'Het spel': zo mild was de SS niet IV Kinderpoëzie Slordia samenraapsel als debuut DE KEER Amusant tussendoortje Hermans niet opzienbarend r zandvliet SF van eigen bodem mmi Jan de Rooy (Brandzalf) overtuigt opnieuw WOENSDAG 14 NOVEMBER 1984 PAGINA 21 De Amerikaanse schrijver Ro nald Bass was volgens de gege vens op de flap 'goed gedocu menteerd', toen hij zijn thriller 'Het spel' schreef. Wat moet ik met zo'n gegeven? Houdt dat in dat de werkelijkheid model heeft gestaan voor zijn verhaal? Ik kan dat niet geloven. Het valt niet te ontkennen dat Ronald Bass een intelligent en spannend verhaal heeft gecom poneerd rondom de invasieplan nen voor Normandië, nu veertig jaar geleden. Het was voor de Duitsers een zaak van leven of dood om te weten te komen waar en wanneer de geallieerden aan land zouden komen. Voor Ame rikanen en Britten was het even belangrijk om er voor te zorgen dat de Duitsers nu juist niet ach ter dat geheim zouden komen. Een van onze produktiefste schrijvers is de, al sinds onheug- lijke tijden in Amerika vertoe vende, Leo Vroman. Zo om het jaar verschijnt er van hem weer een dichtbundel, een levensbe richt waarnaar ik altijd reikhal zend uitzie. Vroman houdt zijn lezerspu bliek nauwkeurig op de hoogte van zijn bestaan in Brooklyn. Op onthutsend eerlijke wijze schrijft hij over zichzelf en zijn vrouw Ti neke, voor wie hij een liefde koestert die zweemt naar het ma niakale. Zo realiseert hij zich in een gedicht bijvoorbeeld dat hij de w.c.-bril, waarop ook Tineke natuurlijk soms moet plaatsne men, nog nimmer heeft gekust. Maar niet alleen de liefde kan bij Vroman onderwerp zijn voor een gedicht, ook de Amerikaanse sa menleving wordt door hem, soms met genegenheid, soms met cynisme, onder de loep ge nomen. In 'Avondgymnastiek', zijn voorlaatste bundel, uit hij zijn verontwaardiging over de moord op een oude, zwarte man, die plaatsvond op nog geen twee honderd meter van zijn apparte ment. Voor wie kennis wil maken met Vromans' - ik zou haast zeg gen: 'luchtige' cynisme - lijkt mij De literaire debuten en de- buutjes vormen dit najaar weer torenhoge stapels in de erkende boekhandel en met bonzend hart bladert de positief ingestelde re censent door het gebodene, op zoek naar de eerste tekenen van literaire onsterfelijkheid. Met Thomas Leeflang, die twaalf verhalen bundelde in Een echt been is beter dan een kunstbeen, is de eerste teleur stelling alvast binnen. De flap tekst zegt het nog zo mooi: Leef- langs verhalen "laten zich niet gemakkelijk in een bepaalde lite raire stroming indelen. Ze vor men eerder een apart genre: schijnbaar moeiteloos genoteer de vertellingen, waarin werkelijkheid en fantasie op een fascinerende wijze in elkaar overgaan. Op die manier ontstaat een 'verzonnen realiteit', die ver rassend 'echt' overkomt". Flauwekul en prots t.a.v. een slordig samenraapsel van essays, korte verhalen en zeldzaam flau we persiflages. Dat Leeflang van origine journalist is, blijkt met- De kwaliteit van de Nederlandse en Vlaamse SF stijgt de laatste jaren, geleidelijk maar onmis kenbaar. Dat blijkt nu eens niet alleen uit het werk van een enke le hoogvlieger als Wim Gijsen, die bij uitgeverij Meulenhoff al weer zijn vijfde SF-roman, De rook van duizend vuren, liet ver schenen, maar vooral uit Bruna's SF-jaarboek Ganymedes 8. Een opmerkelijke verzameling vaderlandse science fiction dit jaar, omdat voor het eerst ook de 5 beste verhalen zijn opgenomen van de jaarlijkse verhalenwed- strijd om de King Kong Award. Die literaire prijs (helaas nog te- weinig bekend, hoewel ze al se dert 1976 bestaat!) wordt gedeeld door twee inventieve, verrukke lijke vertellingen: Gods knik kers van Peter Cuijpers die de Award al eens eerder won, naam maakte met publikaties in vroe gere Ganymedes-bundels en in de onvergetelijke Alpha-reeks van Meulenhoff, en wiens eerste SF-roman Een Turkse Violetta in het voorjaar uitkomt bij Unie boek en het kolderieke anti-held verhaal Fuga in frictieloos por selein van het Utrechts/Noord- wijks schrijversduo Tais Teng en Paul Harland, al evenmin onbe kenden. Het quintet wordt aangevuld met Epsilon in Malaysian Pale, een bijzonder knappe SF-detec- tive met invloeden van Jac Van ce door (alweer!) Paul Harland (ps. van John Smit - een talent volle streekgenoot), Van de late Een ideaal gegeven voor een be gaafd auteur om er een ingewik kelde intrige omheen te spinnen. Wat dat betreft is Bass goed ge slaagd. Het 'spel' van Spionage en contra-spionage zit knap en kundig in elkaar, hij vertelt de gang van zaken logisch en boeiend. Alleen, zijn hoofdpersonen deugen niet. Althans de Duitse hoofdrolvertolkers niet. Ze zijn gewoon te lief. Natuurlijk, er zijn ook goede Duitsers geweest. Maar ik kan mij niet voorstellen, dat zulke menselijke mannen als Bass in zijn boek naar voren schuift, zouden zijn doorgedron gen tot de top van de SS. Mis schien een eenling, maar zeker niet in meerderheid. Van de drie in het boek leiden de Duitsers is er slechts één een 'De cultuurgeschiedenis, door en voor televisie vereenvoudigd en van uitleg voorzien', een boekje dat onlangs bij uitgeverij Queri- do is verschenen, een uitsteken de introductie. In zes afdelingen, te weten: 'De prehistorische geschiedenis', 'De oude tijd', 'Het begin van West- Europa', 'De echte middeleeu wen', 'Vlak voor onze tijd' en 'Het industriële tijdperk' be schrijft de dichter de ontwikke lingsgang van de cultuur. Wat in deze bundel vooral tot uitdruk king wordt gebracht is dat de moraal in vroegere tijdperken niet zoveel verschilt van de te genwoordige. Dat wisten wij na tuurlijk al, maar door de manier waarop Vroman een en ander on der woorden weet te brengen, wordt het gegeven toch nog bij zonder. Over de Egyptische bescha ving schrijft hij: 'In het Egypte van diens dagen/ - al was het buikhaar neergestort - werd al les met een zweep geslagen/ dat nu niet meer geslagen wordt'. Het zou te ver voeren om uit dit niet erg dikke boekje uitge breid te gaan citeren, maar een écht lid van de Gestapo ('de mu tant, die uiteindelijk was voort gebracht doordat politiek was vervangen door kracht en wet door willekeur', zegt Ronald Bass kernachtig op pagina 19). Slechts die ene man gaat meedo genloos zijn weg ongeacht het menselijk leed dat hij op zijn pad achterlaat. Dat past in het patroon dat de SS hier en elders heeft geweven. Een patroon van wreedheid en onmenselijkheid. Een patroon van zonder scrupules vertrappen van alles, dat de weg naar het doel blokkeert. En dan kan ik mij niet indenken dat zij mild zouden zijn voor iemand die het geheim kent, waarvan hun be staan en toekomst afhangen. Wie echter een dergelijke re klein fragmentje kan er nog wel af. Het is opgenomen in de afde ling 'Het industriële tijdperk' en luidt als volgt: 'Toen de straat lantaarns ontstonden/ deed men F. L. Bastet (pr-foto) giefout kan accepteren houdt een goed geschreven thriller over, die men niet gemakkelijk terzijde zal leggen. Het spel, thriller van Ronald Bass, verschenen bij Veen. Prijs 24,50. Er wordt beweerd dat Marvin Al berts roman 'De Corsicaan' zou zijn gebaseerd op feiten. Dat er figuren als de gebroeders Falco ne hebben geleefd die de gehele onderwereld van de Rivièra in handen hadden en vanuit hun dubieuze zetels een ongebreidel de macht uitoefenden en kapita len vergaarden. Het is geen verheffende ge dachte, maar de werkelijkheid is nu eenmaal soms bonter dan de fantasie. In elk geval kan men zeggen, dat het leven van de he daar ontucht en gezucht/ en ont dekte men de goot./ De stoomlo comotief ontstond,/ meestal ge zien vanaf de grond./ De meeste paarden sloeg men dood'. 'De cultuurgeschiedenis etc." is vooral een amusant boekje. Een tussendoortje dat Vroman, die in de loop van de jaren een indrukwekkend oeuvre heeft op gebouwd, zich wel mag veroorlo ven. Bastet Nog zo'n luchtig werkje is af komstig van de Leidse dichter, essayist en prozaïst F.L. Bastet. Bij uitgeverij Kwadraat ver scheen van hem het curieuze dichtbundeltje "Het Fin de siècle alfabet', dat geheel volgens de ro mantische traditie door Bastet werd aangetroffen in de nalaten schap van Vincent Vere. In het befaamde boek 'Eline Vere' laat Couperus zijn persona ges het volgende zeggen over de ze Vincent: "Hij heeft van alles gedaan, en bezit nooit een sou.... Ja nu herinner ik me hem, ik heb hem vroeger wel eens gezien, zei- de Emilie gapend. Een raar indi vidu". tiverende pret, een genot zijn om te lezen. Een bijzonder veelbelovend auteur, en het is haast onmoge lijk een favoriet verhaal in Brandzalf aan te wijzen. Het paasrapport, waarmee de bun del opent handelt over een aan kanker lijdende, pedofiele man en is wellicht iets te lang uitge sponnen; Het paarse kapotje is kort en vrij flauw, maar Bewo gen afscheid, Alzo sprak Sarah Troelstra, fijnzinnig verhaal over een jongeman die zijn spoorloze vriendin zoekt en in haar huis wonderlijke contacten legt, Een blok beton e.a. getuigen toch van een mooi aankomend schrijver schap. Zeker een bundel voor li teraire fijnproevers! ROB VOOREN Thomas Leeflang, Een echt been is beter dan een kunstbeen. Uitg. Aga- thon, Weesp 1984, 14,50. Jan de Rooy, Brandzalf. Verhalen. Uitg. De Prom, Baarn 1984, 24,50. Het zijn mooie boekjes om te zien: Filip's sonatine, Homme's hoest en Geyerstein's dynamiek. Even mooi als de titels, want dat moet worden gezegd: W.F. Her mans heeft zijn novelles niet voorzien van namen die je direct weer vergeet. Deel vier in de se rie - want van een serie kunnen we toch zo langzamerhand wel spreken - is nu ook uit. De zegel ring. Niet echt een klinkende ti tel, maar fraai uitgevoerd is het boekje wel. De drie eerdere novelles heb ik met plezier gelezen. Hoewel ik vind dat Homme's hoest en Geyerstein's dynamiek niet zo goed zijn als het eerste dunne boekje, Filip's sonatine; een no velle waarmee Hermans aan toonde dat je niet zoveel woor den nodig hebt om een beklem mend verhaal te schrijven. Hoe dan ook, zeer nieuwsgierig ben ik begonnen aan De zegelring. Hoofdpersonen zijn drie gene raties Fraeylema. De eerste ver tegenwoordiger van het geslacht wordt benaderd door een journa list die voor een geïllustreerd weekblad een reportage wil ma ken over verarmde adel. Mensen, kortom, met namen die herinne ringen oproepen aan een roem rucht verleden. Nu betreft het hier alleen een journalist die op geen enkele manier onderzoek doet. Hij gaat gewoon op zoek De Leiderdorpse Nannie Kuiper is een bekend schrijfster van kin derpoëzie. Twee jaar geleden won zij een Gouden Griffel met haar boek 'De eend op de pot'. 'Ik doe het lekker toch' is een van haar nieuwste verzenbun dels met kleine gedichten over spelen en dingen doen die (vaak) niet mogen. Spanning en geheimzinnig heid dus: 'ssst/ alles wordt/ an ders van kleur/ in mijn kamer/ de muren/ de deur/ en mijn bed/ het is een verrassing/ en daarom heb ik/ al mijn spulletjes/ stiekem verzet'. Een heel vermakelijk ge dicht dat kinderen zeker zal aan spreken. De kwaliteit van de gedichten is wisselend, maar Nannie Kui per weet de aandacht aardig vast te houden door te appelleren aan veel kinderlijke verlangens en emoties. Daarbij komt ook de zorg die zij aan de vormgeving besteed. Zij is in staat een ogenschijn lijk simpel versje opvallend te maken door een zorgvuldige rangschikking van woorden of het toepassen van een bepaald ritme. Teder stukje/ van een puz zel/ heeft zijn eigen/ vaste plaats je/ want het past/ alleen maar/ daar/ en ik weetgelukkig/ waar'. De forse illustraties van Carl Hollander maken deze bundel bijzonder aantrekkelijk voor kin deren. De tekeningen zijn ruim van opzet met veel details: een wezenlijke aanvulling op en uit bouw van de tekst. Ik doe het lekker toch, tekst N.Kuiper, ill. C.Hollander, uitg. Leo pold, f 17,90. Goeie raad De verzenbundel 'Last van goeie raad' van Jan Boerstoel richt zich op kinderen vanaf 10 jaar. Het zijn bekende en onbe kende liedjes op rijm. De titel Last van goeie raad slaat op ouderen die kinderen te pas en te onpas 'goede raad' ge ven. Over snoepen bijvoorbeeld. 'Kindje denk toch om je tanden/ roept je wijze oom Johan/ en dan draait hij nog een sjekkie/ want daar hoest hij lekker van'. Dat soort opmerkingen dus. De liedjes gaan over allerlei za ken die kinderen bezig (kunnen) houden of waar ze zich aan erge ren. Ook is er een gedeelte waar in Boerstoel een spelletje speelt met de taal. Een fraai gestoei met klankcombinaties. BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST - KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf via onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. naar mensen met adellijke na men, of het nou in werkelijkheid ook nazaten van kasteelheren zijn - het zal hem een zorg zijn, hij maakt het ze wel wijs. En zo wordt ook de nota risklerk Fraeylema benaderd door de scribent. Hij de nazaat van roemrucht Gronings ge slacht? Ach, het kan best, en hij wil ook wel op de foto, maar ver der maakt deze weinig ambitieu ze loonslaaf zich niet zoveel illu sies. Hetgeen niet kan worden gezegd van zijn zoon Jasper. Hem spreekt het idee van adel te zijn wel aan. En als Jasper eind examen heeft gedaan voor de middelbare school verlangt hij van zijn vader dan ook een teken van waardigheid, een zegelring. Die ring krijgt hij, zij het dat het er één is zonder steen of wapen. Hoe ambitieus hij ook is ge weest, hoezeer hij zijn vader ook heeft geminacht: uiteindelijk drukt Jasper de voetstappen van die vader. Ook hij wordt nota risklerk, ook hij brengt menig uur door in de moestuin. Dat tui nieren levert hem overigens geld op. inmiddels is het namelijk oorlog geworden. In die oorlog komt Jasper toch nog in het bezit van een echte zegelring. Van de vinger van een dode SS-er rooft hij het sieraad. (Dat wil zeggen: hij denkt dat de dode een SS-er is.) Later zal Jasper tegen zijn 1êS4 Illustratie uit 'Ik doe het lekker toch'. Het Doe nou maar niet-lied laat haarscherp zien waar veel kinde ren de pest aan hebben: ouders die denken dat hun kinderen niets kunnen en hun alles uit handen nemen of niets toever trouwen. 'Mijn hele jeugd heeft mijn moeder lopen zeuren/ bij al les waar ik in mijn onschuld aan begon/ over het vreselijke dat er kon gebeuren/ wanneer ik din gen deed die ik misschien niet kon'. Het is slechts een voorbeeld van de vele aansprekende tek sten in deze uitstekende bundel. Last van goeie raad. Jan Boer stoel, uitg. Bert Bakker, f 19,50 Sprookjes Plantensprookjes en Baker sprookjes zijn twee nieuwe ver halenbundels die onlangs bij de religieus/filosofische uitgeverij Christofoor zijn verschenen. Plantensprookjes omvat klei ne sprookjesverhalen over plan ten en bloemen. Het ontstaan van de namen kruisbes en ver- geet-me-niet, de geur van de roos, de roze tint van de akker- winde enz. De verhalen vinden hun oorsprong in de bijbel. Schrijver Michael Bauer is een religieus mens: uit zijn verhalen blijkt duidelijk zijn liefde voor de natuur en de schepping Gods. Plantensprookjes zijn lieve verhaaltjes om jonge kinderen voor te lezen voor het slapen gaan, waarbij enige kennis van het evangelie wel noodzakelijk is. De bundel is geheel in de stijl van de verhalen geillustreerd met zachte, tere tekeningen. In Bakersprookjes is een aan tal bakerverhalen uit verschillen de landen bijeengebracht. Ba kerverhalen zijn kleine verhalen of ritmische versjes, vol herha lingen en woordspelletjes. Een voudige optelverhaaltjes waar steeds een element bijkomt en veel op elkaar lijken, maar dat is voor kleuters geen bezwaar. Het herkennen van verhaaltjes geeft hun juist veel plezier. Ook deze bundel is ruim geillustreerd. (Plantensprookjes, M.Bauer, vert. M.Anschütz en J.Verschuren, ill. C.Grillis, f. 17,50; Bakersprookjes, L.Keller, vert.C. van Reenen, ill. C.Grillis, f 18,50) MARGOT KLOMPMAKER zoon Witte zeggen dat het een fa- miliering betreft. De wending die het verhaal hierna neemt zal ik niet verraden. Alleen wil ik wel kwijt dat ik na lezing van De zegelring dacht: waarom valt dit boek tegen? Aan de stijl van Hermans kan het niet liggen. Het is het verhaal dat te genvalt. Onderhoudend is het wel, maar niet opzienbarend. Een soort sprookje dat je één keer leest en dan vergeet. WIM BRANDS De Zegelring, W.F. Hermans. Bezi ge Bij. Prijs: 19,50 gulden N- BOEKHANDII BV Haarlemmerstraat 117 mfi Leiden - tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-time bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen ren Falcone niet duf en saai is ge weest. Marvin Albert weet al thans een adembenemende hoe veelheid gebeurtenissen bijeen te slepen, waarbij het bloed rijke lijk vloeit. Of hij daarmee ook een boeien de avonturenroman heeft ge creëerd? Neen, eigenlijk niet. Hij geeft een statische, weinig ener verende opsomming van alles wat gebeurt. Het is als het kijken naar voorbij trekkende pop petjes in een hard marionetten spel. Maar nergens voelt men zich verbonden met de hoofdper sonen van de drama's die men ziet afspelen. En even verderop: "Ach ja, merkte Emilie filosofisch op: je hebt meestal zo een vuns lid in de familie". De auteur wil het dus doen voorkomen of we te maken heb ben met de pennevruchten van deze schuinsmarcheerder. 'Vuns' is een te groot woord voor deze Spielereien, maar pikant zijn ze wel. In versvorm worden in deze bundel de eigenaardigheden be schreven van onder anderen de acrobate Miss Belinda, De doua- rière en De geilaard. Een van de leukste gedichten trof ik aan on der de letter Y. In de hoop dat het CDA mij niet in de ban doet, en bedacht op bombrieven, laat ik het hier volgen: Y De Ydelaar bespiedt met lenzen hoe freule Snouck per koetsje baadt. De rollers breken op haar pens en haar dwars gestreepte zeege waad. Tiens, tiens! denkt hij. Is, in haar status dit geen abortus provocatus CEES VAN HOORE F.L. Bastet, 'Het Fin de siècle alfa bet', Kwadraat, Vianen, ƒ12.50. Leo Vroman, 'De cultuurgeschie denis, door en voor televisie vereen voudigd en van uitleg voorzien', Querido, Amsterdam, 1984, ƒ15,- en: zakelijk, simpel proza en het dent veel te wauwelen over he imaal niks, zoals blijkt uit de umoristisch volkomen misluk- "beschouwingen" over ein-WC's in Bezet. Toiletpret. De essaytjes Ogenspel (over riedimensionaal film- en tv-kij- en) en het titelverhaal (lollig ver transplantaties) zijn het le en niet waard, en de Aafjes-per- iflage Rechter Ooka in Okura f De zaak van Miao in de kei- erlijke suite is deerniswekkend auw. Ik zou het bundeltje ver- er onbesproken hebben gela- ïn, als aan het eind niet toch wat wak licht glimmert. De drie laatste "gewone" ver aaltjes verraden wel degelijk en talent waar de auteur zich- elf niet van bewust schijnt. De yjama van Eddy West, Dag- chotel vooral (dagboek van een ude man die, ongeneeslijk ziek, ertederend een serveerster be- eert) en Frau Riefenstahl zijn, oe kort ook en vrij futiel van ge- even, aardig. Hier onthoudt ,eeflang zijn lezer zijn grappen- ïakerij en creëert hij.een heel klein beetje subtiele "literatuur". Vooralsnog grensgevallen, maar er is misschien hoop als de auteur terugkomt (en met spoed!) op zijn verweer: "Dat het boek gevarieerd is, lijkt mij eer der prettig dan vervelend voor de lezer". Het is ridicuul om maar alles wat men in momenten van onbedachtzaamheid heeft genoteerd, zonder enige zelfkri tiek in een heus boek onder te brengen. Een schrijver van wie we nog veel prachtig werk mogen ver wachten, is Jan de Rooy die vo rig jaar debuteerde met de gees tige roman Nachtvlinders en nu met de verhalenbundel Brand zalf de lijn veelbelovend door trekt. De Rooy heeft een bijzon der talent onderkoelde (zwarte) humor te verwerken in ogen schijnlijk vage en vluchtige ver halen. Op die manier ziet hij kans humor en triestheid verfijnd te verweven, zodat de meeste ver halen in de bundel, vaak voor zien van motieven van dood en ijden en gewone dingen, bizar n surrealistisch SF-produkt van an Kuipers (o.a. winnaar van de :KA 1983) en het met psycholo- ische zorg gecomponeerde chuld en boete van coming ïan Gerben Hellinga. Een ver- elderend artikel over de ont- taansgeschiedenis, werkwijze n jurering van de King Kong Vard completeert het ge- eel. Aansluitend volgen vijftien F-verhalen van wisselender waliteit, van bekende en min er bekende schrijvers in het enre: Julien Raasveld, Eddy lertin, Wim Gijsen, Manuel van .oggem, Thomas Wintner, Piet ralkman, Wim Burkunk e.a. De Nederlandstalige SF heeft o langzamerhand wel een heel igen stijl ontwikkeld: geestig, lijzonder inventief, vaal vol bi- arre wendingen en ideeën. Een uweel van een bundel! Ook de bijdrage van Wim Gij- en, Het smeekschrift, heeft die enmerken. Het is een voor ons and typerend "religieus" SF- erhaal over Herman Bolders uit Wapenveld, een dorp onder e rook van Zwolle, waar hij een lering dreef in drogisterij-artike- ïn die dank zij zijn doortastend optreden tot tamelijke bloei was gekomen". De hoofdpersoon komt bij God informeren hoe het zit met het recht van de mens op geluk, maar komt tot zijn verbijs tering terécht in een getiktere omgeving dan de correcte hemel waarop hij had gerekend. Een grappige vertelling, vol van de milde, alternatieve wijsheden waarvan Gijsens SF doordrenkt is. maar korte verhalen zijn het fort niet van deze veelzijdige, zachtmoedige auteur, zoals eer der bleek uit de vorig jaar té on opgemerkt verschenen (Prisma- )bundel Roos van het Zand en andere Nederlandse SF-verha- len; een hoop filosofietjes, paci fistische theorietjes, vrij weke fantasietjes sympathieke, maar zwakke SF. De science fiction-literatuur wordt door andersdenkenden vooral verworpen om het ge welddadige karakter ervan, en vaak terecht (denk aan de span nende, maar platte moord-en- doodslag-SF in de TV-serie "V"). Het siert Gijsen dat zijn verhalen en romans juist een totaal ande re, zeg maar "linkse", boodschap uitdragen. Toch zit 'm daar net de kneep: wie vrede predikt, wordt - zeker in het SF-genre - geïrriteerd gehoord. Wim Gijsen is een subliem ver teller, m.n. in zijn romans waar hij de ruimte heeft, en óók in De rook van duizend vuren voert hij zijn lezer ademloos mee. Toch valt deze roman tegen. Een mee slepende fantasy over tirannie en verzet, levenswijsheid en domkopperij, strijd, verraad en wat al niet. Sympathieke SF, zachtmoedig van inhoud en af loop, maar "soft" en cliché-filo sofisch. De laatste alinea spreekt voor zich: "Opnieuw werd zijn naam geroepen en opnieuw schudde hij zijn hoofd, voorgoed afwij zend wat mensen bindt aan het immer draaiende rad van dood en leven, verkiezend liever leer ling te zijn van zichzelf dan meester over anderen". Er is helemaal niets tegen weekheid, maar er zijn dagen waarop ik daar een beetje be roerd van word en een ouder wetse macho-SF-held met een onvolkomen karakter, behangen met futuristische wapens en ge neigd buitenaardse griezels dom weg in tweeën te schieten, prefe reer. Wim Gijsen toont dat een andere richting in de SF moge lijk is, maar hij overtuigt nog niet. ROB VOOREN Vincent van der Linden (samenst.), Ganymedes 8. Bruna SF-Jaarboek, met o.m. de 5 beste verhalen van de King Kong Award 1984. Uitg. Bruna Pockethuis bv, Utrecht 1984, 10.-. Wim Gijsen. Roos van het Zand en andere Nederlandse SF-verbalen. Uitg. Het Spectrum (Prisma), Utrecht/Antwerpen 1983. 9,90. Wim Gijsen, De rook van duizend vuren. Meulenhoff SF Fantasy. Amsterdam 1984, 16,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 21