'Lachen is echt
om te lachen...'
'The Cats, dat is 11 virus
Freek de Jonge probeert
wat minder cynisch te zijn
Volendamse popgroep
draait al 20 jaar mee
FAUINA 21
Freek de Jonge. Beroep be
kend. Op deze pagina in een
rol, die past bij deze dagen
van bezinning. Filosiferend
over de maatschappij, zich
zelf, zijn publiek en over de
invloed die het calvinisme
heeft gehad op wat iemand
ooit formuleerde 'de domi
nee in clownspak'. Wanneer
de VPRO hem op oudejaars
avond op het televisie
scherm de ruimte geeft, wil
Freek voornamelijk vrolijk
bezig zijn. „Je moet dan de
mensen niet teveel aan hun
kop zeuren", vindt hij.
door
Jacques Cats
EINDHOVEN (GPD) We zitten in de bar van het Holiday Inn Hotel in Eindhoven.
Het is vrijdagmiddag. In de avonduren wacht een optreden in de Lichtstad. In het week
einde moet er ook nog worden gewerkt in het Limburgse. Daarom heeft Freek de Jonge
zijn hele gezin maar meegebracht, naar de lokatie waar de artistieke arbeid moet worden
verricht. Is er meteen even gelegenheid voor een gesprek. Over 'de domineeszoon uit
Zeeland', zoals het nog al eens wordt geformuleerd in de berichtgeving over De Jonge.
„Ik heb eigenlijk helemaal geen
specifieke afkomst", praat FYeek
even recht. Vader werd in Breda
geboren. Moeder komt van Gro
ningen. Daar, boven in het land, is
Freek ook geboren. Maar de ou
ders van zijn vader kwamen weer
wèl uit Zeeland. Ze woonden in
Oosterland. En: Freek heeft drie
jaar in Zeeland gewoond. Van 1962
tot 1965, toen zijn vader in Goes als
godsdienstleraar was verbonden
aan het Christelijk Lyceum voor
Zeeland. Freek kwam op achttien
jarige leeftijd op die school terecht.
Deed toen ook al leuk. Stond gere
geld in Goes op het podium van
zaal 'Prins van Orarye'. Met dingen
die hij op z'n vorige school in Zaan
dam al eens had gedaan. „Die kon
ik daar in Goes mooi nog een keer
presenteren".
Dat was op die middelbare
school, eerst in Zaandam, later in
Goes, wel tobben. Negen jaar deed
Freek over die opleiding. „Voor
mij is het een absoluut concentra
tieprobleem geweest", stelt Freek
nu vast. Niet dat hy dat als een pro
bleem ziet. „Ik zie het meer als een
zegen. Ik ben er toen leuk doorge-
zwijnd, zeker de eerste jaren. Dat is
eigenlijk het moment dat een kind
beetgepakt wordt en door de man
gel gaat. Ze hebben toen op de een
of andere manier geen vat op me
gekregen. En toen ik echt begon te
leren deed ik dat met een gedegen
afstand tot het systeem. Alleen
maar om naar Amsterdam te kun
nen. Maar toen ik daar op de uni
versiteit kwam gebeurde uiteinde
lijk precies hetzelfde als in de eer
ste klassen van de middelbare
school. Het hele 1 eersysteem kwam
weer op je af. Met al die mensen die
dingen hadden bedacht waarbin
nen je je moest gedragen. Dat sloeg
niet aan. Ik heb dat ook niet vol
bracht".
Gebrek aan concentratie, Freek
de Jonge noemt het een groot pro
bleem van deze tijd. „Als een mens
zich überhaupt nooit kan concen
treren, is hij zich dus ook zijn leven
nooit ergens van bewust. En de
mens die zich af en toe kan concen
treren en eraan ruikt, zal zijn hele
leven buitengewoon ongelukkig
zijn omdat-ie weet dat hij iets bin
nen zijn vermogen heeft. Maar hij
kan het niet hanteren. Wat ik te
genwoordig in de maatschappij er
vaar is dat de mens de kans bijna
niet meer krijgt om zich te concen
treren, omdat er voortdurend een
appel aan 'm wordt gedaan door al
le media. Ik merk dat ook in de
zaal. Vergeleken met tien jaar gele
den is de concentratie in de zaal
veel minder. Ze laten zich veel
minder meeslepen in die roes. Ge
ven zich minder snel over. Vooral
kinderen. Die trek ik veel. Maar,
met alle respect, het ontgaat ze. Ze
kijken naar iets totaal anders. Ze
worden groot gebracht met video
clips. Ze hoeven zich nooit langer
dan twee minuten ergens voor in te
spannen en dan nog heeft het geen
bedoeling of betekenis".
Geloof
Freek de Jonge, de dominees
zoon. Zijn vader was Nederlands
hervormd predikant. Heel ortho
dox in zijn geloof. Maar wel heel
liberaal in zijn opvattingen over
opvoeden van kinderen en het om
gaan met anderen. „We werden
ook niet gedwongen om belijdenis
te doen en dat soort dingen. Ik heb
me er ook niet tegen afgezet. Ik
kom eigenlijk juist steeds meer te
rug bij dingen, die mijn vader
dacht en waarin hij geloofde. Daar
kan ik nu heel duidelijk op aanslui
ten".
Het geloof heeft nooit concreet
iets betekend voor Freek de Jonge.
„Ook niet het kindergeloof. Ik heb
nooit aan Jezus' hand gelopen of
met Kerstmis met zo'n kaarsje. Dat
deed me niet zo gek veel. Ik herken
het sentiment wel. Zeker als ik nu
naar EO-programma's luister, her
ken ik het sentiment heel goed.
Maar dat spreekt me niet aan. Ik
vind dat een beetje de histerische
kant van de religie".
Freek ziet zijn generatie als een
soort estafette. „Mijn grootvader is
destijds uit Oosterland weggeroe
pen. Letterlijk met een roeping.
Die moest van de Heer bijbels gaan
colporteren in katholiek Brabant.
Hij heeft gehoor gegeven aan die
roeping, is evangelist geworden.
Wat voor hem het hoogst haalbare
was. En zijn oudste zoon is predi
kant geworden. Dat was een logi
sche opvoeding. In Groningen is
mijn vader in een totaal ander mi
lieu terechtgekomen, heeft er het
benauwde van zijn opvoeding he
lemaal van zich af gegooid. Maar
dat geloof heeft hij wel heel sterk
gehouden. Je kan zeggen dat ik de
volgende ben. Dat ik de religie veel
liberaler heb opgevat dan mijn va
der. Veel minder gebonden aan dat
Godsbeeld dat hij had. En aan de
bijbel, het Oude en Nieuwe Testa
ment en wat des duivels is. Het
heeft er wel veel mee te maken en
de inhoud deugt ook, maar het is
natuurlijk niet het alleen zalig ma
kende. Het is niet wat er staat: dè
waarheid en dè weg. Het is 'n weg
en 'n waarheid".
Wereld
Toen Freek in 1980 alleen op het
podium kwam te staan is zijn reli
gieuze inslag vrij onverwacht te
rug gekomen. In de tijd van 'Neer-
lands Hoop' met Bram Vermeulen,
had hij zich voornamelijk maat
schappelijk bewust op de verbete
ring van de wereld gericht.
„Ja, ik zag het verbeteren van de
wereld als een vrij uitzichtloze
taak. Dan kom je op een oud
spreekwoord, dat zegt: verbeter de
wereld, begin bij jezelf. En zodra
een mens naar binnen keert, stelt
hy al gauw de levensvragen: waar
kom ik vandaan, waar ga ik heen,
wat is de zin des levens. Als je op
dat vlak nadenkt kom je snel in
aanraking met het spiritueel den
ken. Met mistieke zaken, met reli
gie. Dat verschaft mij heel veel
ruimte".
Freek de Jonge trekt veel jong
volk. Het liefst zou hij wat meer ou
deren in de zaal tegenover zich
zien. Het liefst mensen van zijn
leeftijd, omdat zijn generatie het
beste weet waar hij het over heeft.
„Wij hebben het over heel andere
dingen dan kinderen van een jaar
of vijftien, zestien. Die kinderen
hebben ook totaal geen besef en
benul wat theater is. Ze zijn er niet
in opgevoed. Er is ook niet meer
dat respect voor.het theater. Vroe
ger kwam je sluipend zo'n zaal bin
nen. Tegenwoordig leuteren ze er
heel de avond doorheen. De jeugd
ervaart dat als amusement. Ik sta
daar, dat leutert wel door en zij zijn
een avond uit".
„Zij zijn de baas. Ik heb er wel
eens over nagedacht hoe ik ook
eens wat meer ouderen zou kun
nen binnen halen. Maar daar is niet
zoveel aan te doen. Je kan niemand
gebieden naar je toe te komen.
Mijn generatie is in het theater een
zwart gat. Dat zijn de mensen met
kinderen in de groei. Carrièrema-
kende mannen. En zich opwerken
de vrouwen. Die hebben geen tijd
om naar het theater te gaan. Die
komen weer als de kinderen de
deur uit zijn. Dat is wat men noemt
'de grijze hap', die nu bij Van Vliet,
Gaaikema en Toon Hermans in de
zaal zit".
Ideaal
Toon Hermans, daar heb je nog
wel eens lelijk over gedaan?
„Nou, lelijk gedaan: er is een aar
dige theorie over het zondebok
systeem. Als mens heb je een ide
aalbeeld. Voor mij was dat op het
toneel staan. Dat verpersoonlijk je
dan. Nou, Toon Hermans was voor
mij dè man. In dat proces van dat
ideaal en de man die dat vertegen
woordigt ga je je automatisch te
gen zo iemand afzetten. Dat heb ik
gedaan. Een periode. Ik heb daar
nu spijt van. Want het was onno
dig. Die man heeft zijn eigen ver
diensten, zijn eigen grootheid, zijn
eigen beperkingen, die hij zelf ook
weet. Hij heeft veel mensen op een
fantastische manier aan het lachen
gemaakt".
Dus naarmate Freek ouder
wordt, wordt hij ook milder?
„Ja, ik probeer wat minder cy
nisch te zijn. Minder hard ook.
Maar je blijft toch een bepaalde
taal spreken. Daarin komt dat al
tijd weer boven. Dat is mijns on
danks. Ik wil absoluut niemand
kwetsen. Ik denk dat je daarmee
het omgekeerde bereikt van wat je
beoogt. Maar het komt er soms wel
knetterhard uit. Dat heeft ook te
maken met de tijd. Je weet hoe het
klinkt als je het zacht doet. Dat kan
niet meer. Je moet een flink appèl
doen aan de mensen".
Welke toeren Freek ook uithaalt
op een avond, het grote streven is
er toch telkens weer op gericht om
de mensen aan het lachen te ma
ken. „Lachen is een van de meest
plezierige dingen omdat het verder
niks is", meent Freek. „Dat verhaal
hoor je altijd: we hebben ontzet
tend gelachen. Waar ging het dan
over? Ja, dat weten we niet. Dat is
louterend. Als je ergens om ge
huild hebt, kan je dat exact zeggen.
Dus: het lachen heeft geen doel.
Lachen is echt om te lachen. Er
zijn mensen, die hebben het over
domme humor, intelligente humor
en dit kan wel en dat kan niet. Voor
mij is er maar één criterium bij een
grap en dat is of je er wel of niet om
lacht. Als je niet lacht deugt de
grap niet. Het hangt natuurlijk ook
van de persoon af die zo'n grap
maakt. Van Duin maakt een be
Freek de Jonge tijdens zijn oudejaarsconference op de VPRO-televisie.
paald soort grappen. En ik maak
een bepaald soort grappen. Dat is
gewoon een kwestie van smaak.
Maar ik maak heus wel veel grap
pen die door het Van Duin-publiek
omarmd worden".
Formule
In 1979 kwam er, na tien jaar
'Neerlands Hoop' een eind aan het
samenwerkingsverband met Bram
Vermeulen.
„We waren een beetje op elkaar
uitgekeken", zegt Freek, „Het was
een ijzersterke formule, die we nog
wel jaren hadden kunnen voortzet
ten. Maar we hadden ons voorge
nomen, dat wanneer een van ons
tweeën het niet meer zag zitten, we
ermee zouden ophouden. Dat mo
ment was er toen heel duidelijk.
Op zo'n moment doet dat wel pijn.
Maar nu zijn we daar allebei heel
tevreden over".
Samenwerken met Bram. Dat
was een tijd van samen dingen uit
denken, samen iets opbouwen, el
kaar aanvullen, corrigeren ook.
Staat Freek nu daarin helemaal al
leen?
„Ik werk nu heel nauw met mijn
vrouw samen. Die doet veel aan de
vormgeving. Ze gaat ook vaak
mee. Dan praten we er veel over.
Zij kan er ondanks dat ze er al die
jaren bij zit, heel goed tegenaan kij
ken. Ze voelt ook precies aan wan
neer het wel of niet goed is".
Freek's vrouw Hella draagt tevens
zorg voor de kleding. Prachtig en
bizar tegelijk. Freek: „Ik trek din
gen aan in het volste vertrouwen
dat zij wel zal weten wat goed voor
me is".
Verwarring scheppen: het is een
van de dingen die Nederlands ko
miek nummer één het liefst doet
met zijn publiek. Mensen die aan
het eind van een voorstelling ver
geten om naar de garderobe te ren
nen teneinde daar als een van de
eersten de jas te kunnen wegsle
pen, maar aarzelend blijven zitten,
omdat er misschien toch nog wat
achteraan komt. De Jonge glun
dert bij de gedachte. „Het is een
kwestie van deconditioneren", legt
hij uit. „Het mooiste dat er is. Ie
dereen beweegt zich volgens een
bepaald patroon. Maar als dat dan
even wordt doorbroken is er toch
een moment van bezinning".
Dat kan ook merkwaardig door
werken. Zoals een keer in Den
Haag gebeurde, waar het publiek
te horen kreeg, dat Freek ziek was.
Dat vonden ze 'n goeie. Ga verder,
volgende grap. En toen een keer
een voorstelling halverwege werd
afgebroken wegens ernstige onge
steldheid van de man op het po
dium, bleven de mensen toch nog
ruim een half uur in opperste af
wachting in hun stoel hangen. „Ja,
die dingen hangen je natuurlijk
ook aan je broek. Op het moment
(foto Mare Mlldner)
dat je dood neervalt zullen er ook
nog wel twijfelen".
Politiek
Hoe staat het met Freeks politie
ke keuze?
„Ik ben", zegt hy, „nog steeds lid
van de Partij van de Arbeid, maar
ik kan niet zeggen dat ik me er
thuis bij voel. Gevoelsmatig heb ik
er niks mee te maken. Maar ik vind
dat er een grote, zo links mogelijke
volkspartij moet zijn. Daarom ben
ik lid. In elk land zou ik daar lid
van zijn. De Partij van de Arbeid
faalt naar mijn idee met name op
zijn brede achterban".
„Ik denk dat de PvdA in dat op
zicht voor een deel verantwoorde
lijk is voor het opkomen van de
Centrumpartij, omdat men zelfs in
de PvdA een kader kreeg van, zeg
maar, semi-intellectuele studenten
en welzijnswerkers, die het ook
weer allemaal beter wisten dan die
arbeider. Die hebben die arbeider
vervreemd van de politiek. Die
man is verbitterd. Hij is een paar
keer afgesnauwd op een vergade
ring en die zegt: laat ze allemaal de
kolere krijgen en voelt zich dan
meer thuis by een Centrumpartij.
Het is juist van belang dat die enor
me onderaan de kansenladder
zwemmende groep mensen beet
gepakt wordt door die partij en ge
stimuleerd en daadwerkelijk ge
steund wordt".
De AVRO-televisie zendt vanavond een muziekspecial rond The
Cats uit. Het programma is, aan de vooravond van 1985, een
aardige opsteker voor de Volendamse popgroep, die, met een
korte onderbreking, al twintig jaar bestaat en op nieuw succes
hoopt. In het programma, dat is opgenomen in de grotten van
Valkenburg, brengen de muzikale Volendammers een selectie
van hun grootste hits. (Nederland 1,19.00 uur)
VOLENDAM (GPD) - In
Hotel Spaander in het vis
sersdorp Volendam zijn ze
met z'n drieën gekomen:
Cees Veerman, de zanger
gitarist van The Cats (geen
broer van Piet), Jaap
Schilder, de pianist-gita
rist en Arnold Muhren, de
bassist. Na een gouden el
pee deze maand, getiteld
„Third Life", is er nu een
nieuwe elpee uitgebracht,
„The Cats Live". Het gaat
om de come-back van The
Cats, de groep die inder
tijd (tussen 1962 en 1974)
de palingsound introdu
ceerde.
Die palingsound is er
nog steeds, de jongens zelf
zijn veranderd: geen pa
lingboeren meer, maar
nuchtere, scherp formule
rende en zakelijk ingestel
de jongens, die intussen
weten wat het nu hele
maal is: popartiest zijn.
Na jaren van succesvol platen
maken met altijd wel een hit in
de parade, begon in 1975 de om
mekeer toen Cees Veerman als
eerste begon te lijden aan de
spanning van het harde werken:
hij raakte zijn stem kwijt en
moest er een jaar mee stoppen.
Daarna ging het snel: ook Piet
Veerman, de zanger en gezichts-
door
Margriet Hunfield
bepaler van de groep, hield het
niet meer vol en moest rust ne
men, zodat de groep noodge
dwongen moest stoppen.
The Cats annuleerden de op
tredens en namen rust. Wel werd
er gezocht naar een manier om
de muzikale produktie op gang
te houden en gezondheidsrisi
co's te vermijden. Uitsluitend
platen maken en niet meer optre
den was het plan, maar het bleek
niet te werken.
„De fans pikten het niet", ver
telt Cees Veerman, „geen optre
dens meer, dan ook geen platen
meer kopen, was hun argu
ment". „We konden dus niet an
ders", vervolgt hij, „en moesten
het podium weer op". Het ging
even goed, tot eind 1978, toen
was het Arnold Muhren die
zwaar overspannen raakte: „Met
een op vakantie had de dokter
gezegd", vertelt hij erover,
„maar: zelfs naar een bank gaan
om geld te halen kon ik niet
meer. Bij alles wat er gebeurde
moest mijn vrouw mee, ik was al
leen nog maar bang dat ik om
zou vallen...!".
Grap
Op dit moment zijn The Cats
weer terug, zij het niet voor de
volle honderd procent. „Diligen
ce", het lied waarmee ze vorig
jaar opeens en hit hadden, was
een grap van ze en ongeveer ge
lijktijdig gemaakt met het Vero-
nica-Drogramma over de historie
van The Cats. Arnold: „Opeens
werden we weer gevraagd, na ja
ren, of we wilden meewerken
aan een programma. Nou best,
dachten we en we kwamen. Het
leek dat het opeens ook weer
klikte, want er was een tijd ge
weest dat we elkaar niet meer
konden zien. Na 'Diligence' kwa
men er weer plannen, hoewel het
voor iedereen een uitgemaakte
zaak was dat full-time optreden
nooit meer kon. Dus kozen we
voor het maken van een tournee
en het produceren van een plaat.
Nou, elpee ging meteen al goed
en de tournee: ja, er is nog steeds
voldoende belangstelling voor
The Cats. Volgend jaar doen we
het weer".
- Waarom eigenlijk, na alle
problemen, opnieuw beginnen
met The Cats? Heeft het misluk
ken van de solocarrières van zo
wel Piet als Cees Veerman en van
Jaap Schilder ermee te maken?
Cees: „The Cats, dat is een vi
rus". Arnold: „Op een gegeven
moment ga je het jammer vinden
dat je er niks meer mee kunt
doen". Jaap: „Voor mij hadden
The Cats altijd mogen door
gaan".
Cees: „Natuurlijk speelt het
ook mee dat mijn soloplaat niets
heeft gedaan. Maar hoe kwam
dat? De mensen willen de Cats
en accepteren je niet als eenling.
Piet Veerman gaat nog steeds als
solo-artiest het land in. Natuur
lijk, je kunt wel blijven draaien.
Maar toch niet zoals je dat deed
met The Cats".
Jaap: „Kijk, na 1979 toen ging
ik de steigers weer op: metselen.
The Cats waren gestopt en ik kon
dus weer mijn ouwe vak gaan
uitoefenen. Wat dacht je? Dat
collega's in de bouw dat leuk vin
den, dat jij als popartiest daar
naast ze komt staan? Man. ga
thuis je centen opmaken, zeiden
ze, wat heb je bij ons te zoeken".
Paria
Het klinkt verbitterd. Cees:
„Ze denken dat je miljonair
bent". Arnold: „Als popartiest
val je overal buiten. Je bent een
soort paria. De verzekering wil je
niet. De banken doen moeilijk.
Een vaste werkgever heb je niet,
dat wordt in deze maatschappij
als een nadeel gezien en je werk
tijden, daar wordt om gelachen.
De mensen denken dat je, in de
twee uurtjes dat je 's avonds
speelt duizenden guldens staat te
verdienen. Nou, vergeet het
maar. Wij binnen? Niets is min
der waar".
„De fiscus", vertelt Cees,,,die
heeft ons zo'n geweldige natrap
gegeven, dat is een wond die
nooit meer heelt. Alles hebben ze
van ons overhoop gehaald, optre
dens van jaren en jaren geleden.
Elk foldertje, elk artikeltje heb
ben ze nageplozen. Zelfs in de
tijd dat ik ziek was verscheen er
wel eens een oud filmpje van The
Cats op televisie, ja, zelfs dat
werd genoteerd en beschouwd
als 'werk met inkomsten'. Het
ergste was, dat er niet met die
mensen te praten viel. Je had na-
tuurlyk zelf ook niet alles zo
nauwkeurig bijgehouden".
Arnold: „Zoiets doet een ma
nager wel voor je, denk je dan.
The Cats in de Gemeentegrotten van Valkenburg
Maar dat bleek ook weer niet zo
te zijn". „Dus", vervolgt Cees,
„werd alles van ons belast, en
niet zo weinig ook. Zeventig pro
cent, wat hou je zelf over, weetje-
wel".
Jaap: „Altijd volle mep betaald
aan sociale premies", zegt hij
brommerig „maar als je zelf in de
moeilijkheden zit is er opeens
niemand meer aanspreekbaar.
Toen mijn baas in de bouw fail
liet ging, moest ik naar de WW.
Maar omdat ze me de laatste
maanden bezig hebben gezien op
de tv, met de gouden-plaatuitrei
king en gehoord hebben van on
ze tournee, is de uitkering wel
mooi stopgezet".
Arnold: „Ik heb indertijd mijn
geld van de groep in een eigen
huis en studio gestoken en daar
mee mijn geld kunnen verdie
nen". Cees: „Mijn vader hè, die is
zelf jarenlang ontvanger van de
belastingen geweest, dus die had
me m'n poten gebroken als ik
ook maar een gulden zwart
achterover had gedrukt. Wat
denk je dat de fiscus met mij
heeft gedaan? Bezittingen van
me, die ik niet heb, verzonnen
om me zo hard mogelijk aan te
pakken. Zelfs mijn vader kon het
niet geloven. Omdat ik jarenlang
heb thuisgewoond met alleen
maar wat platen en een stereo-in
stallatie. want het geld uitgeven,
daar had ik niet eens de tijd voor.
begon de fiscus dus maar van al
les te verzinnen. Zelfs myn eigen
vader en moeder werden uitge
maakt voor leugenaars".
en ook omdat er weer wat geld
mee te verdienen valt. Arnold:
„Sinds we weg zijn geweest is er
nooit meer iets anders voor ons
in de plaats gekomen. We zijn
nog steeds de groep die de mees
te platen in de hitparade heeft
gehad (op de hielen gevolgd door
Golden Earring). De fans blijven
dus aan ons hangen. We hoeven
ook niet zoveel. Het is zoals Piet
Veerman wel eens heeft gezegd.
The Cats, dat is geen progressie
ve groep, dat is gewoon een
groep die zichzelf begeleidt op
de gitaar!".
Cees: „Zolang de
onze muziek blijven houden, en
dat blijkt dan elke keer weer als
er een plaat van ons uitkomt, dan
kunnen wij door blyven gaan.
Want die muziek, daar draait ten
slotte toch alles om".