Geweld tegen medeburger is voor veel mensen geen punt Sterrenkaarten tonen een wonderlijke hemel ZATERDAG 27 OKTOBER 1984 EXTRA PAGINA 23 Burgerlijke ongehoorzaamheid, krakersrellen, protestdemonstraties en andere vormen van opstandigheid mogen weliswaar regelmatig in het nieuws opdoemen, toch vertoont de mens over het algemeen zeer gehoorzaam gedrag jegens autoriteiten, waarbij overigens niet alleen aan de overheid moet worden gedacht. Twee Utrechtse onderzoekers, W. Meeus en Q. Raaijmakers, zijn tot de conclusie gekomen dat iemands gedrag veel te maken heeft met de situatie waarin hij verkeert en weinig met zijn persoonlijke kenmerken. Geweld jegens een willekeurige medeburger? Voor veel mensen is dat geen punt wanneer de opdracht daartoe 'van hogerhand' wordt verstrekt. door Bert Paauw Autoriteiten kunnen mensen er gemakkelijk toe brengen onaangenaamheden jegens anderen uit te voeren. Afge zien van familieleden en naaste kennissen vinden mensen het niet zo'n punt om een willekeurige medeburger iets aan te doen. Die weinig geruststellende conclusie valt te trekken uit een sociaal-psychologisch onderzoek naar gehoorzaamheid, de afgelo pen drieeneenhalf jaar verricht door de Utrechtse wetenschap pers Wim Meeus en Quinten Raaijmakers. Van de proefperso nen die zij de opdracht gaven om anderen bij een bepaald experi ment geestelijk te kwellen, vol deed 90 procent aan het 'ver zoek'. Met hun onderzoek borduurde het Utrechtse tweetal voort op eerder gedane proefnemingen door de Amerikaan Stanley Mil- gram. Milgram haalde in het be gin van de jaren zestig een aantal mensen in zijn laboratorium en gaf hen de opdracht aan een slachtoffer zware elektrische schokken toe te dienen. Hoewel hij verwachtte dat vrijwel nie mand dat zou doen, bleek 65 pro cent van de deelnemers - zowel mannen als vrouwen - bereid de opdracht uit te voeren. Milgrams proef kreeg al snel het etiket 'Eichmann-experi- ment' opgeplakt. Zoals bekend was Eichmann een beruchte nazi die onder het motto 'Befehl ist befehl' de joden in de Tweede Wereldoorlog genadeloos ver volgde en liet doden. Men koos die aanduiding om aan te geven dat in veel mensen een potentië le Eichmann schuilt, dat velen er door een autoriteit toe kunnen worden gebracht vreselijke op drachten uit te voeren. Eigenlijk wilden Meeus en Met de stormachtige ontwikkeling van de moderne ruimtevaart is de kennis van wat er zich in het heelal afspeelt in de afgelopen tientallen jaren enorm vergroot. Weliswaar blijven er nog oneindig veel vragen liggen maar over de samenstelling en bewegingen van hemellichamen als sterren, planeten en manen is in korte tijd veel bekend geworden. De foto's die satellieten of andere ruimtevaartuigen naar de Aarde seinen mogen dan voor de geleerden een schat aan gegevens bevatten, voor gewone stervelingen is het vaak niet meer dan een verzameling punten, strepen en vlekken. Hoe anders is dat met de oude hemelkaarten. De Amerikaan George Snyder, bij de firma Sotheby's in New York verantwoordelijk voor de afdeling cartografie, heeft de moeite genomen tien eeuwen hemelcartografie in woord en vooral beeld samen te vatten. Uit zijn onlangs op de Nederlandse markt verschenen werkstuk blijkt hoeveel tijd en energie men zich in het verleden heeft getroost om kaarten te produceren die veelal uitgroeiden tot ware kunstwerken. Cartografen in de voorbije eeuwen bedekten feitelijke informatie over de hemel met een eigen artistieke saus. Zij waren zowel wetenschapper als kunstenaar. Bij het maken van hemelkaarten konden de vroegere cartografen zich veel meer vrijheden veroorloven dan wanneer zij zich bezighielden met land- of zeekaarten. Immers, hemelkaarten waren niet het produkt van ontdekkingsreizen. Lange tijd was het blote oog het enige instrument waarmee de verschijnselen aan de hemel moesten worden geïnterpreteerd. Dat leidde uiteraard tot allerlei speculaties en symbolieken. Bekend zijn de 48 sterrenbeelden van Ptolemeus (ca. 100-170 na Christus) wiens fantasie een wonderlijke hemelkaart opleverde vol afbeeldingen van vooral dieren zoals de Kleine en de Grote Beer, de Zwaan, de Slang, de Kleine en de Grote Hond, de Raaf, de Wolf en de twaalf tekens van de dierenriem. Ptolemeus ging uit van het Raaijmakers een onderzoek doen naar de factoren die leiden tot sociaal verzet (burgerlijke on gehoorzaamheid, krakersacties e.d.). Via experimenten wilde men nagaan op welk punt verzet tegen autoriteiten begint, op welk moment mensen gaan wei geren om bepaalde opdrachten uit te voeren. Meeus: "We hadden voor ons onderzoek de titel 'Grenzen aan de gehoorzaamheid' bedacht. Maar we vonden nauwelijks ver zet. Vandaar dat we de titel uit eindelijk hebben gewijzigd in 'Gewoon gehoorzaam". Bij het onderzoek van de Utrechtse wetenschappers ging het niet om fysiek, maar om psy chisch geweld. In totaal werkten zo'n 500 proefpersonen mee, die tegen een lichte beloning via ad vertenties in plaatselijke bladen waren geworven. Die willekeurige Nederlan ders, mannen en vrouwen in leef tijd variërend van 18 tot 50 jaar, kregen de opdracht om het Het Eichmann-effect is internatio naal (Archieffoto) slachtoffer - een sollicitant - op een heel vernederende manier te beledigen en te hinderen, terwijl deze sollicitant een test zat te ma ken. Als de proefpersoon zijn op dracht volledig zou uitvoeren, was de sollicitant kansloos om de test tot een goed einde te brengen en zou hij werkloos blij- Immoreel Zoals vermeld bleek 90 pro cent van de proefpersonen tot dergelijk psychisch geweld be reid, ook al vond men de op dracht immoreel. Het onderzoek gaf geen verschil in gehoorzaam heid te zien tussen mannen en Meeus (zijn collega Raaijma kers is door ziekte verhinderd aan het gesprek deel te nemen) ter verklaring: "De meeste proef personen zeggen dat zij zich niet verantwoordelijk voelen voor de uitgevoerde opdracht. De verant woordelijkheid ligt bij de op drachtgever, vindt men". Meeus denkt dat het gevonden gehoorzaamheidspercentage niet kenmerkend voor Nederlan ders is. Hij is er van overtuigd dat het Nederlandse volk zich in dit opzicht niet van andere vol ken onderscheidt. De uitkom sten van het in diverse landen uitgevoerde experiment van Mil gram - steeds werd een gehoor zaamheidsgehalte van 65 gevon den - sterken hem in die mening. Voor het verschil in gehoor zaamheid tussen het Utrechtse experiment en dat van Milgram - 90 procent tegen 65 procent - heeft Meeus een eenvoudige ver klaring. "Lichamelijk geweld zo als in de proef van Milgram leidt tot direct zichtbaar resultaat. Maar iemand hinderen, pesten, treiteren, daar merk je niet on middellijk iets van. Psychisch martelen is afstandelijker dan fy siek martelen". "De afstand tussen de beul en zijn slachtoffer is ook belangrijk. Bij het experiment van Milgram zaten proefpersoon en slachtof fer aanvankelijk in verschillende kamers. Dat gaf het eerder ge noemde gehoorzaamheidsper centage van 65. Maar wanneer beiden in dezelfde kamer wer den gezet, zakte het percentage naar 40. En wanneer tegen de proefpersoon werd gezegd dat hij zelf de hand van het slachtof fer op de elektrische plaat moest leggen, zakte het percentage zelfs naar 25". Problemen "In de basisopstelling van ons experiment - gescheiden kamers en een zwijgende sollicitant - was 90 procent van de proefpersonen gehoorzaam. Maar als we de sol licitanten lieten protesteren of lieten dreigen met een rechts zaak, veranderde de houding van de proefpersonen drastisch. Het gehoorzaamheidspercentage zakte dan naar 30 procent. Men sen zijn gehoorzaam zolang een ander het slachtoffer is. Maar wanneer men zelf in de proble men dreigt te raken, neemt de gehoorzaamheid af'. Meeus en Raaijmakers hebben uit hun onderzoek de conclusie getrokken dat iemands gedrag wordt bepaald door de situatie en niet door zijn persoonlijke ka raktertrekken. Meeus:"Ook de sterkste persoonlijkheden waren heel gehoorzaam. Mensen uit het actiewezen, met heel linkse ideeën, gehoorzaamden niet minder dan anderen. Ongehoor zaamheid op grond van persoon lijke kenmerken, we hebben daar absoluut niets van gevon den". "De motieven van de tien pro cent die in ons experiment niet gehoorzaamde hebben we niet onderzocht omdat onze aandacht Gregorius XIII abrupt een einde gemaakt met de uitvaardiging van de Gregoriaanse tijdrekening. Zoveel macht had een paus toen kennelijk nog. Die tijdrekening - gebaseerd op de zonnecyclus, met een jaarsysteem van 12 maanden plus inpassing van het schrikkeljaar - wordt tot op de dag van vandaag gebruikt. Overigens is de Gregoriaanse tijdrekening niet geheel exact op de zonnecyclus afgestemd. Er is een afwijking van 26 seconden per jaar, ofwel 1 dag op de 3300 jaar. In de hemelcartografie zijn astronomie (sterrenkunde) en astrologie (toekomstvoorspellingen op grond van 'hemelgebeurtenissen') eeuwenlang hand in hand gegaan. Omdat men vroeger niet in staat was bepaalde, opvallende gebeurtenissen als verduisteringen en kometen als verschijnsel op zich te verklaren ging men die gebeurtenissen in verband brengen met belangrijke zaken die op aarde waren voorgekomen, gebeurden of zouden gaan gebeuren. De naar de Engelse astronoom Halley genoemde komeet, die om de zoveel jaar aan de hemel verschijnt (volgens berekening ook weer in 1986), werd bijvoorbeeld in 1682 beschouwd als een aankondiging van de overwinning van het katholicisme en in 1695 als een teken voor de christelijke vorsten zich aaneen te sluiten om het Heilige Graf te heroveren. Astronomen die in de 16de en 17de eeuw vraagtekens gingen zetten bij de astrologie bleven zich vaak noodgedwongen bezighouden met toekomstvoorspellingen omdat er nu eenmaal brood op de plank moest komen. Uit die periode dateert de uitdrukking dat de 'astronomie zou verhongeren als ze niet werd gevoed door haar zuster astrologie'. De toekomst voorspellen op grond van hemelgebeurtenissen, het blijft kennelijk boeien, want tot op de dag van vandaag vinden horoscopen gretig aftrek. Daar doet geen reis naar de maan of welke ontnuchterende ruimtereis dan ook afbreuk aan. zich richtte op die andere negen tig procent. Maar we zijn geneigd de ongehoorzaamheid van die tien procent niet toe te schrijven aan persoonlijke kenmerken. Wellicht herkenden ze de situatie omdat ze er zelf ooit in hebben verkeerd of betrof het zeer prin cipiële mensen die niet wilden liegen". Speelt iemands persoonlijk heid volgens de Utrechtse onder zoekers dus geen rol, de sociale afstand tussen mensen oefent wel invloed uit op de gehoor zaamheid. "Een vriend zal z'n vriendin niet zo treiteren als nu in het experiment met willekeu rige mensen gebeurde. Hoe af standelijker de band met het slachtoffer, hoe groter de gehoor zaamheid. Mensen staan tegen woordig tamelijk afstandelijk ten opzichte van elkaar. Verste delijking en industrialisatie heb ben dat bevorderd". "Overigens moet ons onder zoek niet worden opgevat als een pleidooi voor een kleinschalige maatschappij. Dat zou een uto pie zijn. De moderne maatschap Wat ook zal blijven boeien zijn de kaarten die de vroegere cartografen met al hun beperktheden hebben samengesteld. En behalve bovengenoemde cartografen moeten zeker nog worden genoemd Tycho Brahe, Johannes Kepler, John Flamsteed, Julius Schiller en pij zit nou eenmaal ingewikkeld in elkaar". Verwachting "We hopen wel dat ons onder zoek de mensen doet inzien dat ze niet teveel vertrouwen moeten hebben in hun optreden jegens autoriteiten. Mensen schatten slecht in tot hoever ze door auto riteiten gebracht kunnen wor den. We hebben vöör het experi ment met de zogenaamde sollici tant aan een groep proefperso nen gevraagd of ze zichzelf in staat achten het later door ande ren gehanteerde psychische ge weld toe te passen. Slechts tien procent verwachtte gehoorzaam te zullen zijn. Het verwachtings patroon dat mensen van zichzelf hebben en en hun handelen in dit opzicht is vrijwel tegenge steld". "Er zijn situaties waar mensen onderdoor gaan. Je moet mensen leren die situaties te herkennen zodat ze er niet instappen. Wat professor Lea Dasberg in het tv- programma van Sonja Barend stelde - namelijk dat verzet van niet te vergeten de Nederlander Andreas Cellarius, die met zijn Atlas Coelestis in 1660 voor een artistiek hoogtepunt in de hemelcartografie zorgde. Een traditionele hemelcartografie die niet langer bestaat, omdat de mens er met zijn ruimtereizen in is geslaagd 'kleine' mensen tegen 'grote' mensen mogelijk is - is een falie kant verkeerde uitleg van ons onderzoek. Uit ons experiment blijkt juist dat dat nou net niet gebeurt. Mensen moeten bepaal de situaties zien te vermijden. Doen ze dat niet, dan is gehoor zaam gedrag nauwelijks te ontlo pen, dan komt er een proces op gang dat vrijwel niet omkeerbaar Het experiment van Meeus en Raaijmakers is op een videofilm vastgelegd en bestemd voor ver toning aan studenten van univer siteiten, hogescholen, hoger be roepsonderwijs en de hoogste klassen van het vwo. Meeus: "De film heeft een opvoedkundig doel, moet mensen de ogen doen openen met betrekking tot hun eigen gedrag. We zijn er zeker niet op uit geweest om de mieze righeid van mensen aan te tonen, zoals de NRC heeft geschreven. Wij wilden het verschijnsel so ciaal verzet, zeg maar ongehoor zaamheid, onderzoeken. Dat dit er is uitgekomen kunnen wij ook niet helpen". een science fiction droom tot werkelijkheid te brengen. Oude Hemelkaarten, hoogtepunten uit tien eeuwen cartografie; door George S. Snyder; H.J.W. Becht's uitgeversmaatschappij bv, Amsterdam. BERT PAAUW XONQITVDOk Afbeelding van een kaart van de cartograaf Gallucci uit de 16de eeuw. Middels deze sterrenkaart beeldt hij een bepaalde fig uur (de zegevierende Perseus) uit. geocentrische wereldbeeld, dat wil zeggen: de Aarde en de Mens vormen het middelpunt van het heelal. Tot in de 17de eeuw hield die opvatting stand, mede op grond van religieuze motieven. Het waren de Pool Copernicus en de Romein Galilei die in de 16de eeuw openlijk twijfelden aan het idee dat de Aarde het middelpunt vormde van de schepping Gods. Zij ontdekten dat de Aarde draaide. De uitvinding van de telescoop bood bovendien meer objectieve waarnemingsmogelijkheden. Het idee dat de Aarde een minder prominente plaats in het heelal inneemt dan men altijd had gedacht werd er alleen maar door versterkt. Die denkbeelden werden aanvankelijk niet geaccepteerd door de kerk. Galilei moest zelfs voor de Inquisitie zijn uitspraak dat de Aarde draait, herroepen. De overlevering wil dat hij na de herroeping zou hebben gefluisterd: En toch beweegt ze. Aan de cartograaf Albrecht Dürer komt de eer toe de eerste hemelkaart te hebben getekend die naast allerlei figuren ook coördinaten en een schaalverdeling bevatte. Die kaart dateert uit 1515. Op grond van de kaart van Dürer konden sterren beter dan voorheen worden gelokaliseerd en geïdentificeerd. Dat was zeker ook van belang voor de zeelieden die 's nachts moesten navigeren aan de hand van hemelkaarten. Niet alleen sterren, ook zon en maan hebben door de eeuwen heen altijd erg tot de verbeelding van mensen gesproken. Vooral de zon werd een fascinerend lichaam gevonden. Almachtige, bijkans menselijke eigenschappen werden de zon in het verleden toegedicht wat blijkt uit kaarten waarin de zon staat afgebeeld als een koning rijdend in een wagen. De maan werd vaak gezien als de gemalin van de zon. De bewegingen van zon en maan zijn in de loop der tijden als uitgangspunt genomen voor diverse tijdsindelingen. Aan het chaotische geheel, dat het gevolg van die verschillende indelingen was, werd in 1582 door paus Afdruk van een houtsnede die in 1542 in Frankrijk werd vervaardigd in opdracht van koning Philips. Rondom een voorstelling van een man en een vrouw is de relatie tussen de jaarlijkse cyclus van aardse activiteiten en de twaalf dierenriemtekens uitgebeeld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23