'Succes heel comfortabel Een verhalenverteller op de tv TV-rubriek 1 Jasperina de Jong kwart eeuw op de planken Ontspannen sfeer bij Kaandorp William Byrd Vocaal Ensemble: kwaliteit Lezers schrijven ZATERDAG 8 DECEMBER 1984 PAGINA 33 Wat maakt RUR zo leuk? De snelle, gisse, vindingrijke manier waarop Jan Lenferink met zijn drie gasten converseert, zijn ri postes (schermterm: nastoot of tegenstoot), zijn brutaliteit. Afge lopen donderdag heeft hij zich gewaagd aan een Amerikaan, een Engelsman en een Ameri kaanse Nederlander of Neder landse Amerikaan. De Ameri kaan was Al Corly, de homofiele jongen in Dynasty, de Engels man was Bon Geldof, die de or ganisatie van die Ethiopië-elpee op zijn zuivere geweten heeft en de Nederikaan was Jan de Har- tog, wereldberoemd schrijver en vooral bekend als verteller. Aan de kwaliteiten van de gas ten en hun belangwekkend heidscoëfficiënt kan het dus niet gelegen hebben, dat dit de min ste RUR aller tijden was. Dat lag aan het feit dat er grotendeels in het Engels geconverseerd moest worden, en dat bleek niet Jan Lenferinks grootste kracht te zijn. Nu vind ik het nooit erg of storend als een Nederlander zich in wat onbeholpen Engels of Duits of Frans tot een buitenlan der richt, tenslotte spreekt die buitenlander met zijn stomme kop geen woord Nederlands, en als hij Engelsman is ook geen woord Frans of Duits, dus laat laat hij maar liever naar z'n eige kijken! Zo slecht was het Engels van Jan Lenferink (voor een jongen op zijn leeftijd, zal ik maar zeg gen) nu ook weer niet, alleen was het onvoldoende om op zijn ge bruikelijke snelle manier zijn weerwoord te geven, en zijn ant woorden op de gebruikelijke ma- door WjM Nico Scheepmaker nier zo te verpakken dat de ver borgen kritiek of instemming er uit te proeven valt zonder dat de aangesprokene zich er door ge pakt hoeft te voelen. Jan Lenfe rink moest nu te veel denken aan hoe hij het zeggen moest, waar door hij niet toe kwam aan wat hij eigenlijk had willen zeggen als hij drie Nederlanders tegen over zich had gehad in plaats van tweeëneenhalve buitenlander. Maar goed, met Jan de Hartog kon hij toch Nederlands spre ken, en hij was zo slim geweest die als eerste in de stoel te zetten, zodat hij de eerste twintig minu ten niet uit beleefdheid jegens zijn volgende gasten in het En gels met De Hartog hoefde te converseren. De Hartog is een verteller, - of had ik dat al gezegd? Een paar jaar geleden had hij, bij de NCRV als ik mij goed herinner, een serie waarin hij over zijn verleden vertelde, - hij is inmid dels zeventig, dan heb je dus ge noeg verleden om over te verha len. Ik heb indertijd geschreven dat het erg jammer was, maar dat ik geen woord van al die verha len van hem geloofde. Op zichzelf is dat eigenlijk vreemd, je zou van een 'verteller' verwachten dat hij zijn verhalen zo kon vertellen dat zij geloof waardig overkomen, maar bij De Hartog is dat (wat mij betreft al thans) niet het geval. Ik denk steeds: dat liegt-ie! Misschien is hij geen goed verteller, denk ik dan. Neem bijvoorbeeld dat ver haal, dat hij met de dichter Ed Hoornik in het Parkhotel in Am sterdam in de bar ging zitten, on danks het feit dat er voor elke in gang een Duitsewachtpost stond die alleen Duitsers mocht bin nenlaten. Zij gingen echter via de direc teurswoning naar binnen, en za ten daar dan steeds, te midden van al die hoge Duitse officieren, rustig hun pilsje te drinken. Tot een van de daartoe bevoegde Duitsers een keer hun papieren wilde controleren. Zij waren toen ondergedoken. Jan de Har tog in een kast in een kamer waar een Duitse officier met een Ne derlands meisje ontuchtige han delingen verrichtte, en Ed Hoor nik in een kast waarin ook een kater had gezeten waar hij de he le nacht last van had gehad. Ik geloofde geen woord van dat verhaal. Of hooguit tien pro cent ervan. Ik heb Mies Bou- huys, de echtgenote van de in 1970 overleden Ed Hoornik ge beld met de vraag of zij Jan de Hartog had gezien. Ze was niet thuis geweest. Ik vertelde van het Park Hotel. O, dat verhaal ze ker dat ze de pistolen uit de offi- ciersjassen aan de kapstok sta len, zei ze. Nee, dat niet, zei ik, het verhaal dat ze een nacht had den ondergedoken gezeten in twee kasten. Welnee, dat verzint hij allemaal, zei Mies Bouhuys. De directeur van het Park Hotel, die 'goed' was, heeft ze toen er een razzia was wel eens voor alle zekerheid een minuut of vijf ach ter de bar laten zitten. Die verhalen van Jan de Har tog werden altijd steeds uitge breider, dat van die pistolen is ook niet waar. Misschien heeft er wel eens een wachtpost voor de ingang gestaan, maar voor zover ik weet was het Park Hotel ook gewoon voor Nederlanders toe gankelijk, zei Mies Bouhuys. Toevallig kreeg ik van de week nog een brief van Eddie uit 1941 in handen, waarin hij schrijft dat hij Pom Nijhoff achter het raam van Parkzicht (zo heette het café van het Park Hotel) had zien zit ten schrijven. Die zou daar zeker niet gezeten hebben als het hotel alleen voor Duitsers toegankelijk was geweest. U weet het dus: geloof Jan de Hartog niet, of neem hem op zijn minst met een korrel zout. Want hij is een verhalenverteller. AMSTERDAM (GPD) - „Toneelspelen wordt altijd zo hoog aangeslagen. Waar om zou ik dat niet kunnen? Eerlijk gezegd kan ik het heel goed". Jasperina de Jong wipt ar geloos op uit de diepe fau teuil van de Hilton-bar. In 1985 staat zij een kwart eeuw op de planken als ca baretière, zangeres en musi calster en vanaf het vorgie weekeinde als toneelspeel ster in de eigen Lurelei-pro- duktie 'Bij gebrek aan be wijs', onder regie van Jan Keja. door Roelie Meijer Artistiek gezien heeft Jasperina in die 25 jaar nauwelijks een flop ge haald en die zekerheid heeft haar gesterkt in haar eenzaam-makende rechtlijnigheid. „Ik wil amuseren", zegt ze met nadruk. Amusement hoort bij theater, ook een prachtig dramatisch stuk is een vorm van amusement". „Ik heb een hekel aan het woord 'kunst' om alle pretenties er om heen. Kritiek op acteurs, ja, ik zet me vaak af tegen artiesten. Niet op grond van hun prestaties, maar om andere facetten die me af en toe ir riteren. Als je een leuk plan hebt als toneelgroep kun je natuurlijk subsidie aanvragen, als dat niet lukt probeer je het op een andere manier. Dan stop je toch niet. Daar ligt het Nederlandse publiek niet van wakker, hoor". Jasperina heeft toneelspelers ooit verwend genoemd. Ze zei: „Er zitten veel mensen bij toneel die er niet thuishoren". Theaterproduk- ties zouden naar haar mening stuk voor stuk op hun subsidiewaarde moeten worden beoordeeld. Zelf kreeg ze twee jaar geleden voor het eerst een kleine subsidie van de overheid toen de musical 'Fien' werd uitgebracht. „Daardoor kon den we het in elk geval anderhalf jaar uitzingen en dat betekende toch ook iets voor de werkgelegen heid, hoewel het daar absoluut niet om begonnen was. We maken geen theater voor de werkverschaffing. Zonder subsidie hadden we 'Fien' toch doorgezet". Echtgenoot Eric Herfst, mede-di recteur van de besloten vennoot schap Lurelei was tot nu toe de be langrijkste tekstschrijver 'en vorm gever van Jasperina's program ma's. Hij onderhield de contacten met tekstschrijver Guus Vleugel tot deze zich in 1972 terugtrok uit zijn gezelschap. Lennart Nijgh en sedert 1976 ook Ivo de Wijs bleven de mooiste liedjes en teksten leve- CLARA ASSCHER OVERLEDEN - De schrijfster Clara Asscher Pinkhof is op 88-jarige leeftijd in Haifa in Israël overleden. Tot haar bekendste boeken be hoort 'Sterrenkinderen', dat o.m. in Duitsland is bekroond en dat over het joodse leed,in de oorlogs tijd gaat. Later schreef zij haar meest bekende boek 'Danseres zonder benen'. Van dat boek zijn inmiddels 65.000 exemplaren ver kocht en elk jaar worden er vier nieuwe drukken van 4000 boeken van gemaakt. Jasperina de Jong: 'Ik hoef me nergens voor te schamen'. ren voor de programma's 'Jasperi na Solo', 'Josephien en Jasperien', de musicals 'De stunt' en 'Sweet Charity' en de televisieserie 'Rust noch duur'. „Programma's maken is eindeloos zeuren", zegt Japerina, die te weinig geduld heeft om zich met die kant van het theater bezig te houden. „Eric moest het altijd voor me maken". Ruim een jaar geleden kreeg Erie Herfst hersenvliesontsteking en hij moest vier keer achtereen in het ziekenhuis worden opgenomen voor hij in juli jl. naar huis terug keerde. „Het gaat nu fantastisch, je ziet dat de rust en de frisse lucht hem goed doen. Maar het duurt lang voor hij helemaal hersteld is. Wij hebben echt een rot jaar achter de rug. Ik kan er nu eindelijk over praten zonder te janken". In New York hebben Jasperina en Eric het toneelstuk 'Extreme- ties' van William Mastrosimone voor het eerst gezien. De hoofdrol werd gespeeld door Farah Fawcitt Majors, vooral bekend geworden als een van Charlie's Angels. Jas perina was zo onder de indruk en zo geëmotioneerd dat zij die rol zelf wilde spelen. „Wij hebben de rech ten gekocht en in februari, toen Eric in het ziekenhuis lag, ben ik het stuk gaan vertalen. Ivo de Wijs heeft daarna een tweede vertaling gemaakt. We hebben de vertalin gen naast elkaar gelegd en het hele stuk in Nederland laten spelen on der de titel 'Bij gebrek aan bewijs'. Ik werd gedwongen om me meer dan vroeger met programma's be zig te houden. Het is vreemd als je merkt dat zoiets toch lukt, dat je daar de kracht toe hebt". Het was moeilijk om zonder de directe steun van Erie Herfst aan het toneelstuk te werken, maar in middels heeft hij toch drie proef- voorstellingen gezien en bekriti seerd. Toekomstige programma's? •Jasperina zegt: „Eerst een muzi kaal stuk met als titel 'De vergas sing' en dan waarschijnlijk de mu sical 'Tilt', waar Erie aan werkte voor hij ziek werd". In 1972 heeft Jasperina de Jong via de rechtbank het contract kun nen annuleren voor de rol die zij had in een klucht van Feydeau 'Een oogje op Amélie'. Ze zegt: „Ja, die zaak is toen geschikt. Ik vond dat we onvoldoende hadden gere peteerd. Regisseur Karl Guttmann was ziek en mocht maar een paar uur per dag werken. Ik geneerde me echt voor het resultaat en een arbitragecommissie heeft me ge lijk gegeven". Die ervaring op toneelgebied was niet afschrikwekkend? „Nee, toneelspelen is enig om te doen. Ik ben in dit nieuwe stuk een van de vier spelers. Ik heb wel een hoofd rol, net als Paul Gieske, maar de twee meisjes Marja Lieu wen en El- lis van den Brink zijn zeer belang rijk. We hebben heerlijke voorstel lingen gehad in Weert en Apel doorn en Papendrecht. Dat het goed gaat ligt ook aan de groei van ons vieren, aan het samenspel". Er is een tijd geweest dat Jaspe rina de Jong en Erie Herfst droom den van een eigen theater. Er is maandenlang onderhandeld met de gemeente Amsterdam over een gebouw met twee theaters, biosco pen, studio's, restaurants en cafés op de plaats van het voormalige huis van bewaring bij het Leidse- plein. „We zijn toen aardig besode mieterd", zegt Jasperina vinnig. „Er is gemanipuleerd door ge meentediensten, Bouwens-wat-an- ders en de Partij van de Arbeid, die reuze heeft tegengewerkt. Wij wa ren natuurlijk naief. In 1979 heb ben we er een punt achter gezet. Gelukkig zijn we zo heel veel zor gen misgelopen". De musical 'Fien' betekende een belangrijk in de carrière van Jaspe rina de Jong. Het zou een mooie produktie zijn geweest om het zil veren jubileum mee te vieren. Ze zegt: „Ach, wat is het nou hele maal, vijfentwintig jaar. Toon Her mans staat al 50 jaar op het toneel. Dan denk ik, die kwart eeuw van mij stelt toch niets voor. Ik weet niet hoelang je door kunt gaan. Ik heb veel respect voor iemand als Mary Dresselhuys. Als ik haar zie spelen gaat mijn hart even op en neer. Ik bewonder Herman van Veen ook, omdat hij zulke buiten landse tournees aandurft en Je roen Krabbé, die in Amerika werkt zonder dat je daarover iets in onze kranten leest. Een jaar of zeven ge leden heb ik een onderscheiding gekregen voor mijn optreden in Duitsland: de Roos van het Jaar. Maar daarna had ik eigenlijk niet zo'n zin om mijn schouders er on der te zetten, zoals Herman van Veen deed. Ik ben toch een burger (foto GPD) turf, hoor. Altijd geweest. Mis schien stop ik over een tijdje. Ik weet het niet. Ik hou van mijn man, van mijn huis en van mijn tuin. Je kan niet alles hebben". Maar het succes. Jasperina schudt het recht afgeknipte blonde haar en lacht hard en klaterend: „Succes is heerlijk. Succes is heel comfortabel. Eric is een lieve, zoete man, maar we zijn voor ons werk altijd tot het uiterst gegaan. Ten koste van het bedrijfskapitaaltje datje in dit vak bij elkaar probeert te houden. Dat heeft ons geen win deieren gelegd. Ik heb zoveel ge speeld, daar ben ik heel trots op. We hebben nooit rotzooi gebracht. Nee, lieve schat, ik hoef me ner gens voor te schamen". Boudewijn Büch werd in Wassenaar geboren, stu deerde in Leiden en publiceerde zijn debuutbundel in 1978. Sindsdien baart hij bijna wekelijks opzien. Eerst regionaal met een hautain geschreven column in het blad van de Leidse universiteit. Later lande lijk, door in een moordend tempo over vrijwel alle denkbare onderwerpen en in vrijwel alle denkbare bladen te publiceren: eilanden, grenzen, rock roll, Rimbaud. Goethe. Gerard Reve. Televisie-kijken vind ik zo onge veer het leukste wat er is. Helaas heb ik er nauwelijks tijd voor. Tegenwoordig zit ik meestal zelf voor de camera. Een beetje over dreven; maar dat is voor het ef fect. Afgelopen zaterdag kon ik niet kijken naar 'Sonja op zater dag' omdat ik er zelf in zat. Vol gens mijn huisgenote was ik heel kwiek. Ik heb mezelf niet terug gezien. Dat heb ik nog nooit. Want ik heb geen video en die weiger ik vooralsnog te kopen. Zondag zat ik landurig met de dichter drs. P. in de bar van het Amsterdamse Pulitzer-hotel waar ik hem een VPRO-micro- foon onder de neus hield. Ik kwam nog net op tijd thuis bin nen rennen om Adriaan van Dis mijn burgemeester Ed van Thijn te zien en horen ondervragen. Wat zit mijn burgervader en par tijgenoot toch ongelukkig in zijn vel. En wat is hij toch ongeestig! Maandag kon ik niet kijken omdat ik samen met Martin van Amerongen en Adriaan van Dis ons boek, de 'Literaire agenda', moest signeren in de Bijenkorf. Een koper zei tegen Van Dis dat hij zo goed was en tegen mij dat ik gelijk had met mijn mening dat minister Brinkman een vij and van de vaderlandse televisie is. Met Van Amerongen en Van Dis ging ik na het signeren dine ren. Thuis kon ik nog een heel klein plukje Sky Channel zien. Ik ben gek op clips. Dinsdag treed ik op voor de stedelijke omroep STAD. Ik kan weer geen televisie kijken. Ik mis de EO. Jammer. Want ik kijk Zijn reportages over bibliotheken in de gehele we reld zijn onlangs gebundeld in 'Bibliotheken'. Nog recenter is de terugblik op zijn jeugd in Wassenaar: 'Weerzien'. In zijn televisie-programma 'Büch's boe ken' schuwt hij geen middel om kijkers tot lezen te bewegen. 'Medium' en 'message' lopen bij hem door elkaar heen. Tot vreugde van velen en verdriet van anderen is hij alomtegenwoordig op radio en televi sie. Büch in het dwangbuis van de media. Hij had er zijn mening over klaar, op voorhand zelfs. het wordt niks. Hartelijke groe ten". Donderdag. Ik had zo graag naar RUR gekeken. Ik houd van die brutale Jan Lenferink. Doch ik word gacht het mijne te zeg gen in een NOS-programma. De radioreporter zeurt aan mijn kop. na afloop van de opname is het 21.00 uur en ik besluit naar een louche café te gaan. Ik bestel der tien pils en de ober vraagt: "Ken ik u niet van Sonja?" Ik ant woord: "Nee, dat is mijn eeneiige tweelingbroer". De ober reageert met "Nou, u lijkt wel sprekend op hem". Ik zeg: "Wat heet!" Vrijdag is altijd een rotdag. Ik moet een stukje schrijven voor het Leidsch Dagblad over een week televisie-kijken, Chiel Montagne presenteert straks zijn 'Op volle toeren' en ik ben dood moe van gisteren. Toen filmde ik overdag met de VARA-camera in Limburg een dichter. En 's avonds kon ik dus niet naar RUR kijken maar moest praten voor de NOS. Zo draait de wereld rond en rond. Vijftien jaar geleden fietste ik over het Leidse Rapenburg en dacht erover om zelfmoord te plegen. De afgelopen week maakte ik de media onveilig en dacht nog steeds hetzelfde. J.C. Bloem dan maar: 'Denkend aan de dood kan ik niet slapen, En niet slapend denk ik aan de dood'. Tegenwoordig hebben we kleurentelevisie, vroeger zwart wit. Och! Hoe verlang ik naar de zwart-televisie! Helemaal zwart, gitzwart; dat zou het beste zijn. BOUDEWIJN BUCH Boudewijn Büch. (foto gpd) in de regel hun hele programma uit. Ik ga immers met veel plezier naar levensgevaarlijke acrobatie nummers kijken, dolfijnenshows en sadomasochistische acts. Woensdag praat ik ten behoeve van de VPRO-radio met een sto koude en vanwege haar broer zéér beroemde Nederlandse, 's Avonds word ik depressief van 'Banana Split Show'. Ik denk er over om een brief te schrijven aan Patty Brard: "Lieve lache bek, je kan niet alleen geen STER-spots maken; je kan ei genlijk niks. Stomme trut. In zwart glimmend badpak voor de STER of gewoon op de TROS; 'Waar gaat zij helemaal alleen heen' soloprogramma van Brigitte Kaan- dorp. Gezien op 7 december in de be nedenzaal van de Burcht. Organisa tie: Stichting Burcht. Met haar al bijna avondvullend soloprogramma creëerde Brigit te Kaandorp een prettig ontspan nen sfeertje, waardoor zij vrij snel het ruimschoots aanwezige publiek volledig op haar hand kreeg. Dat is geen geringe presta tie van een pas 'prof-artieste' ge worden cabaretière, die vorig jaar november op het Delftse Ca- marettenfestival de jury- en pu blieksprijs won. Ze zingt makkelijk in het ge hoor liggende liedjes en bege leidt zich zelf daarbij op een uke- lele - bepaald een opmerkelijk originele vondst. Haar spreek- toontje heeft bovendien iets ka rakteristieks, zodat je het niet meer vergeet en direct kunt her kennen. Nog belangrijker is echter, dat zij het geheim van een goede conférence heeft ontdekt. Zij houdt een vlotte babbel, die ter plekke verzonnen lijkt. En het is altijd een goed teken, als je die theaterillusie zo geloofwaardig weet tef maken. De voorstelling begon (begin nersperikelen bij de nieuwe Stichting Burcht!) ruim een kwartier later dan aangekon digd. Menig wachtende in de rij had Brigitte al tussen de menigte kunnen ontdekken, die naar een geïmproviseerde kleedkamer moest worden gebracht. Haar openingsact (waarin ze haar ver traging verklaart en meldt, per abuis bij de Huizinga-lezing ver zeild te zijn geraakt - daarmee trouwens mooi inspelend op de actualiteit) had daardoor in het water kunnen vallen, maar zelfs dat was niet het geval. In dit soloprogramma behan delt Brigitte Kaandorp enkele huis-, tuin- en keukenpro bleempjes en brengt daarmee uitgesproken amusementscaba ret. Het koketteren met het pas artiest-zijn en een nonchalante zelfrelativerende presentatie werken nu uitstekend. Dat duurt niet veel langer dan één seizoen; daarna moet er iets anders ko men en het is dan ook spannend om haar carrière te blijven vol gen. WIJNAND ZEILSTRA Concert door het William Byrd Vo caal Ensemble, o.l.v. Nico van der Meel m.m.v. Aart Bergwerff, orgel. Uitgevoerd werden werken van o.a. Bach, Schütz, Schein, Mendelssohn en Brahms. Lokhorstkerk, 7 decem- Ondanks een langdurig applaus in staande ovatie kreeg het pu bliek het William Byrd Vocaal Ensemble niet zo ver dat er een toegift werd gegeven. Dat was jammer, want vooral na de pauze bleek dit kamerkoor, dat geleid wordt door Nico van der Meel, zich wat meer te ontspannen en daardoor tot gevoelige resultaten te komen. Er werd een goede gooi gedaan de wijdse dramatiek in het lied van Brahms: 'Warum ist das Licht gegeben den Müh- seligen?' gestalte te geven: het kamerkoor mist hiervoor nog enigszins de brede, sonore klank, maar qua intensiteit en intentie kwam dit prachtige werk goed uit de verf. Men had het overigens voor zichzelf en voor de luisteraar niet gemakkelijk gemaakt. Het pro gramma bestond uit uitsluitend geestelijke muziek van hoog ni veau. Het motet 'Jesu meine Freude' van Bach is een waag stuk voor een koor, zeker wan neer het, zoals in dit geval, van wege financiële redenen, zonder continuo wordt uitgevoerd. Dit werk dat in feite uit elf delen be staat, waarin het koor afwisse lend 3-, 4- of 5-stemmig optreedt, heeft zo'n concentratie en vol harding nodig dat het zonder in strumentale ondersteuning bijna niet zuiver uit te voeren is. Ech ter ook hier waren bijzonder mu zikale momenten: vooral het trio 'So aber Christus' (alten, tenoren en bassen) was fijn van sfeer. Het WBVE werkt kennelijk hard aan de afwerking van details: de arti- kulatie van woorden, maar ook van muzikale zinnen is zeer ver zorgd. Daardoor krijgt de inhoud van de tekst kans om gestalte te krijgen, zoals in de motetten van Schein: het doodgaan van Jacob en het wenen van Joseph was ui termate beeldend. Toch heb ik het gevoel dat het programma, dat alleen religieu ze, Duitse muziek bevatte, niet helemaal inspirerend werkte op de leden van het WBVE, evenals de weinig flatterende kleding van de dames en het valse orgel, waar Aart Berwerff zo goed en zo kwaad als het ging op moest spe len. ELLEN LOOYESTIJN Sempre-concert De viool is naast het meest uit drukkingsvolle ook het moeiüjste instrument. Streek- en toetstech- niek stellen buitengewoon hoge ei sen aan de speler. Om die reden prijkt op het pro gramma van amateurorkesten bij na nooit een vioolconcert, waarin een violist(e) uit eigen gelederen soleert, te meer ook daar de moei lijkheidsgraad van bijna alle viool concerten wat virtuositeit en lyri sche uitdrukkingskracht betreft aan een amateur haast onoverko melijke eisen stelt. In het geval van Sempre Cres cendo moeten we dan ook terug gaan naar de jaren vijftig, maar de solist uit 1953, K.F. Adriaanse, is nu naast jurist ook concertmeester van het Zeeuws Orkest. Gezien het bovenstaande is Sem pre Crescendo dan ook erg blij dat er dit jaar wél een violiste is, die over voldoende capaciteiten be schikt om het hachelijke avontuur aan te durven. Ons heeft Laetitia Kalff dinsdagavond 4 december een onvergetelijke avond bezorgd door haar glasheldere en haarzui- vere spel. Op haar mooie, volle toon in de lyrische gedeelten, haar precieze en gearticuleerde loopjes in de snelle stukken en de uitvoe ring van de cadens in het eerste deel zal menig vakstudent jaloers zijn. Uiteraard waren wij heel erg ver baasd, toen we de recensie van An neke van Vliet in deze krant van woensdag 5 december lazen. Haar oordeel luidde als volgt: "Mozart's vijfde vioolconcert miste echter elke balans. Het orkest speelde gewoon rommelig terwijl de soliste Laetitia Kalff, ondanks de aanmoedigingen van haar me destudenten Tiets doet het"!) niet helemaal in vorm kon komen, niet door het ontbreken van lyrische kwaliteiten, maar zuiver door het onnodig opvoeren van haar tempo, elke dialoog met het orkest miste". De gustibus non est disputan- dum (over smaak valt niet te twis ten, red.) was de spreuk die we in onze verwarring maar aanhaalden. Zo werd jammer genoeg wel een jaar lang keihard oefenen afge maakt met twee zinnen, waarvan de tweede na vijf keer herlezen in een welwillende interpretatie nog net voor de vermanende blikken van tante Betje kon worden gered. Welwillend was haar interpreta tie niet, maar dat is eigen aan de praktijk van recenseren, waar het één van de toeschouwers is toege staan zijn of haar oordeel te publi ceren. Het gekke is nu dat van het on nodig opvoeren van het tempo ons echt niets was gebleken. Ook net toen we de opname nog eens be luisterden. Integendeel, de in dat concert vaak voorkomende her haalde achtste noten die erg tot ja gen uitnodigen, werden prachtig op de tel neergezet, zodat de span ning heel mooi werd vastgehou den. Ook de snelle loopjes met zes tiende noten werden precies in de maat gespeeld. Alleen in de cadens en de ad libi tum passages versnelde Laetitia Kalff zo nu en dan het tempo, om het daarna weer te vertragen. Wel licht heeft de recensente zich daar aan gestoord. In dat geval raden we haar aan voortaan naar uitvoerin gen van Renaissance- en Barokmu ziek te gaan. Daar zijn tenminste geen cadenzen. De andere waarnemingen en oor delen, namelijk het ontbreken van elke dialoog met het orkest en het niet helemaal in vorm kunnen ko men. Ziin uiteraard haar bevindin gen en staan als "gustes" niet ter discussie. In elk geval was de visuele waar neming, waarvan ze in haar recen sie melding maakte, onjuist. Laeti- tia's medestudenten hielden na éf- loop van het concert een groot doek omhoog met de bemoedigen de tekst "Tiets doet 't solo!" en niet "Tiets doet het". Overigens heeft de recensente in haar werk, op een enkel foutje na (waaronder de tante Betje-zin en het verkeerd spellen van de naam van de dichter "van der Mollen- feeste", Anthonis de Roovere), haar journalistieke gaven getoond. Zij heeft een groot gevoel voor per sonifiëren. Halverwege haar ver haal zette Sempre namelijk een aannemelijke Van Beethoven neer. En op het allerlaatste is het de Peti te Suite zélf, die ons helaas niet weet te overtuigen. Arme Debussy. Voor degenen die ongerust ge raakt zijn door het lezen van de zin, dat het geluid van de violen door de winterkleding van het publiek opgeslorpt werd: de Stadsgehoor zaal bezit een garderobe. Namens Sempre Crescendo Maya Fokkens Frits de Vries

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 33