'De KGB vindt mijn
werk heel leerzaam'
Spionage-schrijver Frederick Forsyth
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1984
PAGINA 25
Zonder werk en platzak zette de Britse
journalist Frederick Forsyth zich in 1968
aan een tafel en schreef in 35 dagen zijn
eerste boek: 'De dag van de jakhals'. Een
in 1962 gesitueerde thriller over de
voorbereiding en uiteindelijke aanslag op
de Franse president De Gaulle. Basis voor
het verhaal vormden Forsyths ervaringen
als Parijse correspondent van het Britse
persbureau Reuter.
Wat hem met zijn jarenlange
nieuwsverslaggeving voor kranten en
televisiedocumentaires niet was gelukt,
bereikte hij nu: het boek werd een
bestseller en bezorgde hem wereldfaam.
'De dag van de jakhals' is inmiddels in 14
talen uitgebracht en verfilmd.
Geïnspireerd publiceerde hij binnen drie
jaar tijd twee andere boeken: 'Geheim
dossier Odessa' (over de jacht op een
oud-nazi en eveneens verfilmd) en 'De
honden van de oorlog' (over de
staatsgreep in een kleine republiek in
Afrika).
Ook deze boeken gingen als warme
broodjes over de toonbank en maakten de
Brit multimiljonair. Zijn verhalen waren
deels zo waarheidsgetrouw dat de in
'Geheim dossier Odessa' beschreven nazi
daadwerkelijk door de Westduitse
autoriteiten is gearresteerd. Forsyths
onthullingen over internationale
wapenhandel in 'De honden van de
oorlog' gaven voedsel aan het gerucht dat
de auteur zélf plannen had ontworpen
voor een staatsgreep. Een bewering die
hij tot op de dag van vandaag wil
bevestigen noch ontkennen.
Vijfjaar lang bleef het stil rond Forsyth.
Tot in 1979 'Het alternatief van de duivel'
verscheen. Het verhaal over
vrijheidsstrijders uit de Oekraine die de
grootste tanker ter wereld kapen.
Opnieuw een groot verkoopsucces.
Hoewel hij het voor het geld niet meer
hoeft te doen. kan Forsyth het kennelijk
niet laten. Nu, weer vijfjaar later, ligt
zijn nieuwste thriller in de winkels, 'Het
vierde protocol'. Een verhaal waarin
werkelijkheid en fictie elkaar zoals altijd
afwisselen, geheel passend in het
nucleaire tijdperk.
Britse verkiezingen zijn op komst. De in
Moskou wonende dubbelspion Kim
Philby wijst de Sowjet-leider op de
unieke mogelijkheid om Groot-Brittannië
onder Russische invloedssfeer te brengen.
Een geraffineerd plan wordt bedacht om
de kiezers in Engeland te manipuleren,
zodat er uiteindelijk een extreem-linkse
Britse premier wordt gekozen. Onderdeel
van het verkiezingsprogramma van de
Labourpartij is de afschaffing van
kernwapens. De Russen besluiten een
incident met een 'portable' kernbom uit
te lokken, om zo de Britse kiezers over te
halen massaal op de 'vredelievende'
socialisten te stemmen.
Wat doe je als je één van de
beroemdste spionage-schrij-
vers van deze tijd tijdens
diens bliksembezoek aan Ne
derland wilt spreken en je
mag kiezen tussen een af
spraak om negen uur 's mor
gens of één om half vijf in de
namiddag? Je kiest voor de
ochtend in de hoop de sporen
te ontlopen die de talloze an
dere gesprekken met colle
ga's zeker zouden hebben na
gelaten.
Het voordeel blijkt betrekkelijk.
Een dag tevoren vermeldde zijn
agenda zeven bezoekers; voor
deze dinsdag staan er vijf geno
teerd. Eenmaal gearriveerd in de
suite van de schrijver in het
hoofdstedelijke Amstelhotel valt
de schade mee. Frederick For
syth is, hoewel juist ontwaakt, de
bereidwilligheid zelve, laat een
onbijt aanrukken en is ogen
schijnlijk onaangedaan door het
vragenvuur van de voorgaande
dag.
Veelvoudig miljonair en tot in
de verste uithoeken van de aard
bol bekend, maar de schrijver is
gebleven zoals zijn boeken: recht
door zee, geen fratsen. De zoon
van een eenvoudige middenstan
der laat zich gemakkelijk her
kennen. Zijn recent verschenen
thriller 'Het vierde protocol' is
een nieuwe proeve van be
kwaamheid, geschreven op zijn
oude typemachine. Wat beweegt
een man, die schrijven haat, een
aardige bankrekening heeft en
zijn levensdagen roemrijk zou
kunnen slijten, tot een herha
lingsoefening?
Vreselijk
"Het is waar dat ik schrijven
vreselijk vind. Als er een soort
magische sleutel zou bestaan
waarmee een roman zo uit mijn
hoofd op papier zou komen, zou
mij dat zeer welkom zijn. Zolang
die er niet is, blijft het behelpen.
Het was dit keer weer precies als
altijd. Je loopt tegen een gegeven
aan, datje bezighoudt en dat zich
langzaam in je hoofd ontwikkelt
tot een mogelijk verhaal. Je
werkt het idee uit en op een ge
ven moment ben je rond. Dan
wordt het tijd voor de beslissing:
doen of laten? Als je iets dat goed
is hebt uitgewerkt, je hebt de re
search gedaan en het is op het
schrijven na klaar, dan is het al
gauw zonde om te zeggen: het
was een leuke ervaring, maar
schrijven vind ik nu eenmaal
vervelend, dus weg ermee. Daar
bij komt dat ik het zalig vind om
verhalen te vertellen. Dat is echt
het leukste wat er is. Vandaar
toch weer een nieuw boek".
- Hebt u schrijven altijd al ver
velend gevonden, ook als journa
list?
"Het onderzoek was steeds de
uitdaging. Het verhaal zien,
waaraan een ander voorbijgaat.
De feiten achterhalen en de con
currentie te snel af zijn. Het
schrijven moest. Ik was
nieuwsverslaggever. Het moest
allemaal in vijfhonderd tot maxi
maal duizend woorden. Voor een
beetje zaak heel weinig dus. De
jongens van de features en de bij
voegsels kregen twee maanden
om iets uit te zoeken en alle
ruimte om het te publiceren. By
ons nieuwsmensen was het: snel,
snel, morgen de krant in. Het
schrijven was maar een heel
klein onderdeel van het werk en
daardoor ook veel minder een
kwelling".
Puzzel
- De stijl in uw romans is ma
ger, zeker in verhouding tot die
in uw verhalen. Alles is onderge
schikt gemaakt aan de feiten.
"Maar die zijn ook het leukst.
Het is als een puzzel, alle stukjes
moeten uiteindelijk passen, alle
lijnen moeten bij elkaar komen.
Er zijn voor een schrijver vier
dingen om rekening mee te hou
den. Het verhaal, de karakteront
wikkeling van de personnages,
de beschrijving en de dialoog. Er
zijn schrijvers, zoals bijvoor
beeld Graham Greene, die mees
ters zijn in karakterontwikke-
van een plein in Pretoria. Van
daar: onderzoek. In dit geval ben
ik een dagje naar België geweest,
twee dagen naar Glasgow, vijf
naar Zuid-Afrika, maar in totaal
ben ik niet meer dan tweëenhal-
ve week van huis geweest De
rest kon ik in Engeland doen".
Deuren open
- Vroeger ging u ook onder
gronds, de onderwereld in. Met
uw huidige bekendheid kan dat
waarschijnlijk niet meer.
"Dat is veel moeilijker gewor
den, zo niet onmogelijk. Aan de
andere kant gaan er nu deuren
open die vroeger gesloten ble
ven. Mensen vinden het interes
sant om met een beroemde
schrijver te praten. Om al die
technische details, bijvoorbeeld
over zo'n kleine atoombom, bij
elkaar te krijgen, moet je met
veel deskundigen praten. Ook
dat valt mee, je bent niet echt
van het officiële circuit afhanke
lijk. Wetenschapsmensen voelen
zich doorgaans heel vrij om te
praten. En er zijn tal van mensen
die zich uit hobby met defensie
bezighouden. Als je ze hebt op
gespoord zijn ze heel bereidwil
lig. Ze vinden het enig om over
hun 'levenswerk' te vertellen.
Bovendien: in de VS is het hele
plan voor de bom op Hiroshima
nu openbaar en zijn zelfs, ik ge
loof door een stomme fout, de
plannen van Teller voor de wa
terstofbom gepubliceerd, dus
wat wil je nog meer".
- Het schrijven. Het is inder
daad een bijna journalistieke be
nadering. Als je uw beschrijving
van het Kremlin-circuit leest, is
het alsof je The Russians van He-
drick Smith onder ogen hebt.
"Ik heb dat boek gelezen na
tuurlijk. Kijk, het is zoals het is.
Ik kan het niet anders zien dan
hij".
Geen uitstapjes
- Het doorsnee detective-lezer
spubliek gaat aan u voorbij. Die
vinden uw boeken te zwaar, te m-
gewikkeld.
"Mijn publiek is niet in uitstap
jes geïnteresseerd. Ik kan halver
wege een boek natuurlijk wel
zeggen: en nu stoppen we de
handeling en lassen we een on
deugend weekeindje op het plat
teland in. Een zogenaamde ont
spannende liefdestoestand. Niet
omdat het verhaal het vereist,
maar gewoon omdat ik dat leuk
vind. Twintig pagina's verder
moet ik dan zeggen: weekend
voorbij, we pakken de draad
weer op en gaan met het verhaal
verder. Da's onzin natuurlijk, De
lezer raakt erdoor uit zijn con
centratie. Het werkt averechts.
Als ik een kort verhaal schrijf is
dat anders. Dan is er tijd voor de
zon achter de pijnbomen en het
mooi, mooi, mooi".
- Leest u boeken van collega's?
Ik lees Le Carré. Heel prettig is
dat. En Ted Allbeury. Als ont
spanning, want je gaat elkaar na
tuurlijk niet copiëren. Gorky
Park was prima, het Rode Plem
nog wel beter. Alleen die Rus-
sicshe namen hè. Ze hebben er
soms wel drie. Daar word je als
lezer gek van. Ludlum? T^ja, die
doet geen onderzoek. Op elke pa
gina staat minstens één fout.
Heel storend."
Leerzaam
- Ted Allbeury was zelf agent
bij de Britse geheime dienst. Hij
is ervan overtuigd dat de KGB al
zijn boeken leest, omdat ze er mis
schien wat van kunnen leren.
"Alle spionage-romans komen
uiteindelijk in Moskou terecht
Ik sprak eens met een hoge
KGB-offcier en die zei me: na
tuurlijk meneer Forsyth, ik ken
The Odessa File. De Jackhals
had-ie ook gelezen. Hij vertelde
me dat sommige passages ver
plichte leerstof waren tijdens de
opleiding van nieuwelingen. De
manier waarop de Jackhals aan
paspoorten kwam bijvoorbeeld.
Heel leerzaam vond ie dat Ik zei:
leuk, dank u, altijd tot uw dienst,
ling. Greene besteedt daar ook
veel tijd aan. Bij mij is het tachtig
procent verhaal en beschrijving.
Daar gaat het om. De overige
twintig procent is niet meer dan
een ruwe karakterschets. Over
John Preston, de man uit mijn
laatste boek, vertel ik niet eens
hoe hij er uitziet. Niet hoe lang
hij is, of hij blauwe of grijze ogen
heeft. Nauwelijks iets van zijn
achtergrond. Voor een held is dat
heel weinig. Er is wat dat betreft
in mijn boeken geen balans,
maar die aanpak blijkt toch po
pulair te zijn".
"Mijn lezers vinden kennelijk
ook dat het gaat om het mecha
nisme. Het verhaal moet lopen
als een horloge. De taal is niet li
terair of mooi. Het is zonder stijl.
Het is zoals in de kranten. Op de
man af, zelfs zonder spannende
woordkeus. De feiten doen het
werk. In korte verhalen is dat
heel anders. Daar zit je niet aan
feiten vast. Dan heb je niet het
probleem van sub-plots die in
één plot moeten samenkomen.
Hoe raar het ook klinkt: in korte
verhalen heb je de ruimte om een
zonsondergang te beschrijven.
In mijn romans is dat zonde van
de tijd".
Andropov
- Uw laatste boek speelt ten dele
in het recente verleden en loopt
door tot in 1987. Andropov en
Tsjernenko zijn dood, er is een
nieuwe leider in de Sowjet-Unie.
U beschrijft hem als een oude zie
ke man, zittend in een wagentje
en met een ondoorgrondelijke
blik. Een man die kortom als
twee druppels water lijkt op
Andropov. En uw oud-collega's
maar in de kranten schrijven dat
als Tsjernenko dood gaat, de jon
ge generatie Gorbatsjov en Ro
manov het roer zal overnemen. Is
dat niet een beetje een al te cliché
matige benadering van de fei
ten?
Laat ik eerlijk zijn. Tijdens het
schrijven van 'Het vierde proto
col' kwam ik in grote problemen.
Ik wilde een verhaal aannemelijk
maken waarin de Sowjet-leider,
zonder de KGB erin te betrek
ken, samen met Philby, de over
gelopen Britse spion die als kolo
nel bij de KGB had gewerkt, een
complot beraamde dat in Enge
land moest worden uitgevoerd.
Wat lag er meer voor de hand dan
Andropov als leider te kiezen.
Die man was hoofd van de KGB
geweest en kende Philby per
soonlijk en het zou dus logisch
zijn geweest dat hij hem voor een
dergelijk complot in de arm zou
nemen. In de eerste versie heette
de Russische leider dus gewoon
Andropov, die zoals we allemaal
weten ziek was, in een wagentje
zat en zo'n blik had. Toen ging
Andropov dood. Dat was natuur
lijk niet sportief van hem. Had-ie
nog een paar jaar geleefd, dan
was er niks aan de hand ge
weest".
"Tsjernenko kwam, een man
die Philby nooit gekend kon
hebben. Hij is van oorsprong
een aparatsjik uit de provincie
en zou als insider in het Centrale
Comité nooit een dergelijk com
plot hebben gemaakt. Ik moest
dus doen alsof Tsjernenko ook
was overleden en hij een oude
opvolger had gekregen die ook
bij de KGB had gewerkt, wilde
ik mijn verhaal aannemelijk hou
den. Maar je hebt gelijk, straks is
er waarschijnlijk een jonge op
volger, hoewel in dat land niets
zeker is en het zelfs in dat geval
nog de vraag is of er wat veran
dert. Met Andropov heb ik moe
ten smokkelen, maar het deert
het verhaal verder niet, dacht
ik".
- Hoe ontdekte u het bestaan
van dat vierde protocol
"Het idee kreeg ik twee jaar ge
leden toen iemand mij tijdens
een lunch over het bestaan van
het protocol vertelde. Ik wist van
het non-proliferatie Verdrag te
gen de verspreiding van kernwa
pens niets af en wist dus ook
niets van dat protocol. Het klonk
ongeloofwaardig, hoewel ik wel
wist dat verdragen geheime pro
tocollen kenden. Ik ben het gaan
uitzoeken en stuitte toe inder
daad op zo'n afspraak, waarin,
voor het geval dat technisch ooit
mogelijk zou zijn, de onderteke
naars van het verdrag zich ver
plichtten nooit kleine kernwa
pens op eikaars grondgebied in
te voeren. Het ging daarbij om
hele kleine portable bommen,
die je eenvoudig in een diploma
tenkoffertje kunt vervoeren.
Waanzinnig natuurlijk, als zoiets
zou kunnen. Ik dacht: daar zit
een verhaal in. Want als je zulke
bommetjes kunt maken, waar
voor hebben we dan in hemels
naam die kruisraketten nog no
dig".
Feiten
- Rode draad in het boek is de
radicalisering van de Britse La-
bour-partij. De beschrijving van
het politieke proces heeft een
voortdurende ondertoon van cy
nisme. U laat één van de leiders
van de geheime dienst zeggen dat
politci in dromenland leven en
spionnen als enigen de realiteit
"Ik ben natuurlijk niet noodza
kelijk de stem van mijn karak
ters. Wat de man in mijn boek
zegt, heb ik in werkelijkheid uit
de mond van zo iemand opgete
kend. De spionagewereld is, in
tegenstelling tot wat de mensen
denken, geen fanatasiewereld.
Een agent die wel in die sfeer zou
handelen, is een slechte agent en
redt het niet. Politici kunnen rus
tig roepen dat er volgend jaar
weer volledige werkgelegenheid
is, terwijl iedereen weet dat dat
onzin is. Spionnen moeten zich.
aan de feiten houden en hebben
niets aan illusies. Dat is de les
van de geschiendenis. Je kunt
onderhandelen, verdragen ma
ken, maar landen zijn altijd bezig
daar onderuit te komen, als ze
een voordeel zien. Met die reali
teit moeten spionnen werken.
Terwijl politici kunnen zeggen:
kijk eens wat een mooi verdrag".
- U was ook politiek redacteur.
Dat is vermoedelijk de snelste
manier om cynisch te worden.
"Tja, dat is zeker waar. Ik ben
op zijn minst sceptisch, maar ik
blijf een democraat. Ik heb in
Oost-Duitsland gewoond en in
het Spanje van Franco. Ik ken
extreem links en extreem rechts,
dus niemand hoeft mij iets te
zeggen: het is allemaal hetzelfde
en voor democratie is nooit iets
beters bedacht. Maar dat neemt
natuurlijk niet weg datje somber
wordt als je naar Labour kijkt
Die radicalisering is al sinds 1973
aan de gang. Veel communisten
zijn partijlid geworden. Het is de
vraag of één man, of die nu Mi
chael Foot of Neil Kinnock heet,
die ontwikkeling kan keren. Ik
zie dat, registreer de feiten en
maak een verhaal over waartoe
die ontwikkeling mogelijk kan
leiden".
Geen partij
- Een verhaal met een profeti
sche inslag, zoals dat voor al uw
boeken geldt.
"Het gaat mij om het verhaal,
om wat mogelijk is of kan zijn. Ik
kies geen party, daar zitten mijn
lezers niet op te wachten. Als ik
naar het conflict in de mijnen
kijk, dan erger ik me net zo hard
aan het optreden van de werkge
vers en de regering, als aan de
brutaliteiten van de stakers, die
werkwilligen aanpakken. Ik voel
me uiteindelijk niet persoonlijk
betrokken bij het politieke be
drijf. Ik ben geen lid van een par
tij en zal het ook nooit worden".
Onderzoek is een vitaal on
derdeel van uw werk. Als u in een
bijzin een straat beschrijft in
pakweg Lugano, dan bent u er
waarschijnlijk even gaan kijken.
"Zeker, ik ga overal naartoe en
praat met iedereen. Als ik schrijf
dat de portier van het Amstelho
tel - noem eens wat - Jansen heet,
dan is het leuk te horen dat lezers
zeggen: verdraaid, het is waar.
Die man heet echt Jansen. Een
Zuidafrikaan zal het een worst
wezen, maar die ergert zich weer
aan een verkeerde beschrijving
door Ton van Brussel en Margot Klompmaker