Walter Mondale harde werker 'Het is nog goed gegaan, 'n wonder' Ronald Reagan begaafd pleiter In de valkuil van het Midden-Oosten Het bondgenootschap valt vanzelf uiteen Mr. Heldring (commentator) fa ZATERDAG 3 NOVEMBER 1984 PAGINA 2 Walter Fritz Mondale is een achtenswaardig man begaan met het lot van de minderbedeelden en doortrokken van het besef dat iedereen in Amerika een rechtvaardig aandeel moet krijgen in welvaart en misère. Hij heeft het nadeel dat hij zich door gaans nauwelijks onderscheidt van grauw behang. Hij was vice-president onder Jimmy Carter: op de ach tergrond zeer betrokken bij een politiek proces, waarin hij voor zijn baas politieke compromissen smeedde op basis van een instinct om tegenstellingen niet te dramati seren. Hij was niet Carters eerste keuze destijds, in 1976, maar hij accepteerde toch en dat is vermoedelijk zijn grootste politieke vergissing geweest. Hij ging met Carter in 1980 kansloos ten onder en heeft zich van de schade nimmer kunnen herstellen. Mondale erfde het politieke leiderschap van een Demo cratische partij waarin zich een pijnlijk proces van schei ding der elementen aan het voltrekken was. De voormali ge minister van justitie van de staat Minnesota en ex- senator, voormalig beschermeling tevens van de geliefde Hubert Humphrey, behoort nadrukkelijk thuis bij ach terhaalde politieke tradities. Het hele leven van Walter Mondale is doortrokken ge weest van politieke discipline: wat de 'machine' wenste, moest gebeuren. In 1984 had hij de steun van de overkoe pelende vakbondsorganisatie AFL/CIO, hij was de offi ciële kandidaat van 'Big Labor', maar de verkiezingsuit slag zal uitwijzen dat de werkende klasse die in de AFL/ CIO is georganiseerd zich daar weinig van aantrekt. De jurist Mondale is een harde werker, die denkt dat zulke arbeid adelt. Hij heeft zich niet tijdig kunnen aan passen bij het feit dat zich in de Amerikaanse politiek nieuwe centra van macht hebben gevormd. Hij is de sluitsteen van een politiek tijdperk. En althans op het niveau van het presidentschap is het met zijn politieke carrière gedaan. Hij heeft de gelegenheid gehad de partij-strategie naar zijn inzicht te smeden, en hij heeft gefaald. Wat hem rest, is de verzekering dat over zijn integriteit en fatsoen geen twijfel kan bestaan. Hij had een betef lot verdiend dan de betrekkelijke vergetelheid die nu het loon wordt van een leven lang naarstige arbeid. Mondale: dat is gestaagheid zonder hoogtepunten warmte zonder vonk. "Mensen willen worden gerustge steld. Dat is niet typisch Ameri kaans. Dat is overal zo. Colijn deed dat dat bij ons ook. Amerikanen zijn een optimistisch volk. Dat willen ze bevestigd zien. Reagan is de grote optimist. Het gaat goed, het is allemaal niet zo erg. Die man straalt dat uit. De economische toestand is voor veel mensen beter. Voor anderen weer niet, maar voor meer mensen wèl. Dat is bij verkiezingen een groot voor deel. Hij wordt conservatief genoemd, maar dat is hij natuurlijk niet. Tenmin ste, als je ervanuit gaan dat conservatie ven niet geloven in de goedheid van de mensen. Op economische gebied ligt dat weer anders. Daar volgt hij een klassiek/ liberale koers". "Reagan geeft mensen veel meer dan Carter de indruk van daadkracht en van leiderschap. Of dat in werkelijkheid ook zo is, is de vraag. Het is waarschijnlijk meer een mythe. Carter liep een beetje te veel te koop met de morele put waarin Amerika zich bevond. Hij was nogal somber. Sprak zelfs een keer over een morele crisis. Dat is niet wat de mensen willen horen". U schrijft altijd nogal cynisch over de bagage van deze president. "Die is natuurlijk erg gering. Op zich zelf vind ik dat niet zo'n bezwaar. Een intellectueel is daarom niet meteen een goede president. Die zal misschien aller lei nuances zien en dat kan storend zijn voor een spoedige besluitvorming. Car ter was geen intellectueel, maar kende wel de dossiers tot in de puntjes, lette op alle kleinigheden en las alles. Dat is ook niet goed". "Van Reagan hoor je het omgekeerde. Hij verdiept zich helemaal niet in dos siers en volstaat met buitengewone sum miere samenvattingen van het pro bleem. Maar er zijn nu eenmaal proble men die niet in twee velletjes papier zijn samen te vatten. Bij de Oost-West-ver- houding bijvoorbeeld, lijkt me dat moei lijk. Hij heeft er geen zin in. Dat neemt niet weg dat zo iemand toch geboeid kan zijn door de problemen. Van Eisenho wer werd hetzelfde gezegd, hoewel er nu een soort rehabilitatie is. Men dacht al tijd dat hij hoofdlijnen wilde weten en dan snel weer ging golfen. Nu begint men te vermoeden dat hij die indruk al leen wekte, omdat de mensen het graag zo zagen". U zegt: er wordt gezegd dat hij de dos siers niet leest. Met andere woorden: dat moet je weten, anders zou het niet opval len. "Hij houdt weinig persconferenties en wordt beschermd, zeker tegen onver wachte vragen. Van een president zou je zeggen: het moet een man zijn met een zekere basiskennis, een zeker idee, een filosofie. Dat heeft hij vermoedelijk niet. Er is de eenvoudige filosofie dat Ameri ka groot moet zijn, en dat de wereld overzichtelijk tussen goed en kwaad te verdelen is. Je moetje zwaar bewapenen Mr. J.L. Heldring is columnist van NRCIHandelsblad. Hij was in het verle den onder meer hoofdredacteur van de toenmalige NRC en gedurende twee jaar na de fusie ook van NRC Handelsblad. Tot zijn pensionering in '82 was hij ge durende tien jaar algemeen secretaris van het genootschap voor Internationale Zaken, dat inmiddels is ondergebracht in het Nederlands Instituut voor Inter nationale Betrekkingen Clingendael. (foto GPD) tegen de Russen, omdat die niet te ver trouwen zijn. Maar veel verder gaat het niet. Dat overziende zeg ik: het is nog wonderbaarlijk goed gegaan". Falen wordt hem niet aangerekend. In het Midden-Oosten heeft hij niets bereikt. In Libanon sneuvelden mariniers, maar het wordt hem niet verweten. "Dat is merkwaardig ja. Een andere president zou het buitegewoon veel moeite hebben gekost om Libanon te rechtvaardigen. Die zou er last mee heb ben gehad. Hij niet. Het paste waar schijnlijk niet in de euforische stem ming van de Amerikanen. Ik vind dat wel verontrustend. Niet Van Reagan. Van hem mag je niet verwachten dat hij ermee te koop loopt, maar van de Ameri kanen, die het hebben weggedrukt. Het was in veel opzichten erger dan de gijze ling in Teheran". Het uitblijven van een akkoord op net gebied van wapenbeheersing is een be langrijk thema in de campagne van Mondale. Je zou de theorie kunnen verdedigen dat de krachtsverhouding zich in het voor deel van Amerika ontwikkelt. Reagan vindt praten waarschijnlijk niet nodig. Je krijgt dan misschien wel een nieuwe periode van koude oorlog, maar au fond was de koude oorlog een periode van grote stabiliteit. Dat zijn we nu weer ver geten, maar afgezien van Berlijn en Ko rea was er de status quo. Met dit verschil dat de Russen zich destijds niet in de Derde Wereld bewogen en dat is natuur lijk nu wel anders. Op een echte kracht meting zullen de Russen het niet laten aankomen, daar zijn ze veel te voorzich tig voor. Dat zijn ze tenminste altijd ge weest. Ik geloof dat Reagan in dit op zicht geen reden heeft tot ontevreden heid". "Je sluit natuurlijk geen akkoord voor de mooie ogen van een ander. Amerika moet er zelf voordeel bij hebben. Reagan heeft van nature niet zo'n affiniteit met Europa. Het bondgenootschap wordt ook steeds meer een kwestie van ratio, dan van solidariteit. De generatie die meegevochten heeft is langzaam aan het verdwijnen. Oude mensen spreken nog van dankbaarheid, wat op zichzelf geen politieke categorie is natuurlijk. De nieuwe generatie, begrijpelijk overi gens, voelt dat niet. Die ziet het als een noodzakelijk kwaad. Valt er na vier jaar Reagan te spreken over schade in de relatie Europa-VS? "De VS hebben in de beginjaren mis schien niet erg consentieus onderhan deld. Dat is mogelijk, ik kan het niet he lemaal overzien. Maar een verwijdering is wellicht een onvermijdelijk proces. Het is, dunkt me, meer een kwestie van wat Reagan heeft gezegd. Over een be perkte kernoorlog. Dat is hoogst onge lukkig geweest. En de vrij primitieve manier waarop hij naar de Sowjet-Unie kijkt. In de jaren vijftig zou dat hier met enthousiame zijn begroet, maar nu kun je daar niet meer mee aankomen. Als er in de relatie VS-Europa misverstanden ontstaan dan is dat op zichzelf destabili serend. En die misverstanden zijn er na tuurlijk en die zie ik nog niet verdwijnen TON VAN BRUSSEL Ronald Wilson Reagan, de veertigste president van de Verenigde Staten, werd op 6 februari 1911 in Tampico (Illinois) in een simpel appartement met vijf kamers geboren als de tweede en laatste zoon van een schoenenhandelaar, tevens probleemdrin ker, en een moeder die er later prat op zou gaan dat zij haar Ronald Wilson al op vijfjarige leeftijd leer de lezen. Hij liet zich in 1928 met een studiebeursje inschrijven op het kleine Eureka College van de Christian Church nabij Peoria, het stadje dat in het Amerikaanse spraakgebruik maatstaf is voor alle aspecten van kleinsteedsheid. Hij wilde acteur worden, vond geen baan en werd daar om sportverslaggever van een radiostation in Des Moi nes, waar hij als 'Dutch' Reagan grote populariteit ver wierf. De microfoon zou voor de rest van zijn leven de pacemaker blijven van uiteenlopende carrières. Holly- wood-acteur in 1937, maakte 52 films van onbetekenend niveau, acteerde verder acht jaar als tv-gastheer.Hij vond al vroeg dat sommige mensen te veel belasting betaalden, verdedigde de moraliteit en integriteit van Hollywoods acteursgemeenschap, die volgens andere deskundigen nooit veel meer is geweest dan een met glitter bestrooide poel des verderfs. Nooit heeft Reagan zich kunnen verlossen van het stig ma dat hij meer een toneelspeler was dan een deelnemer in het politieke proces. Toen hij gouverneur was van Cali fornia (acht jaar) hinderde dat hem evenzeer als later op nationale schaal. Omdat zijn vader onder Roosevelts 'New Deal' werk kreeg verschaft, was hij aanvankelijk Democraat, ijverde zelfs als aanvoerder van een groep conservatieve partijgenoten voor de Republikein Nixon in 1960, maar zette zich zelf definitief in de uiterste rech ter hoek van de politiek toen hij ten bate van de onsuc cesvolle Republikeinse kandidaat Barry Goldwater in 1964 een verkiezingsrede afstak. Reagan is, zeggen kenners, een man die zijn hele leven heeft kunnen doen met één, vele malen bij nieuwe om standigheden en ambities aangepaste redevoering. Hij beperkt zich zo tot simpele maar begrijpelijke gegevens, dat tegenstanders vrijwel steeds zijn aantrekkingskracht op grote menigten ernstig hebben onderschat. Tijdens de voorverkiezingen die tot de definitieve keuze van een De mocratische presidentskandidaat moesten leiden was het heel even een thema, maar vrij snel daarna verdween het Midden-Oosten als discussie-onderwerp uit de verkie zingscampagne. De Democratische kandidaat ds. Jesse Jackson is met zijn sympathieën voor de Palestijn se Bevrijdingsorganisatie en zijn in nige contacten met de Syrische dic tator Assad naar de achtergrond verdrongen en Walter Mondale en Ronald Reagan verschillen, zoals de meeste van hun voorgangers, niet of nauwelijks van mening over de doelstellingen van de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten. De Verenigde Staten en Israël zijn na tuurlijke bondgenoten. Dat zijn ze altijd geweest, hoewel pas sinds de oorlog van 1967 van een serieuze Amerikaanse in vloed in het Midden-Oosten sprake is. Zonder de steun van de Verenigde Sta ten kan Israël nauwelijks bestaan en zou het zeker niet in de relatief sterke positie zijn geweest die het nu in de regio heeft. Een terugkeer naar de oorspronkelijke grenzen van 1967, wat de teruggave zou betekenen van alle bezette gebieden, is niet in zicht omdat Israël zich gesteund weet door de Verenigde Staten. Die steun heeft het hard nodig, want in de Arabische wereld is het bestaans recht van Israël fel omstreden. Geen Amerikaanse president die daaraan voorbij kan gaan. Na Kissingers gehei me diplomatie onder Nixon, volgde on der Carter de doorbraak in Camp David, waar het vredesakkoord tussen Israël en Egypte werd ondertekend dat resulteer de in de ontruiming door Israël van de Sinaï. Libanon Ook president Reagan heeft zich actief getoond op diplomatiek terrein, hoewel zelfs het geringste succes is uitgebleven. Reagan lanceerde één keer een vredes plan, in september 1982, dat de vestiging behelsde van een Palestijns thuisland op de bezette Westoever, en dat in federatie met Jordanië. Zijn plan werd nog geen dag later door alle betrokken partijen van de hand ge wezen. Dat is opzichzelf geen uniek lot voor een vredesplan; een snelle ping van vredesinitiatieven behoort tot het diplomatieke ritueel in het Midden- Oosten en wil nog allerminst zeggen dat zo'n plan niet de aanzetten bevat die la ter tot succesvolle onderhandelingen kunnen leiden. Reagans speelruimte werd echter aan zienlijk verkleind door de Israëlische in vasie in Libanon, het vredesoffensief dat bedoeld was om een einde te maken aan de kogelregen die de PLO vanuit Zuid- Libanon op Noord-Isarël afvuurde. Het leidde tot een regelrechte oorlog en een onvermijdelijke verharding. De aan dacht voor een allesomvattende vre desregeling verplaatste zich naar de zorg om één land: Libanon. Voor de Verenigde Staten werd dat de grote valkuil. Want waar de PLO door Israël met succes was verdreven, meld den zich de van oudsher strijdende par tijen in Libanon, die van de gelegenheid gebruik wilden maken om hun positie te versterken. De openlijke Amerikaanse steun aan het traditioneel in Libanon heersende christelijke regime van de Gemayels werd afgestraft. Door Syrië gesteunde sji'itische moslems wisten de VS met acties van zelfmoordcomman do's doeltreffend te provoceren. De mul- tinationale-troepenmacht, bedoeld om strijdende partijen gescheiden te hou den, kon zich in de oorlogssituatie niet handhaven. Na een reeks van acties te gen Amerikaanse diplomatieke posten en na de dood van bijna driehonderd Amerikaanse mariniers, wachtte de VS een vernederende aftocht. Een troepen scheidingsakkoord hield geen stand, al le moeizame onderhandelingen ten spijt. Pat-stelling Israël zelf hield zich in die tijd sterk afzijdig van de Amerikaanse bemoeie nis. Dat is pas veranderd nadat verkie zingen een pat-stelling te zien gaven en een regering van nationale eenheid werd gevormd. Centraal in het regeringsbe leid staat nu de sanering van de onder de defensielast bezweken Israëlische eco nomie en daarvoor zijn Amerikaanse dollars onontbeerlijk. Verslagenheid over het Libanese dra ma ebde in de VS snel weg en nu is er, aan de vooravond van de presidentsver kiezingen, opeens weer optimisme over de kansen van een vredesregeling. Het is verleidelijk te denken dat vrij snel na de verkiezingen in de VS een ruil mogelijk tussen financiële steun van de VS. voor Beeld van Tripoli op een zondagmid dag. Wandelen maar het geweer mee. (foto AP) concessies van Israël, maar zo simpel ligt dat vermoedelijk niet. Een krachtige joodse lobby in de VS en een onverzette lijke en eigenzinnige regering in Jeruza lem zijn in het verleden steeds een af doende garantie geweest tegen mogelij ke Amerikaanse chantage. De VS kun nen leiding geven aan een vredesproces, ze kunnen het klimaat verbeteren, maar zijn niet in staat de koers wezenlijk te beinvloeden. Die leiderspositie in het diplomatieke proces in het Midden-Oosten krijgt sinds kort weer vorm in de gesprekken die Reagan voerde met de Egyptische president Moebarak en de Jordaanse ko ning Hoessein, die als een tandem de spil zullen vormen van nieuwe onder handelingen. Voorop staat evenwel dat de Israëlische regering wordt geleid door Shimon Peres, de leider van de Ar beiderspartij, die zich altijd fel heeft ge kant tegen de oorlogszucht van Begin en Sjamir en serieus uit lijkt op een verge lijk. Die factor is bepalend voor succes, al zal dat niet anders dan stap voor stap bereikt kunnen worden. Want één les hebben de Amerikanen inmiddels wel geleerd. Een allesomvat tende regeling ineens, is onmogelijk. De weg naar vrede loopt in het Midden-Oos ten langs kleinschalige onderhandeligen met één of twee landen aan de tafel, ge voerd in de bescheiden hoop dat deelak koorden in de toekomst tot één grote re geling aaneengesmeed kunnen worden. TON VAN BRUSSEL De aangename sfeer van het drukke uitgaansleven werd nogal ruw ver stoord toen een groepje Amerika nen ons luidruchtig staande hield. Het leek een uitvoerige discussie te worden, midden op straat. Maar hun aandeel bleef beperkt: "Jullie Europeanen moeten je eens wat meer inspannen voor jullie defen sie. Jullie profiteren maar van onze bescherming". Het tafereel speelde zich af in Was hington, twee jaar geleden, en paste vol ledig in het beeld dat onze Nederlandse delegatie had gekregen in gesprekken met regeringsfunctionarissen en ambte- De verstandhouding tussen de Ver enigde Staten en West-Europa was niet al te best. Westeuropese regeringsleiders waren geërgerd door het embargo dat president Reagan had afgekondigd te gen de levering van westerse onderdelen voor de Russische aardgaspijpleiding. Bovendien was er wrevel over de koude- oorlogsretoriek van het Witte Huis, de Amerikaanse opvattingen over Midden- Amerika, de Amerikaanse importbelem meringen voor Europese (staalbedrij ven en de hoge rentestand. In de Verenigde Staten heerste er evenmin groot vertrouwen in de atlanti- sche verbondenheid. Veel Amerikanen waren slecht te spreken over de Westeu ropese besluiteloosheid rondom de atoomraketten (eerst er om vragen en vervolgens twijfelen), en vonden ook de financiële bijdrage van de Europeanen aan de geallieerde defensie ver beneden de maat. Er gingen zelfs geluiden op om de Amerikaanse troepen gedeeltelijk uit Europa terug te trekken als de bondge noten niet bereid waren meer geld uit te trekken voor hun defensie. Hoe viel het anders nog te rechtvaardigen dat de ar me, hardwerkende Amerikaan moest blijven meebetalen aan de veiligheid van de welvarende, goed gehuisveste Beier? Inmiddels lijkt de wederzijdse irritatie enigszins getemperd, maar de verstand houding is niet meer wat zij was. Dat heeft weinig te maken met (de vermeen de hardheid van) Reagans beleid, want dat is - op defensiegebied - niet veel meer dan een voortzetting van de lijn- Carter. Het is meer een kwestie van historisch gegroeide machtsverhoudingen. De Westeuropeanen hebben zich na de oorlog ontwikkeld tot een sterk conti nent met een economie die er wezen mag. Ze hebben bovendien een andere - genuanceerder - kijk op het Sowjet-com- munisme dan de Amerikanen en dragen die ook nadrukkelijk uit. Dat een en an der zijn weerslag heeft op het bondge nootschap ligt voor de hand, al doen Westeuropese regeringsleiders natuur lijk hun uiterste best te verklaren dat er op geen enkele wijze mag worden ge tornd aan de alliantie. De praktijk leert echter dat een zeker Westeuropees onafhankelijkheidsstre ven, ondanks de atlantische gedachte, steeds duidelijker handen en voeten be gint te krijgen. Dat blijkt onder meer uit de activiteiten van de zogenoemde Inde pendent European Programma Group, onder voorzitterschap van de Neder landse staatssecretaris Van Houwelin- gen, die een grotere rol opeist voor West europese, militaire industrieën bij de aanschaffing van NAVO-materieel. Het blijkt ook uit recente pogingen van Groot-Brittannië, Frankrijk, West- Duitsland en de Benelux om de Europe se poot in het bondgenootschap ook in politiek opzicht wat meer aanzien te ge ven. Tijdens een meerdaagse bijeen komst in Rome kwamen de ministers van buitenlandse zaken van deze landen afgelopen week overeen dat het 'Euro pese bewustzijn' op het gebied van de veiligheidspolitiek moet worden ver groot via de Westeuropese Unie (WEU), een dertig jaar oud en tot voor kort min of meer ingeslapen 'discussieorgaan'. Zij het dat dit - alweer - niet mag leiden tot een aparte Europese club in de NAVO die zich als een nieuw blok gaat opstel len tegenover de Amerikanen. Ondanks de terughoudendheid onder de WEU-landen is de Romeinse bijeen komst onmiskenbaar een nieuwe stap op weg naar verdere samenwerking, al weet voorlopig niemand waarin die straks moet uitmonden. Een eigen West europese defensie wordt in het alge meen te duur geacht en bovendien poli tiek ongewenst vanwege de daarbij overheersende aanwezigheid van West- Duitsland. Aan de andere kant is er een hardnekkige tendens die erop duidt dat een eigen politieke en militaire rol voor West-Europa, los van de Verenigde Sta ten, onontkoombaar is. Ook in Amerika is dat besef doorge drongen. Er begint zich daar een steeds sterkere stroming af te tekenen (het 'neo-isolationisme') die wil breken met de traditionele atlantische gedachte. Volgens deze stroming is West-Europa nu sterk genoeg om zijn eigen financiële boontjes te doppen en moet het dus ook zelf maar de verantwoordelijkheid ne men voor zijn defensie. Daarbij spelen ook militair-strategi sche overwegingen een rol: Europa als 'slagveld' voor de supermachten maakt Amerika kwetsbaar voor een nucleair conflict; bovendien liggen de cruciale Amerikaanse belangen niet langer meer op het Europese continent maar veel meer in Latijns-Amerika en rondom de Perzische Golf. Met andere woorden: de Verenigde Staten zouden hun nucleaire en conventionele aandeel uit Europa moeten terugtrekken en hun eigen con ventionele bewapening (eventueel on der handhaving van de huidige kern macht in eigen land) moeten opvoeren met het accent op mobiliteit en snelle in zetbaarheid. Voor de NAVO zou dit tot gevolg kun nen hebben dat er een soort twee-zuilen- systeem ontstaat met een onafhankelij ke Westeuropese conventionele verdedi ging, die bij een eventueel conflict wordt aangevuld met Amerikaanse conventio nele strijdkrachten. Daarmee zou aan twee soorten verlangens tegemoet wor den gekomen: die van de Amerikaanse kiezer (minder kans op een nucleair con flict en minder geld voor Europa) en die van de Westeuropese bondgenoten (on afhankelijkheid ten opzichte van de Amerikanen). In Amerikaanse politieke kringen is -de tweedeling-gedachte al enkele jaren onderwerp van serieuze studie. En in sommige 'denktanks' wordt er zelfs op gespeculeerd dat president Reagan er beleid van zou willen maken omdat hij daarmee in elk geval de Amerikaanse kiezers gunstig zou stemmen. WIM WIRTZ Al 11(0 CHECKPOINI CHARLIE YOU ARE HAVING AMERICAN SIE VERtASSEN AMERIKANISCHE SEKIOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23