'Het is altijd een beetje tobben geweest' EÜ" TV-rubriek 1,2, 3 miljoen teleurgestelde Dostojewsld's Redelijk concert 'English Choir' Renate Rubinstein schrijft voorlopig geen column meer Vakmanschap van Robert Long Ingetogen Marieke Blankestijn ZATERDAG 15 DECEMBER 1984 PAGINA 29 door SPj Nico Scheepmaker Maria Vos (49) was directeur van de Culturele Raad in Leiden. Tot de gemeente in 1980 de raad opdoekte en cultuur bij de Stichting Welzijn werd ondergebracht. Sindsdien mag ze zich consulent cultuur noemen; een functie die ondersteuning van amateuristische kunstbeoefening en culturele ini tiatieven inhoudt. Uit dien hoofde spant ze zich in voor majorettes en popmuzikanten, voor amateur fotografen en kerkkoren. Ze heeft geleerd voor maatschappelijk werkster, sociologie gestudeerd, stamt uit Venlo in Limburg en woont in Den Haag. Vorige week heb ik mijn gezin een verrassing bezorgd. Toen de 1, 2, 3 Show begon, toverde ik vier lottokaarten tevoorschijn en schonk ik mijn vrouw en mijn beide dochters elk de kans op de 100.000. Ook mijzelf had ik op hetzelfde douceurtje getracteerd, want hoewel u mij enerzijds nooit aan flipperkasten zult zien staan (laat staan in een casino aan de speeltafel), ben ik ander zijds toch geneigd het standpunt van de Russische schrijver Dos- tojewski te delen, die elke keer weer de speeltafels in Baden-Ba den en andere casinosteden op zocht omdat hij zich niet kon voorstellen dat het Lot hem, de grote beroemde Dostojewski die het geld zo bitter hard nodig had, in de steek zou laten. En daar zat ik dan met balpen gewapend te turven, zoals ik, lichtjaren geleden, langs de snel weg van Hippolytushoef naar Den Oever met potlood en papier klaar zat om alle autonummers te noteren. Vooral P-nummers uit Limburg, en natuurlijk de dood enkele buitenlander, scoorden dan hoog. Met eenzelfde soort hoge verwachting zat ik ook nu weer klaar, en met mij de mijnen. Een kans van 1 op 4 op de 100.000, had ik snel uitgerekend! Daar had ik graag anderhalf uur Ted de Braak en veel klop-klop van internationale naam en faam voor over. Het resultaat (ik zal u niet lan ger dan nodig is in spanning hou den) was minimaal, catastrofaal en fataal voor onze verdere deel neming. We mochten met ons vieren niet meer dan Christmas Carol-Concert door het Leiden English Choir, voorheen: Choir of the English Department. Uitgevoerd werden liederen van o.a. David Willcocks, John Rutter, Pyotr Tchaikovsky, Maarten Feteris en WJ. Kirkpatrick. Dirigent: Colin Ewen. Orgl en piano: Maarten Fete ris. Gehoord: 14 december in de Evangelisch Lutherse Kerk, Hoog landse Kerkgracht, Leiden. LEIDEN - Het koor van de En gelse vakgroep van de Leidse Universiteit kwam gisteravond op bijzondere wijze voor het voetlicht in het centrum van een afgeladen en sfeervolle, kaars- verlichte kerk: vanuit de 4 wind hoeken schrijdend, etherisch zingend, gedirigeerd door Colin Ewen, die reeds eerder minzaam naar het midden was gewandeld. De hele avond was doortrok ken van een enigszins opgepoet ste Engelse sfeer, wat in Neder- 2+2+2+1=7 goede kruisjes zet ten. De hoogste score was dus 2 waarbij ook een keer de eerste letter en het laatste cijfer. Dat gaf nog een kans om de volgende keer tot het publiek te behoren waaruit de kanshebbers op een duoprijs zouden worden geko zen, maar zelfs de minieme kans dat zij daarvoor uitgeloot zou worden joeg mijn vrouw (wier kaart zo hoog gescoord had) zo veel schrik aan, dat zij mij op straffe van verlating verbood het kaartnummer daartoe in te stu ren. Ik kon me dat wel voorstel len. Weliswaar lopen we nu een nieuwe auto mis, maar ook een culinaire cruise onder leiding van Henk Molenberg op de Mid dellandse Zee, een complete bobslee-uitrusting, één miljoen getrokken kiezen, of een abonne ment gedurende één jaar op alle Belgische week- en maandbla den, en daar moet je iets voor over hebben, vind ik. Bovendien zijn er dankbaarder manieren denkbaar om in een uur tijd lan delijke bekendheid te krijgen land komisch aandoet, maar wat voor een student Engels gewoon leuk is. Voor een studentenkoor en een amateur-dirigent lever den zij lofwaardige resultaten. De belangrijkste begeleider, Maarten Feteris, was beter in vorm achter de vleugel dan ach ter het orgel, waar hij de halve tijd té langzaam speelde, waar door de dirigent de grootste moeite had het koor aan te pas- De sopraan hadden in "Tomor row shall be my dancing day" een vederlicht, bijna kinderlijk stemgeluid, wat me telkens in de loop van de avond opviel; een té groot contrast ontstond daardoor dan als het echtpaar dat volstrekt machteloos moet toezien hoe het spelende echtpaar waar men aan vastgekoppeld zit de ene na de andere schitterende prijs door oenigheid verspeelt, terwijl vijf miljoen vaderlanders samen met de camera je gezicht afspeuren op elke zenuwtrilling van teleur stelling, ontgoocheling, spijt, wanhoop, woede en/of doffe be rusting. Want lang niet iedereen is in staat de gelaatsuitdrukking 'het is maar een spelletje' gedu rende een uur vast te houden, ze ker niet als er van die volstrekt ondoorzichtige omschrijvingen van een schoffel of een opgezette muis op je worden losgelaten, waaruitje dan zou moeten opma ken dat je in het eerste geval een complete kantooruitrusting kunt winnen, en in het tweede geval een dagelijks gratis bezoek aan een schoonheidsspecialiste! Ik heb Ted de Braak trouwens op een grote denkfout betrapt, die ongetwijfeld voortvloeit uit zijn jarenlange ervaring in de showbusiness. Zo halverwege het kruisjeszetten begon hij te met de bassen en juist in een "English Choir" is homogeniteit zo belangrijk. De alerte inzet van de bassen daarentegen in "Spa nish carol" was verrassend en ge tuigde van een uitstekend con tact met de dirigent. Dat Maarten Feteris niet alleen uitvoerend, maar ook scheppend bezig kan zijn, hoorde men in de door hem gecomponeerde "se quence of carols" waren van een muzikale originaliteit. Jammer genoeg waren de met het publiek gezongen kerstliederen geen meezingers, waardoor deze akti- viteit vaak de mist in ging. Na de pauze begeleiding van een klein orkest, waar de violis- roepen dat het nu spannend be gon te worden, en op driekwart van de cijferreeks riep hij uit dat het nu, voor de mensen thuis en in de zaal, pas echt spannend be gon te worden! Dat idee heeft hü overgehouden aan de vele shows die hij gepresenteerd heeft, waarin het voor de deelnemers en deelneemsters naar het einde toe inderdaad steeds spannender werd, want wie van de drie zou immers het hoogste puntenaan- tal bereiken en daarmee het com plete tuinameublement winnen? Maar in de 1, 2, 3-show speelt hij niet met 3 maar met 3 miljoen deelnemers, en bij elk nieuw cij fer dat op een ingewikkelde ma nier tevoorschijn wordt getoverd vallen er in de huiskamer weer 166.667 kijkers teleurgesteld af. De spanning is alleen optimaal op het moment dat de show be gint en iedereen nog een poten tiële winnaar met 18 kruisjes goed is. Maar zodra het eerste cij fer, of beter gezegd de eerst let ter, bekend is, valt al meteen het inwonertal van de stad Gronin gen of voor de hoofdprijs van 100.000 gulden, en zo voort en zo verder, tot er tenslotte nog maar een paar kanshebbers overblij ven, voor wie het laatste cijfer de doodklap of de zegening bete kent. Maar tegen die tijd zit het grootste deel van het Nederland se volk al in doffe berusting, en zich vergeefs voorhoudend dat 'het maar een spelletje is' en dat het geld gelukkig goed terecht komt, naar de laatste loodjes te kijken: drie miljoen Dostojews- ki's, die weer eens hebben moe ten ervaren dat het lot hen op nieuw niet gunstig gezind was. ten opvielen door onzuiverheid. Echt boven het gemiddelde kwam uit "all this time" van Wal ton en "Sir Christèmas" van Ma- thias. In het laatste lied werd de Syncope strikt en vol spanning doorgevoerd. Het "Gloria in excelsis Deo" klonk in plaats van luchtig-blij, voor mij wat oppervlakkig-haas- tig, maar interpretatie blijft aan vechtbaar. Met een "I wish you a merry Christmas" besloot het koor een toch zeer welgemeende muzikale avond. Hun volgende uitvoering (werken van Handel en Britten) lijkt zeer geschikt voor deze groep. LIDY VAN DER SPEK 's Avonds thuis zijn zit er voor mij niet vaak in. De buis speelt dan ook een marginale rol in mijn leven. Ben ik echter wel thuis dan laat ik mij er tot diep in de nacht door regeren, onderuit gezakt met een pot thee erbij of borrels naargelang de situatie. Wat zag ik de afgelopen week? Vrijdag: laat terug van een bij zonder concert van het Leidse William Byrd Vocaal Ensemble. De buis viel nog af te stellen op de nachtfilm 'The Scars of Dru- cula'. Er was alsmaar bloed en een schitterend gespeelde en gerd met griezelige hoektanden, waarmee zelfs mijn tandarts geen raad zou weten. Toch uit stekend geslapen. Zaterdag: 's middags na de boodschappen even tijd voor TV. De knop staat op 'Bij Koos'. Als ik ergens niet wil zitten is het daar, toch gekeken vanwege het onderwerp dat juist werd aange sneden: Paspoortcontrole op Schiphol. Als reislustig iemand wil je daar wel meer van weten. Een marechaussee liet ons de technische vooruitgang zien: in plaats van in een dik boek staan we voortaan met zijn honderd duizenden op één micro-fiche, tenminste als we wat op onze kerfstok hebben. Eén blik van de heer met tressen op dit fiche be paalt of we onze reis mogen voortzetten. Een marechaussee, die specialist in valse paspoorten bleek, meldde dat er jaarlijks wel 2400 paspoorten niet in orde zijn. Als saillant detail hierbij het hij weten dat ook vrouwen in hun paspoort knoeien en de reden is dan dat zij de last der jaren zo wat hopen te verlichten. Naar ik wil verwedden is dit eenmaal voorgekomen, maar als man on- hou je dat en sla je het op in je moppentrommel over vrouwen. Koos vond het dan ook wat. Zondag: een heilige koe voor wie veel weg is en ook een dag van botsend mediagebruik. Vrij Nederland en een stel nog niet gelezen Parools vragen langduri- Maria Vos (foto Holvast) ge aandacht, maar ook zit er van alles achter het TV-scherm, dat ik wil zien. Daarmee gewacht tot het eind van de middag. Bij toe val in "Sprekershoek" beland, iets wat ik nooit zie omdat ik bij na nooit van sprekers hou. Toch gekeken, omdat het over duiven sport ging. Ik was zelf vele jaren duivenmelker en ken het wezen van deze dieren en hun leefwijze. Na Studio Sport, waarin Ajax Volendam en Feijenoord Fortu- na er onder kreeg en na een angstwekkend programma over de macht van de dollar moest ik kiezen tussen NOS en VPRO. Meestal niet moeilijk omdat ik een VPRO-klant ben, maar nu een dilemma omdat de NOS in 'Alles is toch al geregeld' een programma bracht over 'vrou wen die een eigen draai aan hun leven gaven'. Een teleurstelling: als we het voor het emanciperen van de maatschappij van dit soort programma's moeten heb ben, laat dan uw hoop varen. Overgeschakeld naar de VPRO voor de TV-bewerking van 'In het tuinhuis', waarbij het mij ging om Elisabeth Andersen. Zij kreeg de Theo d'Or, de hoogste toneelonderscheiding in Neder land voor haar rol in dit stuk. Misschien lag het aan de gekun steldheid van het stuk, mis schien aan de nogal harde close- ups, mij viel het tegen. Terug naar de NOS voor het program ma 'Ons Indië voor de Indone siërs'. Kijken hiernaar acht ik verplicht, teveel is er dat wij niet weten. Maandag: na een avondverga dering naar huis en de buis ge spoed om te vernemen wat de enquêtecommissie uit al die ver horen heeft geconcludeerd. Dit Dallas-achtige drama (alleen zon der vrouwen) toonde ons het spel van heren onder elkaar, die hun functie misbruiken. Met als droe vig hoogtepunt het misleiden van het hoogste controlerende gezagsorgaan, de volksvertegen woordiging, door een minister. Schaamteloos vond ik het dat de fractieleiders van het CDA en de WD het oordeel van de enquête commissie (onaanvaardbare mis leiding) bleven relativeren "om dat er meer de fout zijn inge gaan". Dinsdag geen tijd voor TV Woensdag: aandacht voor het NOS-programma 'Nederland C', dat culturele onderwerpen brengt en dus mijn aandacht heeft Zo kon ik genieten van Shakespeare's Richard II, een historisch drama waarin heren elkaar de macht betwisten. Don derdag: geen TV, maar een avondje uit naar het toneel (Ro- theater met 'God' van Woody Al len. Terugblikkend op een week buis-bewust leven, moet ik zeg gen dat ik het leven met dat ap paraat toch liever aan het toeval overlaat. MARIA VOS Renate Rubinstein, geboren in 1929 in Berlijn, schrijft al 23 jaar een veel gelezen en geprezen co lumn in het weekblad Vrij Neder land, onder de naam Tamar. On langs verscheen een bundel met Tam ar-columns van de laatste ja ren, onder de titel „Naar de blik sem? Ik niet". Een gesprek met Renate Rubinstein naar aanlei ding van dit boek. Ook de 'rel' tus sen de schrijfster en Piet Grijs, een andere columnist, komt ter sprake. door Inge van den Blink „Voorlopig schrijf ik niet meer in Vrij Nederland. Er-heeft ook een verklaring in het blad gestaan, dat ze dat begrijpen en respecteren en dat ze mij bovendien drie maanden verlof geven om een boek te schrij ven. Dus het is allerhaal duidelijk. Het idee dat ik definitief niet meer in Vrij Nederland schrijf, ik weet niet waar dat vandaan komt. Ik heb daar nog helemaal geen beslis sing over genomen", zegt Renate Rubinstein. „Ik blijf thuis om een boek te schrijven. Ook omdat ik de laatste tijd een beetje een hekel heb gekre gen aan het fenomeen columnis ten. Kijk, toen ik begon, dat is drieëntwintig jaar geleden, be stond het hele woord nog niet. Ei genlijk had je alleen Kronkel, in Het Parool, en Annie Schmidt schreef stukjes die ik erg leuk vond, ook in het Parool, en toen ben ik begonnen met een rubriek". „Soms was het een beschrijving van een situatie, soms was het een ideetje dat ik uit wilde werken, het was ook wel eens een opinie. Ik weet niet wanneer, maar ineens is dat woord columnist ontstaan, en in de laatste tien jaar, maar vooral in de laatste vijf jaar is er een enor me uitslag van columnisten geko men over de hele Nederlandse pers. Elk blad, elk dagblad, elk weekblad heeft tegenwoordig zo'n meneer of mevrouw die een opinie geeft". „Dat is langzamerhand erg gaan ontaarden in puur kwetsen en ge meen zijn, vetes uitvechten, ie mand beledigen. Ik ken er ver schillende waar ik echt een hekel aan heb". - Vindt u het niet vervelend dat sommige mensen zullen denken dat u zich door dat stuk van Piet Grijs hebt laten intimideren en daarom voorlopig gestopt bent in Vrij Ne derland? Renate Rubinstein geeft naden kend, zorgvuldig antwoord: „Nee, dat vind ik niet vervelend, nee- Dat vind ik helemaal niet erg. Er is ontzettend veel over te zeggen waarom het na dit soort intimidatie het beste is om maar even te zwij gen. Het alternatief is namelijk doen alsof het allemaal heel ge woon is: alles mag, alles kan". „Kijk, Piet Grijs heeft zijn rede nen om mij de grond in te willen boren, dat is altijd zo geweest, al bijna twintig jaar nu. Daar ben ik steeds heel goed tegen opgewassen geweest. Alleen wil ik nu duidelijk maken: sommige dingen kun je niet doen, kun je niet zeggen. Daar heb ik geen antwoord op. Dat is wat ik duidelijk wil maken door er een poosje mee op te houden". „Er zijn erg veel mensen die zeg gen 'u moet terugkomen, we kun nen u niet missen'. Dat vind ik alle maal alleraardigst, maar het is nu even een poosje mijn behoefte om te zwijgen". - U heeft zich in de loop van de jaren in uw columns afgezet tegen bewegingen als het pacifisme, het feminisme, het communisme. Alle maal bewegingen die je zou kun nen samenvatten onder de noemer 'idealisme'. Heeft u nooit eens sym pathie gehad voor al die mensen die zo graag de wereld willen ver beteren? „Ze maken de wereld meestal al leen maar veel erger, hè, dat is het probleem. Ik heb er nogal een hui vering voor. Juist in de politiek ben ik extreem-gematigd, laten we het zo zeggen. Ik vind dat de stand van zaken bij ons, die democratie die zo geleidelijk ontstaan is, moei lijk te verbeteren is, maar ontzet tend makkelijk kapot te krijgen. Dat weet ik wel zeker. Dat is histo risch heel vaak aangetoond, in al lerlei landen". „Mijn grote wrevel is altijd tegen het liegen. Liegen in het belang van een zaak. Vroeger over Rus land, en later over China, want daar werd ontzettend mee ge dweept. China was een modelland. Dat kun je je nu nauwelijks meer herinneren, hoewel het nog in '75 zo was, toen ik er over schreef (in Klein Chinees Woordenboek, red)". „Zulke mensen willen een hele boel dingen niet zien, of ze willen er niet over paten, want dat gaat ten koste van de zaak die zo be langrijk is. En die dingen die ze niet willen zien, dat zijn dus echt gruwelen, waar mensen aan kapot gaan. Niet twee- of drieduizend, maar miljoenen". „Bij feminisme was het meer dat er zulke baarlijke nonsens werd ge schreven over de aard van de vrouw, terwijl ik juist zo blij was dat dat geouwehoer verdwenen was, over de 'wezenlijke verschil len' tussen man en vrouw. Nauwe lijks hielden de mannen daar over op of de vrouwen begonnen er „Dat is waar ik echt groot be zwaar tegen heb: dat er iets gezegd wordt over de vrouwelijke aard, de vrouwelijke stijl, de vrouwelijke intelligentie, de vrouwelijke we tenschap. Dat zijn dingen die me hevig tegenstaan". „Maar het hele feminisme op zichzelf heeft een overwegend gun stige uitwerking gehad, vind ik, wat betreft de positie van de vrouw, en het zelfbewust zijn van vrouwen. Blijkbaar waren er toch veel vrouwen die het nodig hadden dat een dergelijke beweging ont stond". „Geëmancipeerd in de ouder wetse zin van het woord ben ik zelf altijd geweest. Ik heb nooit een an dere naam aangenomen dan mijn meisjesnaam, al ben ik twee keer getrouwd geweest. Ik heb altijd mijn eigen geld verdiend, en ik zie absoluut niet in waarom mijn her sens minder goed zouden zijn dan die van een man!". „Ik vind het werkelijk heel ver keerd om ervan uit te gaan dat vrouwen een andere manier van denken hebben dan mannen: bre der, intuitiever... Dat zijn clichés die in je hoofd zitten. Ik ken een heleboel heel gevoelige, heel kunstzinnige mannen". - U bent nu vijfenvijftig. Wat vond u tot nu toe de gelukkigste tijd in uw leven? „De gelukkigste tijd van mijn le ven.. Ik denk dat dat in mijn geval zo tussen mijn dertigste en mijn veertigste was. Niet dat ik daarna niet gelukkig ben geweest, of daar voor, maar dat was een periode waarin ik in een huwelijk zat dat ik prettig vond, ik begon met die Ta- mar-kolom, en ik ontwikkelde in die jaren iets dat nog steeds ver schrikkelijk belangrijk voor me is: tuinieren, alles wat met plantjes te maken heeft". „En ik heb een heel gelukkige periode gehad toen ik bij Propria Cures zat, dat studentenweekblad. Dat was een leuke tijd, een hele vrolijke tijd. Zo van m'n 25e tot m'n 28e, 29e". „Maar op geen enkele manier is er peil te trekken op al die leeftij den in mijn leven, want de oorlog heeft natuurlijk veel invloed ge had, en allerlei ongelukkige lief des. Het is altijd een beetje tobben geweest. Mijn hele leven is, denk ik wel eens, een beetje tobben ge weest". Lachend: „Maar als ik dat tegen goede vrienden zeg beginnen ze al tijd hartelijk te lachen, omdat ik nogal een vrolijke en uitbundige aard heb". Dwangbuis Op 8 december jongstleden zag ik mijn bijdrage aan uw rubriek Dwangbuis afgedrukt. Daarover geen klachten. Ik vind dat ik wel leuk kan schrijven. Omtrent het door uw redactie vervaardigde voorwoord, heb ik echter enige klachten. - Ik werd niet in Wassenaar ge boren maar in de Bethlehem-kli- niek aan het Malieveld te 's Gra- venhage. - Mijn debuutbundel verscheen niet in 1978 maar twee jaar eerder. - Ik publiceer niet "in alle denk bare bladen". Ik heb mijzelf tot nu toe nauwgezet uit bladen van poli tiek-rechtse signatuur gehouden. - Indien u schrijft dat ik "eersl regionaal opzien baarde met een hautain geschreven column in hei blad van de Leidse universiteit' daarna pas landelijk, is dat volko men bezijden de waarheid. Voor dat ik werkzaam was aan he Leids universiteitsblad Mare schreef ik reeds in Vrij Nederland, NRC Han delsblad, het verdwenen Hollands Diep etcetera. Omdat ik landelijk gezien allerlei gedonder kreeg, vroeg Mare mij als columnist. La ter werd ik redacteur van dat perio diek. Ik schrijf u dit alles niet om te zeuren. Ik heb het druk zat. Ik deel u dat mede omdat uw courant mij buitengewoon lief is en ik niet wil dat daarin onjuistheden omtrent mijn leven en werk worden afge drukt. Vreemd genoeg laat u mijn talrijke bijdragen aan uw eigen courant ongenoemd. Ik heb daar, ondertussen, de beste herinnerin gen aan. Boudewijn Büch Keizersgracht 40 Amsterdam "Robert Long Solo". Indeeen, tekst en muziek: Robert Long. Arrange menten: Koos Mark. Musici: Harry Sibum, Rob van Stiphout. Willem Voorbaar en Koos Mark. Lichtont werp: René Waerts. Geluid: René Kilsdonk. Regie: Nol Terborg. Bewe gingen: Barry Stevens. Gezien op 14 december in de Leidse Schouwburg. LEIDEN "Wanneer ga je nou weer eens gewoon een avond lekker zingen?" Het schijnt Ro bert Long de afgelopen jaren vaak gevraagd te zijn. Met zijn huidige solo-programma heeft hij aan deze wens tegemoet wil len komen. Zeer tot genoegen in ieder geval van Leiden en omge ving, want de schouwburg was gisterenavond tot de laatste plaats bezet. Robert Long staat al meer dan twintig jaar op de planken, maar er zullen maar weinig fans zijn, die'm al kenden, of nu nog zou den herkennen, als de zanger van de popgroep Unit Gloria. Echt bekend als liedjeszanger werd Long pas met zijn eerste elpee "Vroeger of later" uit het begin van de jaren zeventig, met num mers als "Jezus Redt" of "Alle maal angst". Deze en vele andere liedjes rijgt Long aan elkaar in een hoog tempo in voorlopig zijn laatste theaterprogramma. Hij wil een poosje op adem komen en wat meer tijd kunnen beste den aan teksten schrijven en pla ten maken. Jammer, want dit so lo-programma getuigt van een groot theatervakmanschap. Long zingt met het grootste ge mak en hij heeft zich een licht ge- styleerde maar toch soepele ma nier van bewegen op het toneel eigen gemaakt Behalve de vele liedjes brengt hij af en toe ook een paar korte 'conférences', ei genlijk meer gesprekjes met het publiek. Hoewel die mij op som mige momenten wat gemaakt aandeden - zogenaamd spontane onderbrekingen bleken duide lijk tot in de puntjes geensce- neerd - kwam Long in de loop van het programma wat meer los en kreeg hij een aantal toeschou wers zover dat ze wat geld, klein geld, en wat snoep, een rolletje smarties, het toneel opgooiden. Van vakmanschap getuigden verder ook de musici die hem be geleidden. Arrangementen die helden en sober klonken, zonder onnodige versierinkjes of kracht patserij. Maar vooral ook licht man René Waerts moet genoemd worden, want hij liet zien wat 'vormgeven met licht' kan bete kenen. Licht is een onderdeel van het theater dat vaak verwaar loosd wordt, maar dat in dit pro gramma de punt op de i zette. MARC VAN DER VELDEN Met Residentie Orkest in Stadsgehoorzaal Residentie Orkest o.l.v. Hans Vonk met werken van Mendelssohn en Ra- vel. Solisten: Marieke Blankestein in het Vioolconcert in A K V 219 van Mozart, en Vladimir Mendelssohn in Rhapsody-concerto voor altviool van LEIDEN - Na een wat plichtma tig klinkende uitvoering van Mendelssohn's Ouverture Mee- resstille und glückliche Fahrt waren gisteravond in het pro gramma van het Residentie Or kest twee strijk-solisten te be luisteren. De jonge Nederlandse violiste Marieke Blankestijn toonde haar grote talent in een onopgesmukte uitvoering van Mozarts vioolconcert in A. Een dergelijk concert is haar op het lijf geschreven want haar grote kracht ligt in het melodische vlak. Technisch en muzikaal laat haar spel weinig te wensen over, maar het wordt tijd dat zij uit haar muzikale schulp kruipt. Zij heeft muzikaal wat te zeg gen, en dat mag ze best wat min der ingetogen doen. De begelei ding door het orkest, dat in een wat kleinere bezetting een even wichtiger partner zijn geweest, was minder zorgvuldig en ge nuanceerd dan wij van Hans Vonk gewend zijn. Wellicht is dat te wijten aan het feit dat de twee werken na de pauze meer repetitietijd opgeëist hebben? In het Altvioolconcert van Martinu rechtvaardigt de breed opgezette melodieënstroom de toevoeging 'rhapsodie': zonder direct volksmelodieën te ken is Martinu's muziek onmis kenbaar slavisch. Vladimir Men delssohn's warmbloedige en temperamentvolle spel oogstte terecht een groot succes waarin hij het orkest ruimschoots liet delen. De natuurschildering van Mendelssohn aan het begin van de avond kon niet anders dan verbleken bij de kleurenweelde in het eerste deel van de Tweede suite Daphnis et Chloë, waarin Ravel op ongeëvenaarde wijze het aanbreken van de dageraad schildert. Hier waren Hans Vonk en het Residentie Orkest weer op hun best als menger en leveran cier van eindeloze klankkleuren en opzwepende ritmen. MIES AL. BARDA.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 29