De kantine kun je niet missen, geen dag ZATERDAG 27 OKTOBER 1984 PAGINA 17 Meer nog dan spieren wor den magen gestaald door sport. Een zondags rondje langs de sportkantines leert, dat de consumptie van pils en hartige hapjes zich in de omgeving van doelpaal en cornervlag amper aan tijd laat binden. „Bij ons gebeurt het", zegt LDWS-voorzitter Wil Sanders, „dat om negen uur de eerste pils over de toonbank gaat. Vergezeld van patat of frikadel". De vroege vogels die vol gens het vaste gezinspatroon op zaterdagen en zondagen plegen neer te strijken in de sportkantines gaan derhalve niet opzij voor een stevige matineuze slok en hap, waar tezelfdertijd aan menig ont bijttafel al een zelfoverwin ning wordt gevierd na het nuttigen van een eenvoudige boterham met pindakaas. Een blik in de keuken van de gemiddelde sportkantine geeft voedsel aan de gedachte dat sport noodt tot eten en drinken. De inkoop schijnt met ruime hand te moeten worden gedaan om de klant te kunnen behagen. De aanhang van een gereputeer de zaterdagclub uit de Leidse re gio wordt door ingewijden als koploper gezien als het gaat om het verorberen van etenswaren tijdens een wedstrijd. Per hoofd zou de supporterskern van die voetbalvereniging goed zijn voor minstens vijf gehaktballen in een tijdsbestek van twee maal drie kwartier. Zonder uitzondering dwepen de clubs dan ook met hun fraaie trefcentra voor 'liefhebbers'. De houten keten zijn alom onder de sloophamer gekomen tot heil van de meestal met clubliefde opgetrokken bouwwerken die doorgaans een geraffineerde ar chitectuur verraden. Als bron van clubinkomsten laat de sport kantine zich onvermoeibaar aan boren. In de omgeving van vel den en zalen leeft het publieke geheim dat nogal wat sportdo- centen dat gegeven meenemen in het jaarlijkse spel van vraag en aanbod om een slaatje te kunnen slaan uit die kantine. Vast staat in elk geval dat in een tijd waarin de jeugd minder snel dan voor heen is geneigd zich aan te slui ten bij een sportvereniging, de clubkas meer en meer drijft op de inkomsten van limonades en dranken van zwak alcoholische signatuur. Belangrij „Ook bij ons zijn de kantine inkomsten iets belangrijker dan de contributies. En dan is Quick Boys nog een grote vereniging", stelt secretaris Huig Ouwehand. „Aan contributies innen wij jaar lijks 150.000 gulden. In de kanti ne draaien wij gemiddeld een bruto-omzet van 240.000 gulden. Maar de winst is heel wat min der, rond de 75 procent. We heb ben de laatste jaren nogal wat kosten gehad aan ons clubhuis. Er heeft een verbouwing plaats gehad. Het dak moest ver nieuwd, dat kostte ons 40.000 gulden. Vorig jaar heeft het club huis met een verlies gedraaid van 15.000 gulden". Even voorbijgaand aan dat hiet regelmatig terugkerende kos tenaspect erkent Ouwehand dat ook op Nieuw Zuid geen veld werk kan plaatsvinden zonder activiteiten binnenshuis. „De kantine is er niet voor om zoveel mogelijk geld te verdienen, wel om de zaak er mede door draai ende te houden. We houden ons daarbij aan de gemaakte afspra ken met de gemeente. Quick Boys wil zich niet als concurrent opwerpen van de Katwijkse ho reca". Volgens W. Berkhout, juri disch medewerker van Horeca Nederland, betreedt een niet on belangrijk aantal sportclubs wel het terrein van de cafés en res taurants. Hier en daar, zegt hij, worden sportkantines verhuurd aan derden voor de organisatie van bruiloften, partijen of recep ties. De hand zou ook nogal eens worden gelicht met de Dran kwet. „Daar binden we de strijd tegen aan", zegt hij. „Een sport vereniging is er toch niet voor opgericht om zich op de markt van een horeca-ondernemer te begeven.". Regels Sinds juli 1982 is de exploitatie van sportlokalen aan strikte re gels gebonden volgens een con tract, ondertekend door het Be drijfschap Horeca en de KNVB. Ook de meeste andere sportbon den hebben zich solidair ver klaard met dat akkoord. Daarin is onder meer vastgelegd dat sportkantines dienen te functio neren in relatie tot de doelstellin gen van de verenigingen. Behou dens op wedstrijddagen dient niet-leden de toegang tot de loka liteit te worden ontzegd. Alleen wedstrijd mogen alcoholhouden de dranken en consumpties wor den verstrekt. „Die regel is nogal scherp geformuleerd", bena drukt KNVB-medewerker Van Rossum. „Maar in de praktijk worden er bij een club zoveel wedstrijden op een dag gespeeld, dat er sprake is van een doorlo pende show. Op de velden en in de kantine". Als extra bepaling geldt dat clubs wier kantines een jaaromzet van meer dan 125.000 De sportkantines vormen al vele jaren een doorn in het oog van de horeca-ondernemer. „Ze romen onze markt ar', vertolkt Horeca Nederland de gevoelens van de bondsleden. Sinds juli 1982 dient de exploitatie van clublokalen te worden gevoerd volgens een overeenkomst, gesloten door het Bedrijfschap Horeca en de KNVB. Ook andere sportbonden handelen volgens de richtlijnen van dat akkoord. Worden er op het gebied van het paracommercialisme nog veel overtredingen geconstateerd? „Ja", beweert Horeca Nederland. „Nee", roepen de clubbestuurders. Een verhaal over een strijd die nog lang niet is gestreden. Bijlage van het Leidsch/AIphens Dagblad naar het eenvoudige kopje kof fie. Verdere uitbreiding van het dienstbetoon mag niet, geen ge meente in Nederland zal het tole reren dat een sportkantine wordt uitgebaat als een café". - Zondagmiddag, 16.15 uur. De kantine van ROAC'79 stroomt vol, net als drie kwartier eerder toen de sfeer uitbundiger was. Nu blijkt zelfs het beste spraak water niet voldoende om de ge sprekken te ontdoen van een ge dempte toonzetting. Begaan is men met het lot van de wedstrijd secretaris die kort tevoren als ac tief speler een beenbreuk opliep op het bijveld. Bovendien heeft het eerste een 2-0 voorsprong uit handen gegeven tegen een LDWS dat toch helemaal kans loos was". De sportvereniging kan de kantine niet missen, geen dag. ROAC-secretaris Alkemade noemt de kantine een „levensa der", LDWS-voorzitter Wil San ders laat weten dat de clubhuis inkomsten de contributies op een betaalbaar peil houden. „Door die kantine", weet Izak Klinkhamer, bartender van Lug- dunum, „betalen de rond 500 le den gemiddeld maar 150 gulden per jaar voor het lidmaatschap". Trots showt hij de kleedkamers, „die hebben we met eigen han den kunnen opbouwen van de kantinecenten. Van de op brengst van de kantine kunnen wij ook allerlei activiteiten voor de jeugd organiseren. Disco avonden bijvoorbeeld". Heel normaafaHMBiMi Waar Sanders er geen geheim van maakt dat de LDWS-kantine een omzet draait van 70.000 gul den per jaar, Alkemade prijs geeft dat ROAC net boven de BTW-grens zit, daar houdt Lug- dunum gelijk UVS de boeken ge sloten. „Wij houden dat liever binnen de vereniging", verklaart tweede penningmeester Gé Ou- werkerk, met zijn horecapapie- ren de dekmantel in eigen per soon van het clubhuis dat door bestuurders van minder flore rende verenigingen „hotel Lug- dunum" wordt genoemd. „Wij betalen BTW, dat is alles wat ik hierover kwijt wil". Eens bestierde Ouwerkerk een café, hij zegt zich dan ook te kun nen verplaatsen in de gedachten- wereld van de horeca-onderne mer die klaagt over de concur rentie van sommige sportkanti nes. „Het is heel normaal dat ze protesteren tegen clubs die hun clubhuizen aan buitenstaanders afstaan voor bruiloften en partij en. Maar wij handelen volgens de richtlijnen van de KNVB, Lug- dunum richt zich uitsluitend op het sportgebeuren". Zondagavond, 17.30 uur. Spits uur bij Lugdunum. Buiten ver maken enige kinderen zich in de speeltuin, binnen drinken hun ouders met nog een honderdtal andere mensen hun dorst weg. Allemaal leden en donateurs", herkent Izak Klinkhamer zijn publiek. De onderlinge verstand houding is prima, het eerste zal dus in Aalsmeer wel gewonnen hebben. Maar neen, dat blijkt een misvatting, de jongens van Cle ment Koster hebben met 4-1 klop gekregen. ,Jiier", lacht vaste klant Kees van Duivenbode, „merk je nooit of Lugdunum ver loren of gewonnen heeft. Lugdu num is één grote familie, ieder een gaat goed met elkaar om". Gezelligheid schijnt, zo te zien, in de Kikkerpolder geen tijd te kennen. Maar ook die veronder stelling berust om een misver stand. De onverbiddelijke bel voor het laatste rondje klinkt eer der dan verwacht, om half zeven. Na de laatste slok en hap spoedt iedereen zich naar huis om een half uur later Mart Smeets de sportieve dagsluiting van een zondag te zien verzorgen. „Wij houden mensen van de straat. De sportkantine is een so ciale ontmoetingsplaats waar de mensen nog rustig hun biertje kunnen drinken", is de mening van LDWS-voorzitter Sanders. „Dat het de horeca minder goed gaat, ligt ook aan de agressie die in bepaalde etablissementen kan worden waargenomen. Natuur lijk valt er voor hun klachten wat te zeggen, maar ook de clubs hebben de centjes hard nodig. Als de sportkantines helemaal aan banden worden gelegd, is het gedaan met het verenigings leven. Dat kan toch nooit de be doeling van de horeca zijn?" om in de horecasector. „Dat is een verhouding van 1 op 3. In 1970 maakte de sportwereld nog maar vijf procent uit van alle in komsten". Nog altijd, beweert hij, wordt er door clubs gesjoe meld met sluitingstijden. „Over eenkomst of geen overeen komst". Te vaak, zegt hij ook, kruipen de beheerders van sport kantines, parochiehuizen en tref centra van andere sociaal-cultu rele inslag in de huid van de ho reca-ondernemer. „In 1980 zijn we begonnen met het aanspan nen van allerlei procedures. Nu hebben we weer een zaak aan hangig gemaakt tegen een club uit het Noorden. Het water is me nig ondernemer door de slechte re economische situatie aan de lippen gestegen. Onze leden zijn zich daardoor agressiever tegen dergelijke uitwassen gaan op stellen, zij zagen hun potentiële markt afgeroomd en dat gebeurt nog altijd". Hij vindt dat vele Nederlandse gemeenten zich te soepel opstel len ten opzichte van de sport clubs. Verzoeken om vergunnin gen zouden te snel worden afge schoven, bang als menig ge meentebestuurder volgens Berk hout is voor het zoveelste ver zoek om financiële steun. „Er zijn gemeenten waar ze liever vergunningen afgeven dan sub sidies", is zijn overtuiging. „Vooral 3A-vergunningen. Een doorn in het oog is dat, een sport club beschikt dan over dezelfde vergunning als een horecabe drijf. Rechtvaardig zou het zijn als een vereniging hooguit een 3C-vergunning werd verleend". - Zondagmiddag, 14.00 uur. In Rijpwetering zit de loop naar de kantine van ROAC'79 er goed in. Het aantal wachtenden 'voor u' is aan de bar groter dan 008 ooit zal scoren, maar gelukkig, de tapkraan is ook hier geduldig. Over een half uur begint ROAC- LDWS. Familieleden, bekenden en andere sympathisanten van de 22 voetballers nemen alvast een gouden rakker tot zich als voorschot op de goede afloop van de vierde klas-ontmoeting. Aan een tafeltje zitten enige vleesge worden hockeyballen van Delftse komaf bij te komen van de ver moeienissen van een zojuist ge speelde wedstrijd. Twee kratten bier staan binnen handbereik, straks kan er altijd nog worden gedoucht. „Op het hier aanpalen de hockeyveld", zegt er één met licht geaffecteerde stem, „hebben ze geen kantine. Daarom zijn we hier maar naar toe gekomen. Ik moet zeggen dat het ons best be valt, zo tussen die voetballers". Als specialist in horeca-aange- legenheden rangschikt VNG- functionaris Van der Woude de door Horeca Nederland gespuide verwijten aan gemeenten over al te snel aan sportclubs afgegeven vergunningen onder de noemer Gewonnen of verloren, de stemming in de Lugdunum-kantine is altijd prima. door Gerard van Putten gulden halen, BTW-plichtig (ta rief 13 procent) zijn. „Die over eenkomst heeft z'n uitwerking niet gemist", oordeelt Berkhout namens horeca Nederland, „al is het aantal klachten nog legio." Mr. Stillebroer, secretaris van de coördinatiecommissie para commercialisme bij het Bedrijf schap Horeca, heeft in het sei zoen 1983/'84 ongeveer 50 klach ten van ondernemers onder ogen gehad. „Van een toename is geen sprake, eerder is het tegendeel waar. Vooropgesteld, als een club doordeweeks 'n kaart- of dansavond voor leden en dona teurs organiseert, is daar niets op tegen. Van een overtreding is sprake, zodra een vereniging zich ook gaat richten op buiten staanders. Dan seinen we de KNVB in, die waarschuwt zo'n club. Helpt dat niet, dan stappen we naar de fiscus met het ver zoek de boekhouding te contro leren. Het gevolg daarvan kan zijn dat een vereniging als onder nemer wordt aangeslagen voor BTW en vennootschapsbelasting met een terugwerkende kracht van 5 jaar". - Zondagmorgen, 10.45 uur. De kantineploeg van Lugdunum is al dik drie uur in bedrijf. Grote vraag is er naar koffie, wellicht vanwege de daags tevoren ge houden wijnavond wordt de prijslijst (flesje cider 1,15; tap bier 1,25, flesje bier 1,50 en patat 1,50) geen blik waardig gekeurd. De stemming is lichtelijk be drukt, de muziekboxen zwijgen. Een kenner onder de pakweg 25 stamgasten laat weten dat het tweede met 1-0 achter staat, „het is niks gedaan met die ploeg, er is geen eens een rechtsbuiten"Kan tinebeheerder Izak Klinkhamer meldt dat de eerste klanten om 9 uur binnen kwamen druppelen, hij zelf was er al om half acht. „Doordeweeks zijn we elke avond open tot een uur of twaalf, zater dags en zondags tot een uur of half zeven. We werken volgens een dienstrooster met 30 barmen sen, er is zelfs een vrouw bij van in de tachtig. Ze doen het alle maal voor de club, vrijwilligers zijn het. Net als de schoonmaak ploeg die elke maandag en vrij dag hier de boel opruimt". In de vooral door Horeca Ne derland gevoerde strijd tegen de commerciële nevenactiviteiten van sportclubs, in de wandeling paracommercialisme genoemd, heeft zich intussen ook de over heid gemengd. Onlangs lieten staatssecretaris Van Zeil van economische zaken en minister Brinkman van WVC een brief uitgaan naar alle Nederlandse gemeenten, waarin werd gesig naleerd dat sommige sportkanti nes, buurt- en parochiehuizen de horeca concurrentie aandoen. De Vereniging van Nederlandse Ge meenten (VNG) ontving een uit nodiging om over deze kwestie te overleggen met ambtenaren van het ministerie van economi sche zaken. Vermoedelijk vol gende maand vindt dat gesprek plaats. Studie „Economische zaken is bezig aan een studie over deze mate rie", weet J. van der Woude, be leidsmedewerker bij de VNG. „Dat ministerie wil met ons van gedachten wisselen over het eventueel hanteren van juridi sche instrumenten om ongeoor loofde commerciële praktijken tegen te gaan. Ik denk daarbij aan het stellen van subsidievoor waarden aan clubs, zoals in be paalde gemeenten al gebeurt. Ik denk daarbij ook aan de toepas sing van verordeningen en con trolebepalingen". - Zondagmiddag, 12.30 uur. Spelers en supporters van UVS leven toe naar de bekerwedstrijd tegen SJZ. De voetballers drin ken op hun gemak een kop koffie of een glaasje fris, de aanhang poogt de opkomende spanning weg te kauwen en weg te spoelen met patat en pils. Kantinebeheer der Nico van Halem mocht zijn eerste klant al om acht uur be groeten. Om half elf waren er al die trek hadden in bier, patat, frikadellen of een andere snack. „Er zijn er bij, die zitten hier de hele dag", is zijn ervaring. „Die mensen hebben het naar hun zin, drinken hier rustig hun pilsje zonder dat de vrouw daartegen bezwaar heeft. In mijn geval is dat ook zo. Zeg ik tegen mijn vrouw dat ik naar een café ga, dan ziet ze dat niet zo zitten. Maar zeg ik dat ik naar het veld ga, dan vindt zij het niet erg, ter wijl het in wezen toch precies het zelfde is. Kijk, ik kan me aan de ene kant wel voorstellen dat de horeca bezwaar maakt tegen sportkantines. Maar aan de an dere kant betalen we keurig onze BTW, ons clubhuis wordt alleen voor clubactiviteiten gebruikt, terwijl de vereniging niet kan zonder de kantine-inkomsten. Ik zeg niet hoeveel er wordt omge zet, maar we lopen 3 op 1 in ver houding tot de contributies". Scherper Horeca Nederland zou een nóg scherper toezicht op de sport kantines met instemming be groeten. Juridisch medewerker Berkhout wijst er namens zijn le den op dat de sportlokalen een omzetscore halen van 3,2 mil jard; in totaal gaat er 9,9 miljard borrelpraat. „Pure onzin is dat", meent hij. Van der Woude gebruikt de historie als kapstok voor de ver dediging van het vergunningen beleid, vandaag de dag door de gemeenten gevoerd. „Het is voor de oorlog allemaal begonnen met het schenken van een kopje kof fie. Later kwam die drankver gunning. Toen zijn er een paar 3C-vergunningen afgegeven. Op grond daarvan moest de kantine een besloten karakter dragen. Toeschouwers die geen lid wa ren van de club mochten niet binnenkomen. Dat riep bezwa ren op, die regeling ging dan ook weer snel van de baan. Besloten werd dat ook sportclubs in aan merking mochten komen voor de uitgebreide horeca-vergun- ning, de 3A. Het probleem was alleen dat er in die tijd geen vak- bewame mensen in de clubs rondliepen. Bestuurders gingen vragen om ontheffingen die on der bepaalde voorwaarden wer den verstrekt, totdat ze ontdek ten dat door het volgen van een horecacursus die hele romps lomp van aanvragen en wachten kon worden omzeild. Ook de ver tegenwoordiger van een club dient de 3A-vergunning te wor den verleend als-ie het vakdiplo ma kan overleggen. Er is dus geen sprake van dat de gemeen ten bang zijn voor subsidie-aan vragen. De criteria voor de uitrei king van de 3A zijn vakbe kwaamheid, handelskennis, kre dietwaardigheid en goed gedrag. Wordt daar allemaal aan voldaan, dan heeft de aanvrager recht op die vergunning, dat is jurispru dentie". - Zondagmiddag, 14.50 uur. ROAC '79 staat met 1-0 voor. LDWS-doelman Stouten heeft een als voorzet bedoeld schot van 'Ripper' Wortman in eigen doel gebokst. Naar schatting dertig op het complex verblijvende mensen hebben op dat moment geen flauw benul van de stand, zij zijn achtergebleven in de kantine. Zou die ene ex-clubbestuurder dan toch gelijk hebben met zijn bewering dat tallozen de sport als alibi gebruiken om huis en haard te ontvluchten? De VNG, zegt beleidsmede werker Van der Woude, heeft be grip voor tamelijk veel stand punten die zijn ingeworteld in de horecawereld. Hij vraagt zich evenwel af of de bezoekers van sportkantines ook potentiële kroegtijgers zijn. „Daar ben ik niet van overtuigd. Goed, er zal wel een deel zijn dat elkaar over lapt. Maar ik denk toch dat de meeste mensen die in een sport- lokaal komen de wedstrijd als hoofddoel zien". „Met de horeca", zegt Van der Woude ook, „ben ik van mening dat de sportaccommodaties die nen te worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn bestemd. Dus geen bruiloften en partijen in de kantine, ook geen sterk al coholische dranken. Maar ik kan best begrijpen dat een club de mensen niet op een droogje wil laten zitten. En dan zie ik er niet zoveel bezwaar in dat er in een kantine tegenwoordig limonade en zwak alcoholische dranken worden geschonken, de tijd valt nu eenmaal niet terug te draaien Ook andere sporters zoeken hun toevlucht tot de kantine van de voetballers. (foto's Holvast)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 17