Rembrandt, boeiend leermeester Interessante expositie over kwaliteitskwestie Expositie in zijn vroegere Amsterdamse huis Mari Andriessen wel een meester, geen vernieuwer 'Hadjememaar'1 gouden greep van Nooy's Volkstheater Den Haag spaart musea DONDERDAG 8 NOVEMBER 1984 Bij Rembrandt in de leer. Tentoonstel ling in het Rembrandthuis in Amster dam, Jodenbreestraat 4-6. Openingstij den: dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, zondag 13.00 tot 17.00 uur. Tot 7 januari. Rijk geillu- streerde catalogus, prijs 15 gulden. AMSTERDAM (GPD) - Onze gro te zeventiende eeuwse meester in de schilderkunst Rembrandt heeft heel wat leerlingen gehad. Het pre cieze aantal staat weliswaar niet vast, maar er zijn voldoende gege vens bekend waaruit dat blijkt. Uit laatste onderzoekingen is naar vo ren gekomen dat het er ten minste veertig zijn geweest. Over Rem brandt als leraar gaat de tentoon stelling in het Rembrandthuis in Amsterdam. Bij Rembrandt in de leer voert de bezoeker binnen in het vermoedelijke atelier van de kunstenaar, laat zien hoe Rem brandt het werk van zijn leerlingen verbeterde en hun voorbeeld was. door Frans Keijsper Geld stinkt niet, zal Rembrandt hebben gedacht, want het leerlin gental leverde hem klinkende munt op. Daar waren allereerst de lesgelden die zeker op zo'n 100 gul den per jaar per leerling neerkwa men en daarnaast de inkomsten uit de verkoop van werk van leerlin gen. Dat laatste lijkt ons een beetje vreemd, maar dat is het niet. Het was destijds een normale zaak dat de werkstukken die de leerlingen maakten toebehoorden aan de meester - er was immers nog spra De verkondiging aan Maria, tekening van Constantijn Daniël van Re- nesse met correcties van Rembrandt. Let op de groter gemaakte engel en de dikke lijnen op de achtergrond links. Rembrandt tekende hierin geslo ten luiken (Foto GPD) ke van gilden. En Rembrandt wist met de verkoop van zijn en ander werk best de weg; hij was ge trouwd met Saskia van Uylen- burgh, nichtje van de bekende Am sterdamse kunsthandelaar Hen- drick Uylenburgh. In zijn inleiding in de fraaie en handzame catalogus, die bij deze tentoonstelling is uitgegeven, ver telt Peter Schatborn iets over de stijl die de leerlingen zich aanma ten. Voor de hand ligt dat zij die van Rembrandt overnamen, zeker tijdens hun leertijd. Het was im mers de gewoonte onder meer ko pieën te maken van het werk van hun leermeester, die immers als het grote voorbeeld gold. Dat had dus een onderwijzende betekenis, maar ook zat er de gedachte achter op die manier de beschikking te krijgen over kopieën. Die konden dan eventueel worden verkocht. Trouwens, ook Rembrandt zelf maakte kopieën, zoals van zijn leermeester Lastman, Italiaanse schilders en Indiase miniaturen. Later bekende schilders zijn bij Rembrandt in de leer geweest zo als bijvoorbeeld Gerard Dou, Aert de Gelder. Nicolaes Maes en Govert Flinck. Van de eerste twee is bekend dat zij hun leven lang in Rembrandts stijl doorgingen, de andere twee daarentegen veran derden die drastisch. Een van de beroemdste leerlingen van Rem brandt was Ferdinand Bol, ook hij schilderde eerst in de stijl van Rembrandt, maar wijzigde die ver volgens. Met Rembrandt had hij gemeen dat hij ook etste. De tentoonstelling maakt diver se aspecten van het tekenonder wijs aanschouwelijk. Zo zien we aan het begin de meester zelf ten voeten uit, gekleed in schildersjas en op een ets zit hij al schetsend voor het raam. Dergelijke zelfpor tretten treffen we vervolgens ook aan van leerlingen als Willem Drost, vermoedelijk Nicolaes Maes en de schilder-dichter Heyman Dullaert. Het kan niet anders of ons wordt een blik gegund in het atelier waar in Rembrandt stond les te geven. Het is een tekening van een leer ling die een aantal kunstenaars in spe laat zien, bezig een naaktmodel te vereeuwigen. Gebruikelijke ate lierattributen als gipsen koppen kijken op het zwoegend gezel schap neer, terwijl Rembrandt half over de schouder van een leerling meekijkt. Een mooi voorbeeld hoe een leerling een idee van Rembrandt interpreteerde - er toch net iets anders van maakte - is de pen- en penseeltekening van een zittend mannelijk naakt. De oorspronkelij ke ets van Rembrandt over dit on derwerp is gekopieerd, zij het dat de houding van hoofd en benen enigszins is gewijzigd en enkele details zijn weggelaten. Helemaal interessant wordt het als rechtstreekse ingrepen van Rembrandt zelf zijn te onderken nen. Duidelijke voorbeelden van Rembrandts verbeteringen zijn bij voorbeeld de pen-penseeltekenin- gen van Constantijn Daniël van Renesse: De profeet Gad laat Da vid zijn straf kiezen en Job, zijn vrouw en zijn vrienden. Opvallend zijn Rembrandts correcties met krachtige lijnen die de voqrstelling sprekender maken. In andere ge vallen geeft Rembrandt meer per spectief aan het onderwerp, of maakt hij het dramatischer, zoals in De Verkondiging aan Maria, eveneens van Van Renesse. De en gel op die tekening is veel forser neergezet. Bij Rembrandt in de leer maakt aanschouwelijk dat tekenen vooral ook ploeteren is. De tekeningen en prenten zijn alle van een uitvoerige tekst voorzien, een aparte vitrine exposeert oude tekenmaterialen en geeft uitleg over wat er zoal in Rembrandts atelier werd gebruikt. Rembrandt verwachtte kennelijk van zijn leerlingen dat ze gecon centreerd bezig waren, want uit de schriftelijke overlevering blijkt dat zij in afgeschotte ruimten moesten werken. Volgens een gezegde is de natuur de leermeesteres van de kunst, welnu, Rembrandt was een uitstekende assistent van die na tuur. Leidse kunsthistoricus in proefschrift: LEIDEN - Het werk van de beeldhouwer Mart Andriessen (1897-1979) kenmerkt zich door een persoonlijk meesterschap. Hij is een typisch mo delleur en heeft een herkenbare stijl, met de snel opgebrachte, lichtvan- gende vlekjes. Binnentekening en contour zijn belangrijker dan het plas tisch volume. De ingetogenheid van Andriessens werk heeft met zijn aard te maken; het is een eigenschap die de meeste beeldhouwers van zijn generatie kenmerkt. Louk Tilanus concludeert dit in zijn proefschrift 'De beeldbouwer Mari Andriessen' waarop hij vandaag aan de Leidse Universiteit promoveerde tot doctor in de letteren. Andriessen werd vooral bekend door zijn Man voor het vuurpeleton en de Dokwerker. Oorlog en verzet waren de belangrijkste inspiratiebron nen voor zijn grote werken. De uitstraling naar jongere beeldhouwers was volgens Tilanus beperkt, vooral omdat de non-figuratieve beeldhouwkunst zo in de belangstelling kwam te staan. 'Het sterkst was Andriessen in het scheppen van indivi duele figuren. Door het individuele is zijn werk niet aleen persoonlijk, maar ook autobiografisch. Hij streefde naar verandering en nieuwe uit- beeldingsvormen, maar Andriessen was geen vernieuwer. Als hij dat was geweest, zou hij niet zo veel opdrachten hebben gekregen', aldus de kunsthistoricus Tilanus. Deze schetst zijn proefschrift een portret van Andriessen, waarin hij de ontwikkeling van de na-oorlogse beeldhouw kunst in Nederland volgt aan de hand van ongepubliceerd materiaal. Een belangrijk deel van het boek wordt ingenomen door de afbeeldingen van het werk van Andriessen, terwijl tevens een catagolus van zijn werken is opgenomen. In het Haarlemse stadhuis wordt tot 7 december de expositie 'Van klei tot brons', ontwerpen en schetsmodellen van Mari Andriessen, gehou den. Prins Bernhard naar Gala '84 DEN HAAG/RIJNSBURG (ANP) - Prins Bernhard woont vanavond in de veiling 'Flora' in Rijnsburg het 'Wereld Natuur Fonds gala 1984' bij. Hij krijgt daar een cheque aangeboden voor het Wereld Natuur Fonds ten behoeve van de actie 'Redt de planten, redt het leven' HERMANN HESSE-PRIJS - De Hermann Hesse-prijs voor letterkunde, een van de belangrijkste onderscheidingen op literair gebied in de Bondsrepubliek waaraan een bedrag van 12.000 mark is verbonden, is in Karlsruhe toegekend aan de schrijfster Natascha Wodin in Neurenberg. De onderscheiding betreft Wodins in 1983 verschenen eerste roman, T)ie Glaserne Stadt'. In Haags Gemeentemuseum Gemeentemuseum, Stadhouders- laan 41, Den Haag. Tot en met 6 ja nuari. Geopend: di. t/m za. van 10-17 uur; zo. en feestdagen van 13-17 uur; eerste kerstdag tot 16 uur en op nieuwjaarsdag gesloten. DEN HAAG - Op de uitnodi gingskaarten voor de opening van 'onbeschreven en beschre ven kwaliteit' prijkt een foto van het reliëf 'Eer het God'lijk licht in d'openbaringen van de kunst' van W.A. van Konijnenburg. Dit beeldhouwwerk uit omstreeks 1940 hangt in de hal van het Haags Gemeentemuseum, en toont een reuzen-vrouw met nimbus die docerend omhoog- wijst terwijl mannen en vrouwen met gevouwen handen aan haar voeten neerknielen. Het werk stamt uit een tijd daarin veel mu sea nog uitgesproken ideeën koesterden over wat kunst, en in het bijzonder kwaliteitskunst is, en het ais hun taak beschouwden het volk te verheffen. Na de Tweede Wereldoorlog ontstaan in musea speciale edu catieve diensten. Aanvankelijk volgden deze een koers tussen volksverheffing en publieksbe geleiding in. Langzaam maar ze ker veroverde de nederigheid de harten van de educatievelingen, en zijn zij zich gaan werpen op het verschaffen aan het publiek van véél achtergrondinformatie en voorèl véél stof ter discussie. Niet eens zo héél erg lang gele den was de situatie nog veelal zo, dat men - voor de gelegenheid speciaal gekleed in jacquet met hoge hoed - naar het kunstmu seum toog in het volste vertrou wen aldaar 'schoone qualiteits- konst' in opperste rust te zullen kunnen genieten. Tegenwoordig loopt de bezoe ker grote kans te wprden ontvan gen door in tuinbroek gehulde sociologen die stapels informa tieve teksten en luidruchtige vi deotapes aanreiken en de gepre senteerde kunstuitingen in tallo ze contexten trachten te plaat sen. Die getoonde kunstuitingen zijn vaak 'fascinerende nieuwe creaties', of ook wel - waarom niet? - massacultuurgoederen (de stoel en de suikerpot die u thuis ook hebt staan). Groot is de huiver geworden om absolute uitspraken te doen over 'kwali teit', en een studie van de ge schiedenis van de smaak leert trouwens ook wel dat terughou dendheid in deze op haar plaats is. Iedereen kent de wisselvallige waarderingsgeschiedenis met betrekking tot Van Gogh, Ver meer en zovele anderen. En wie weet zal de nu zo gelauwerde Jan Schoonhoven, by voorbeeld, over enige decennia weer geheel vergeten zijn (hetgeen mij niet zou verbazen). Voor diegenen onder u die zelf ook graag piekeren over de kwa liteitskwestie, is de tentoonstel ling 'Onbeschreven en beschre ven kwaliteit' ingericht. Initia tiefnemers zijn het Haags Ge meentemuseum en het Haags Centrum voor Aktuele Kunst (een klein alternatief kunste naarscollectief onder leiding van Philip Peters). Werk van tien zo te noemen ge renommeerde, reeds vaak in po sitieve termen beschreven kun stenaars wordt op de expositie geconfronteerd met wat vorm en inhoud betreft, vergelijkbaar werk van tien nog nauwelijks be kende artiesten. Zo vindt u An ton Heyboer geplaatst tegenover Willem Kuyper, Karei Appel te genover Willem Goedegebuure, Richard Long tegenover Hetty Looman, enzovoort. De 'geves tigde' kunst komt uit de verza meling van het Haags Gemeente museum, de andere is door het HCAK aangedragen. Een begeleidend boekje bevat teksten van beide instanties over de kwestie van de kwaliteits beoordeling. Het is allemaal nog al relatief, lijkt de voornaamste boodschap. "Eenmaal beschre ven, heeft kwaliteit nog geen eeuwigheidswaarde en werk van onbeschreven kwaliteit kan on vermoed snel beschreven ra ken", schrijft het Haags Gemeen- Op de foto links Christie van der Haak, Madonna nr. 8 (onbe schreven kwaliteit); rechts Daniël Groen. Zonder titel (beschreven kwaliteit). (fotopr.) temüseum, en het HCAK wil ook graag zo open mogelijk discus siëren. De expositie behoort bij een jaarprojekt van het HCAK, dat gelijksoortige tentoonstellingen en verder discussies over kwali teit tussen verantwoordelijken in de kunstwereld omvat. Op 18 no vember zal er gediscussieerd worden naar aanleiding van de expositie in het Gemeentemu seum. Alle discussies worden op schrift gesteld, en het projekt als geheel zal uitmonden in een pu blicatie in boekvorm waarin do cumentatie over het projekt en conclusies uit de discussies zul len zijn opgenomen. Adres van het HCAK: Wagen straat 173 A, Den Haag. ANTOON ERFTEMEIJER. 'Hadjememaar' door Nooy's Volks theater. Teksten en composities: Jaap van de Merwe, regie: Nick van den Boezem. Met: Wim Wama, Karin Bloemen, Hans van der Gragt, Hen- ny Vree, Rudy Falkenhagen, IJf Blokker, Jaap Marleveld e.v.a. Ge zien op 6 november in Luxor, Rotter dam. Aldaar nog t/m 11 november. Verder op 23 november in Tripodia, Katwijk en op 5 en 6 maart in de schouwburg, Leiden. ROTTERDAM - Nooy's Volks theater was vorig jaar op sterven na dood. Maar met steun van de schouwburgen, die een actie on dernamen om voorstellingen voor hen te garanderen; van de overheid, die na een jarenlange aarzeling met een subsidie over de brug kwam; en van het pu bliek, dat het gezelschap eigen lijk nooit in de steek heeft gela ten, zijn de nazaten van Beppie Nooy nu vitaal als nooit tevoren. Met 'Hadjememaar' zet het ge zelschap de lijn voort, die in de afgelopen jaren zichtbaar werd. 'De Jantjes', was nog louter dankbaar, maar gemakkelijk amusement; bij 'De Jordaan' werd al veel meer geprobeerd aan de lol een sociaal perspectief mee te geven. 'Hadjememaar' is de perfecte keus voor een voort zetting van die lijn. Petje af voor een dergelijk samengaan van aanstekelijk theater en sociaal engagement. Een formule waar bijvoorbeeld de VARA al jaren vergeefs naar zoekt. 'Hadjememaar' is een pittoresk figuur uit de geschiedenis van Amsterdam, die het driedubbel waard is om het stof van de tijd en van de Amsterdamse goten weer eens van zijn lorren te klop pen. Een bedelaar en uitvreter, in wiens leven de fles een allesbe heersende rol speelde. Een groep kunstenaars vatte in 1921 het plan op de gezeten elite te kak ken te zetten door met de Rapal- jepartij mee te doen aan de ver kiezingen; Hadjememaar werd tot lijsttrekker gebombardeerd, in ruil voor twee flessen jenever. Zijn enige politieke stellingname was dat het urinoir op het Rem- brandtplein moest worden ge sloopt. De warrige anarchist Zuurbier werd zijn 'running-ma te'. Wat niemand verwachtte, ge beurde. Meer dan 14.000 Amster dammers gaven hun stem aan de Rapaljepartij. De twee Rapalja- nen verwierven een zetel in het edelachtbare college. De inbreng van Zuurbier bleef daar beperkt tot een herhaald verzoek de Ro zengracht om te dopen in Dome- la Nieuwenhuislaan. Hadjeme maar zou zelfs nooit presentie geld krijgen. Van dat historische gegeven heeft Jaap van de Merwe meesle pend volkstheater gemaakt. Hij heeft de grote lijnen gehand haafd, maar Hadjememaar om ringd met andere, verzonnen fi guren: Sientje, de onvervaarde dochter van Hadjememaar; haar liefje, de sullige dienstklopper Lubbert Frustra; de parvenu Ri- nus Veth, die zelf aast op een raadszetel en later, als dat niet lukt, Hadjememaar ten val brengt en diens vrouw Dolly Do lores, een omhooggevallen dan- Met die figuren wordt het dra ma van Hadjememaar tot leven gebracht. Je ziet hem, zich van geen kwaad bewust, slingeren langs de Amsterdamse straten en grachten en hoe hij vervolgens wordt gebruikt door de flam boyante kunstschilder Van der Smissen, die zijn Rapaljepartij als een opperste daad van Da daïsme beschouwt. Dan de ver- kiezingstoernee langs de wijken van de stad, de verrassende stembusuitslag en Hadjeme maar, die op het moment van zijn verkiezing met een kruik jenever in de hand de slaap der onweten den slaapt. De mooiste scène van het hele stuk volgt als Suurbier hem dan vindt en zich tussen beiden een absurde dialoog over proletariaat, aandeelhouders en scheepswerven ontspint. Daarna is het met Hadjeme maar snel gedaan. De wethouder en Veth spannen tegen hem sa men en zorgen dat hij in het ver beteringsgesticht Veenhuizen belandt. Jaren later, op de huwe lijksdag van dochter Sientje en agent Frustra, keert een gladge schoren en keurig in het pak zit tende Hacijememaar weerom. Zijn levenslust heeft hij, samen met de fles, in Veenhuizen begra- Het acteren en ook de zang zijn over de gehele linie voorbeeldig. Wim Wama is ontroerend in de rol van Hadjememaar en geeft Wim Wama als Hadjememaar geen moment toe aan het melo drama, waartoe zo'n dronke- mansrol verleidt. Karin Bloemen als zijn dochter Sien versterkt de faam, die ze in de musical over Louis Davids vestigde. Ook Hans van der Gragt doet het als kunstschilder erg goed. Het is niet eenvoudig om in volksthea IJf Blokker als agent Lubbert Frustra. (fotopr) ter een geloofwaardige intellec tueel neer te zetten. Als Nooy's Volkstheater zich op dit niveau weet te handhaven, dan kunnen we over vijftig jaar van hen een spektakel over de provo's van de jaren zestig ver wachten. ARIEJAN KORTEWEG Bij bezuinigingen op cultuur DEN HAAG (ANP) - De Haagse musea zullen na 1986 worden gespaard by de bezuinigingen op de kunstbegroting. Voor 1986 krijgt de Dienst Schone Kunsten, waaronder ook het Gemeentemuseum valt, nog een bezuiniging van ruim een half miljoen gulden opgelegd, maar daarmee is de grens wel bereikt. Dit blijkt uit een notitie voor de gemeenteraad die de gemeente gisteren naar buiten heeft gebracht. Cultuurwethouder Halleen had aanvankelijk de bedoeling in 1986 1,1 miljoen gulden te bezuinigen op het museumbudget van ruim veertien miljoen gulden, maar ziet hier na advies van ambtelijke zijde van af. Er kan niets meer van de begroting af wil de dienst nog een bijdrage kunnen leveren aan de culturele en toeristische functie van de stad, aldus de Haagse wethouder. Zo is het budget voor aankopen tusssen 1980 en 1985 al meer dan gehalveerd. Halleen moet volgens de concept-begroting tussen 1985 en 1988 10,2 miljoen gulden bezuinigen op kunst. In 1985 moet 3,4 en in 1986 3,3 mil joen worden bespaard. Grote klappen zullen volgens de notitie in 1986 vallen bij het Residentie Orkest (twee ton), de Koninklijke Schouwburg (drie ton) en de Haagse Comedie (278.000 gulden). Ook het North Sea Jazzfestival raakt in 1986 een derde van zijn gemeentelijke subsidie kwijt. Uit de notitie blijkt nog niet wat voor nieuwe voorziening voor het margetheater de wathouder voor ogen staat als het Theater aan de Haven (thuishaven van de Nieuwe Komedie) en het HOT worden gesloten. Ze ker is dat de theaters worden gesloten en dat dit byna 6,5 ton oplevert Volgende week maakt de wethouder bekend uit welke drie mogelijkhe den voor een nieuw margetheater de raad mag kiezen. Halleen gaat ervan uit dat ook minister Brinkman voor deze vorm van theater in Den Haag geld overheeft. De notitie maakt geen melding meer van sluiting van het Circustheater in Scheveningen. Een ambtelijk voorstel in die richting lekte begin okto ber uit. Halleen stelt nu kortweg dat met een bezuiniging van 50.000 gulden op de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van dit gebouw de uiterste grens is bereikt. Plannen tot bespeling van het Circustheater door toneelgroep De Appel wil Halleen op voorwaarde van rykssteun positief benaderen, zo schrijft hij in de notitie. Vondelprijs voor Judith Herzberg HAMBURG (DPA) - De Nederlandse schrijfster Judith Herzberg uit Am sterdam heeft de Joost-van-den-Vondel-prijs van een Westduitse stich ting gekregen. Aan de prijs is een geldbedrag van 20.000 mark verbonden. Naar de stichting F.V.S. in Hamburg meedeelt, is Herzberg onderschei den wegens haar veelzijdige oeuvre, dat zowel gedichten, toneelstukken als draaiboeken voor films omvat. De prijs wordt haar op 16 november uitgereikt op de universiteit van Münster.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23