'Succes heel comfortabel
Een verhalenverteller op de tv
TV-rubriek 1
Jasperina de Jong kwart eeuw op de planken
Ontspannen sfeer bij Kaandorp
William Byrd Vocaal Ensemble: kwaliteit
Lezers schrijven
ZATERDAG 8 DECEMBER 1984
PAGINA 33
Wat maakt RUR zo leuk? De
snelle, gisse, vindingrijke manier
waarop Jan Lenferink met zijn
drie gasten converseert, zijn ri
postes (schermterm: nastoot of
tegenstoot), zijn brutaliteit. Afge
lopen donderdag heeft hij zich
gewaagd aan een Amerikaan,
een Engelsman en een Ameri
kaanse Nederlander of Neder
landse Amerikaan. De Ameri
kaan was Al Corly, de homofiele
jongen in Dynasty, de Engels
man was Bon Geldof, die de or
ganisatie van die Ethiopië-elpee
op zijn zuivere geweten heeft en
de Nederikaan was Jan de Har-
tog, wereldberoemd schrijver en
vooral bekend als verteller.
Aan de kwaliteiten van de gas
ten en hun belangwekkend
heidscoëfficiënt kan het dus niet
gelegen hebben, dat dit de min
ste RUR aller tijden was. Dat lag
aan het feit dat er grotendeels in
het Engels geconverseerd moest
worden, en dat bleek niet Jan
Lenferinks grootste kracht te
zijn. Nu vind ik het nooit erg of
storend als een Nederlander zich
in wat onbeholpen Engels of
Duits of Frans tot een buitenlan
der richt, tenslotte spreekt die
buitenlander met zijn stomme
kop geen woord Nederlands, en
als hij Engelsman is ook geen
woord Frans of Duits, dus laat
laat hij maar liever naar z'n eige
kijken!
Zo slecht was het Engels van
Jan Lenferink (voor een jongen
op zijn leeftijd, zal ik maar zeg
gen) nu ook weer niet, alleen was
het onvoldoende om op zijn ge
bruikelijke snelle manier zijn
weerwoord te geven, en zijn ant
woorden op de gebruikelijke ma-
door
WjM Nico Scheepmaker
nier zo te verpakken dat de ver
borgen kritiek of instemming er
uit te proeven valt zonder dat de
aangesprokene zich er door ge
pakt hoeft te voelen. Jan Lenfe
rink moest nu te veel denken aan
hoe hij het zeggen moest, waar
door hij niet toe kwam aan wat
hij eigenlijk had willen zeggen
als hij drie Nederlanders tegen
over zich had gehad in plaats van
tweeëneenhalve buitenlander.
Maar goed, met Jan de Hartog
kon hij toch Nederlands spre
ken, en hij was zo slim geweest
die als eerste in de stoel te zetten,
zodat hij de eerste twintig minu
ten niet uit beleefdheid jegens
zijn volgende gasten in het En
gels met De Hartog hoefde te
converseren.
De Hartog is een verteller, - of
had ik dat al gezegd? Een paar
jaar geleden had hij, bij de
NCRV als ik mij goed herinner,
een serie waarin hij over zijn
verleden vertelde, - hij is inmid
dels zeventig, dan heb je dus ge
noeg verleden om over te verha
len. Ik heb indertijd geschreven
dat het erg jammer was, maar dat
ik geen woord van al die verha
len van hem geloofde.
Op zichzelf is dat eigenlijk
vreemd, je zou van een 'verteller'
verwachten dat hij zijn verhalen
zo kon vertellen dat zij geloof
waardig overkomen, maar bij De
Hartog is dat (wat mij betreft al
thans) niet het geval. Ik denk
steeds: dat liegt-ie! Misschien is
hij geen goed verteller, denk ik
dan. Neem bijvoorbeeld dat ver
haal, dat hij met de dichter Ed
Hoornik in het Parkhotel in Am
sterdam in de bar ging zitten, on
danks het feit dat er voor elke in
gang een Duitsewachtpost stond
die alleen Duitsers mocht bin
nenlaten.
Zij gingen echter via de direc
teurswoning naar binnen, en za
ten daar dan steeds, te midden
van al die hoge Duitse officieren,
rustig hun pilsje te drinken. Tot
een van de daartoe bevoegde
Duitsers een keer hun papieren
wilde controleren. Zij waren
toen ondergedoken. Jan de Har
tog in een kast in een kamer waar
een Duitse officier met een Ne
derlands meisje ontuchtige han
delingen verrichtte, en Ed Hoor
nik in een kast waarin ook een
kater had gezeten waar hij de he
le nacht last van had gehad.
Ik geloofde geen woord van
dat verhaal. Of hooguit tien pro
cent ervan. Ik heb Mies Bou-
huys, de echtgenote van de in
1970 overleden Ed Hoornik ge
beld met de vraag of zij Jan de
Hartog had gezien. Ze was niet
thuis geweest. Ik vertelde van
het Park Hotel. O, dat verhaal ze
ker dat ze de pistolen uit de offi-
ciersjassen aan de kapstok sta
len, zei ze. Nee, dat niet, zei ik,
het verhaal dat ze een nacht had
den ondergedoken gezeten in
twee kasten. Welnee, dat verzint
hij allemaal, zei Mies Bouhuys.
De directeur van het Park Hotel,
die 'goed' was, heeft ze toen er
een razzia was wel eens voor alle
zekerheid een minuut of vijf ach
ter de bar laten zitten.
Die verhalen van Jan de Har
tog werden altijd steeds uitge
breider, dat van die pistolen is
ook niet waar. Misschien heeft er
wel eens een wachtpost voor de
ingang gestaan, maar voor zover
ik weet was het Park Hotel ook
gewoon voor Nederlanders toe
gankelijk, zei Mies Bouhuys.
Toevallig kreeg ik van de week
nog een brief van Eddie uit 1941
in handen, waarin hij schrijft dat
hij Pom Nijhoff achter het raam
van Parkzicht (zo heette het café
van het Park Hotel) had zien zit
ten schrijven. Die zou daar zeker
niet gezeten hebben als het hotel
alleen voor Duitsers toegankelijk
was geweest.
U weet het dus: geloof Jan de
Hartog niet, of neem hem op zijn
minst met een korrel zout. Want
hij is een verhalenverteller.
AMSTERDAM (GPD) -
„Toneelspelen wordt altijd
zo hoog aangeslagen. Waar
om zou ik dat niet kunnen?
Eerlijk gezegd kan ik het
heel goed".
Jasperina de Jong wipt ar
geloos op uit de diepe fau
teuil van de Hilton-bar. In
1985 staat zij een kwart
eeuw op de planken als ca
baretière, zangeres en musi
calster en vanaf het vorgie
weekeinde als toneelspeel
ster in de eigen Lurelei-pro-
duktie 'Bij gebrek aan be
wijs', onder regie van Jan
Keja.
door
Roelie Meijer
Artistiek gezien heeft Jasperina in
die 25 jaar nauwelijks een flop ge
haald en die zekerheid heeft haar
gesterkt in haar eenzaam-makende
rechtlijnigheid. „Ik wil amuseren",
zegt ze met nadruk. Amusement
hoort bij theater, ook een prachtig
dramatisch stuk is een vorm van
amusement".
„Ik heb een hekel aan het woord
'kunst' om alle pretenties er om
heen. Kritiek op acteurs, ja, ik zet
me vaak af tegen artiesten. Niet op
grond van hun prestaties, maar om
andere facetten die me af en toe ir
riteren. Als je een leuk plan hebt
als toneelgroep kun je natuurlijk
subsidie aanvragen, als dat niet
lukt probeer je het op een andere
manier. Dan stop je toch niet. Daar
ligt het Nederlandse publiek niet
van wakker, hoor".
Jasperina heeft toneelspelers
ooit verwend genoemd. Ze zei: „Er
zitten veel mensen bij toneel die er
niet thuishoren". Theaterproduk-
ties zouden naar haar mening stuk
voor stuk op hun subsidiewaarde
moeten worden beoordeeld. Zelf
kreeg ze twee jaar geleden voor het
eerst een kleine subsidie van de
overheid toen de musical 'Fien'
werd uitgebracht. „Daardoor kon
den we het in elk geval anderhalf
jaar uitzingen en dat betekende
toch ook iets voor de werkgelegen
heid, hoewel het daar absoluut niet
om begonnen was. We maken geen
theater voor de werkverschaffing.
Zonder subsidie hadden we 'Fien'
toch doorgezet".
Echtgenoot Eric Herfst, mede-di
recteur van de besloten vennoot
schap Lurelei was tot nu toe de be
langrijkste tekstschrijver 'en vorm
gever van Jasperina's program
ma's. Hij onderhield de contacten
met tekstschrijver Guus Vleugel
tot deze zich in 1972 terugtrok uit
zijn gezelschap. Lennart Nijgh en
sedert 1976 ook Ivo de Wijs bleven
de mooiste liedjes en teksten leve-
CLARA ASSCHER OVERLEDEN
- De schrijfster Clara Asscher
Pinkhof is op 88-jarige leeftijd in
Haifa in Israël overleden.
Tot haar bekendste boeken be
hoort 'Sterrenkinderen', dat o.m.
in Duitsland is bekroond en dat
over het joodse leed,in de oorlogs
tijd gaat. Later schreef zij haar
meest bekende boek 'Danseres
zonder benen'. Van dat boek zijn
inmiddels 65.000 exemplaren ver
kocht en elk jaar worden er vier
nieuwe drukken van 4000 boeken
van gemaakt.
Jasperina de Jong: 'Ik hoef me nergens voor te schamen'.
ren voor de programma's 'Jasperi
na Solo', 'Josephien en Jasperien',
de musicals 'De stunt' en 'Sweet
Charity' en de televisieserie 'Rust
noch duur'. „Programma's maken
is eindeloos zeuren", zegt Japerina,
die te weinig geduld heeft om zich
met die kant van het theater bezig
te houden. „Eric moest het altijd
voor me maken".
Ruim een jaar geleden kreeg Erie
Herfst hersenvliesontsteking en hij
moest vier keer achtereen in het
ziekenhuis worden opgenomen
voor hij in juli jl. naar huis terug
keerde. „Het gaat nu fantastisch, je
ziet dat de rust en de frisse lucht
hem goed doen. Maar het duurt
lang voor hij helemaal hersteld is.
Wij hebben echt een rot jaar achter
de rug. Ik kan er nu eindelijk over
praten zonder te janken".
In New York hebben Jasperina
en Eric het toneelstuk 'Extreme-
ties' van William Mastrosimone
voor het eerst gezien. De hoofdrol
werd gespeeld door Farah Fawcitt
Majors, vooral bekend geworden
als een van Charlie's Angels. Jas
perina was zo onder de indruk en
zo geëmotioneerd dat zij die rol zelf
wilde spelen. „Wij hebben de rech
ten gekocht en in februari, toen
Eric in het ziekenhuis lag, ben ik
het stuk gaan vertalen. Ivo de Wijs
heeft daarna een tweede vertaling
gemaakt. We hebben de vertalin
gen naast elkaar gelegd en het hele
stuk in Nederland laten spelen on
der de titel 'Bij gebrek aan bewijs'.
Ik werd gedwongen om me meer
dan vroeger met programma's be
zig te houden. Het is vreemd als je
merkt dat zoiets toch lukt, dat je
daar de kracht toe hebt".
Het was moeilijk om zonder de
directe steun van Erie Herfst aan
het toneelstuk te werken, maar in
middels heeft hij toch drie proef-
voorstellingen gezien en bekriti
seerd. Toekomstige programma's?
•Jasperina zegt: „Eerst een muzi
kaal stuk met als titel 'De vergas
sing' en dan waarschijnlijk de mu
sical 'Tilt', waar Erie aan werkte
voor hij ziek werd".
In 1972 heeft Jasperina de Jong
via de rechtbank het contract kun
nen annuleren voor de rol die zij
had in een klucht van Feydeau
'Een oogje op Amélie'. Ze zegt: „Ja,
die zaak is toen geschikt. Ik vond
dat we onvoldoende hadden gere
peteerd. Regisseur Karl Guttmann
was ziek en mocht maar een paar
uur per dag werken. Ik geneerde
me echt voor het resultaat en een
arbitragecommissie heeft me ge
lijk gegeven".
Die ervaring op toneelgebied
was niet afschrikwekkend? „Nee,
toneelspelen is enig om te doen. Ik
ben in dit nieuwe stuk een van de
vier spelers. Ik heb wel een hoofd
rol, net als Paul Gieske, maar de
twee meisjes Marja Lieu wen en El-
lis van den Brink zijn zeer belang
rijk. We hebben heerlijke voorstel
lingen gehad in Weert en Apel
doorn en Papendrecht. Dat het
goed gaat ligt ook aan de groei van
ons vieren, aan het samenspel".
Er is een tijd geweest dat Jaspe
rina de Jong en Erie Herfst droom
den van een eigen theater. Er is
maandenlang onderhandeld met
de gemeente Amsterdam over een
gebouw met twee theaters, biosco
pen, studio's, restaurants en cafés
op de plaats van het voormalige
huis van bewaring bij het Leidse-
plein. „We zijn toen aardig besode
mieterd", zegt Jasperina vinnig.
„Er is gemanipuleerd door ge
meentediensten, Bouwens-wat-an-
ders en de Partij van de Arbeid, die
reuze heeft tegengewerkt. Wij wa
ren natuurlijk naief. In 1979 heb
ben we er een punt achter gezet.
Gelukkig zijn we zo heel veel zor
gen misgelopen".
De musical 'Fien' betekende een
belangrijk in de carrière van Jaspe
rina de Jong. Het zou een mooie
produktie zijn geweest om het zil
veren jubileum mee te vieren. Ze
zegt: „Ach, wat is het nou hele
maal, vijfentwintig jaar. Toon Her
mans staat al 50 jaar op het toneel.
Dan denk ik, die kwart eeuw van
mij stelt toch niets voor. Ik weet
niet hoelang je door kunt gaan. Ik
heb veel respect voor iemand als
Mary Dresselhuys. Als ik haar zie
spelen gaat mijn hart even op en
neer. Ik bewonder Herman van
Veen ook, omdat hij zulke buiten
landse tournees aandurft en Je
roen Krabbé, die in Amerika werkt
zonder dat je daarover iets in onze
kranten leest. Een jaar of zeven ge
leden heb ik een onderscheiding
gekregen voor mijn optreden in
Duitsland: de Roos van het Jaar.
Maar daarna had ik eigenlijk niet
zo'n zin om mijn schouders er on
der te zetten, zoals Herman van
Veen deed. Ik ben toch een burger
(foto GPD)
turf, hoor. Altijd geweest. Mis
schien stop ik over een tijdje. Ik
weet het niet. Ik hou van mijn man,
van mijn huis en van mijn tuin. Je
kan niet alles hebben".
Maar het succes. Jasperina
schudt het recht afgeknipte blonde
haar en lacht hard en klaterend:
„Succes is heerlijk. Succes is heel
comfortabel. Eric is een lieve, zoete
man, maar we zijn voor ons werk
altijd tot het uiterst gegaan. Ten
koste van het bedrijfskapitaaltje
datje in dit vak bij elkaar probeert
te houden. Dat heeft ons geen win
deieren gelegd. Ik heb zoveel ge
speeld, daar ben ik heel trots op.
We hebben nooit rotzooi gebracht.
Nee, lieve schat, ik hoef me ner
gens voor te schamen".
Boudewijn Büch werd in Wassenaar geboren, stu
deerde in Leiden en publiceerde zijn debuutbundel
in 1978. Sindsdien baart hij bijna wekelijks opzien.
Eerst regionaal met een hautain geschreven column
in het blad van de Leidse universiteit. Later lande
lijk, door in een moordend tempo over vrijwel alle
denkbare onderwerpen en in vrijwel alle denkbare
bladen te publiceren: eilanden, grenzen, rock roll,
Rimbaud. Goethe. Gerard Reve.
Televisie-kijken vind ik zo onge
veer het leukste wat er is. Helaas
heb ik er nauwelijks tijd voor.
Tegenwoordig zit ik meestal zelf
voor de camera. Een beetje over
dreven; maar dat is voor het ef
fect. Afgelopen zaterdag kon ik
niet kijken naar 'Sonja op zater
dag' omdat ik er zelf in zat. Vol
gens mijn huisgenote was ik heel
kwiek. Ik heb mezelf niet terug
gezien. Dat heb ik nog nooit.
Want ik heb geen video en die
weiger ik vooralsnog te kopen.
Zondag zat ik landurig met de
dichter drs. P. in de bar van het
Amsterdamse Pulitzer-hotel
waar ik hem een VPRO-micro-
foon onder de neus hield. Ik
kwam nog net op tijd thuis bin
nen rennen om Adriaan van Dis
mijn burgemeester Ed van Thijn
te zien en horen ondervragen.
Wat zit mijn burgervader en par
tijgenoot toch ongelukkig in zijn
vel. En wat is hij toch ongeestig!
Maandag kon ik niet kijken
omdat ik samen met Martin van
Amerongen en Adriaan van Dis
ons boek, de 'Literaire agenda',
moest signeren in de Bijenkorf.
Een koper zei tegen Van Dis dat
hij zo goed was en tegen mij dat
ik gelijk had met mijn mening
dat minister Brinkman een vij
and van de vaderlandse televisie
is. Met Van Amerongen en Van
Dis ging ik na het signeren dine
ren. Thuis kon ik nog een heel
klein plukje Sky Channel zien.
Ik ben gek op clips.
Dinsdag treed ik op voor de
stedelijke omroep STAD. Ik kan
weer geen televisie kijken. Ik
mis de EO. Jammer. Want ik kijk
Zijn reportages over bibliotheken in de gehele we
reld zijn onlangs gebundeld in 'Bibliotheken'. Nog
recenter is de terugblik op zijn jeugd in Wassenaar:
'Weerzien'. In zijn televisie-programma 'Büch's boe
ken' schuwt hij geen middel om kijkers tot lezen te
bewegen. 'Medium' en 'message' lopen bij hem door
elkaar heen. Tot vreugde van velen en verdriet van
anderen is hij alomtegenwoordig op radio en televi
sie. Büch in het dwangbuis van de media. Hij had
er zijn mening over klaar, op voorhand zelfs.
het wordt niks. Hartelijke groe
ten".
Donderdag. Ik had zo graag
naar RUR gekeken. Ik houd van
die brutale Jan Lenferink. Doch
ik word gacht het mijne te zeg
gen in een NOS-programma. De
radioreporter zeurt aan mijn kop.
na afloop van de opname is het
21.00 uur en ik besluit naar een
louche café te gaan. Ik bestel der
tien pils en de ober vraagt: "Ken
ik u niet van Sonja?" Ik ant
woord: "Nee, dat is mijn eeneiige
tweelingbroer". De ober reageert
met "Nou, u lijkt wel sprekend
op hem". Ik zeg: "Wat heet!"
Vrijdag is altijd een rotdag. Ik
moet een stukje schrijven voor
het Leidsch Dagblad over een
week televisie-kijken, Chiel
Montagne presenteert straks zijn
'Op volle toeren' en ik ben dood
moe van gisteren. Toen filmde ik
overdag met de VARA-camera in
Limburg een dichter. En 's
avonds kon ik dus niet naar RUR
kijken maar moest praten voor
de NOS. Zo draait de wereld
rond en rond.
Vijftien jaar geleden fietste ik
over het Leidse Rapenburg en
dacht erover om zelfmoord te
plegen. De afgelopen week
maakte ik de media onveilig en
dacht nog steeds hetzelfde. J.C.
Bloem dan maar: 'Denkend aan
de dood kan ik niet slapen, En
niet slapend denk ik aan de
dood'. Tegenwoordig hebben we
kleurentelevisie, vroeger zwart
wit. Och! Hoe verlang ik naar de
zwart-televisie! Helemaal zwart,
gitzwart; dat zou het beste zijn.
BOUDEWIJN BUCH
Boudewijn Büch. (foto gpd)
in de regel hun hele programma
uit. Ik ga immers met veel plezier
naar levensgevaarlijke acrobatie
nummers kijken, dolfijnenshows
en sadomasochistische acts.
Woensdag praat ik ten behoeve
van de VPRO-radio met een sto
koude en vanwege haar broer
zéér beroemde Nederlandse, 's
Avonds word ik depressief van
'Banana Split Show'. Ik denk er
over om een brief te schrijven
aan Patty Brard: "Lieve lache
bek, je kan niet alleen geen
STER-spots maken; je kan ei
genlijk niks. Stomme trut. In
zwart glimmend badpak voor de
STER of gewoon op de TROS;
'Waar gaat zij helemaal alleen heen'
soloprogramma van Brigitte Kaan-
dorp. Gezien op 7 december in de be
nedenzaal van de Burcht. Organisa
tie: Stichting Burcht.
Met haar al bijna avondvullend
soloprogramma creëerde Brigit
te Kaandorp een prettig ontspan
nen sfeertje, waardoor zij vrij
snel het ruimschoots aanwezige
publiek volledig op haar hand
kreeg. Dat is geen geringe presta
tie van een pas 'prof-artieste' ge
worden cabaretière, die vorig
jaar november op het Delftse Ca-
marettenfestival de jury- en pu
blieksprijs won.
Ze zingt makkelijk in het ge
hoor liggende liedjes en bege
leidt zich zelf daarbij op een uke-
lele - bepaald een opmerkelijk
originele vondst. Haar spreek-
toontje heeft bovendien iets ka
rakteristieks, zodat je het niet
meer vergeet en direct kunt her
kennen.
Nog belangrijker is echter, dat
zij het geheim van een goede
conférence heeft ontdekt. Zij
houdt een vlotte babbel, die ter
plekke verzonnen lijkt. En het is
altijd een goed teken, als je die
theaterillusie zo geloofwaardig
weet tef maken.
De voorstelling begon (begin
nersperikelen bij de nieuwe
Stichting Burcht!) ruim een
kwartier later dan aangekon
digd. Menig wachtende in de rij
had Brigitte al tussen de menigte
kunnen ontdekken, die naar een
geïmproviseerde kleedkamer
moest worden gebracht. Haar
openingsact (waarin ze haar ver
traging verklaart en meldt, per
abuis bij de Huizinga-lezing ver
zeild te zijn geraakt - daarmee
trouwens mooi inspelend op de
actualiteit) had daardoor in het
water kunnen vallen, maar zelfs
dat was niet het geval.
In dit soloprogramma behan
delt Brigitte Kaandorp enkele
huis-, tuin- en keukenpro
bleempjes en brengt daarmee
uitgesproken amusementscaba
ret. Het koketteren met het pas
artiest-zijn en een nonchalante
zelfrelativerende presentatie
werken nu uitstekend. Dat duurt
niet veel langer dan één seizoen;
daarna moet er iets anders ko
men en het is dan ook spannend
om haar carrière te blijven vol
gen.
WIJNAND ZEILSTRA
Concert door het William Byrd Vo
caal Ensemble, o.l.v. Nico van der
Meel m.m.v. Aart Bergwerff, orgel.
Uitgevoerd werden werken van o.a.
Bach, Schütz, Schein, Mendelssohn
en Brahms. Lokhorstkerk, 7 decem-
Ondanks een langdurig applaus
in staande ovatie kreeg het pu
bliek het William Byrd Vocaal
Ensemble niet zo ver dat er een
toegift werd gegeven. Dat was
jammer, want vooral na de pauze
bleek dit kamerkoor, dat geleid
wordt door Nico van der Meel,
zich wat meer te ontspannen en
daardoor tot gevoelige resultaten
te komen. Er werd een goede
gooi gedaan de wijdse dramatiek
in het lied van Brahms: 'Warum
ist das Licht gegeben den Müh-
seligen?' gestalte te geven: het
kamerkoor mist hiervoor nog
enigszins de brede, sonore klank,
maar qua intensiteit en intentie
kwam dit prachtige werk goed
uit de verf.
Men had het overigens voor
zichzelf en voor de luisteraar niet
gemakkelijk gemaakt. Het pro
gramma bestond uit uitsluitend
geestelijke muziek van hoog ni
veau. Het motet 'Jesu meine
Freude' van Bach is een waag
stuk voor een koor, zeker wan
neer het, zoals in dit geval, van
wege financiële redenen, zonder
continuo wordt uitgevoerd. Dit
werk dat in feite uit elf delen be
staat, waarin het koor afwisse
lend 3-, 4- of 5-stemmig optreedt,
heeft zo'n concentratie en vol
harding nodig dat het zonder in
strumentale ondersteuning bijna
niet zuiver uit te voeren is. Ech
ter ook hier waren bijzonder mu
zikale momenten: vooral het trio
'So aber Christus' (alten, tenoren
en bassen) was fijn van sfeer. Het
WBVE werkt kennelijk hard aan
de afwerking van details: de arti-
kulatie van woorden, maar ook
van muzikale zinnen is zeer ver
zorgd. Daardoor krijgt de inhoud
van de tekst kans om gestalte te
krijgen, zoals in de motetten van
Schein: het doodgaan van Jacob
en het wenen van Joseph was ui
termate beeldend.
Toch heb ik het gevoel dat het
programma, dat alleen religieu
ze, Duitse muziek bevatte, niet
helemaal inspirerend werkte op
de leden van het WBVE, evenals
de weinig flatterende kleding
van de dames en het valse orgel,
waar Aart Berwerff zo goed en zo
kwaad als het ging op moest spe
len.
ELLEN LOOYESTIJN
Sempre-concert
De viool is naast het meest uit
drukkingsvolle ook het moeiüjste
instrument. Streek- en toetstech-
niek stellen buitengewoon hoge ei
sen aan de speler.
Om die reden prijkt op het pro
gramma van amateurorkesten bij
na nooit een vioolconcert, waarin
een violist(e) uit eigen gelederen
soleert, te meer ook daar de moei
lijkheidsgraad van bijna alle viool
concerten wat virtuositeit en lyri
sche uitdrukkingskracht betreft
aan een amateur haast onoverko
melijke eisen stelt.
In het geval van Sempre Cres
cendo moeten we dan ook terug
gaan naar de jaren vijftig, maar de
solist uit 1953, K.F. Adriaanse, is
nu naast jurist ook concertmeester
van het Zeeuws Orkest.
Gezien het bovenstaande is Sem
pre Crescendo dan ook erg blij dat
er dit jaar wél een violiste is, die
over voldoende capaciteiten be
schikt om het hachelijke avontuur
aan te durven. Ons heeft Laetitia
Kalff dinsdagavond 4 december
een onvergetelijke avond bezorgd
door haar glasheldere en haarzui-
vere spel. Op haar mooie, volle
toon in de lyrische gedeelten, haar
precieze en gearticuleerde loopjes
in de snelle stukken en de uitvoe
ring van de cadens in het eerste
deel zal menig vakstudent jaloers
zijn.
Uiteraard waren wij heel erg ver
baasd, toen we de recensie van An
neke van Vliet in deze krant van
woensdag 5 december lazen. Haar
oordeel luidde als volgt:
"Mozart's vijfde vioolconcert
miste echter elke balans. Het orkest
speelde gewoon rommelig terwijl
de soliste Laetitia Kalff, ondanks
de aanmoedigingen van haar me
destudenten Tiets doet het"!) niet
helemaal in vorm kon komen, niet
door het ontbreken van lyrische
kwaliteiten, maar zuiver door het
onnodig opvoeren van haar tempo,
elke dialoog met het orkest miste".
De gustibus non est disputan-
dum (over smaak valt niet te twis
ten, red.) was de spreuk die we in
onze verwarring maar aanhaalden.
Zo werd jammer genoeg wel een
jaar lang keihard oefenen afge
maakt met twee zinnen, waarvan
de tweede na vijf keer herlezen in
een welwillende interpretatie nog
net voor de vermanende blikken
van tante Betje kon worden gered.
Welwillend was haar interpreta
tie niet, maar dat is eigen aan de
praktijk van recenseren, waar het
één van de toeschouwers is toege
staan zijn of haar oordeel te publi
ceren.
Het gekke is nu dat van het on
nodig opvoeren van het tempo ons
echt niets was gebleken. Ook net
toen we de opname nog eens be
luisterden. Integendeel, de in dat
concert vaak voorkomende her
haalde achtste noten die erg tot ja
gen uitnodigen, werden prachtig
op de tel neergezet, zodat de span
ning heel mooi werd vastgehou
den. Ook de snelle loopjes met zes
tiende noten werden precies in de
maat gespeeld.
Alleen in de cadens en de ad libi
tum passages versnelde Laetitia
Kalff zo nu en dan het tempo, om
het daarna weer te vertragen. Wel
licht heeft de recensente zich daar
aan gestoord. In dat geval raden we
haar aan voortaan naar uitvoerin
gen van Renaissance- en Barokmu
ziek te gaan. Daar zijn tenminste
geen cadenzen.
De andere waarnemingen en oor
delen, namelijk het ontbreken van
elke dialoog met het orkest en het
niet helemaal in vorm kunnen ko
men. Ziin uiteraard haar bevindin
gen en staan als "gustes" niet ter
discussie.
In elk geval was de visuele waar
neming, waarvan ze in haar recen
sie melding maakte, onjuist. Laeti-
tia's medestudenten hielden na éf-
loop van het concert een groot
doek omhoog met de bemoedigen
de tekst "Tiets doet 't solo!" en niet
"Tiets doet het".
Overigens heeft de recensente in
haar werk, op een enkel foutje na
(waaronder de tante Betje-zin en
het verkeerd spellen van de naam
van de dichter "van der Mollen-
feeste", Anthonis de Roovere),
haar journalistieke gaven getoond.
Zij heeft een groot gevoel voor per
sonifiëren. Halverwege haar ver
haal zette Sempre namelijk een
aannemelijke Van Beethoven neer.
En op het allerlaatste is het de Peti
te Suite zélf, die ons helaas niet
weet te overtuigen. Arme Debussy.
Voor degenen die ongerust ge
raakt zijn door het lezen van de zin,
dat het geluid van de violen door
de winterkleding van het publiek
opgeslorpt werd: de Stadsgehoor
zaal bezit een garderobe.
Namens Sempre Crescendo
Maya Fokkens
Frits de Vries