'Het spel': zo mild was de SS niet
IV
Kinderpoëzie
Slordia samenraapsel als debuut
DE
KEER
Amusant tussendoortje
Hermans niet opzienbarend
r zandvliet
SF van eigen bodem
mmi
Jan de Rooy (Brandzalf) overtuigt opnieuw
WOENSDAG 14 NOVEMBER 1984
PAGINA 21
De Amerikaanse schrijver Ro
nald Bass was volgens de gege
vens op de flap 'goed gedocu
menteerd', toen hij zijn thriller
'Het spel' schreef. Wat moet ik
met zo'n gegeven? Houdt dat in
dat de werkelijkheid model heeft
gestaan voor zijn verhaal? Ik kan
dat niet geloven.
Het valt niet te ontkennen dat
Ronald Bass een intelligent en
spannend verhaal heeft gecom
poneerd rondom de invasieplan
nen voor Normandië, nu veertig
jaar geleden. Het was voor de
Duitsers een zaak van leven of
dood om te weten te komen waar
en wanneer de geallieerden aan
land zouden komen. Voor Ame
rikanen en Britten was het even
belangrijk om er voor te zorgen
dat de Duitsers nu juist niet ach
ter dat geheim zouden komen.
Een van onze produktiefste
schrijvers is de, al sinds onheug-
lijke tijden in Amerika vertoe
vende, Leo Vroman. Zo om het
jaar verschijnt er van hem weer
een dichtbundel, een levensbe
richt waarnaar ik altijd reikhal
zend uitzie.
Vroman houdt zijn lezerspu
bliek nauwkeurig op de hoogte
van zijn bestaan in Brooklyn. Op
onthutsend eerlijke wijze schrijft
hij over zichzelf en zijn vrouw Ti
neke, voor wie hij een liefde
koestert die zweemt naar het ma
niakale. Zo realiseert hij zich in
een gedicht bijvoorbeeld dat hij
de w.c.-bril, waarop ook Tineke
natuurlijk soms moet plaatsne
men, nog nimmer heeft gekust.
Maar niet alleen de liefde kan bij
Vroman onderwerp zijn voor een
gedicht, ook de Amerikaanse sa
menleving wordt door hem,
soms met genegenheid, soms
met cynisme, onder de loep ge
nomen. In 'Avondgymnastiek',
zijn voorlaatste bundel, uit hij
zijn verontwaardiging over de
moord op een oude, zwarte man,
die plaatsvond op nog geen twee
honderd meter van zijn apparte
ment.
Voor wie kennis wil maken
met Vromans' - ik zou haast zeg
gen: 'luchtige' cynisme - lijkt mij
De literaire debuten en de-
buutjes vormen dit najaar weer
torenhoge stapels in de erkende
boekhandel en met bonzend hart
bladert de positief ingestelde re
censent door het gebodene, op
zoek naar de eerste tekenen van
literaire onsterfelijkheid.
Met Thomas Leeflang, die
twaalf verhalen bundelde in Een
echt been is beter dan een
kunstbeen, is de eerste teleur
stelling alvast binnen. De flap
tekst zegt het nog zo mooi: Leef-
langs verhalen "laten zich niet
gemakkelijk in een bepaalde lite
raire stroming indelen. Ze vor
men eerder een apart genre:
schijnbaar moeiteloos genoteer
de vertellingen, waarin
werkelijkheid en fantasie op een
fascinerende wijze in elkaar
overgaan. Op die manier ontstaat
een 'verzonnen realiteit', die ver
rassend 'echt' overkomt".
Flauwekul en prots t.a.v. een
slordig samenraapsel van essays,
korte verhalen en zeldzaam flau
we persiflages. Dat Leeflang van
origine journalist is, blijkt met-
De kwaliteit van de Nederlandse
en Vlaamse SF stijgt de laatste
jaren, geleidelijk maar onmis
kenbaar. Dat blijkt nu eens niet
alleen uit het werk van een enke
le hoogvlieger als Wim Gijsen,
die bij uitgeverij Meulenhoff al
weer zijn vijfde SF-roman, De
rook van duizend vuren, liet ver
schenen, maar vooral uit Bruna's
SF-jaarboek Ganymedes 8.
Een opmerkelijke verzameling
vaderlandse science fiction dit
jaar, omdat voor het eerst ook de
5 beste verhalen zijn opgenomen
van de jaarlijkse verhalenwed-
strijd om de King Kong Award.
Die literaire prijs (helaas nog te-
weinig bekend, hoewel ze al se
dert 1976 bestaat!) wordt gedeeld
door twee inventieve, verrukke
lijke vertellingen: Gods knik
kers van Peter Cuijpers die de
Award al eens eerder won, naam
maakte met publikaties in vroe
gere Ganymedes-bundels en in
de onvergetelijke Alpha-reeks
van Meulenhoff, en wiens eerste
SF-roman Een Turkse Violetta
in het voorjaar uitkomt bij Unie
boek en het kolderieke anti-held
verhaal Fuga in frictieloos por
selein van het Utrechts/Noord-
wijks schrijversduo Tais Teng en
Paul Harland, al evenmin onbe
kenden.
Het quintet wordt aangevuld
met Epsilon in Malaysian Pale,
een bijzonder knappe SF-detec-
tive met invloeden van Jac Van
ce door (alweer!) Paul Harland
(ps. van John Smit - een talent
volle streekgenoot), Van de late
Een ideaal gegeven voor een be
gaafd auteur om er een ingewik
kelde intrige omheen te spinnen.
Wat dat betreft is Bass goed ge
slaagd. Het 'spel' van Spionage
en contra-spionage zit knap en
kundig in elkaar, hij vertelt de
gang van zaken logisch en
boeiend.
Alleen, zijn hoofdpersonen
deugen niet. Althans de Duitse
hoofdrolvertolkers niet. Ze zijn
gewoon te lief. Natuurlijk, er zijn
ook goede Duitsers geweest.
Maar ik kan mij niet voorstellen,
dat zulke menselijke mannen als
Bass in zijn boek naar voren
schuift, zouden zijn doorgedron
gen tot de top van de SS. Mis
schien een eenling, maar zeker
niet in meerderheid.
Van de drie in het boek leiden
de Duitsers is er slechts één een
'De cultuurgeschiedenis, door en
voor televisie vereenvoudigd en
van uitleg voorzien', een boekje
dat onlangs bij uitgeverij Queri-
do is verschenen, een uitsteken
de introductie.
In zes afdelingen, te weten: 'De
prehistorische geschiedenis', 'De
oude tijd', 'Het begin van West-
Europa', 'De echte middeleeu
wen', 'Vlak voor onze tijd' en
'Het industriële tijdperk' be
schrijft de dichter de ontwikke
lingsgang van de cultuur. Wat in
deze bundel vooral tot uitdruk
king wordt gebracht is dat de
moraal in vroegere tijdperken
niet zoveel verschilt van de te
genwoordige. Dat wisten wij na
tuurlijk al, maar door de manier
waarop Vroman een en ander on
der woorden weet te brengen,
wordt het gegeven toch nog bij
zonder.
Over de Egyptische bescha
ving schrijft hij: 'In het Egypte
van diens dagen/ - al was het
buikhaar neergestort - werd al
les met een zweep geslagen/ dat
nu niet meer geslagen wordt'.
Het zou te ver voeren om uit
dit niet erg dikke boekje uitge
breid te gaan citeren, maar een
écht lid van de Gestapo ('de mu
tant, die uiteindelijk was voort
gebracht doordat politiek was
vervangen door kracht en wet
door willekeur', zegt Ronald
Bass kernachtig op pagina 19).
Slechts die ene man gaat meedo
genloos zijn weg ongeacht het
menselijk leed dat hij op zijn pad
achterlaat.
Dat past in het patroon dat de
SS hier en elders heeft geweven.
Een patroon van wreedheid en
onmenselijkheid. Een patroon
van zonder scrupules vertrappen
van alles, dat de weg naar het
doel blokkeert. En dan kan ik
mij niet indenken dat zij mild
zouden zijn voor iemand die het
geheim kent, waarvan hun be
staan en toekomst afhangen.
Wie echter een dergelijke re
klein fragmentje kan er nog wel
af. Het is opgenomen in de afde
ling 'Het industriële tijdperk' en
luidt als volgt: 'Toen de straat
lantaarns ontstonden/ deed men
F. L. Bastet (pr-foto)
giefout kan accepteren houdt
een goed geschreven thriller
over, die men niet gemakkelijk
terzijde zal leggen.
Het spel, thriller van Ronald Bass,
verschenen bij Veen. Prijs 24,50.
Er wordt beweerd dat Marvin Al
berts roman 'De Corsicaan' zou
zijn gebaseerd op feiten. Dat er
figuren als de gebroeders Falco
ne hebben geleefd die de gehele
onderwereld van de Rivièra in
handen hadden en vanuit hun
dubieuze zetels een ongebreidel
de macht uitoefenden en kapita
len vergaarden.
Het is geen verheffende ge
dachte, maar de werkelijkheid is
nu eenmaal soms bonter dan de
fantasie. In elk geval kan men
zeggen, dat het leven van de he
daar ontucht en gezucht/ en ont
dekte men de goot./ De stoomlo
comotief ontstond,/ meestal ge
zien vanaf de grond./ De meeste
paarden sloeg men dood'.
'De cultuurgeschiedenis etc."
is vooral een amusant boekje.
Een tussendoortje dat Vroman,
die in de loop van de jaren een
indrukwekkend oeuvre heeft op
gebouwd, zich wel mag veroorlo
ven.
Bastet
Nog zo'n luchtig werkje is af
komstig van de Leidse dichter,
essayist en prozaïst F.L. Bastet.
Bij uitgeverij Kwadraat ver
scheen van hem het curieuze
dichtbundeltje "Het Fin de siècle
alfabet', dat geheel volgens de ro
mantische traditie door Bastet
werd aangetroffen in de nalaten
schap van Vincent Vere.
In het befaamde boek 'Eline
Vere' laat Couperus zijn persona
ges het volgende zeggen over de
ze Vincent: "Hij heeft van alles
gedaan, en bezit nooit een sou....
Ja nu herinner ik me hem, ik heb
hem vroeger wel eens gezien, zei-
de Emilie gapend. Een raar indi
vidu".
tiverende pret, een genot zijn om
te lezen.
Een bijzonder veelbelovend
auteur, en het is haast onmoge
lijk een favoriet verhaal in
Brandzalf aan te wijzen. Het
paasrapport, waarmee de bun
del opent handelt over een aan
kanker lijdende, pedofiele man
en is wellicht iets te lang uitge
sponnen; Het paarse kapotje is
kort en vrij flauw, maar Bewo
gen afscheid, Alzo sprak Sarah
Troelstra, fijnzinnig verhaal over
een jongeman die zijn spoorloze
vriendin zoekt en in haar huis
wonderlijke contacten legt, Een
blok beton e.a. getuigen toch van
een mooi aankomend schrijver
schap. Zeker een bundel voor li
teraire fijnproevers!
ROB VOOREN
Thomas Leeflang, Een echt been is
beter dan een kunstbeen. Uitg. Aga-
thon, Weesp 1984, 14,50.
Jan de Rooy, Brandzalf. Verhalen.
Uitg. De Prom, Baarn 1984, 24,50.
Het zijn mooie boekjes om te
zien: Filip's sonatine, Homme's
hoest en Geyerstein's dynamiek.
Even mooi als de titels, want dat
moet worden gezegd: W.F. Her
mans heeft zijn novelles niet
voorzien van namen die je direct
weer vergeet. Deel vier in de se
rie - want van een serie kunnen
we toch zo langzamerhand wel
spreken - is nu ook uit. De zegel
ring. Niet echt een klinkende ti
tel, maar fraai uitgevoerd is het
boekje wel.
De drie eerdere novelles heb ik
met plezier gelezen. Hoewel ik
vind dat Homme's hoest en
Geyerstein's dynamiek niet zo
goed zijn als het eerste dunne
boekje, Filip's sonatine; een no
velle waarmee Hermans aan
toonde dat je niet zoveel woor
den nodig hebt om een beklem
mend verhaal te schrijven. Hoe
dan ook, zeer nieuwsgierig ben
ik begonnen aan De zegelring.
Hoofdpersonen zijn drie gene
raties Fraeylema. De eerste ver
tegenwoordiger van het geslacht
wordt benaderd door een journa
list die voor een geïllustreerd
weekblad een reportage wil ma
ken over verarmde adel. Mensen,
kortom, met namen die herinne
ringen oproepen aan een roem
rucht verleden. Nu betreft het
hier alleen een journalist die op
geen enkele manier onderzoek
doet. Hij gaat gewoon op zoek
De Leiderdorpse Nannie Kuiper
is een bekend schrijfster van kin
derpoëzie. Twee jaar geleden
won zij een Gouden Griffel met
haar boek 'De eend op de pot'.
'Ik doe het lekker toch' is een
van haar nieuwste verzenbun
dels met kleine gedichten over
spelen en dingen doen die (vaak)
niet mogen.
Spanning en geheimzinnig
heid dus: 'ssst/ alles wordt/ an
ders van kleur/ in mijn kamer/ de
muren/ de deur/ en mijn bed/ het
is een verrassing/ en daarom heb
ik/ al mijn spulletjes/ stiekem
verzet'. Een heel vermakelijk ge
dicht dat kinderen zeker zal aan
spreken.
De kwaliteit van de gedichten
is wisselend, maar Nannie Kui
per weet de aandacht aardig vast
te houden door te appelleren aan
veel kinderlijke verlangens en
emoties. Daarbij komt ook de
zorg die zij aan de vormgeving
besteed.
Zij is in staat een ogenschijn
lijk simpel versje opvallend te
maken door een zorgvuldige
rangschikking van woorden of
het toepassen van een bepaald
ritme. Teder stukje/ van een puz
zel/ heeft zijn eigen/ vaste plaats
je/ want het past/ alleen maar/
daar/ en ik weetgelukkig/ waar'.
De forse illustraties van Carl
Hollander maken deze bundel
bijzonder aantrekkelijk voor kin
deren. De tekeningen zijn ruim
van opzet met veel details: een
wezenlijke aanvulling op en uit
bouw van de tekst.
Ik doe het lekker toch, tekst
N.Kuiper, ill. C.Hollander, uitg. Leo
pold, f 17,90.
Goeie raad
De verzenbundel 'Last van
goeie raad' van Jan Boerstoel
richt zich op kinderen vanaf 10
jaar. Het zijn bekende en onbe
kende liedjes op rijm.
De titel Last van goeie raad
slaat op ouderen die kinderen te
pas en te onpas 'goede raad' ge
ven. Over snoepen bijvoorbeeld.
'Kindje denk toch om je tanden/
roept je wijze oom Johan/ en dan
draait hij nog een sjekkie/ want
daar hoest hij lekker van'. Dat
soort opmerkingen dus.
De liedjes gaan over allerlei za
ken die kinderen bezig (kunnen)
houden of waar ze zich aan erge
ren. Ook is er een gedeelte waar
in Boerstoel een spelletje speelt
met de taal. Een fraai gestoei met
klankcombinaties.
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf via onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
naar mensen met adellijke na
men, of het nou in werkelijkheid
ook nazaten van kasteelheren
zijn - het zal hem een zorg zijn,
hij maakt het ze wel wijs.
En zo wordt ook de nota
risklerk Fraeylema benaderd
door de scribent. Hij de nazaat
van roemrucht Gronings ge
slacht? Ach, het kan best, en hij
wil ook wel op de foto, maar ver
der maakt deze weinig ambitieu
ze loonslaaf zich niet zoveel illu
sies. Hetgeen niet kan worden
gezegd van zijn zoon Jasper.
Hem spreekt het idee van adel te
zijn wel aan. En als Jasper eind
examen heeft gedaan voor de
middelbare school verlangt hij
van zijn vader dan ook een teken
van waardigheid, een zegelring.
Die ring krijgt hij, zij het dat het
er één is zonder steen of wapen.
Hoe ambitieus hij ook is ge
weest, hoezeer hij zijn vader ook
heeft geminacht: uiteindelijk
drukt Jasper de voetstappen van
die vader. Ook hij wordt nota
risklerk, ook hij brengt menig
uur door in de moestuin. Dat tui
nieren levert hem overigens geld
op. inmiddels is het namelijk
oorlog geworden. In die oorlog
komt Jasper toch nog in het bezit
van een echte zegelring. Van de
vinger van een dode SS-er rooft
hij het sieraad. (Dat wil zeggen:
hij denkt dat de dode een SS-er
is.) Later zal Jasper tegen zijn
1êS4
Illustratie uit 'Ik doe het lekker
toch'.
Het Doe nou maar niet-lied laat
haarscherp zien waar veel kinde
ren de pest aan hebben: ouders
die denken dat hun kinderen
niets kunnen en hun alles uit
handen nemen of niets toever
trouwen. 'Mijn hele jeugd heeft
mijn moeder lopen zeuren/ bij al
les waar ik in mijn onschuld aan
begon/ over het vreselijke dat er
kon gebeuren/ wanneer ik din
gen deed die ik misschien niet
kon'.
Het is slechts een voorbeeld
van de vele aansprekende tek
sten in deze uitstekende bundel.
Last van goeie raad. Jan Boer
stoel, uitg. Bert Bakker, f 19,50
Sprookjes
Plantensprookjes en Baker
sprookjes zijn twee nieuwe ver
halenbundels die onlangs bij de
religieus/filosofische uitgeverij
Christofoor zijn verschenen.
Plantensprookjes omvat klei
ne sprookjesverhalen over plan
ten en bloemen. Het ontstaan
van de namen kruisbes en ver-
geet-me-niet, de geur van de
roos, de roze tint van de akker-
winde enz. De verhalen vinden
hun oorsprong in de bijbel.
Schrijver Michael Bauer is een
religieus mens: uit zijn verhalen
blijkt duidelijk zijn liefde voor
de natuur en de schepping Gods.
Plantensprookjes zijn lieve
verhaaltjes om jonge kinderen
voor te lezen voor het slapen
gaan, waarbij enige kennis van
het evangelie wel noodzakelijk
is. De bundel is geheel in de stijl
van de verhalen geillustreerd
met zachte, tere tekeningen.
In Bakersprookjes is een aan
tal bakerverhalen uit verschillen
de landen bijeengebracht. Ba
kerverhalen zijn kleine verhalen
of ritmische versjes, vol herha
lingen en woordspelletjes. Een
voudige optelverhaaltjes waar
steeds een element bijkomt en
veel op elkaar lijken, maar dat is
voor kleuters geen bezwaar. Het
herkennen van verhaaltjes geeft
hun juist veel plezier. Ook deze
bundel is ruim geillustreerd.
(Plantensprookjes, M.Bauer, vert.
M.Anschütz en J.Verschuren, ill.
C.Grillis, f. 17,50; Bakersprookjes,
L.Keller, vert.C. van Reenen, ill.
C.Grillis, f 18,50)
MARGOT KLOMPMAKER
zoon Witte zeggen dat het een fa-
miliering betreft. De wending
die het verhaal hierna neemt zal
ik niet verraden.
Alleen wil ik wel kwijt dat ik
na lezing van De zegelring dacht:
waarom valt dit boek tegen? Aan
de stijl van Hermans kan het niet
liggen. Het is het verhaal dat te
genvalt. Onderhoudend is het
wel, maar niet opzienbarend.
Een soort sprookje dat je één
keer leest en dan vergeet.
WIM BRANDS
De Zegelring, W.F. Hermans. Bezi
ge Bij. Prijs: 19,50 gulden
N- BOEKHANDII BV
Haarlemmerstraat 117
mfi Leiden - tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
bestelafdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
ren Falcone niet duf en saai is ge
weest. Marvin Albert weet al
thans een adembenemende hoe
veelheid gebeurtenissen bijeen
te slepen, waarbij het bloed rijke
lijk vloeit.
Of hij daarmee ook een boeien
de avonturenroman heeft ge
creëerd? Neen, eigenlijk niet. Hij
geeft een statische, weinig ener
verende opsomming van alles
wat gebeurt. Het is als het kijken
naar voorbij trekkende pop
petjes in een hard marionetten
spel. Maar nergens voelt men
zich verbonden met de hoofdper
sonen van de drama's die men
ziet afspelen.
En even verderop: "Ach ja,
merkte Emilie filosofisch op: je
hebt meestal zo een vuns lid in
de familie".
De auteur wil het dus doen
voorkomen of we te maken heb
ben met de pennevruchten van
deze schuinsmarcheerder.
'Vuns' is een te groot woord voor
deze Spielereien, maar pikant
zijn ze wel.
In versvorm worden in deze
bundel de eigenaardigheden be
schreven van onder anderen de
acrobate Miss Belinda, De doua-
rière en De geilaard. Een van de
leukste gedichten trof ik aan on
der de letter Y. In de hoop dat
het CDA mij niet in de ban doet,
en bedacht op bombrieven, laat
ik het hier volgen:
Y
De Ydelaar bespiedt met lenzen
hoe freule Snouck per koetsje
baadt.
De rollers breken op haar pens
en
haar dwars gestreepte zeege
waad.
Tiens, tiens! denkt hij. Is, in
haar status
dit geen abortus provocatus
CEES VAN HOORE
F.L. Bastet, 'Het Fin de siècle alfa
bet', Kwadraat, Vianen, ƒ12.50.
Leo Vroman, 'De cultuurgeschie
denis, door en voor televisie vereen
voudigd en van uitleg voorzien',
Querido, Amsterdam, 1984, ƒ15,-
en: zakelijk, simpel proza en het
dent veel te wauwelen over he
imaal niks, zoals blijkt uit de
umoristisch volkomen misluk-
"beschouwingen" over
ein-WC's in Bezet. Toiletpret.
De essaytjes Ogenspel (over
riedimensionaal film- en tv-kij-
en) en het titelverhaal (lollig
ver transplantaties) zijn het le
en niet waard, en de Aafjes-per-
iflage Rechter Ooka in Okura
f De zaak van Miao in de kei-
erlijke suite is deerniswekkend
auw. Ik zou het bundeltje ver-
er onbesproken hebben gela-
ïn, als aan het eind niet toch wat
wak licht glimmert.
De drie laatste "gewone" ver
aaltjes verraden wel degelijk
en talent waar de auteur zich-
elf niet van bewust schijnt. De
yjama van Eddy West, Dag-
chotel vooral (dagboek van een
ude man die, ongeneeslijk ziek,
ertederend een serveerster be-
eert) en Frau Riefenstahl zijn,
oe kort ook en vrij futiel van ge-
even, aardig. Hier onthoudt
,eeflang zijn lezer zijn grappen-
ïakerij en creëert hij.een heel
klein beetje subtiele "literatuur".
Vooralsnog grensgevallen,
maar er is misschien hoop als de
auteur terugkomt (en met
spoed!) op zijn verweer: "Dat het
boek gevarieerd is, lijkt mij eer
der prettig dan vervelend voor
de lezer". Het is ridicuul om
maar alles wat men in momenten
van onbedachtzaamheid heeft
genoteerd, zonder enige zelfkri
tiek in een heus boek onder te
brengen.
Een schrijver van wie we nog
veel prachtig werk mogen ver
wachten, is Jan de Rooy die vo
rig jaar debuteerde met de gees
tige roman Nachtvlinders en nu
met de verhalenbundel Brand
zalf de lijn veelbelovend door
trekt. De Rooy heeft een bijzon
der talent onderkoelde (zwarte)
humor te verwerken in ogen
schijnlijk vage en vluchtige ver
halen. Op die manier ziet hij kans
humor en triestheid verfijnd te
verweven, zodat de meeste ver
halen in de bundel, vaak voor
zien van motieven van dood en
ijden en gewone dingen, bizar
n surrealistisch SF-produkt van
an Kuipers (o.a. winnaar van de
:KA 1983) en het met psycholo-
ische zorg gecomponeerde
chuld en boete van coming
ïan Gerben Hellinga. Een ver-
elderend artikel over de ont-
taansgeschiedenis, werkwijze
n jurering van de King Kong
Vard completeert het ge-
eel.
Aansluitend volgen vijftien
F-verhalen van wisselender
waliteit, van bekende en min
er bekende schrijvers in het
enre: Julien Raasveld, Eddy
lertin, Wim Gijsen, Manuel van
.oggem, Thomas Wintner, Piet
ralkman, Wim Burkunk e.a.
De Nederlandstalige SF heeft
o langzamerhand wel een heel
igen stijl ontwikkeld: geestig,
lijzonder inventief, vaal vol bi-
arre wendingen en ideeën. Een
uweel van een bundel!
Ook de bijdrage van Wim Gij-
en, Het smeekschrift, heeft die
enmerken. Het is een voor ons
and typerend "religieus" SF-
erhaal over Herman Bolders
uit Wapenveld, een dorp onder
e rook van Zwolle, waar hij een
lering dreef in drogisterij-artike-
ïn die dank zij zijn doortastend
optreden tot tamelijke bloei was
gekomen". De hoofdpersoon
komt bij God informeren hoe het
zit met het recht van de mens op
geluk, maar komt tot zijn verbijs
tering terécht in een getiktere
omgeving dan de correcte hemel
waarop hij had gerekend. Een
grappige vertelling, vol van de
milde, alternatieve wijsheden
waarvan Gijsens SF doordrenkt
is. maar korte verhalen zijn het
fort niet van deze veelzijdige,
zachtmoedige auteur, zoals eer
der bleek uit de vorig jaar té on
opgemerkt verschenen (Prisma-
)bundel Roos van het Zand en
andere Nederlandse SF-verha-
len; een hoop filosofietjes, paci
fistische theorietjes, vrij weke
fantasietjes sympathieke,
maar zwakke SF.
De science fiction-literatuur
wordt door andersdenkenden
vooral verworpen om het ge
welddadige karakter ervan, en
vaak terecht (denk aan de span
nende, maar platte moord-en-
doodslag-SF in de TV-serie "V").
Het siert Gijsen dat zijn verhalen
en romans juist een totaal ande
re, zeg maar "linkse", boodschap
uitdragen. Toch zit 'm daar net
de kneep: wie vrede predikt,
wordt - zeker in het SF-genre -
geïrriteerd gehoord.
Wim Gijsen is een subliem ver
teller, m.n. in zijn romans waar
hij de ruimte heeft, en óók in De
rook van duizend vuren voert
hij zijn lezer ademloos mee. Toch
valt deze roman tegen. Een mee
slepende fantasy over tirannie
en verzet, levenswijsheid en
domkopperij, strijd, verraad en
wat al niet. Sympathieke SF,
zachtmoedig van inhoud en af
loop, maar "soft" en cliché-filo
sofisch.
De laatste alinea spreekt voor
zich: "Opnieuw werd zijn naam
geroepen en opnieuw schudde
hij zijn hoofd, voorgoed afwij
zend wat mensen bindt aan het
immer draaiende rad van dood
en leven, verkiezend liever leer
ling te zijn van zichzelf dan
meester over anderen".
Er is helemaal niets tegen
weekheid, maar er zijn dagen
waarop ik daar een beetje be
roerd van word en een ouder
wetse macho-SF-held met een
onvolkomen karakter, behangen
met futuristische wapens en ge
neigd buitenaardse griezels dom
weg in tweeën te schieten, prefe
reer. Wim Gijsen toont dat een
andere richting in de SF moge
lijk is, maar hij overtuigt nog
niet.
ROB VOOREN
Vincent van der Linden (samenst.),
Ganymedes 8. Bruna SF-Jaarboek,
met o.m. de 5 beste verhalen van de
King Kong Award 1984. Uitg. Bruna
Pockethuis bv, Utrecht 1984, 10.-.
Wim Gijsen. Roos van het Zand en
andere Nederlandse SF-verbalen.
Uitg. Het Spectrum (Prisma),
Utrecht/Antwerpen 1983. 9,90.
Wim Gijsen, De rook van duizend
vuren. Meulenhoff SF Fantasy.
Amsterdam 1984, 16,50.