijk, vooral omdat het
hele proces van vergankelijkheid
vanuit het ik-perspectief - dat
van Maarten zelf - geschreven is.
De literaire problemen zijn
aanvankelijk niet onoverkome
lijk. De ik-figuur, -merken we,'
vergeet af en toe handelingen,
namen, herhaalt zich en gaat,
steeds meer in het verleden le
ven. Hij merkt het zelf, schaamt
zich ervoor en verzet zich erte
gen - tevergeefs, het is iets dat in
en met hem leeft, waarvan hij
zich onmogelijk kan bevrijden.
Maarten staat machteloos: "Mijn
hoofd was één grote helverlichte
ruimte, volstrekt leeg. En erbui
ten windstilte, winterduisternis
en Vera's regelmatige ademha
len. Ik stond op en ging in de
keuken aan tafel zitten met een
glas melk. Robert kwam uit zijn
mand aanscharrelen en bleef mi
nutenlang roerloos voor me
staan. Er is iets, Robert, fluister
de ik, dat heb je goed gezien,
maar God mag weten wat het is.'
Het zal die rotwinter zijn. Dat is
het enige hier, de winters duren
me te lang. Staat Vera opeens in
haar peignoir voor mijn neus met
een gezicht alsof er brand is. Wat
doe jij hier in het holst van de
nacht aangekleed aan tafel? Ja,
dat was natuurlijk wel vreemd,
dat ik aangekleed was." Een lang
citaat, maar het geeft duidelijk
aan hoe vaardig en subtiel de
schrijver de toenememde de
mentie van zijn ik-figuur in het
verhaal weet te weven.
Moeilijker wordt dat tegen het
einde, als de oude man zich nau
welijks iets meer herinnert, op
flarden van gedachten leeft en
zich vergeefs aan een vrijwel leeg
omhulsel probeert vast te klam
pen. Een haast onmogelijke op
gave om iemand zonder herinne
ringen, met hooguit flitsen van
impressies van wat buiten hem
is, weer te geven. Het lukt Bern
lef bijna. Korte stukjes van ge
dachten en indrukken moeten
aantonen dat er althans nog fets
in Maarten omgaat - genoeg om
op blank papier te noteren. Een
laatste worsteling om contact te
houden, ook van de kant van de
schrijver. De onmacht van woor
den, ontoereikenheid ervan:
"Een kwast in hout, een vlek op
de vloer, die geven geen duur, al
leen maar toestand. (Er zit ver
domme nergens meer verhaal in
hier). Woorden, dat is wat ener
gie geeft, is energie zelf. Een
mens hoort van' woorden te zijn.
Totaal. Zo voor dë hand ligt dat".
En als woorden op zijn, is het
vuur van het leven gedoofd, en
een buitengewoon knap geschre
ven boek voorgoed afgelopen.
Aan Bernlef om de woorden te
hervinden, hij is er rijk aan.
ROB VOOREN
J. Bernlef, Hersenschimmen. Uitg.
Querido, Amsterdam 1984, 29,50.
Hans Koning, die met 'De Witts eigen oorlog' destijds een voortreffe
lijke, sfeerrijke thriller presenteerde, heeft nu een nieuwe Karen Sil-
kwood gecreëerd in zijn roman 'De solovlucht'.
De gegevens zijn als het ware ontleend aan het (verfilmde) boek
van de Amerikaanse journalist Richard Rashke, waarin hij een be
klemmend relaas geeft van de strijd die het gewone Amerikaans
meisje Karin Silkwood heeft gevoerd tegen de gevaren van noncha
lance in een nucleaire fabriek.
Ook in 'De solovlucht' staat een jonge vrouw centraal, wier leven is
verwoest door het werk in zo'n fabriek. Ze weet, dat zij ten dode is
opgeschreven. Ze zint op wraak. Ze krijgt ongevraagd steun van een
man, die haar al eerder te hulp is geschoten.
Hij is dë ik-figuur in het boek. Een man met weinig verleden en nog
minder toekomst, die wat verbijsterd uitpluist hoe zijn Beatrix, die
eigenlijk Jean heet, in de vernieling is geraakt. En hoe zij ondanks
goede bedoelingen in de terroristische hoek wordt gedrukt.
Hoewel de FBI op de achtergrond meespeelt en aanslagen wezen
lijke onderdelen van het verhaal uitmaken, heeft de voormalige Ne
derlander Hans Koning (die nu afwisselend in New York en Londen
leeft) geen thriller geschreven, maar een sterk en menselijk verhaal
over personen, die ondanks hun tegenstribbelen speelballen worden
van bijna mysterieuze krachten.
Die krachten komen in Konings verhaal niet aan de oppervlakte,
maar beïnvloeden toch op onheilspellende wijze het lot van indivi
duen. Dat had iedereen kunnen zijn...
Industrie
Arthur Hailey heeft vele bedrijfstakken met succes als decor voor
zijn boeken gebruikt. 'Wheels' (de auto-industrie), 'Hotel' (de hore
ca), 'Airport' (de luchtvaart) en 'Overload' (transport) zijn er even
zovele voorbeelden van.
Na 'Overload' liet deze miljoenen-boekenman weten dat het was
afgelopen. Hij wilde stoppen, niet wetend dat een hartkwaal ver
antwoordelijk was voor zijn geestelijke moeheid. Hij werd met
zoveel succes geopereerd dat hij na verloop van tijd weer zin in het
schrijven kreeg. En het kan nauwelijks toeval zijn dat ditmaal de
farmaceutische industrie het object van zijn schrijverij werd. Een
industrie die uit de aard der zaak via het leed van anderen haar
winst moet grijpen.
Arthur Hailey zegt zelf dat het ook geen toeval is dat de opvallend
rechtschapen vrouw, die in dit doolhof van hebzucht en machts
misbruik zo lijnrecht de weg naar de top bewandelt, Celia heet.
Een naam die veel lijkt op die van de vrouw met wie Hailey al zo
lang is getrouwd.
Arthur Hailey heeft geen schokkende roman geschreven. On
danks de vele ups en downs en de soms hachelijk lijkende situa
ties komt het farmaceutische concern, waarin Celia op weg is naar
de leiding, geen moment in gevaar. En wanneer het eens werkelijk
op zijn grondvesten staat te wankelen is het boek voorbij.
'Macht als medicijn' door Arthur Hailey, verschenen bij Van Holkema en
Warendorf. Prijs 39,50.
KOOS POST
Paul Biegel staat altijd garant
voor een kundig geschreven ver
haal. Dat bewijst hij met het on
langs verschenen 'De zwarte we
duwe'. Deze geheimzinnige 'da
me' huist in een slot midden in
de wildernis. Met haar koets
trekt zij er op uit om mannen
mee te lokken naar haar kasteel,
waar zij feesten organiseert. Ge
vaarlijke feesten, want geen van
de gasten keert ooit terug.
'De zwarte weduwe' is een on
derhoudend verhaal, zeker in het
begin. Daar weet Biegel de
nieuwsgierigheid van de lezer
knap op te voeren door het weer
galoos opbouwen van een myste-"
rieuze sfeer. Helaas vormt het
verdere verloop van het verhaal
een zekere anti-climax. Onwille
keurig verwacht je van Biegel,
toch een van de topauteurs voor
de jeugd, méér. Ook de omslag
van het boek in grauwe tinten is
bepaald geen lust voor het oog.
Paul B iegel. (foto anp>
De zwarte weduwe, Paul Biegel,
uitg. Holland, f 15,90
MARGOT KLOMPMAKER.
Slepen onze vroegere leraren 's
'avonds nog verlekkerd een pun
tje aan hun rode potlood om zo
doende met prachtige gecalligra-
feerde harpoentjes van enen de
kinderziel te kunnen treffen, die
van tegenwoordig schrijven kin
derboeken. Of de leerlingen daar
nu zo blij mee zijn, ik weet het
niet. Misschien dat daar in 'De
blauw geruite kiel', de kinder
krant van het weekblad Vrij Ne
derland, eens een onderzoekje
naar kan worden gedaan.
Er is veel kaf onder het koren,
maar ik denk dat de uitslag voor
Leendert Witvliet en Fetze Pijl
man, twee docenten die in voor
noemde kinderkrant regelmatig
gedichten publiceren, gunstig
zou zijn. Uitgeversmaatschappij
Holland vond hun gedichten in
ieder geyal goed genoeg om te
bundelen.
In 'Voor het eerst' van Fetze
Pijlman staan gedichten die
nauw aansluiten bij de bele
vingswereld van het schoolgaan
de kind. Ze gaan over het huis
werk, een bezoek aan de school-
tandarts, over een werkweek op
Texel, over discriminatie etc. Op
een speelse manier leren ze het
kind de maatschappij en het leef
milieu kritisch te bezien. Een
mooi voorbeeld daarvan is het
gedicht over reigers.
ADVERTENTIE
De Sinterklaas- en Kerstcadeau's zyn nog
niet uitgepakt, of De Slegte pakt uit met een gran-
dioze uitverkoop.
Vanaf 27 december in alle zaken. Met o.a,:
Moderne wereldatlas f 14,90. En nu de moraal
(2 delen) door Wim lbo f 7,95 per deel Eskimo's, men-
sen zonder tüd £4,90.
De Slegte houdt boeken betaalbaar.
Boekhandel J. de Slegte BV,
Breestraat 73,2311CJ Leiden. Tel. 071-122007.
REIGERS
Ik kom er met mijn broertje aan
gefietst.
De reiger aan de waterkant blijft
roerloos staan.
Met reigers is het hopeloos mis.
Dat komt, ze eten ,vaak zoetwa
tervis, die
door landbouwgif vergiftigd is.
Door hun snavel komt dat spul
langzaam aan hun hersens in.
Het instinct om weg te gaan
is bij reigers weg; ze blijven
staan
al komen wij er met z'n tweeën
De gedichten in Leendert Wit-
.vliets bundel 'Sterrekers' zijn
over het algemeen wat bespiege-
lender, wat romantischer van
toon. Hij lijkt zich te vereenzelvi
gen met de leerling, die tijdens
de wiskundeles telkens moeite
moet doen om niet weg te dro
men. Hij hanteert een wat lossere
vorm dan Pijlman, kiest vaker
voor het vrije vers, iets dat van
de jonge lezer wat meer inle
vingsvermogen vergt. Hij is een
beelje een mooischrijver, maar
dat neemt niet weg dat er toch
nog behoorlijk wat gedichten" in
zijn bundel staan die lezing er
van de moeite waard maken.
Neem dit bijvoorbeeld, over een
eenzaam jongetje:
VAKANTIE, OP DE CAMPING
Marko zit de hele dag
op de schommel.
Wat doet hij dan?
Hij dommelt en droomt.
Van wie droomt hij dan?
Van zijn vrienden.
Wie zijn die vrienden dan?
Hij heeft geen vrienden.
Beide bundels zijn zeer aardig
geïllustreerd. 'Voor het eerst'
door Alex de Wolf en 'Sterrekers'
door Annemie Heijmans.
CEES VAN HOORE
Fetze Pijlman, Voor het eerst, De
Zonnewijzer/gedichten, Uitgevers-
mij Holland-Haarlem, 1984, 9,90.
Leendert Witvliet, Sterrekers, De
Zonnewijzer/gedichten, Uitgevers
mij Holland-Haarlem, 1984, 9,90.
In het prentenboek 'Boer wat zeg
je van mijn kippen' heeft de jon
ge illustratrice Francien van
Westering waar monnikenwerk
verricht met haar schitterende
tekeningen in kleur en zwart/wit.
Wat kan deze vrouw tekenen!
Meer dan 180 oude rijmpjes en
versjes verbeeldt zij op eigen wij
ze en m^t veel fantasie. Een be
genadigd tekentalent. Wat de
versjes betreft: het zijn bekende
rijmpjes, waarvan vele nog
steeds worden gezongen, wel
licht in een iets andere versie dan
in het boek staat afgedrukt. Een
fraai bezit voor jong en oud.
'Boer wat zeg je van mijn kippen,
ill. Francien van Westering, uitg. De
Kern, f 25,-.
'Kwidriaan' is een zoekboek
voor kleuters: in elke tekening is
iets verborgen, de lezer moet het
zien te vinden, daarbij geholpen
door de vogel Kwidriaan. De bij
zonder fraaie, in ecoline uitge
voerde tekeningen vormen aar
dige zoekplaatjes, waaraan nog
veel meer te ontdekken valt dan
alleen het oplossen van het opge
geven raadsel. Door de vaak don
kere of in elkaar overvloeiende
kleuren en de vele details is het
ontrafelen van het zoekplaatje
geen gemakkelijke opgave.
Shirley Hughes is een geliefd
en vaak bekroond illustratrice
van prentenboeken voor kleu
ters. 'Alfie gaat het eerst naar
'binnen' is haar nieuwste boek
over de parmantige kleuter Alfie.
Alfie stapt na het boodschap
pen doen met moeder het eerst
het huis in. Eenmaal binnen slaat
hij zonder nadenken de deur
voor moeder dicht. Wat nu? De
tekeningen zijn volgens de be
kende Hughes-stijl: vertederend.
Samen met het onderhoudende
verhaal een geslaagde combina
tie.
De Vries Brouwers, f 17,50.
'Mummel, mummel, mummel',
is de titel van een onderhoudend
prentenboek voor kleuters. Ter
wijl het meisje Robin rustig in de
tuin speelt floept uit een gat in de
tuin opeens een baby te voor
schijn. 'Mummel, mummel,
mummel', zegt het schaap. Ro
bin probeert het kind onder dak
te brengen door mensen op
straat aan te spreken met 'excu
seert u mij, heeft u soms een ba
by nodig?'
Een origineel verhaal met
kleurige prenten. Jammer van de
vertaalfouten en de moeilijke
woorden die duidelijker hadden
kunnen worden weergegeven:
'baantjes' in plaats van 'jobs' en
'neem me niet kwalijk' in plaats
van 'excuseert u mij'. Dan begrij
pen kleuters ook wat je voor
leest.
Mummel, mummel, mummel,
tekst Robert Muusch, ill. Michael
Matchenko. uit*. Clavis. f 17.90.
MARGOT KLOMPMAKER
Francien van Westering (pr-foto)
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.