Een tastbare herinnering
aan de Tachtigjarige Oorlog
m
Waalse kerk in Leiden bestaat 400 jaar
mm
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1984
door Gerard van Putten
De Waalse kerk in Leiden bestaat 400 jaar. Eens een kerk die dienst deed als geestelijk
opvangstcentrum van uitgeweken Waalse en Franse protestanten, geldt de gemeente
vandaag de dag als een Franstalige enclave in Hervormd Nederland. Predikant, kerkeraad,
alsmede de 40 belijdende gelovigen en de 60 vrienden staan binnenkort stil bij vier eeuwen
rijke historie. Maar ook bezint men zich op de toekomst van de kerk, door buitenstaanders
dikwijls beschouwd als een kerkelijk taaiinstituut. „Moeten we als zelfstandige gemeente
doorgaan?", is de hamvraag die menig lid van de Waalse kerk bezighoudt. Inmiddels is
begonnen aan de restauratie van de Gasthuiskerk, „dat is een teken van hoop". Twee
herdenkingsbijeenkomsten (op woensdag 14 november 1984 en op zondag 18 november) in
de Lokhorstkerk vormen de viering; elementaire kennis van het Frans is vereist om alles te
kunnen volgen.
Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad
In hoofdzaak de nalaten
schap van een vier eeuwen
omspannende historie be
paalt de instandhouding van
de Waalse kerk. Al te lang
staan predikant, kerkeraad
en lidmaten van deze Frans
talige enclave in Hervormd
Nederland dezer dagen niet
stil by de herdenking van het
400-jarig bestaan, de gemeen
te bezint zich vooral op de
toekomst. Eens in Leiden
geestelijk onderdak biedend
aan 5000 gelovigen, is de
structureel teruglopende ani
mo voor een zondagse kerk
gang ook de open deur van
l'Eglise Wallonne niet voor
bijgegaan.
Maar vooralsnog regeert het
optimisme de 40 belijdende le
den en 60 meelevende vrienden.
Met enig gevoel voor symboliek
wordt verwezen naar de op 22
oktober begonnen restauratie
van de Gasthuiskerk aan de
Breestraat als teken van hoop op
een lang geestelijk leven na de
vierde eeuwviering.
„Uit ons besluit tot restauratie
van het kerkgébouw spreekt ver
trouwen in de toekomst", zegt
dr. Henk Jan de Jonge, diaken
en tevens lid van de restauratie-
commissie. „Zouden we dat niet
hebben gehad, dan waren we er
niet eens toe overgegaan".
Met de opknapbeurt van het in
1819 officieel in gebruik geno
men gebouw is een bedrag van 2
miljoen gulden gemoeid. Monu
mentenzorg subsidieert tachtig
procent van de kosten, het res
tant dient zelf te worden opge
bracht. Traditiegetrouw blijken
de leden offervaardig, in weerwil
van de kleinschaligheid wil de
gemeenschap de Waalse kerk
koste wat het kost behouden. Op
30 september zag het buiten
beentje van de Leidse kerkelijke
familie zich geplaatst voor een
ongedekt bedrag van 310.000 gul
den, nog geen twee maanden la
ter gaapt er een gat van hooguit
twee ton.
Facelift mmhum
Niemand uitgezonderd zyn de
broeders en zusters ervan over
tuigd dat de rekening vodr de 'fa
celift' van hun kerk verre over de
viering van het 400-jarig bestaan
kan worden getild. Door de jaren
heen immers heeft 'l'Eglise Wal-
lone de Leyde' zichzelf weten te
bedruipen, ook nu het aantal vol
gelingen een fractie bedraagt van
het omvangrijke legioen lidma
ten dat in de zeventiende eeuw
trouw zwoer aan de kerk. „Nor
maal gesproken", weet diaken
De Jonge, „kunnen we de eind
jes aan elkaar knopen. Maar de
restauratie groeit ons enigszins
boven het hoofd".
Voor de verandering blijkt steun
van buitenaf dan ook noodzaak.
De Waalse kerk heeft inmiddels
75.000 gulden weten aan te boren
uit fondsen als de Stichting Jan
de Laterfonds en het dr. Hendrik
Mullers Vaderlandsfonds, een
beroep zal ook worden gedaan
op de vrijgevigheid van onder
meer het Prins Bernhardfonds.
Maar zelf doet het consistorie
ook een duit in het zakje van het
restauratiefonds. Overijverig
brengt de kerkeraad etsen van
kunstenaar Piet de Boer aan de
man tegen een kostprijs van 50
gulden per stuk. Uiteraard heb
ben de bestuurders zich al van
een dergelijke prent van de Gast
huiskerk in het bezit gesteld, al
was het maar om het goede vpor-
beeld te geven.
Niet-ingewijden kijken vaak
vreemd aan tegen de Waalse
kerk, waar alleen de voertaal
Frans het verschil bepaalt met de
Nederlands Hervormde Kerk.
De volksmond spreekt daarom
nogal eens van een kerkelijk taai
instituut met elitaire uitstraling,
waar hervormden op afkomen
die willen koketteren met hun
kennis van de Franse taal. „Het
is een mythe", zegt pasteur Ribs,
„dat de Waalse kerk een elite
kerk is. Tien jaar geleden was dat
in Den Haag misschien nog wel
het geval. Daar zag je nog ouder
lingen in zwarte pakken. Bij ons
zie je niet alleen professoren en
dokters".
De Jonge: „In geen geval wil
len wij separatistisch zijn. In on
ze kerk zijn alle lagen van de be
volking vertegenwoordigd. On
der ons zijn ook werkloze huis
moeders. Er is niets elitairs aan
dat er in het Frans wordt ge
preekt In onze kerk wordt die
„Maar er zijn er ook, die jaarlijks
drieduizend gulden aan onze
kerk bijdragen. Dat neemt niet
weg dat wij vooral leven van de
gelden en bezittingen die onze
voorouders hebben nagelaten".
De Waalse kerk laat in het mid
den hoe groot die nalatenschap
is. Maar als Ribs stelt dat „we
niet zonder onze fondsen kun
nen" is er weinig fantasie voor
nodig om te veronderstellen dat
de erfenis van vervlogen dagen
in de tonnen, zo niet meer, moet
lopen. De Jonge: „Bepaalde be
zittingen hebben we belegd, an
dere verkocht. Zoals in 1973 het
pand Pieterskerkhof 40, waar
destijds de Waalse bibliotheek
was gevestigd. Een geweldige
bouwval was het, leverde de
Waalse kerk tachtigduizend gul
den op. Maar los daarvan hebben
we de laatste tien jaar steeds een
tekort op de balans gehad. We te
ren in op onze bezittingen, we
hopen maar dat de coryunctuur
straks gaat aantrekken".
landstalige hervormde kerk. De
komst van de Waalse vluchtelin
gen, die eerder hun persona non
grata verklaarde predikant Jac
ques de la Drève naar Brugge
waren gevolgd, vroeg in Leiden
om de stichting van een Fransta
lige kerkelijke organisatie.
Tweede generatie mh
Voordien waren er in Leiden
overigens al geregeld godsdien
stoefeningen in de Franse taal
gehouden. Door Guillaume le
Feugeray, de eerste theologische
hoogleraar aan de Leidse univer
siteit. In 1578 was hy daarmee
begonnen. Met instemming van
prins Willem van Oraiye die het
belang onderkende van een ere
dienst, uitgesproken in een we
reldtaal. Een jaar later benadruk
te hij schriftelijk zijn opvatting
over een dergelijke samenkomst
die „grootelyck dient den genen
die de spraecke van den lande
nyet en verstaen ende andere,
van de Nederlandse cultuur. In
het verlengde van die 'verneder
landsing' lag de vrij massale
overloop van de tweede genera
tie naar de Nederlands Hervorm
de Kerk.
Niettegenstaande die uittocht
had het consistorie van de Waal
se gemeente rond 1700 de groot
ste moeite de gelovigen onder te
brengen in de Vrouwekerk en in
de Gasthuiskerk, die rond 1635
als tweede kerk in gebruik was
genomen. Vijfduizend 'frères' en
'soeurs' wentelden zich begin
achttiende eeuw in de schoot van
de kerk, onder hen talloze Franse
hugenoten die na 1685 naar Lei
den waren uitgeweken.
Bloot hadden ze in hun thuis
land gestaan aan vervolging, inti
midatie en plundering. Het Edict
van Nantes had hun in 1598 vrij
heid van godsdienst beloofd,
maar allengs werden de protes
tanten in Frankrijk gezien als pa
ria's. Opgejaagd werden ze, ver
vloekt. Voor het gemak sloot ko-
onderkomen in Leiden. Berooid
waren ze, straatarm. De diaconie
van de Waalse kerk legde er eer
in de noden van de behoeftigen
te lenigen met de voorziening
van brood, brandstof en kleding.
In die dagen werd het saamho
righeidsgevoel, de Waalse kerk
eigen, geheel in de sociale zorg
gestopt. Diaconiescholen open
den hun deuren, een weeshuis en
een armenbakkenj kwamen al
evenzeer ter beschikking van de
lidmaten. Bejaarden kregen
huisvesting in drie hoQes (De
Jonge: „Het Jean PesynshoQe
valt nog onder het regentschap
van de Waalse kerk. Het behoort
niet tot het bezit van de gemeen
te, het Jean Pesynshofje is on
dergebracht in een aparte stich
ting"), later volgde nog de bouw
van een ziekenhuis.
Maar alle activiteiten konden
de intussen in gang gezette uit
holling van het ledenbestand
niet stoppen. Bij gebrek aan een
blijvende toevloed van vluchte
voeld, nu menig scholier hier te
lande de Franse taal niet wenst
onder te brengen in het keuze
pakket.
Citaat uit een artikel van H.J.
de Jonge, verschenen in de okto-
beruitgave van Hervormd Lei
den: „Natuurlijk is het ogenblik
gekomen dat de Waalse kerk zich
moet afvragen of zij als aparte ge
meente moet voortbestaan. De
vraag dient voorzichtig te wor
den beantwoord. Zeker, het eni
ge dat de Waalse kerk onder
scheidt van de Nederlands her
vormde kerk (waarvan ze trou
wens deel is) is de taal. Haar taal
is haar identiteitsbewijs, tevens
het teken van het ontstaan der
hervormde kerk als gehéél uit
verdrukking en vervolging".
Moedertaal
Als Fransman legt dominee
Ribs merkwaardig genoeg min
der dan De Jonge („Het staat
vast dat sommige protestanten
voor het Frans naar onze kerk
komen. Dat geeft niet, als het
evangelie maar overkomt") de
nadruk op het gebruik van rijn
moedertaal. Op huisbezoek be
dient hij zich bij voorkeur van
het Nederlands. „Ik ben tweeta
lig. Zodra ik merk dat iemand in
het Frans gaat stotteren, schakel
ik over op het Nederlands. Zou
ik eisen dat problemen en emo
ties in het Frans moeten ver
woord, dan was ik elitair bezig.
Belangrijker dan het Frans zijn
de subjectieve factoren die de in
standhouding van de Waalse
kerk kunnen bepalen. Het is een
kleine gemeente, niemand stapt
er anoniem rond, voor iedereen
is er aandacht".
Gehecht als De Jonge is aan de
voertaal van de Waalse kerk,
heeft hij zichtbaar moeite met
het standpunt van de dominee.
Een pittige discussie ontspint
zich, de diaken wijst er op dat de
bestaansgrond van de Waalse
kerk rust op het Frans. „Die taal
legt de enige link met het verle
den". Sprekend vanuit de prak
tijk van alledag, laat Ribs zich
niet van zijn 'geloof afbrengen.
„Gevoelens en religieuze bele
ving laten zich in een vreemde
taal moeilijk onder woorden
brengen", repliceert hij. „Moet
iemand eerst naar woorden zoe
ken, dan is het persoonlijk con
tact al weg nog voor het gesprek
is begonnen". De Jonge bekeert
zich na die uitspraak tot de visie
van zijn dominee, de discussie is
gesloten. „Dat de dominee zich
in het persoonlijke contact met
de gemeenteleden bedient van
het Nederlands", doceert De
Jonge, „geeft aan dat wij een
echte kerk willen zijn en geen
museum. Zolang er middelen
zijn, gaan we door. We zouden er
onmiddellijk mee stoppen, als er
geen geld meer was. Zonder
spijt. De taak van een kerk is het
in stand houden van het evange
lie, niet om zichzelf in stand te
houden".
Dominee Ribs knikt, aan de
vooravond van de vierde eeuw
viering zijn de heren het defini
tief eens geworden.
De vestiging van buitenlandse
bedrijven in Leiden zou de Waal
se kerk niet onwelkom zijn, meer
bepaald ondernemingen van
Franstalige signatuur. Al heeft
De Jonge vanwege zijn histori
sche besef een hang natar traditie,
grif erkent hij ook dat het be
staansrecht van de Waalse kerk
voornamelijk is gestoeld op de
toeloop van protestante franco-
fielen, buitenlanders en studen
ten. Van oorsprong een vluchte
lingenkerk voor vervolgde Waal
se en (later) Franse protestanten,
blijkt enige emotionele binding
met de ontstaansgeschiedenis
amper aanwezig. De Jonge wijst
er dan wel op dat de geloofsbelij
denis van de meeste reformatori
sche kerken geheel en al is ont
leend aan het Waalse geschrift, in
1561 opgesteld door de Doornik-
se dominee Guido de Bres, hij
zegt ook eerlijk dat de Waalse
kerk in Leiden geen families
meer telt die vanaf de oprichting
ononderbroken lid zijn. „De lijn
werd altijd wel een keer doorbro
ken. Wel zijn er nazaten van die
uitgetredenen teruggekomen.
Onder de leden zitten dan ook
nogal wat mensen die een Franse
naam hebben".
Herinnering
De Waalse kerk is in feite een
tastbare herinnering aan de
Tachtigjarige oorlog. In 1566 wa
ren de Nederlanden in hevige op
stand gekomen tegen het dicta
toriale regime van de Spaanse
koning Filips II. Motieven van
politieke, sociaal-economische
en religieuze aard lagen ten
grondslag aan dat verzet, later in
geschiedenisboekjes aangeduid
met de even fraaie als onheilspel
lende benaming 'Beeldenstorm'.
Aangevoerd door Willem van
Oranje slaagden de voor gods
dienstvrijheid strijdende opstan
delingen erin achtereenvolgens
Den Briel (1572), Alkmaar (1573),
Middelburg en Leiden (1574) en
Amsterdam (1578) te ontdoen
van het Spaanse bewind, dat
geen ander geloof dan het katho
licisme gedoogde.
Het bevrijde gebied oefende
een magnetische aantrekkings
kracht op de protestante bewo
ners van het nog bezette Vlaan
deren, Brabant en Henegouwen.
Juist daar had de hervorming
zich sinds 1560 sterk verbreid.
De Unie van Atrecht, het opM7
mei 1579 gesloten verdrag tussen
enkele katholieke streken in de
Zuidelijke Nederlanden, stond
evenwel geen openlijke voor
keur voor het protestantisme toe.
De calvinistische predikanten
werden het land uitgezet. Al
thans naar buiten toe moesten de
achtergebleven geloofsgenoten
zich loyaal opstellen ten aanzien
van het katholicisme. Op straffe
van lijfsdwang eiste de Unie van
Atrecht tevens onherroepelijke
gehoorzaamheid aan het gezag
van Filips II.
Een volksverhuizing naar het
niet langer aan Spanje onderwor
pen Nederland kwam op gang.
Zeker, nadat het aanvankelijk
ontzette Brugge op 20 mei 1584
was heroverd door de Spaanse
veldheer Parma. Niet gehinderd
door taalproblemen lieten de
Vlaamse calvinisten zich gemak
kelijk aansluiten by de Neder-
Diaken De Jonge: "De Franse
taal is onze enige bestaans
grond".
Pasteur Ribs: "Het is een mythe
dat wij elitair zijn".
taal gebruikt om de herinnering
aan de oorsprong van de refor
matie levend te houden. Boven
dien willen wij geestelijk onder
dak bieden aan de vele vreemde
lingen die in Leiden en omge
ving wonen. In zo'n stad behoort
een kerk te zijn, waarin een
dienst in de vreemde taal wordt
opgedragen".
Offervaardigheid hh
Het gebeurt maar zelden dat
pasteur Daniel Ribs op een zon
dag meer dan 25 geloofsgenoten
voor zich ziet verschijnen. Ook in
de veertien andere Nederlandse
plaatsen waar een Waalse kerk is
gevestigd, neemt het kerkbezoek
gestaag af. Maastricht sluit bin
nenkort de poort. Ribs besteedt
twintig procent van zijn werktijd
aan Arnhem, waar de gemeente
leden niet langer een dominee
konden bekostigen. Tot op de
dag van vandaag heeft Leiden
zich wél het jaarlijkse offer van
een ton voor een predikantplaats
(tractement dominee inclusief
sociale lasten; de pastorie, de
kosterswoning en de verplichte
afdrachten aan de Nederlands
Hervormde Kerk) kunnen ver
oorloven.
„De offervaardigheid van de
gemeenteleden is groot", bena
drukt diaken De Jonge nog
maals. De uit Straatsburg afkom
stige, via Haarlem in Leiden op
de kansel gekomen dominee
weet dat ook. „De gemiddelde
bijdrage is duizend gulden per
jaar", laat Ribs zich ontvallen.
t.
willende leeren de voorsegde
Franchoische spraecke'.
Willem van Oranje heeft de in
stallatie van de Waalse kerk niet
meegemaakt. Pas twee maanden
na zijn dood, op 9 september
1584, kende de toenmalige Leid
se burgemeester de Waalse kolo
nie de Onze Lieve Vrouwekerk
in de Haarlemmerstraat als bede
huis toe. Jacques de la Drève,
heette de eerste predikant.
De Waalse immigranten, veelal
werkzaam in de textielindustrie,
vormden in Leiden een besloten
gemeenschap. Ze woonden
dichtbij elkaar, in het noordelijk
deel van de stad, onveranderd
communiceerden ze in hun moe
dertaal. Maar hun kinderen ge
raakten wèl in de invloedsfeer
ning Lodewijk XIV alle protes
tantse scholen, hij hief vrijplaat
sen op en ontzette de hugenoten
uit hun ambten. De terreur dien
de als pressiemiddel om de huge
noten aan de roomse kerk te kop
pelen. In 1685 herriep Hendrik
IV, de troonopvolger van Lode
wijk XIV, het Edict van Nantes;
protestante kerken werden toen
afgebroken, hervormde diensten
verboden, predikanten kregen
het bevel binnen twee weken
hun heil elders te zoeken.
Berooid
In het spoor van hun voorgan
gers emigreerden 200.000 protes
tanten, 70.000 zetten voet op de
bodem van de Noordelijke Ne
derlanden, 1800 van hen zochten
lingen uit het zuiden verloor
l'Eglise Wallonne gaandeweg
zijn bestemming als vluchtelin
genkerk. Eens goed voor zes pre
dikantsplaatsen, heeft de ge
meente sinds 1927 nog de be
schikking over één pasteur.
Tijdens de sobere viering van
400 jaar Waalse kerk (De Jonge:
„We hebben die twee maanden
uitgesteld om meer mensen te
trekken; in september waren er
nog met vakantie") zal de ge
meente even stilstaan bij de his
torie. Maar meer nog dan met het
verleden houden predikant, con
sistorie en lidmaten zich straks
bezig met de toekomst. Nu nog
bestaat er een administratieve re
latie met de Nederlands her
vormde kerk. Maar de dreiging
van totale annexatie wordt ge-