Walter
Mondale
harde
werker
'Het is nog goed
gegaan, 'n wonder'
Ronald
Reagan
begaafd
pleiter
In de valkuil van
het Midden-Oosten
Het bondgenootschap
valt vanzelf uiteen
Mr. Heldring (commentator)
fa
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1984
PAGINA 2
Walter Fritz Mondale is een achtenswaardig man
begaan met het lot van de minderbedeelden en
doortrokken van het besef dat iedereen in Amerika
een rechtvaardig aandeel moet krijgen in welvaart
en misère. Hij heeft het nadeel dat hij zich door
gaans nauwelijks onderscheidt van grauw behang.
Hij was vice-president onder Jimmy Carter: op de ach
tergrond zeer betrokken bij een politiek proces, waarin
hij voor zijn baas politieke compromissen smeedde op
basis van een instinct om tegenstellingen niet te dramati
seren. Hij was niet Carters eerste keuze destijds, in 1976,
maar hij accepteerde toch en dat is vermoedelijk zijn
grootste politieke vergissing geweest. Hij ging met Carter
in 1980 kansloos ten onder en heeft zich van de schade
nimmer kunnen herstellen.
Mondale erfde het politieke leiderschap van een Demo
cratische partij waarin zich een pijnlijk proces van schei
ding der elementen aan het voltrekken was. De voormali
ge minister van justitie van de staat Minnesota en ex-
senator, voormalig beschermeling tevens van de geliefde
Hubert Humphrey, behoort nadrukkelijk thuis bij ach
terhaalde politieke tradities.
Het hele leven van Walter Mondale is doortrokken ge
weest van politieke discipline: wat de 'machine' wenste,
moest gebeuren. In 1984 had hij de steun van de overkoe
pelende vakbondsorganisatie AFL/CIO, hij was de offi
ciële kandidaat van 'Big Labor', maar de verkiezingsuit
slag zal uitwijzen dat de werkende klasse die in de AFL/
CIO is georganiseerd zich daar weinig van aantrekt.
De jurist Mondale is een harde werker, die denkt dat
zulke arbeid adelt. Hij heeft zich niet tijdig kunnen aan
passen bij het feit dat zich in de Amerikaanse politiek
nieuwe centra van macht hebben gevormd. Hij is de
sluitsteen van een politiek tijdperk. En althans op het
niveau van het presidentschap is het met zijn politieke
carrière gedaan.
Hij heeft de gelegenheid gehad de partij-strategie naar
zijn inzicht te smeden, en hij heeft gefaald. Wat hem rest,
is de verzekering dat over zijn integriteit en fatsoen geen
twijfel kan bestaan. Hij had een betef lot verdiend dan de
betrekkelijke vergetelheid die nu het loon wordt van een
leven lang naarstige arbeid. Mondale: dat is gestaagheid
zonder hoogtepunten warmte zonder vonk.
"Mensen willen worden gerustge
steld. Dat is niet typisch Ameri
kaans. Dat is overal zo. Colijn deed
dat dat bij ons ook. Amerikanen zijn
een optimistisch volk. Dat willen ze
bevestigd zien.
Reagan is de grote optimist. Het gaat
goed, het is allemaal niet zo erg. Die man
straalt dat uit. De economische toestand
is voor veel mensen beter. Voor anderen
weer niet, maar voor meer mensen wèl.
Dat is bij verkiezingen een groot voor
deel. Hij wordt conservatief genoemd,
maar dat is hij natuurlijk niet. Tenmin
ste, als je ervanuit gaan dat conservatie
ven niet geloven in de goedheid van de
mensen. Op economische gebied ligt dat
weer anders. Daar volgt hij een klassiek/
liberale koers".
"Reagan geeft mensen veel meer dan
Carter de indruk van daadkracht en van
leiderschap. Of dat in werkelijkheid ook
zo is, is de vraag. Het is waarschijnlijk
meer een mythe. Carter liep een beetje te
veel te koop met de morele put waarin
Amerika zich bevond. Hij was nogal
somber. Sprak zelfs een keer over een
morele crisis. Dat is niet wat de mensen
willen horen".
U schrijft altijd nogal cynisch over de
bagage van deze president.
"Die is natuurlijk erg gering. Op zich
zelf vind ik dat niet zo'n bezwaar. Een
intellectueel is daarom niet meteen een
goede president. Die zal misschien aller
lei nuances zien en dat kan storend zijn
voor een spoedige besluitvorming. Car
ter was geen intellectueel, maar kende
wel de dossiers tot in de puntjes, lette op
alle kleinigheden en las alles. Dat is ook
niet goed".
"Van Reagan hoor je het omgekeerde.
Hij verdiept zich helemaal niet in dos
siers en volstaat met buitengewone sum
miere samenvattingen van het pro
bleem. Maar er zijn nu eenmaal proble
men die niet in twee velletjes papier zijn
samen te vatten. Bij de Oost-West-ver-
houding bijvoorbeeld, lijkt me dat moei
lijk. Hij heeft er geen zin in. Dat neemt
niet weg dat zo iemand toch geboeid kan
zijn door de problemen. Van Eisenho
wer werd hetzelfde gezegd, hoewel er nu
een soort rehabilitatie is. Men dacht al
tijd dat hij hoofdlijnen wilde weten en
dan snel weer ging golfen. Nu begint
men te vermoeden dat hij die indruk al
leen wekte, omdat de mensen het graag
zo zagen".
U zegt: er wordt gezegd dat hij de dos
siers niet leest. Met andere woorden: dat
moet je weten, anders zou het niet opval
len.
"Hij houdt weinig persconferenties en
wordt beschermd, zeker tegen onver
wachte vragen. Van een president zou je
zeggen: het moet een man zijn met een
zekere basiskennis, een zeker idee, een
filosofie. Dat heeft hij vermoedelijk niet.
Er is de eenvoudige filosofie dat Ameri
ka groot moet zijn, en dat de wereld
overzichtelijk tussen goed en kwaad te
verdelen is. Je moetje zwaar bewapenen
Mr. J.L. Heldring is columnist van
NRCIHandelsblad. Hij was in het verle
den onder meer hoofdredacteur van de
toenmalige NRC en gedurende twee jaar
na de fusie ook van NRC Handelsblad.
Tot zijn pensionering in '82 was hij ge
durende tien jaar algemeen secretaris
van het genootschap voor Internationale
Zaken, dat inmiddels is ondergebracht
in het Nederlands Instituut voor Inter
nationale Betrekkingen Clingendael.
(foto GPD)
tegen de Russen, omdat die niet te ver
trouwen zijn. Maar veel verder gaat het
niet. Dat overziende zeg ik: het is nog
wonderbaarlijk goed gegaan".
Falen wordt hem niet aangerekend. In
het Midden-Oosten heeft hij niets bereikt.
In Libanon sneuvelden mariniers, maar
het wordt hem niet verweten.
"Dat is merkwaardig ja. Een andere
president zou het buitegewoon veel
moeite hebben gekost om Libanon te
rechtvaardigen. Die zou er last mee heb
ben gehad. Hij niet. Het paste waar
schijnlijk niet in de euforische stem
ming van de Amerikanen. Ik vind dat
wel verontrustend. Niet Van Reagan.
Van hem mag je niet verwachten dat hij
ermee te koop loopt, maar van de Ameri
kanen, die het hebben weggedrukt. Het
was in veel opzichten erger dan de gijze
ling in Teheran".
Het uitblijven van een akkoord op net
gebied van wapenbeheersing is een be
langrijk thema in de campagne van
Mondale.
Je zou de theorie kunnen verdedigen dat
de krachtsverhouding zich in het voor
deel van Amerika ontwikkelt. Reagan
vindt praten waarschijnlijk niet nodig.
Je krijgt dan misschien wel een nieuwe
periode van koude oorlog, maar au fond
was de koude oorlog een periode van
grote stabiliteit. Dat zijn we nu weer ver
geten, maar afgezien van Berlijn en Ko
rea was er de status quo. Met dit verschil
dat de Russen zich destijds niet in de
Derde Wereld bewogen en dat is natuur
lijk nu wel anders. Op een echte kracht
meting zullen de Russen het niet laten
aankomen, daar zijn ze veel te voorzich
tig voor. Dat zijn ze tenminste altijd ge
weest. Ik geloof dat Reagan in dit op
zicht geen reden heeft tot ontevreden
heid".
"Je sluit natuurlijk geen akkoord voor
de mooie ogen van een ander. Amerika
moet er zelf voordeel bij hebben. Reagan
heeft van nature niet zo'n affiniteit met
Europa. Het bondgenootschap wordt
ook steeds meer een kwestie van ratio,
dan van solidariteit. De generatie die
meegevochten heeft is langzaam aan het
verdwijnen. Oude mensen spreken nog
van dankbaarheid, wat op zichzelf geen
politieke categorie is natuurlijk. De
nieuwe generatie, begrijpelijk overi
gens, voelt dat niet. Die ziet het als een
noodzakelijk kwaad.
Valt er na vier jaar Reagan te spreken
over schade in de relatie Europa-VS?
"De VS hebben in de beginjaren mis
schien niet erg consentieus onderhan
deld. Dat is mogelijk, ik kan het niet he
lemaal overzien. Maar een verwijdering
is wellicht een onvermijdelijk proces.
Het is, dunkt me, meer een kwestie van
wat Reagan heeft gezegd. Over een be
perkte kernoorlog. Dat is hoogst onge
lukkig geweest. En de vrij primitieve
manier waarop hij naar de Sowjet-Unie
kijkt. In de jaren vijftig zou dat hier met
enthousiame zijn begroet, maar nu kun
je daar niet meer mee aankomen. Als er
in de relatie VS-Europa misverstanden
ontstaan dan is dat op zichzelf destabili
serend. En die misverstanden zijn er na
tuurlijk en die zie ik nog niet verdwijnen
TON VAN BRUSSEL
Ronald Wilson Reagan, de veertigste president van
de Verenigde Staten, werd op 6 februari 1911 in
Tampico (Illinois) in een simpel appartement met
vijf kamers geboren als de tweede en laatste zoon
van een schoenenhandelaar, tevens probleemdrin
ker, en een moeder die er later prat op zou gaan dat
zij haar Ronald Wilson al op vijfjarige leeftijd leer
de lezen. Hij liet zich in 1928 met een studiebeursje
inschrijven op het kleine Eureka College van de
Christian Church nabij Peoria, het stadje dat in het
Amerikaanse spraakgebruik maatstaf is voor alle
aspecten van kleinsteedsheid.
Hij wilde acteur worden, vond geen baan en werd daar
om sportverslaggever van een radiostation in Des Moi
nes, waar hij als 'Dutch' Reagan grote populariteit ver
wierf. De microfoon zou voor de rest van zijn leven de
pacemaker blijven van uiteenlopende carrières. Holly-
wood-acteur in 1937, maakte 52 films van onbetekenend
niveau, acteerde verder acht jaar als tv-gastheer.Hij vond
al vroeg dat sommige mensen te veel belasting betaalden,
verdedigde de moraliteit en integriteit van Hollywoods
acteursgemeenschap, die volgens andere deskundigen
nooit veel meer is geweest dan een met glitter bestrooide
poel des verderfs.
Nooit heeft Reagan zich kunnen verlossen van het stig
ma dat hij meer een toneelspeler was dan een deelnemer
in het politieke proces. Toen hij gouverneur was van Cali
fornia (acht jaar) hinderde dat hem evenzeer als later op
nationale schaal. Omdat zijn vader onder Roosevelts
'New Deal' werk kreeg verschaft, was hij aanvankelijk
Democraat, ijverde zelfs als aanvoerder van een groep
conservatieve partijgenoten voor de Republikein Nixon
in 1960, maar zette zich zelf definitief in de uiterste rech
ter hoek van de politiek toen hij ten bate van de onsuc
cesvolle Republikeinse kandidaat Barry Goldwater in
1964 een verkiezingsrede afstak.
Reagan is, zeggen kenners, een man die zijn hele leven
heeft kunnen doen met één, vele malen bij nieuwe om
standigheden en ambities aangepaste redevoering. Hij
beperkt zich zo tot simpele maar begrijpelijke gegevens,
dat tegenstanders vrijwel steeds zijn aantrekkingskracht
op grote menigten ernstig hebben onderschat.
Tijdens de voorverkiezingen die
tot de definitieve keuze van een De
mocratische presidentskandidaat
moesten leiden was het heel even
een thema, maar vrij snel daarna
verdween het Midden-Oosten als
discussie-onderwerp uit de verkie
zingscampagne. De Democratische
kandidaat ds. Jesse Jackson is met
zijn sympathieën voor de Palestijn
se Bevrijdingsorganisatie en zijn in
nige contacten met de Syrische dic
tator Assad naar de achtergrond
verdrongen en Walter Mondale en
Ronald Reagan verschillen, zoals de
meeste van hun voorgangers, niet of
nauwelijks van mening over de
doelstellingen van de Amerikaanse
politiek in het Midden-Oosten.
De Verenigde Staten en Israël zijn na
tuurlijke bondgenoten. Dat zijn ze altijd
geweest, hoewel pas sinds de oorlog van
1967 van een serieuze Amerikaanse in
vloed in het Midden-Oosten sprake is.
Zonder de steun van de Verenigde Sta
ten kan Israël nauwelijks bestaan en zou
het zeker niet in de relatief sterke positie
zijn geweest die het nu in de regio heeft.
Een terugkeer naar de oorspronkelijke
grenzen van 1967, wat de teruggave zou
betekenen van alle bezette gebieden, is
niet in zicht omdat Israël zich gesteund
weet door de Verenigde Staten.
Die steun heeft het hard nodig, want
in de Arabische wereld is het bestaans
recht van Israël fel omstreden. Geen
Amerikaanse president die daaraan
voorbij kan gaan. Na Kissingers gehei
me diplomatie onder Nixon, volgde on
der Carter de doorbraak in Camp David,
waar het vredesakkoord tussen Israël en
Egypte werd ondertekend dat resulteer
de in de ontruiming door Israël van de
Sinaï.
Libanon
Ook president Reagan heeft zich actief
getoond op diplomatiek terrein, hoewel
zelfs het geringste succes is uitgebleven.
Reagan lanceerde één keer een vredes
plan, in september 1982, dat de vestiging
behelsde van een Palestijns thuisland op
de bezette Westoever, en dat in federatie
met Jordanië.
Zijn plan werd nog geen dag later door
alle betrokken partijen van de hand ge
wezen. Dat is opzichzelf geen uniek lot
voor een vredesplan; een snelle
ping van vredesinitiatieven behoort tot
het diplomatieke ritueel in het Midden-
Oosten en wil nog allerminst zeggen dat
zo'n plan niet de aanzetten bevat die la
ter tot succesvolle onderhandelingen
kunnen leiden.
Reagans speelruimte werd echter aan
zienlijk verkleind door de Israëlische in
vasie in Libanon, het vredesoffensief dat
bedoeld was om een einde te maken aan
de kogelregen die de PLO vanuit Zuid-
Libanon op Noord-Isarël afvuurde. Het
leidde tot een regelrechte oorlog en een
onvermijdelijke verharding. De aan
dacht voor een allesomvattende vre
desregeling verplaatste zich naar de zorg
om één land: Libanon.
Voor de Verenigde Staten werd dat de
grote valkuil. Want waar de PLO door
Israël met succes was verdreven, meld
den zich de van oudsher strijdende par
tijen in Libanon, die van de gelegenheid
gebruik wilden maken om hun positie te
versterken. De openlijke Amerikaanse
steun aan het traditioneel in Libanon
heersende christelijke regime van de
Gemayels werd afgestraft. Door Syrië
gesteunde sji'itische moslems wisten de
VS met acties van zelfmoordcomman
do's doeltreffend te provoceren. De mul-
tinationale-troepenmacht, bedoeld om
strijdende partijen gescheiden te hou
den, kon zich in de oorlogssituatie niet
handhaven. Na een reeks van acties te
gen Amerikaanse diplomatieke posten
en na de dood van bijna driehonderd
Amerikaanse mariniers, wachtte de VS
een vernederende aftocht. Een troepen
scheidingsakkoord hield geen stand, al
le moeizame onderhandelingen ten spijt.
Pat-stelling
Israël zelf hield zich in die tijd sterk
afzijdig van de Amerikaanse bemoeie
nis. Dat is pas veranderd nadat verkie
zingen een pat-stelling te zien gaven en
een regering van nationale eenheid werd
gevormd. Centraal in het regeringsbe
leid staat nu de sanering van de onder de
defensielast bezweken Israëlische eco
nomie en daarvoor zijn Amerikaanse
dollars onontbeerlijk.
Verslagenheid over het Libanese dra
ma ebde in de VS snel weg en nu is er,
aan de vooravond van de presidentsver
kiezingen, opeens weer optimisme over
de kansen van een vredesregeling. Het is
verleidelijk te denken dat vrij snel na de
verkiezingen in de VS een ruil mogelijk
tussen financiële steun van de VS. voor
Beeld van Tripoli op een zondagmid
dag. Wandelen maar het geweer mee.
(foto AP)
concessies van Israël, maar zo simpel
ligt dat vermoedelijk niet. Een krachtige
joodse lobby in de VS en een onverzette
lijke en eigenzinnige regering in Jeruza
lem zijn in het verleden steeds een af
doende garantie geweest tegen mogelij
ke Amerikaanse chantage. De VS kun
nen leiding geven aan een vredesproces,
ze kunnen het klimaat verbeteren, maar
zijn niet in staat de koers wezenlijk te
beinvloeden.
Die leiderspositie in het diplomatieke
proces in het Midden-Oosten krijgt
sinds kort weer vorm in de gesprekken
die Reagan voerde met de Egyptische
president Moebarak en de Jordaanse ko
ning Hoessein, die als een tandem de
spil zullen vormen van nieuwe onder
handelingen. Voorop staat evenwel dat
de Israëlische regering wordt geleid
door Shimon Peres, de leider van de Ar
beiderspartij, die zich altijd fel heeft ge
kant tegen de oorlogszucht van Begin en
Sjamir en serieus uit lijkt op een verge
lijk. Die factor is bepalend voor succes,
al zal dat niet anders dan stap voor stap
bereikt kunnen worden.
Want één les hebben de Amerikanen
inmiddels wel geleerd. Een allesomvat
tende regeling ineens, is onmogelijk. De
weg naar vrede loopt in het Midden-Oos
ten langs kleinschalige onderhandeligen
met één of twee landen aan de tafel, ge
voerd in de bescheiden hoop dat deelak
koorden in de toekomst tot één grote re
geling aaneengesmeed kunnen worden.
TON VAN BRUSSEL
De aangename sfeer van het drukke
uitgaansleven werd nogal ruw ver
stoord toen een groepje Amerika
nen ons luidruchtig staande hield.
Het leek een uitvoerige discussie te
worden, midden op straat. Maar
hun aandeel bleef beperkt: "Jullie
Europeanen moeten je eens wat
meer inspannen voor jullie defen
sie. Jullie profiteren maar van onze
bescherming".
Het tafereel speelde zich af in Was
hington, twee jaar geleden, en paste vol
ledig in het beeld dat onze Nederlandse
delegatie had gekregen in gesprekken
met regeringsfunctionarissen en ambte-
De verstandhouding tussen de Ver
enigde Staten en West-Europa was niet
al te best. Westeuropese regeringsleiders
waren geërgerd door het embargo dat
president Reagan had afgekondigd te
gen de levering van westerse onderdelen
voor de Russische aardgaspijpleiding.
Bovendien was er wrevel over de koude-
oorlogsretoriek van het Witte Huis, de
Amerikaanse opvattingen over Midden-
Amerika, de Amerikaanse importbelem
meringen voor Europese (staalbedrij
ven en de hoge rentestand.
In de Verenigde Staten heerste er
evenmin groot vertrouwen in de atlanti-
sche verbondenheid. Veel Amerikanen
waren slecht te spreken over de Westeu
ropese besluiteloosheid rondom de
atoomraketten (eerst er om vragen en
vervolgens twijfelen), en vonden ook de
financiële bijdrage van de Europeanen
aan de geallieerde defensie ver beneden
de maat. Er gingen zelfs geluiden op om
de Amerikaanse troepen gedeeltelijk uit
Europa terug te trekken als de bondge
noten niet bereid waren meer geld uit te
trekken voor hun defensie. Hoe viel het
anders nog te rechtvaardigen dat de ar
me, hardwerkende Amerikaan moest
blijven meebetalen aan de veiligheid
van de welvarende, goed gehuisveste
Beier?
Inmiddels lijkt de wederzijdse irritatie
enigszins getemperd, maar de verstand
houding is niet meer wat zij was. Dat
heeft weinig te maken met (de vermeen
de hardheid van) Reagans beleid, want
dat is - op defensiegebied - niet veel
meer dan een voortzetting van de lijn-
Carter.
Het is meer een kwestie van historisch
gegroeide machtsverhoudingen.
De Westeuropeanen hebben zich na de
oorlog ontwikkeld tot een sterk conti
nent met een economie die er wezen
mag. Ze hebben bovendien een andere -
genuanceerder - kijk op het Sowjet-com-
munisme dan de Amerikanen en dragen
die ook nadrukkelijk uit. Dat een en an
der zijn weerslag heeft op het bondge
nootschap ligt voor de hand, al doen
Westeuropese regeringsleiders natuur
lijk hun uiterste best te verklaren dat er
op geen enkele wijze mag worden ge
tornd aan de alliantie.
De praktijk leert echter dat een zeker
Westeuropees onafhankelijkheidsstre
ven, ondanks de atlantische gedachte,
steeds duidelijker handen en voeten be
gint te krijgen. Dat blijkt onder meer uit
de activiteiten van de zogenoemde Inde
pendent European Programma Group,
onder voorzitterschap van de Neder
landse staatssecretaris Van Houwelin-
gen, die een grotere rol opeist voor West
europese, militaire industrieën bij de
aanschaffing van NAVO-materieel.
Het blijkt ook uit recente pogingen
van Groot-Brittannië, Frankrijk, West-
Duitsland en de Benelux om de Europe
se poot in het bondgenootschap ook in
politiek opzicht wat meer aanzien te ge
ven. Tijdens een meerdaagse bijeen
komst in Rome kwamen de ministers
van buitenlandse zaken van deze landen
afgelopen week overeen dat het 'Euro
pese bewustzijn' op het gebied van de
veiligheidspolitiek moet worden ver
groot via de Westeuropese Unie (WEU),
een dertig jaar oud en tot voor kort min
of meer ingeslapen 'discussieorgaan'. Zij
het dat dit - alweer - niet mag leiden tot
een aparte Europese club in de NAVO
die zich als een nieuw blok gaat opstel
len tegenover de Amerikanen.
Ondanks de terughoudendheid onder
de WEU-landen is de Romeinse bijeen
komst onmiskenbaar een nieuwe stap
op weg naar verdere samenwerking, al
weet voorlopig niemand waarin die
straks moet uitmonden. Een eigen West
europese defensie wordt in het alge
meen te duur geacht en bovendien poli
tiek ongewenst vanwege de daarbij
overheersende aanwezigheid van West-
Duitsland. Aan de andere kant is er een
hardnekkige tendens die erop duidt dat
een eigen politieke en militaire rol voor
West-Europa, los van de Verenigde Sta
ten, onontkoombaar is.
Ook in Amerika is dat besef doorge
drongen. Er begint zich daar een steeds
sterkere stroming af te tekenen (het
'neo-isolationisme') die wil breken met
de traditionele atlantische gedachte.
Volgens deze stroming is West-Europa
nu sterk genoeg om zijn eigen financiële
boontjes te doppen en moet het dus ook
zelf maar de verantwoordelijkheid ne
men voor zijn defensie.
Daarbij spelen ook militair-strategi
sche overwegingen een rol: Europa als
'slagveld' voor de supermachten maakt
Amerika kwetsbaar voor een nucleair
conflict; bovendien liggen de cruciale
Amerikaanse belangen niet langer meer
op het Europese continent maar veel
meer in Latijns-Amerika en rondom de
Perzische Golf. Met andere woorden: de
Verenigde Staten zouden hun nucleaire
en conventionele aandeel uit Europa
moeten terugtrekken en hun eigen con
ventionele bewapening (eventueel on
der handhaving van de huidige kern
macht in eigen land) moeten opvoeren
met het accent op mobiliteit en snelle in
zetbaarheid.
Voor de NAVO zou dit tot gevolg kun
nen hebben dat er een soort twee-zuilen-
systeem ontstaat met een onafhankelij
ke Westeuropese conventionele verdedi
ging, die bij een eventueel conflict wordt
aangevuld met Amerikaanse conventio
nele strijdkrachten. Daarmee zou aan
twee soorten verlangens tegemoet wor
den gekomen: die van de Amerikaanse
kiezer (minder kans op een nucleair con
flict en minder geld voor Europa) en die
van de Westeuropese bondgenoten (on
afhankelijkheid ten opzichte van de
Amerikanen).
In Amerikaanse politieke kringen is
-de tweedeling-gedachte al enkele jaren
onderwerp van serieuze studie. En in
sommige 'denktanks' wordt er zelfs op
gespeculeerd dat president Reagan er
beleid van zou willen maken omdat hij
daarmee in elk geval de Amerikaanse
kiezers gunstig zou stemmen.
WIM WIRTZ
Al 11(0
CHECKPOINI
CHARLIE
YOU ARE HAVING
AMERICAN
SIE VERtASSEN
AMERIKANISCHE
SEKIOS