'Het is altijd een beetje tobben geweest'
EÜ" TV-rubriek
1,2, 3 miljoen teleurgestelde Dostojewsld's
Redelijk concert 'English Choir'
Renate Rubinstein schrijft voorlopig geen column meer
Vakmanschap van Robert Long
Ingetogen Marieke Blankestijn
ZATERDAG 15 DECEMBER 1984
PAGINA 29
door
SPj Nico Scheepmaker
Maria Vos (49) was directeur van de Culturele
Raad in Leiden. Tot de gemeente in 1980 de raad
opdoekte en cultuur bij de Stichting Welzijn werd
ondergebracht. Sindsdien mag ze zich consulent
cultuur noemen; een functie die ondersteuning van
amateuristische kunstbeoefening en culturele ini
tiatieven inhoudt. Uit dien hoofde spant ze zich in
voor majorettes en popmuzikanten, voor amateur
fotografen en kerkkoren.
Ze heeft geleerd voor maatschappelijk werkster,
sociologie gestudeerd, stamt uit Venlo in Limburg
en woont in Den Haag.
Vorige week heb ik mijn gezin
een verrassing bezorgd. Toen de
1, 2, 3 Show begon, toverde ik
vier lottokaarten tevoorschijn en
schonk ik mijn vrouw en mijn
beide dochters elk de kans op de
100.000. Ook mijzelf had ik op
hetzelfde douceurtje getracteerd,
want hoewel u mij enerzijds
nooit aan flipperkasten zult zien
staan (laat staan in een casino
aan de speeltafel), ben ik ander
zijds toch geneigd het standpunt
van de Russische schrijver Dos-
tojewski te delen, die elke keer
weer de speeltafels in Baden-Ba
den en andere casinosteden op
zocht omdat hij zich niet kon
voorstellen dat het Lot hem, de
grote beroemde Dostojewski die
het geld zo bitter hard nodig had,
in de steek zou laten.
En daar zat ik dan met balpen
gewapend te turven, zoals ik,
lichtjaren geleden, langs de snel
weg van Hippolytushoef naar
Den Oever met potlood en papier
klaar zat om alle autonummers te
noteren. Vooral P-nummers uit
Limburg, en natuurlijk de dood
enkele buitenlander, scoorden
dan hoog. Met eenzelfde soort
hoge verwachting zat ik ook nu
weer klaar, en met mij de mijnen.
Een kans van 1 op 4 op de
100.000, had ik snel uitgerekend!
Daar had ik graag anderhalf uur
Ted de Braak en veel klop-klop
van internationale naam en faam
voor over.
Het resultaat (ik zal u niet lan
ger dan nodig is in spanning hou
den) was minimaal, catastrofaal
en fataal voor onze verdere deel
neming. We mochten met ons
vieren niet meer dan
Christmas Carol-Concert door het
Leiden English Choir, voorheen:
Choir of the English Department.
Uitgevoerd werden liederen van o.a.
David Willcocks, John Rutter, Pyotr
Tchaikovsky, Maarten Feteris en
WJ. Kirkpatrick. Dirigent: Colin
Ewen. Orgl en piano: Maarten Fete
ris. Gehoord: 14 december in de
Evangelisch Lutherse Kerk, Hoog
landse Kerkgracht, Leiden.
LEIDEN - Het koor van de En
gelse vakgroep van de Leidse
Universiteit kwam gisteravond
op bijzondere wijze voor het
voetlicht in het centrum van een
afgeladen en sfeervolle, kaars-
verlichte kerk: vanuit de 4 wind
hoeken schrijdend, etherisch
zingend, gedirigeerd door Colin
Ewen, die reeds eerder minzaam
naar het midden was gewandeld.
De hele avond was doortrok
ken van een enigszins opgepoet
ste Engelse sfeer, wat in Neder-
2+2+2+1=7 goede kruisjes zet
ten. De hoogste score was dus 2
waarbij ook een keer de eerste
letter en het laatste cijfer. Dat gaf
nog een kans om de volgende
keer tot het publiek te behoren
waaruit de kanshebbers op een
duoprijs zouden worden geko
zen, maar zelfs de minieme kans
dat zij daarvoor uitgeloot zou
worden joeg mijn vrouw (wier
kaart zo hoog gescoord had) zo
veel schrik aan, dat zij mij op
straffe van verlating verbood het
kaartnummer daartoe in te stu
ren.
Ik kon me dat wel voorstel
len. Weliswaar lopen we nu een
nieuwe auto mis, maar ook een
culinaire cruise onder leiding
van Henk Molenberg op de Mid
dellandse Zee, een complete
bobslee-uitrusting, één miljoen
getrokken kiezen, of een abonne
ment gedurende één jaar op alle
Belgische week- en maandbla
den, en daar moet je iets voor
over hebben, vind ik. Bovendien
zijn er dankbaarder manieren
denkbaar om in een uur tijd lan
delijke bekendheid te krijgen
land komisch aandoet, maar wat
voor een student Engels gewoon
leuk is. Voor een studentenkoor
en een amateur-dirigent lever
den zij lofwaardige resultaten.
De belangrijkste begeleider,
Maarten Feteris, was beter in
vorm achter de vleugel dan ach
ter het orgel, waar hij de halve
tijd té langzaam speelde, waar
door de dirigent de grootste
moeite had het koor aan te pas-
De sopraan hadden in "Tomor
row shall be my dancing day"
een vederlicht, bijna kinderlijk
stemgeluid, wat me telkens in de
loop van de avond opviel; een té
groot contrast ontstond daardoor
dan als het echtpaar dat volstrekt
machteloos moet toezien hoe het
spelende echtpaar waar men aan
vastgekoppeld zit de ene na de
andere schitterende prijs door
oenigheid verspeelt, terwijl vijf
miljoen vaderlanders samen met
de camera je gezicht afspeuren
op elke zenuwtrilling van teleur
stelling, ontgoocheling, spijt,
wanhoop, woede en/of doffe be
rusting. Want lang niet iedereen
is in staat de gelaatsuitdrukking
'het is maar een spelletje' gedu
rende een uur vast te houden, ze
ker niet als er van die volstrekt
ondoorzichtige omschrijvingen
van een schoffel of een opgezette
muis op je worden losgelaten,
waaruitje dan zou moeten opma
ken dat je in het eerste geval een
complete kantooruitrusting kunt
winnen, en in het tweede geval
een dagelijks gratis bezoek aan
een schoonheidsspecialiste!
Ik heb Ted de Braak trouwens
op een grote denkfout betrapt,
die ongetwijfeld voortvloeit uit
zijn jarenlange ervaring in de
showbusiness. Zo halverwege
het kruisjeszetten begon hij te
met de bassen en juist in een
"English Choir" is homogeniteit
zo belangrijk. De alerte inzet van
de bassen daarentegen in "Spa
nish carol" was verrassend en ge
tuigde van een uitstekend con
tact met de dirigent.
Dat Maarten Feteris niet alleen
uitvoerend, maar ook scheppend
bezig kan zijn, hoorde men in de
door hem gecomponeerde "se
quence of carols" waren van een
muzikale originaliteit. Jammer
genoeg waren de met het publiek
gezongen kerstliederen geen
meezingers, waardoor deze akti-
viteit vaak de mist in ging.
Na de pauze begeleiding van
een klein orkest, waar de violis-
roepen dat het nu spannend be
gon te worden, en op driekwart
van de cijferreeks riep hij uit dat
het nu, voor de mensen thuis en
in de zaal, pas echt spannend be
gon te worden! Dat idee heeft hü
overgehouden aan de vele shows
die hij gepresenteerd heeft,
waarin het voor de deelnemers
en deelneemsters naar het einde
toe inderdaad steeds spannender
werd, want wie van de drie zou
immers het hoogste puntenaan-
tal bereiken en daarmee het com
plete tuinameublement winnen?
Maar in de 1, 2, 3-show speelt hij
niet met 3 maar met 3 miljoen
deelnemers, en bij elk nieuw cij
fer dat op een ingewikkelde ma
nier tevoorschijn wordt getoverd
vallen er in de huiskamer weer
166.667 kijkers teleurgesteld af.
De spanning is alleen optimaal
op het moment dat de show be
gint en iedereen nog een poten
tiële winnaar met 18 kruisjes
goed is. Maar zodra het eerste cij
fer, of beter gezegd de eerst let
ter, bekend is, valt al meteen het
inwonertal van de stad Gronin
gen of voor de hoofdprijs van
100.000 gulden, en zo voort en zo
verder, tot er tenslotte nog maar
een paar kanshebbers overblij
ven, voor wie het laatste cijfer de
doodklap of de zegening bete
kent. Maar tegen die tijd zit het
grootste deel van het Nederland
se volk al in doffe berusting, en
zich vergeefs voorhoudend dat
'het maar een spelletje is' en dat
het geld gelukkig goed terecht
komt, naar de laatste loodjes te
kijken: drie miljoen Dostojews-
ki's, die weer eens hebben moe
ten ervaren dat het lot hen op
nieuw niet gunstig gezind was.
ten opvielen door onzuiverheid.
Echt boven het gemiddelde
kwam uit "all this time" van Wal
ton en "Sir Christèmas" van Ma-
thias. In het laatste lied werd de
Syncope strikt en vol spanning
doorgevoerd.
Het "Gloria in excelsis Deo"
klonk in plaats van luchtig-blij,
voor mij wat oppervlakkig-haas-
tig, maar interpretatie blijft aan
vechtbaar. Met een "I wish you a
merry Christmas" besloot het
koor een toch zeer welgemeende
muzikale avond. Hun volgende
uitvoering (werken van Handel
en Britten) lijkt zeer geschikt
voor deze groep.
LIDY VAN DER SPEK
's Avonds thuis zijn zit er voor
mij niet vaak in. De buis speelt
dan ook een marginale rol in
mijn leven. Ben ik echter wel
thuis dan laat ik mij er tot diep in
de nacht door regeren, onderuit
gezakt met een pot thee erbij of
borrels naargelang de situatie.
Wat zag ik de afgelopen week?
Vrijdag: laat terug van een bij
zonder concert van het Leidse
William Byrd Vocaal Ensemble.
De buis viel nog af te stellen op
de nachtfilm 'The Scars of Dru-
cula'. Er was alsmaar bloed en
een schitterend gespeelde en
gerd met griezelige hoektanden,
waarmee zelfs mijn tandarts
geen raad zou weten. Toch uit
stekend geslapen.
Zaterdag: 's middags na de
boodschappen even tijd voor TV.
De knop staat op 'Bij Koos'. Als
ik ergens niet wil zitten is het
daar, toch gekeken vanwege het
onderwerp dat juist werd aange
sneden: Paspoortcontrole op
Schiphol. Als reislustig iemand
wil je daar wel meer van weten.
Een marechaussee liet ons de
technische vooruitgang zien: in
plaats van in een dik boek staan
we voortaan met zijn honderd
duizenden op één micro-fiche,
tenminste als we wat op onze
kerfstok hebben. Eén blik van de
heer met tressen op dit fiche be
paalt of we onze reis mogen
voortzetten. Een marechaussee,
die specialist in valse paspoorten
bleek, meldde dat er jaarlijks wel
2400 paspoorten niet in orde zijn.
Als saillant detail hierbij het hij
weten dat ook vrouwen in hun
paspoort knoeien en de reden is
dan dat zij de last der jaren zo
wat hopen te verlichten. Naar ik
wil verwedden is dit eenmaal
voorgekomen, maar als man on-
hou je dat en sla je het op in je
moppentrommel over vrouwen.
Koos vond het dan ook wat.
Zondag: een heilige koe voor
wie veel weg is en ook een dag
van botsend mediagebruik. Vrij
Nederland en een stel nog niet
gelezen Parools vragen langduri-
Maria Vos (foto Holvast)
ge aandacht, maar ook zit er van
alles achter het TV-scherm, dat
ik wil zien. Daarmee gewacht tot
het eind van de middag. Bij toe
val in "Sprekershoek" beland,
iets wat ik nooit zie omdat ik bij
na nooit van sprekers hou. Toch
gekeken, omdat het over duiven
sport ging. Ik was zelf vele jaren
duivenmelker en ken het wezen
van deze dieren en hun leefwijze.
Na Studio Sport, waarin Ajax
Volendam en Feijenoord Fortu-
na er onder kreeg en na een
angstwekkend programma over
de macht van de dollar moest ik
kiezen tussen NOS en VPRO.
Meestal niet moeilijk omdat ik
een VPRO-klant ben, maar nu
een dilemma omdat de NOS in
'Alles is toch al geregeld' een
programma bracht over 'vrou
wen die een eigen draai aan hun
leven gaven'. Een teleurstelling:
als we het voor het emanciperen
van de maatschappij van dit
soort programma's moeten heb
ben, laat dan uw hoop varen.
Overgeschakeld naar de VPRO
voor de TV-bewerking van 'In
het tuinhuis', waarbij het mij
ging om Elisabeth Andersen. Zij
kreeg de Theo d'Or, de hoogste
toneelonderscheiding in Neder
land voor haar rol in dit stuk.
Misschien lag het aan de gekun
steldheid van het stuk, mis
schien aan de nogal harde close-
ups, mij viel het tegen. Terug
naar de NOS voor het program
ma 'Ons Indië voor de Indone
siërs'. Kijken hiernaar acht ik
verplicht, teveel is er dat wij niet
weten.
Maandag: na een avondverga
dering naar huis en de buis ge
spoed om te vernemen wat de
enquêtecommissie uit al die ver
horen heeft geconcludeerd. Dit
Dallas-achtige drama (alleen zon
der vrouwen) toonde ons het spel
van heren onder elkaar, die hun
functie misbruiken. Met als droe
vig hoogtepunt het misleiden
van het hoogste controlerende
gezagsorgaan, de volksvertegen
woordiging, door een minister.
Schaamteloos vond ik het dat de
fractieleiders van het CDA en de
WD het oordeel van de enquête
commissie (onaanvaardbare mis
leiding) bleven relativeren "om
dat er meer de fout zijn inge
gaan".
Dinsdag geen tijd voor TV
Woensdag: aandacht voor het
NOS-programma 'Nederland C',
dat culturele onderwerpen
brengt en dus mijn aandacht
heeft Zo kon ik genieten van
Shakespeare's Richard II, een
historisch drama waarin heren
elkaar de macht betwisten. Don
derdag: geen TV, maar een
avondje uit naar het toneel (Ro-
theater met 'God' van Woody Al
len.
Terugblikkend op een week
buis-bewust leven, moet ik zeg
gen dat ik het leven met dat ap
paraat toch liever aan het toeval
overlaat.
MARIA VOS
Renate Rubinstein, geboren in
1929 in Berlijn, schrijft al 23 jaar
een veel gelezen en geprezen co
lumn in het weekblad Vrij Neder
land, onder de naam Tamar. On
langs verscheen een bundel met
Tam ar-columns van de laatste ja
ren, onder de titel „Naar de blik
sem? Ik niet". Een gesprek met
Renate Rubinstein naar aanlei
ding van dit boek. Ook de 'rel' tus
sen de schrijfster en Piet Grijs,
een andere columnist, komt ter
sprake.
door
Inge van den Blink
„Voorlopig schrijf ik niet meer in
Vrij Nederland. Er-heeft ook een
verklaring in het blad gestaan, dat
ze dat begrijpen en respecteren en
dat ze mij bovendien drie maanden
verlof geven om een boek te schrij
ven. Dus het is allerhaal duidelijk.
Het idee dat ik definitief niet meer
in Vrij Nederland schrijf, ik weet
niet waar dat vandaan komt. Ik
heb daar nog helemaal geen beslis
sing over genomen", zegt Renate
Rubinstein.
„Ik blijf thuis om een boek te
schrijven. Ook omdat ik de laatste
tijd een beetje een hekel heb gekre
gen aan het fenomeen columnis
ten. Kijk, toen ik begon, dat is
drieëntwintig jaar geleden, be
stond het hele woord nog niet. Ei
genlijk had je alleen Kronkel, in
Het Parool, en Annie Schmidt
schreef stukjes die ik erg leuk
vond, ook in het Parool, en toen
ben ik begonnen met een rubriek".
„Soms was het een beschrijving
van een situatie, soms was het een
ideetje dat ik uit wilde werken, het
was ook wel eens een opinie. Ik
weet niet wanneer, maar ineens is
dat woord columnist ontstaan, en
in de laatste tien jaar, maar vooral
in de laatste vijf jaar is er een enor
me uitslag van columnisten geko
men over de hele Nederlandse
pers. Elk blad, elk dagblad, elk
weekblad heeft tegenwoordig zo'n
meneer of mevrouw die een opinie
geeft".
„Dat is langzamerhand erg gaan
ontaarden in puur kwetsen en ge
meen zijn, vetes uitvechten, ie
mand beledigen. Ik ken er ver
schillende waar ik echt een hekel
aan heb".
- Vindt u het niet vervelend dat
sommige mensen zullen denken dat
u zich door dat stuk van Piet Grijs
hebt laten intimideren en daarom
voorlopig gestopt bent in Vrij Ne
derland?
Renate Rubinstein geeft naden
kend, zorgvuldig antwoord: „Nee,
dat vind ik niet vervelend, nee-
Dat vind ik helemaal niet erg. Er is
ontzettend veel over te zeggen
waarom het na dit soort intimidatie
het beste is om maar even te zwij
gen. Het alternatief is namelijk
doen alsof het allemaal heel ge
woon is: alles mag, alles kan".
„Kijk, Piet Grijs heeft zijn rede
nen om mij de grond in te willen
boren, dat is altijd zo geweest, al
bijna twintig jaar nu. Daar ben ik
steeds heel goed tegen opgewassen
geweest. Alleen wil ik nu duidelijk
maken: sommige dingen kun je
niet doen, kun je niet zeggen. Daar
heb ik geen antwoord op. Dat is
wat ik duidelijk wil maken door er
een poosje mee op te houden".
„Er zijn erg veel mensen die zeg
gen 'u moet terugkomen, we kun
nen u niet missen'. Dat vind ik alle
maal alleraardigst, maar het is nu
even een poosje mijn behoefte om
te zwijgen".
- U heeft zich in de loop van de
jaren in uw columns afgezet tegen
bewegingen als het pacifisme, het
feminisme, het communisme. Alle
maal bewegingen die je zou kun
nen samenvatten onder de noemer
'idealisme'. Heeft u nooit eens sym
pathie gehad voor al die mensen
die zo graag de wereld willen ver
beteren?
„Ze maken de wereld meestal al
leen maar veel erger, hè, dat is het
probleem. Ik heb er nogal een hui
vering voor. Juist in de politiek
ben ik extreem-gematigd, laten we
het zo zeggen. Ik vind dat de stand
van zaken bij ons, die democratie
die zo geleidelijk ontstaan is, moei
lijk te verbeteren is, maar ontzet
tend makkelijk kapot te krijgen.
Dat weet ik wel zeker. Dat is histo
risch heel vaak aangetoond, in al
lerlei landen".
„Mijn grote wrevel is altijd tegen
het liegen. Liegen in het belang
van een zaak. Vroeger over Rus
land, en later over China, want
daar werd ontzettend mee ge
dweept. China was een modelland.
Dat kun je je nu nauwelijks meer
herinneren, hoewel het nog in '75
zo was, toen ik er over schreef (in
Klein Chinees Woordenboek,
red)".
„Zulke mensen willen een hele
boel dingen niet zien, of ze willen
er niet over paten, want dat gaat
ten koste van de zaak die zo be
langrijk is. En die dingen die ze
niet willen zien, dat zijn dus echt
gruwelen, waar mensen aan kapot
gaan. Niet twee- of drieduizend,
maar miljoenen".
„Bij feminisme was het meer dat
er zulke baarlijke nonsens werd ge
schreven over de aard van de
vrouw, terwijl ik juist zo blij was
dat dat geouwehoer verdwenen
was, over de 'wezenlijke verschil
len' tussen man en vrouw. Nauwe
lijks hielden de mannen daar over
op of de vrouwen begonnen er
„Dat is waar ik echt groot be
zwaar tegen heb: dat er iets gezegd
wordt over de vrouwelijke aard, de
vrouwelijke stijl, de vrouwelijke
intelligentie, de vrouwelijke we
tenschap. Dat zijn dingen die me
hevig tegenstaan".
„Maar het hele feminisme op
zichzelf heeft een overwegend gun
stige uitwerking gehad, vind ik,
wat betreft de positie van de
vrouw, en het zelfbewust zijn van
vrouwen. Blijkbaar waren er toch
veel vrouwen die het nodig hadden
dat een dergelijke beweging ont
stond".
„Geëmancipeerd in de ouder
wetse zin van het woord ben ik zelf
altijd geweest. Ik heb nooit een an
dere naam aangenomen dan mijn
meisjesnaam, al ben ik twee keer
getrouwd geweest. Ik heb altijd
mijn eigen geld verdiend, en ik zie
absoluut niet in waarom mijn her
sens minder goed zouden zijn dan
die van een man!".
„Ik vind het werkelijk heel ver
keerd om ervan uit te gaan dat
vrouwen een andere manier van
denken hebben dan mannen: bre
der, intuitiever... Dat zijn clichés
die in je hoofd zitten. Ik ken een
heleboel heel gevoelige, heel
kunstzinnige mannen".
- U bent nu vijfenvijftig. Wat
vond u tot nu toe de gelukkigste tijd
in uw leven?
„De gelukkigste tijd van mijn le
ven.. Ik denk dat dat in mijn geval
zo tussen mijn dertigste en mijn
veertigste was. Niet dat ik daarna
niet gelukkig ben geweest, of daar
voor, maar dat was een periode
waarin ik in een huwelijk zat dat ik
prettig vond, ik begon met die Ta-
mar-kolom, en ik ontwikkelde in
die jaren iets dat nog steeds ver
schrikkelijk belangrijk voor me is:
tuinieren, alles wat met plantjes te
maken heeft".
„En ik heb een heel gelukkige
periode gehad toen ik bij Propria
Cures zat, dat studentenweekblad.
Dat was een leuke tijd, een hele
vrolijke tijd. Zo van m'n 25e tot
m'n 28e, 29e".
„Maar op geen enkele manier is
er peil te trekken op al die leeftij
den in mijn leven, want de oorlog
heeft natuurlijk veel invloed ge
had, en allerlei ongelukkige lief
des. Het is altijd een beetje tobben
geweest. Mijn hele leven is, denk ik
wel eens, een beetje tobben ge
weest".
Lachend: „Maar als ik dat tegen
goede vrienden zeg beginnen ze al
tijd hartelijk te lachen, omdat ik
nogal een vrolijke en uitbundige
aard heb".
Dwangbuis
Op 8 december jongstleden zag ik
mijn bijdrage aan uw rubriek
Dwangbuis afgedrukt. Daarover
geen klachten. Ik vind dat ik wel
leuk kan schrijven. Omtrent het
door uw redactie vervaardigde
voorwoord, heb ik echter enige
klachten.
- Ik werd niet in Wassenaar ge
boren maar in de Bethlehem-kli-
niek aan het Malieveld te 's Gra-
venhage.
- Mijn debuutbundel verscheen
niet in 1978 maar twee jaar eerder.
- Ik publiceer niet "in alle denk
bare bladen". Ik heb mijzelf tot nu
toe nauwgezet uit bladen van poli
tiek-rechtse signatuur gehouden.
- Indien u schrijft dat ik "eersl
regionaal opzien baarde met een
hautain geschreven column in hei
blad van de Leidse universiteit'
daarna pas landelijk, is dat volko
men bezijden de waarheid. Voor
dat ik werkzaam was aan he Leids
universiteitsblad Mare schreef ik
reeds in Vrij Nederland, NRC Han
delsblad, het verdwenen Hollands
Diep etcetera. Omdat ik landelijk
gezien allerlei gedonder kreeg,
vroeg Mare mij als columnist. La
ter werd ik redacteur van dat perio
diek.
Ik schrijf u dit alles niet om te
zeuren. Ik heb het druk zat. Ik deel
u dat mede omdat uw courant mij
buitengewoon lief is en ik niet wil
dat daarin onjuistheden omtrent
mijn leven en werk worden afge
drukt. Vreemd genoeg laat u mijn
talrijke bijdragen aan uw eigen
courant ongenoemd. Ik heb daar,
ondertussen, de beste herinnerin
gen aan.
Boudewijn Büch
Keizersgracht 40
Amsterdam
"Robert Long Solo". Indeeen, tekst
en muziek: Robert Long. Arrange
menten: Koos Mark. Musici: Harry
Sibum, Rob van Stiphout. Willem
Voorbaar en Koos Mark. Lichtont
werp: René Waerts. Geluid: René
Kilsdonk. Regie: Nol Terborg. Bewe
gingen: Barry Stevens. Gezien op 14
december in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN "Wanneer ga je nou
weer eens gewoon een avond
lekker zingen?" Het schijnt Ro
bert Long de afgelopen jaren
vaak gevraagd te zijn. Met zijn
huidige solo-programma heeft
hij aan deze wens tegemoet wil
len komen. Zeer tot genoegen in
ieder geval van Leiden en omge
ving, want de schouwburg was
gisterenavond tot de laatste
plaats bezet.
Robert Long staat al meer dan
twintig jaar op de planken, maar
er zullen maar weinig fans zijn,
die'm al kenden, of nu nog zou
den herkennen, als de zanger van
de popgroep Unit Gloria. Echt
bekend als liedjeszanger werd
Long pas met zijn eerste elpee
"Vroeger of later" uit het begin
van de jaren zeventig, met num
mers als "Jezus Redt" of "Alle
maal angst". Deze en vele andere
liedjes rijgt Long aan elkaar in
een hoog tempo in voorlopig zijn
laatste theaterprogramma. Hij
wil een poosje op adem komen
en wat meer tijd kunnen beste
den aan teksten schrijven en pla
ten maken. Jammer, want dit so
lo-programma getuigt van een
groot theatervakmanschap.
Long zingt met het grootste ge
mak en hij heeft zich een licht ge-
styleerde maar toch soepele ma
nier van bewegen op het toneel
eigen gemaakt Behalve de vele
liedjes brengt hij af en toe ook
een paar korte 'conférences', ei
genlijk meer gesprekjes met het
publiek. Hoewel die mij op som
mige momenten wat gemaakt
aandeden - zogenaamd spontane
onderbrekingen bleken duide
lijk tot in de puntjes geensce-
neerd - kwam Long in de loop
van het programma wat meer los
en kreeg hij een aantal toeschou
wers zover dat ze wat geld, klein
geld, en wat snoep, een rolletje
smarties, het toneel opgooiden.
Van vakmanschap getuigden
verder ook de musici die hem be
geleidden. Arrangementen die
helden en sober klonken, zonder
onnodige versierinkjes of kracht
patserij. Maar vooral ook licht
man René Waerts moet genoemd
worden, want hij liet zien wat
'vormgeven met licht' kan bete
kenen. Licht is een onderdeel
van het theater dat vaak verwaar
loosd wordt, maar dat in dit pro
gramma de punt op de i zette.
MARC VAN DER VELDEN
Met Residentie Orkest in Stadsgehoorzaal
Residentie Orkest o.l.v. Hans Vonk
met werken van Mendelssohn en Ra-
vel. Solisten: Marieke Blankestein in
het Vioolconcert in A K V 219 van
Mozart, en Vladimir Mendelssohn in
Rhapsody-concerto voor altviool van
LEIDEN - Na een wat plichtma
tig klinkende uitvoering van
Mendelssohn's Ouverture Mee-
resstille und glückliche Fahrt
waren gisteravond in het pro
gramma van het Residentie Or
kest twee strijk-solisten te be
luisteren. De jonge Nederlandse
violiste Marieke Blankestijn
toonde haar grote talent in een
onopgesmukte uitvoering van
Mozarts vioolconcert in A. Een
dergelijk concert is haar op het
lijf geschreven want haar grote
kracht ligt in het melodische
vlak. Technisch en muzikaal laat
haar spel weinig te wensen over,
maar het wordt tijd dat zij uit
haar muzikale schulp kruipt.
Zij heeft muzikaal wat te zeg
gen, en dat mag ze best wat min
der ingetogen doen. De begelei
ding door het orkest, dat in een
wat kleinere bezetting een even
wichtiger partner zijn geweest,
was minder zorgvuldig en ge
nuanceerd dan wij van Hans
Vonk gewend zijn. Wellicht is
dat te wijten aan het feit dat de
twee werken na de pauze meer
repetitietijd opgeëist hebben?
In het Altvioolconcert van
Martinu rechtvaardigt de breed
opgezette melodieënstroom de
toevoeging 'rhapsodie': zonder
direct volksmelodieën te
ken is Martinu's muziek onmis
kenbaar slavisch. Vladimir Men
delssohn's warmbloedige en
temperamentvolle spel oogstte
terecht een groot succes waarin
hij het orkest ruimschoots liet
delen.
De natuurschildering van
Mendelssohn aan het begin van
de avond kon niet anders dan
verbleken bij de kleurenweelde
in het eerste deel van de Tweede
suite Daphnis et Chloë, waarin
Ravel op ongeëvenaarde wijze
het aanbreken van de dageraad
schildert. Hier waren Hans Vonk
en het Residentie Orkest weer op
hun best als menger en leveran
cier van eindeloze klankkleuren
en opzwepende ritmen.
MIES AL. BARDA.