'Geen museum
zonder al die
vrijwilligers'
'Toch wel
eng, zo'n overval'
PAGINA 10
OUDEJAARSBIJLAGE
ZATERDAG 29 DECEMBER 1984
"Dit is een overval".
Zwaaiend met een revolver
stormde negen maanden
geleden een gemaskerde
man het benzinestation van
Leenheer aan de Parkweg in
Sassenheim binnen. Hij
schoot een keer in de lucht
en verdween na een greep in
de kassa, zes danig
geschrokken mensen
achterlatend.
Onder hen de twee dochters van
de eigenaar van het
bezinestation. Zij pasten op de
winkel, want hun vader zat in
Portugal bij een congres dat was
georganiseerd door de
desbetreffende
oliemaatschappij. Thema van dat
congres was de beveiliging van
personeel bij benzinestations
tegen overvallen.
"Een hele ervaring", zo noemen
de zusjes Frederique (18) en
Patty-Lou (15) Leenheer de
overval op het bezinestation. De
zusjes staarden op dinsdagavond
27 maart om acht uur plotseling
in de loop van een revolver. "Het
was zo'n ding dat dwars door
mensen heen schiet", zegt vader
Leenheer. Hij is, net als zijn
dochters overigens, best bereid
om ten behoeve van een
terugblik zijn licht nog eens te
laten schijnen over het gebeurde.
"Als het weer zou gebeuren, dan
doen we precies hetzelfde als
toen: niets. En we zouden
evenmin als toen in paniek
raken", zeggen de twee meisjes.
Zenuwachtig
Frederique werkt in de zaak van
haar vader. Haar zusje komt na
schooltijd wel vaak helpen.
Patty-Lou zit op de mavo in
Sassenheim. Op de avond van de
overval waren de meisjes, die
werden vergezeld van een
vriend, juist een klant aan het
helpen, toen de overvaller
binnenstormde. Er waren op dat
moment drie klanten binnen.
"Die knaap stond
zouden hebben iets tegen hem te
ondernemen", meent haar zusje.
Lof
Vader Leenheer kreeg op de
avond van de overval in Portugal
te horen wat er in zijn
bezinestation was gebeurd.
"Toen ik de deelnemers aan het
congres het verhaal vertelde
waren die vol lof over het
optreden van de dames", zegt hij.
De oliemaatschappij reageerde
na de overval onmiddellijk en
liet bij de meisjes een grote bos
bloemen bezorgen. Ook de
andere mensen die bij de overval
waren betrokken kregen een
presentje van het bedrijf.
Van de kant van justitie
hebben de meisjes na de overval
nooit meer iets vernomen. "We
kregen op ons verzoek om iets
meer over de straf van de twee
overvallers te weten te komen
niet eens antwoord van justitie",
aldus Patty-Lou en Frederique.
Vader Leenheer zegt dat zijn
dochters de overval goed hebben
verwerkt. Hij had de huisarts
ingeschakeld, maar een
behandeling bleek niet nodig.
Hij zegt dat hij de twee daders
niet graag zou tegenkomen. "Ik
wil daarom ook niet weten wie ze
zijn. Ik weet niet wat ik dan zou
denken en zou doen".
Volgens Leenheer is het
beroven van een bezinestation
geen lonende bezigheid meer.
"Alle stations zijn
vandaag-de-dag met een
videocamera uitgerust en
bovendien wordt al het geld
direct in een kluis gestopt. Er zit
alleen nog maar wat wisselgeld
in de kassa". Bovendien is er ook
een zogenaamd stil alarm,
waarmee de politie kan worden
gewaarschuwd. Patty drukte pas
na de overval op de alarmknop.
"Ik heb tijdens de overval nog
wel overwogen om het alarm in
te drukken. Maar ja, wie weet
wat er gebeurd zou zijn ais de
politie met getrokken pistool
hier was komen
binnenstormen?"
Een tot museum omgebouwde rederswoning in het hart van Katwijk. Een betere
plaats voor haar schatten had het genootschap Oud-Katwijk, jarenlang vurig
pleitbezorger voor een museum in het zeedorp, zich niet kunnen wensen. Op 10
mei van dit jaar kwam prinses Juliana hoogstpersoonlijk naar de kustgemeente
om de officiële opening van het karakteristieke pand aan de Voorstraat te
verrichten. Hoe zijn ruim een halfjaar later de eerste ervaringen en wat biedt de
toekomst? C. van Duijvenvoorden, voorzitter van het stichtingsbestuur, oordeelt
met gemengde gevoelens.
door Adriaan Brandenburg
Het inrichten van het museum
in een tijd van een flinke bezuini
gingswoede bij de overheid was
in zekere zin een waagstuk. C.
van Duijvenvoorden, voorzitter
van het bestuur van de stichting
museum Katwijk, erkent dat
zonder meer. "Wij zijn geheel af
hankelijk geweest van de inzet
van vrijwilligers", zo prijst hij
hun inzet. Volgens de voorzitter
dankt het museum vandaag de
dag zijn bestaansrecht nog altijd
aan hen. "Het hele reilen en zei
len is in hun handen. Zij zorgen
ervoor dat alles boven verwach
ting draait. Valt hun steun weg,
dan kunnen we het museum be
ter sluiten. Vraag is natuurlijk:
kunnen wij altijd een beroep blij
ven doen op die vrijwilligers?
De meeste lof gaat uit naar het
genootschap Oud-Katwijk, dat al
haar bezittingen heeft 'geleend'
aan het museum. "Het is onvoor
stelbaar hoeveel energie die
mensen er in steken. Zij nemen
er zelfs vakantiedagen voor op",
zegt Van Duijvenvoorden.
Kostuums
Financieel is het Katwijk Mu
seum nagenoeg geheel aangewe
zen op giften en een geringe ge
meentelijke subsidie. In 1983,
toen het museum voor een be
perkt gedeelte reeds werd open
gesteld voor het publiek, kon de
stichting nog rekenen op 110.000
gulden van de gemeente. Vorig
jaar was dat nog maar 85.000 en
voor komend jaar 84.000 gulden.
Van Duijvenvoorden vindt die
subsidie verre van voldoende.
"Wij kunnen alleen de vaste las
ten zoals onderhouds- en ener
giekosten opbrengen. Voor aan
koop van bepaalde kunstwerken
is absoluut geen geld. Dat is na
tuurlijk belachelijk voor een mu
seum", klinkt zijn verwijt aan het
adres van de gemeente.
Van Duijvenvoorden: "Nog
maals, het verloopt met de steun
vah vrijwilligers zeer goed. Maar
wanneer je bijvoorbeeld een ex
positie wilt inrichten moet je
daarvoor eigenlijk een professio
nele kracht kunnen inhuren. Dat
is nu onmogelijk".
Voor de scheepsmodellen bestaat erg veel belangstelling.
Gebrek aan voldoende finan
ciële middelen weerhoudt de
stichting er vooralsnog ook van
om bepaalde uitbreidingsplan
nen nader uit te werken. Een gro
te wens is het isoleren van de zol
der, zodat ook deze ruimte kan
worden ingericht. De gedachten
gaan daarbij uit naar het opbou
wen van een karakteristiek
dorpspleintje. "Nu is dat onver
antwoord, het is er vochtig en het
tocht er verschrikkelijk", zegt
Van Duijvenvoorden.
Voorts wordt gedacht aan het
betrekken van een leegstaand
pand naast het museum. Van
Duijvenvoorden: "We hoeven
slechts een muur door te breken
en we hebben een schitterende
ruimte tot onze beschikking.
Daar zouden de vele kostuums,
die het museum noodgedwon
gen in een depót heeft opgesla
gen, kunnen worden uitgestald.
Ook zouden daar bepaalde expo
sities kunnen worden georgani
seerd. Maar het geld ontbreekt.
We zouden opnieuw een beroep
moeten doen op veel vrijwilli
gers. Ik persoonlijk betwijfel
daarom of het plan uitvoerbaar
is". Eerder denkt de voorzitter
van het zeven man tellende be
stuur, waarin Oud-Katwijk drie
vertegenwoordigers heeft, aan
het stichten van een cultureel
centrum in dat pand. In samen
werking met onder meer de
volksuniversiteit K O en de
kunstenaars van het voormalige
'Pandje' zou iets dergelijks kun
nen worden opgezet. "Dat is nog
slechts een vaag idee.lCr is nog
geen enkel gesprek over ge
weest", verduidelijkt Van Duij
venvoorden.
Publiciteit
Intussen heeft het
geep gebrek aan belangstelling
gehad. Ruim 2200 bezoekers
hebben de rederswoning reeds
van binnen bekeken. Van Duij
venvoorden noemt dit aantal 're
delijk tot goed'. Vooral in de zo
mer bleek het museum dn trek.
Onder de bezoekers bevonden
zich vooral veel scholieren en be
jaarden.
De voorzitter van de stichting
Museum Katwijk weet dat de
komst van Juliana en de aan
dacht die de NOS een aantal ma
len aan het museum heeft ge
schonken voor een belangrijk
stuk publiciteit hebben gezorgd.
"Daaraan zouden wij ook veel
meer moeten doen, maar het
geld ontbreekt opnieuw", ver
zucht Van Duijvenvoorden. Hij
hoopt niettemin met behulp van
- hoe kan het anders - een vrijwil
liger een folder over het museum
samen te stellen en vervolgens te
verspreiden.
Wat de bezoekersaantallen be
treft heeft de voorzitter zich er
over verbaasd dat de Katwijker
zelf vaak schillende malen terug
keert. "Organiseren wij tentoon
stellingen, dan zie je geregeld de
zelfde gezichten. Behalve de ex
positie nemen ze dan ook nog
even de rest van het museum
mee", is Van Duijvenvoordens
ondervinding.
De meeste belangstelling van
de bezoekers gaat uit naar de
scheepsmodellen, sieraden en de
stijlkamers. Het museum her
bergt overigens niet alleen herin
neringen aan de visserij, zoals
een hardnekkig rrüsverstand wil.
Zo zijn onder meer ook schilde
rijen van vroegere Katwijkse
kunstenaars terug te vinden in
de rederswoning en kan aan de
hand van uitvoerig fotomateriaal
een stuk geschiedenis van Kat
wijk worden opgehaald.
Het organiseren van bepaalde
exposities in het museum werd
in de voorwaarden opgenomen
die door de gemeente werden ge
steld. Het stichtingsbestuur pro
beert daaraan te voldoen. Vooral
foto-exposities zijn erg in trek.
Dat geldt in mindere mate voor
exposities van moderne kunst.
"Dat spreekt in Katwijk toch niet
zo erg aan", denkt Van Duijven
voorden.
De Katwijkse gemeenteraad
hakte medio 1982 dan toch de
knoop door. Tijdens een bij
na historische vergadering
ging de raad schoorvoetend
akkoord met het stichten van
het Katwijks Museum. De
karakteristieke rederswo
ning aan de Voorstraat tot
op dat moment in gebruik als
politiebureau werd als de
meest geschikte ruimte aan
gewezen.
De raadsleden lieten zich uit
eindelijk niet verleiden door 'het
grote geld'. Een plaatselijke
bankinstelling, die 1,8 miljoen
gulden op tafel had gelegd om in
het bezit van het gebouw te ko
men, mocht met de centen in
haar zak weer huiswaarts keren.
Het fiat van de raad betekende
groen licht voor het nieuw opge
richte stichtingsbestuur. De
mouwen konden letterlijk wor
den opgestroopt om aan het gro
te karwei te beginnen.
Een van de ingerichte stijlkamers.
Topper
Voor volgend jaar staat in elk
geval reeds 'een internationale
topper' op het programma: een
tentoonstelling van het werk van
Jan Toorop. Er liggen reeds toe
zeggingen van andere musea om
bepaalde werken gedurende de
doodzenuwachtig met het wapen
te zwaaien", vertelt Frederique.
"Hij had een bivakmuts over zijn
hoofd. Eerst dachten we dat het
een grap was van de een of de
andere kennis. Totdat-ie een
kogel afschoot. Toen wisten we
dat het menens was. Wij schoten
in de lach en hij in de lucht".
De kogel boorde zich in het
plafond van het benzinestation.
"Dat gat is direct na de overval
weggewerkt", zegt Patty-Lou,
die eraan toevoegt dat in de week
die op de overval volgde tal van
mensen het kogelgat kwamen
bekijken. "Het was een hele
attractie".
Frederique: "Later is ons
verteld dat de kogel een klein
gaatje in je lichaam maakt
waar-ie binnenkomt, maar daar
waar de kogel weer naar buiten
komt een groot gat achterlaat.
Vooral als zo'n vent op nog geen
halve meter bij je vandaan staat.
Dat is toch wel een heel eng
idee".
Patty en Frederique denken
dat de overvaller zich wild
schrok toen hij de zaak
binnenrende. Op de uitkijk
stond, zo bleek later, een
kameraad van hem. "Hij dacht
vast dat er geen klanten zouden
zijn", zeggen Frederique en
Patty-Lou. "Wij moesten met de
klanten in het kantoortje naast
de zaak op de grond gaan liggen
en onze vriend moest het geld uit
de kassa aan de gemaskerde
overvaller geven". Frederique:
"Een van de klanten, een vrouw,
raakte min of meer in paniek en
ze riep maar om haar kinderen
die thuis waren. Ze lag naast mij
op de grond en ze hield me heel
krampachtig vast. Ik voel nog
haar nagels in mijn rug".
Frederique (links) en Patty-Lou:
De twee meisjes denken dat
een overval zoals zij die hebben
meegemaakt ze altijd wel zal
bijblijven. "Als wij in de krant
lezen dat er iemand is beroofd,
dan weten we: het is toch niet
niks. Zelf hebben we er geen
nachtmerries van en als we
erover praten doen we dat
geven dan de vorige keer"', zegt
Patty-Lou. Het is haar
opgevallen hoe weinig ze zich na
de overval van het uiterlijk van
da dader wist te herinneren
"De politie vroeg bijvoorbeeld of
hij handschoenen droeg, dat wist
ik niet".
"En als het donker wordt houd
je haast automatisch het terrein
rond de benzinepompen wat
meer in de gaten", vult haar zusje
Volgens de meisjes was het
bedrag waarmee de overvaller
ontkwam niet erg groot. De
dader en zijn 'uitkijk' liepen
enige tijd later in Leiden tegen
de lamp tijdens een overval op
een uitzendbureau. De
overvaller bleek een 17-jarige
jongen uit Noordwijkerhout, de
ander was 23 en kwam ook uit
die plaats. Het duo is inmiddels
voor de rechter geweest en
verhoord. Patty-Lou en
Frederique menen te weten dat
het tweetal er met een paar
maanden gevangenisstraf van af
is gekomen."Dat is veel te kort",
vinden de meisjes. "Een
gewapende overval moet veel
zwaarder worden bestraft". Maar
straf is volgens de meisjes toch
ook niet alles. "Want ik vraag me
wel eens af wat die jongens daar
nu eigenlijk van leren", zegt
Frederique.
Het tweetal is er van overtuigd
dat er niet alleen in het plafond
zou zijn geschoten als zij of een
van de klanten zich hadden
verzet. "Die jongen was drie keer
zo zenuwachtig als wij. Ik had
bijna medelijden met hem, zoals
hij daar stond te stuntelen met
die revolver", zegt Frederique.
"Maar ik weet haast wel zeker
dat hij op ons zou hebben
geschoten als wij geprobeerd
expositie af te staan. Of de ten
toonstelling doorgaat hangt nog
af van een soortgelijke expositie
over het werk van Jan Toorop in
Tokio.
Is een groot aantal belang
rijke werken niet beschikbaar,
dan wordt de expositie later ge
houden.
door Thijs Jansen
"Hij dacht vast dat er geen klanten
meestal met een beetje lollige
ondertoon".
Beheerst
Tijdens de overval hebben
Frederique en Patty-Lou zich
beheerst en koelbloedig
gedragen. Maar toch zit ook nu.
ruim negen maanden later, de
schrik er nog wel een beetje in
"We kijken met hele andere ogen
naar sommige mensen die hier
benzine komen tanken", aldus
Frederique. "We letten goed op
hoe ze er uitzien en wat voor
kleren ze dragen. Dat doen we
om na een eventuele overval een
beter signalement te kunnen
C. van Duijvenvoorden bij het Katwijks Museum aan de Voor
straat: "Het is onvoorstelbaar hoeveel energie die mensen er in ste
ken". (foto's Dick Hogewoning)