Unieke collectie zilver in
museum in
Amsterdam
Francois Truffaut:
een bezeten filmer
Holiday Sketches blijft
beneden peil van NDT
Geslaagd debuut als Julia van Katalene Borsboom
IJzersterk blijspel als 'Slippers' kan een stootje hebben
Minimal
Compact
sleept
zich voort
Maandag 22 oktober 1984
I
PAGINA 11
AMSTERDAM (GPD) 'Meesterwerken in Zilver' vullen
sedert 19 oktober de stille kamers van het museum Willet-
Holthuysen. Een statig patriciërshuis dat vlakbij het Rem-
brandtsplein aan de Herengracht is gelegen. Serviezen, bo
kalen voor ingemaakte kastanjes of ananas, schalen, kan
delaars en ander kerkelijk zilver, dozen en zoutvaten zo
groot als soepkommen bieden een beeld van de hoge kwa
liteit van het Amsterdamse zilver tussen 1520 en 1820.
De collectie, waarvoor stukken in
bruikleen zijn gegeven door de
vorstinnen Beatrix en Elisabeth II,
is zo waardevol dat museum-direc
teur Haak moest overgaan tot een
ingrijpende vernieuwing van het
beveiligingssysteem van dit mu
seum. „Dat was wel de moeite
waarde, want het is een van de be
langrijkste tentoonstellingen die
dit jaar in ons land worden gehou
den".
Tussen 1520 en 1820 hebben
ruim 400 goud- en zilversmeden in
Amsterdam gewerkt. Het waren
niet allemaal geboren Amsterdam
mers. Ook toen al had deze stad
een grote aantrekkingskracht en
omstreeks 1650 moest een derde
van de zilversmeden afkomstig
zijn geweest uit Friesland, Gronin
gen, België of Frankrijk. Die immi
granten hebben veel invloed gehad
op de stijl van het Amsterdamse
goud en zilver.
Grote zilverkenners als Karei Ci
troen en Jan Verbeek, die een cata
logus verzorgden bij deze meester
werken, zijn goed in staat om aan
de hand van merktekens de her
komst van alle voorwerpen te her
leiden. Vanaf 1469 moesten in Am
sterdam alle zilveren gebruiks
voorwerpen zijn voorzien van een
stadsteken, een aanduiding van de
maker en een van het jaar. Het wa
ren practische maatregelen om te
voorkomen dat voorwerpen met
een te laag zilvergehalte in omloop
zouden worden gebracht. In tijden
van geldschaarste moest zilver
worden omgesmolten tot baar
geld.
Veel burgers brachten ook zilver
dat naar hun mening ouderwets
was geworden, naar de zilversmid,
die er iets nieuws en exclusiefs van
moest maken. In 1795 kregen parti
culieren opdracht alle zilveren ta
felgerei, behalve lepels en vorken,
in te leveren bij de overheid. Al
leen de zeer rijken waren in staat
om bepaalde stukken vrij te kopen
door de zilverwaarde in geld te be
talen. Zo is veel prachtig zilver uit
de 16de en 17de eeuw verloren ge
gaan.
De belangstelling voor de esthe
tische waarde van zilver is pas na
1860 ontstaan, toen meer mensen
zilver gingen verzamelen. Na die
tijd is ook studie gemaakt van de
merken, waardoor voorwerpen
niet alleen op stijl en op de geha
merde of gegoten technieken,
maar ook op de meestertekens en
ouderdom konden worden beoor
deeld.
De meesterwerken die zorgvul
dig gepoetst zijn bijeengebracht in
museum Willet-Holthuysen, zijn
echter gebruikvoorwerpen. Op de
schalen ligt soms een dun web van
krasjes. De onversierde empire fil-
terkoffiepot uit het jaar 1820, die zo
modern aandoet, is duidelijk ge
bruikt, net als de waterketels op
comfoor die aan het eind van de
17e eeuw noodzakelijk werden
toen in Nederland theedrinken een
mode werd.
De beminnelijke hoofdconserva
tor van het museum, Van Erpes
Royaards, wordt geroerd als hij
vertelt waarom die zilveren zoutva
ten van drie eeuwen geleden zo
enorm groot zijn. Zout was waar
devol, iets bijzonders. Kunstig be
werkte zoutvaten stonden op tafel
dicht bij de gastheer, die het zout
plechtig aan zijn belangrijkste
vriend kon doorgeven. Voor de
heer Royaards is dit een afscheids-
tentoonstelling. Hij wordt 65, gaat
met pensioen en zal niet worden
opgevolgd. Bezuinigingen? Hij
knikt berustend. „Jammer, want er
is zoveel dat ik nog had willen aan-
UTRECHT (ANP) - Aan de
theatervoorstelling van de Fris
se Jongens Anton Huyg komt
nooit meer thuis' zaterdag
avond in theater ,de Kikker' in
Utrecht kwam een onbedoeld
dramatisch einde. Op het mo
ment dat een van de twee ac
teurs in het stuk, Bavo Galama,
zou moeten spelen dat hij zijn
verstand kwijt raakte, ging hij
werkelijk van de wereld. In een
schijngevecht met zijn mede
speler Titus Tiel Groenenstege
'Frisse jongen'
buiten westen
ging Bavo onderuit en kwam hij
zo hard met zijn hoofd op de
grond terecht, dat hij buiten
westen bleef liggen. Een ijlings
geraadpleegde arts constateer
de een zware hersenschudding
bij de acteur. Dat heeft een
woordvoerder van het gezel-
Het voorval speelde zich af na
de pauze tijdens het tweede be
drijf. Het ongeval zal vermoede
lijk tot gevolg hebben dat de
Frisse Jongens de eerstkomende
weken hun voorstellingen zul
len moeten afgelasten. Tiel
Groenenstege en Galama spelen
namelijk alle in het door hen
zelf geschreven stuk voorko
mende rollen.
Drinkhoorn van het Amsterdam
se Sint Joris- of Voetboog schutters
gilde uit 1566. (foto gpd)
Ketel op komfoor uit 1729.
(foto GPD)
vullen. Je wilt altijd precieser en
gedetailleerder werken. Nu zal nie
mand dit van mij overnemen".
De tentoonstelling Meesterwerken
in Zilver, Amsterdams zilver 1520 tot
1820, blijft tot en met 13 januari 1985 in
Museum Willet-Holthuysen, Heren
gracht 605, Amsterdam.
Schilder en
dichter Henri
Michaux (85)
overleden
PARIJS (AFP/RTR/DPA) - De
Franse dichter en schilder Henri
Michaux is in de nacht van donder
dag op vrijdag op 85-jarige leeftijd
overleden. Dit heeft zijn familie
zondag bekendgemaakt.
De in het Belgische Namen ge
boren dichter, die in 1954 het Fran
se staatsburgerschap kreeg, werd
geinspireerd door de surrealisten.
Zijn werk had grote invloed op de
moderne dichtkunst. Michaux, die
vele reizen over de gehele wereld
maakte, kwam in de jaren vijftig in
de publiciteit door zijn experimen
ten met hallucinerende drugs om
hun uitwerking op de literaire en
artistieke creativiteit te testen.
In 1965 werd hem de grote natio
nale prijs voor de letteren toege
kend die hij echter weigerde.
UTRECHT (GPD) - In 1959
debuteerden in Frankrijk 24
speelfilmmakers en in 1960
nog eens 43. De meest toon-
aangevenden onder hen
hadden al een reputatie,
niet als cineasten maar als
filmcritici. Die plotselinge
opleving van de Franse ci
nema kreeg legendarische
faam als de nouvelle vague.
Francois Truffaut is met
Jean-Luc Godard de meest
inspirerende exponent ge
weest van die beweging.
En Truffaut is tevens de cineast ge
weest die van zijn generatie het
eerst de nouvelle vague-beginselen
weer heeft losgelaten. Sterker nog:
agressiever dan wie ook had de cri
ticus Francois Truffaut in de ca
hiers du cinema gefulmineerd te
gen de filmstijl die dertig jaar gele
den in Frankrijk gangbaar was,
maar van de laatste twintig pro-
duktiejaren zijn het juist de laatste
Truffaut-films geweest - 'Le der-
nier metro', en 'Vivement diman
che' - die weer het sterkste de her
innering hebben opgeroepen aan
de vroeger zo verguisde 'cinema de
papa'. Van de nouvelle vague-ci-
neasten heeft hij in elk geval nog
het meeste fïlmplezier geschon
ken.
En zo debuteerde Truffaut zelf
met het even onvergetelijke 'Les
400 qoups'; het aandoenlijke relaas
van een 12-jarig jongetje, verwaar
loosd door zijn ouders, verknocht
aan een vriendje met wie hij katte-
kwaad uithaalt, voorbestemd om
in een gesticht heropgevoed te
worden omdat niemand in zijn
Franqois Truffaut
goede bedoelingen geloven wil. De
film was het eerste deel uit wat la
ter de 'Antoinne Doinel-cyclus' ge
noemd zou worden, want met het
hoofdrolspelertje Jean-Pierre
Léaud heeft Truffaut nog een paar
aansluitende episodes verfilms uit
het leven van deze jonge Parjjze-
naar die veel gemeen had met de
12-jarige Truffaut zelf. Truffaut (in
1932 in Parijs geboren) is zelf als
puber net als het joch in 'Les 400
qoups', ook al een fervent cinefiel
geweest die duizend en één metho
de wist te verzinnen om zonder te
betalen bioscopen binnen te drin
gen en die foto's van zijn idolen
stal uit de vitrines. De legendari
sche filmcriticus André Bazin
heeft ooit weten te voorkomen dat
de jonge Francois Truffaut in het
opvoedingstehuis terecht kwam en
onder Bazins hoede sublimeerde
Nederlands Dans Theater met pre
mière van 'Holiday Sketches'
(Christopher Bruce/Billie Holiday)
en herhalingen van 'Time Cycle'
(Forsythe/Foss), 'Danza y Rito' (Dua-
to/Chévez) en 'Forgotten Land' (Ky-
lian/Britten).
Gezien op 25 oktober in het Cir
custheater, Scheveningen. Aldaar
ook op 26 en 27 oktober, verder op 23
en 25 oktober in de Stadsschouw
burg, Amsterdam.
SCHEVENINGEN - Het is me
eerlijk gezegd niet duidelijk
waarom het Nederlands Dans
Theater 'Holiday Sketches' op
het repertoire heeft genomen.
Vorig jaar studeerde het gezel
schap 'Love Songs' in,, een cho
reografie van Forsythe op songs
van Aretha Franklin en Dionne
Warwick. Christopher Bruce ba
seerde zich op de enigszins ver
gelijkbare songs van Billie Holi
day (1915 - 1959), maar zijn dans
kan niet in de schaduw staan bij
die van Forsythe.
Een vergelijking met 'Love
Songs' ligt erg voor de hand. Bei
den baseren hun dans op muziek
van zwarte zangeressen, beiden
pogen de 'soul' van die muziek in
dans te veruiterlijken en doen
dat met zeer sobere middelen:
geen decors en slechts enkele
dansers.
Waar Forsythe de songs als het
ware binnenstebuiten keerde en
in dans uitdrukte wat zich onder
de oppervlakte ervan afspeelde,
daar strijkt Bruce luchtig over de
buitenkant. Zijn dansen op de
nummers 'Deep song', 'Don't ex
plain', 'Ain't nobody's business if
I do' en 'I'll look around' hebben
veel weg van fragmenten uit een
Broadway-musical. De sfeer op
het toneel is die van een bar er
gens in een 'dead-end street' in
de Verenigde Staten. Drie meis
jes in felgekleurde jurken en met
een witte bloem in het haar zitten
op stoelen. De ene man is een
louche type met gleufhoed, dat
vrouwen behandelt als wegwerp
artikel. De ander is een romanti
sche tapdanser.
De bekende cliché's dus. En
dat wordt nog erger als één van
de vrouwen bij de derde song
een quasi-dronken dans opvoert.
Lome bewegingen, die in niets
het onderkoelde vuur in de zang
van Billie Holiday weergeven.
Bij het publiek Bruce valt met
dit ballet behoorlijk door de
mand. Zijn werk ziet er met een
grote bezetting en een sjiek de
cor aardig uit, maar als het zoals
in 'Holiday Sketches' op de kale
beweging aankomt, blijkt hij
weinig eigens in huis te hebben.
Nergens een moment waarop
hartstochten op onvermoede wij-
Kathleen Fitzgerald (links)
ze gestalten krijgen.
Het resultaat: een open doekje
van het publiek, een open deur
als het om een visie op de zange
res Holiday gaat.
ariejan korteweg
Katalene Borsboom debuteert als
Julia tijdens een aan wijlen Olga de
Haas opgedragen voorstelling van
Romeo en Julia door het Nationale
Ballet. Gezien op 21 oktober in thea
ter Carré in Amsterdam.
AMSTERDAM - Techniek een
acht min, lyriek een zes plus. Ge
middeld een dikke zeven. Ruim
schoots geslaagd dus.
We hebben het het hier over
Katalene Borsboom, aan wie de
ze cijfers wat ons betreft toege
kend mogen worden. Nu hoefde
deze jonge danseres van het Na
tionale Ballet gistermiddag tij
dens een voorstelling van Romeo
en Julia in een tot de nok toe ge
vuld theater Carré geen examen
te doen, maar het was wel de eer
ste keer dat ze een dragende rol,
in dit geval de vrouwelijke titel
rol, te vervullen kreeg. Een 2
re opgave voor een danseres, met
voldoende ontwikkelingsmoge
lijkheden weliswaar, die nog niet
tot de solistentop is toegelaten.
Maar dat is ongetwijfeld een
kwestie van (afzienbare) tijd.
Katalene Borsboom, minder
geroutineerd als de drie andere
Julia's in deze wat enscenering
betreft spektaculaire voorstellin
genreeks, leek, vooral in de eer
ste akte, evenals trouwens haar
meer ervaren partner, de solist
Fred Berlips, nogal wat last te
hebben van nervositeit. Logisch
overigens op een middag die
toch in menig opzicht bepalend
voor je verdere loopbaan als
klassieke danseres kan zijn. Een
te snelle sprint van een tenmin
ste vijf treden tellende trap leid
de bijna tot een valpartij,
sprong in de armen van Romeo
was ook niet ver van een fiasco
af, maar deze onvolkomenheden
konden met de nodige discipline
onmiddellijk weer worden ge
corrigeerd. Dergelijke situaties
op het podium de baas te kunnen
blijven, het is op zich zelf al een
complimentje waard.
Trouwens wie van het enthou
siaste publiek zal geweten heb
ben dat deze aankomende ster,
in tegenstelling tot bijvoorbeeld
Jane Lord, een andere Julia in
deze veelbezochte balletreeks,
door allerlei omstandigheden
niet in de gelegenheid is geweest
om met het begeleidende Neder
lands Balletorkest te repeteren?
Een hindernis, die toch maar
even genomen moest worden.
Niet moeiteloos, maar ook niet
zonder succes. Is Katale Bors
boom er dan al? Nee, maar ze
heeft ondanks haar jonge leeftijd
al een aardig eind van de weg,
die naar de top - zo zit de struc
tuur bij het klassieke ballet nu
eenmaal in elkaar - moet leiden,
afgelegd. Haar techniek is zoals
gezegd ruimschoots voldoende,
haar inlevingsvermogen, haar
'uitstraling', voor verdere groei
vatbaar.
Uitgaande van het feit dat het
bij een tragedie als Romeo en Ju
lia voor alles gaat om de psycho
logische conflicten binnen het
individu en in de figuur van Julia
bovendien om een belangrijke
karakterontwikkeling, bleek 'de
butante' Katalene in emotioneel
opzicht nog aan overtuigings
kracht te moeten winnen. Een
rijpingsproces, dat zich bij haar
zonder twijfel zal voortzetten.
Er waren overigens nog meer
rollen, die tijdens deze voorstel
ling voor het eerst werden ge
danst. Zo zette Maarten van de
Pas met een prachtige arrogantie
Julia's neef Tybalt op de plank
ten en Louse Vine met voorstelij-
ke allure Julia's moeder.
De voorstelling van gistermid
dag, die werd bijgewoond door
de ministers Brinkman en Ru-
ding met hun voltallige gezin
nen, was speciaal opgedragen
aan de zo tragisch om het leven
gekomen danseres Olga de Haas,
de eerste Julia bij het Nationale
Ballet in 1967.
PIETER C. ROSIER
'Slippers' (Relatively Speaking) van
Alan Ayckbourn. Met: Luc Lutz,
Trins Snijders, Derek de Lint en Liz
Snoyink. Regie: John van de Rest.
Gezien op 20 oktober in de Leidse
schouwburg.
LEIDEN - Echte blijspellief
hebbers zullen zich de vorige
'Slippers'-produktie nog wel
kunnen herinneren. Zo'n tien
jaar geleden oogstten namelijk
Mary Dresselhuys, Guus Her
mus, Jeroen Krabbé en de toen
ook als actrice gevierde Willeke
Alberti veel succes met dit stuk.
Dit seizoen staat het in een ge
heel andere bezetting weer als
vrije produktie op het repertoire.
Voor velen zal dit nu al klassiek
geworden blijspel dus het feest
der herkenning geweest zijn; wie
'Slippers' nog niet kende, zal er
niets minder van genoten heb
ben.
Acteurs krijgen in dit stuk een
paar situaties aangeboden, waar
mee ze normaal gesproken uit
stekend uit de voeten moeten
kunnen. Sterker nog: wie in dit
stuk als toneelspeler faalt,
verstaat gewoon zijn vak niet -
zo hecht doortimmerd is de con
structie van 'Slippers'. Nu geldt
dat gebrek aan vakmanschap na
tuurlijk niet voor degenen, die in
deze produktie optreden; althans
zeker niet voor Luc Lutz en Trins
Snijders.
Lutz voelt zich als een vis in
het water en maakt aanzienlijk
minder gebruik van zijn befaam
de toneelmaniertjes, die de laat
ste tijd erg doorzichtig begonnen
te worden. Een enkele keer dui
ken ze weer even op, maar dat
wordt volledig gecompenseerd
door het tonen van een paar
staaltjes van zijn kunnen als er
varen blijspelacteur. Trins Snij
ders speelt met veel charme zijn
echtgenote; zij laat geen van de
kansen, die de rol haar biedt, on
benut en blijft onder alle omstan
digheden de goede gastvrouw,
die er soms geen snars van be
grijpt.
Derek de Lint had wat flitsen-
der kunnen spelen. Uiteindelijk
moet zijn goedgelovigheid de
constructie van het stuk over
eind houden. Hij denkt, dat de
door Luc Lutz en Trins Snijders
gespeelde man en vrouw de ou
ders van zijn vriendin zijn. Zijn
vriendin echter komt alleen
maar om de verhouding met de
ze man te beëindigen. Liz
Snoyink speelt deze vriendin op
een manier, die niet volledig
overtuigt. Haar stem klinkt af en
toe gemaakt en neemt dan een
bijna kinderlijke wending, die
bij haar leeftijd en voorkomen
misstaat.
Maar dit ijzersterke blijspel
kan een stootje hebben. Ayck
bourn toont zich meester in het
geloofwaardig maken van onmo
gelijke gesprekssituaties. Het
plot zit vol onverwachte
schijnoplossingen, het publiek
denkt alles te weten en krijgt ten
slotte toch nog een kleine verras
sing. Tegen amusement van dit
kaliber kan eigenlijk geen mens
wat inbrengen.
WIJNAND ZEILSTRA
Minimal Compact op zaterdag 20 ok
tober in het Leids Vrijetijds Cen
trum. Bezetting: Sammy Brinbach
(zang), Max Franken (drums), Berry
Sakharof (gitaar, synthesizer) en
Malka Spigel (bas, synthesizer,
zang).
LEIDEN - Een bloedeloos
herfstavondje, zaterdag in het
LVC. Minimal Compact maakt
geen muziek die het bloed snel
ler laat stromen, maar het is eer
der aanleiding om starend in een
hoekje te gaan zitten treuren
over het minimale leven van te
genwoordig.
Het begon allemaal zo traag en
saai. 'Tempo, tempo', maanden
enkele bezoekers het groten
deels Israëlische gezelschap (al
leen de drummer is een Neder
lander) tot meer haast. De heren
en dame trokken zich er weinig
van aan. Pas nadat de overigens
uitstekende drummer Max Fran
ken voor één nummer zijn plaats
afstond aan een ritme-box,
kwam er wat meer vaart in het
geheel. Helaas werden de wat
snellere nummers heel abrupt af
gebroken. Weer die kromme te
nen.
Het LVC is het podium waar
vaak veelbelovende bands wor
den gesignaleerd. Dit weekeinde
was zelfs het predikaat 'belo
vend' niet van toepassing. Vrij
dag stond de Utrechts/Amster
damse groep The Phones op het
programma. Deze 'attractie' kon
vertrekken zonder een toegift.
Gewoon slecht dus. Minimal
Compact kwam een dag later
nog twee keer terug voor een ma
tig gevulde zaal.
Beschaafd applaus klonk na
afloop van elk nummertje. Ver
der weinig enthousiasme. Zo
sleepte de voorstelling zich naar
een eind. Wellicht kan de staf
van het LVC voortaan bij dit
soort bands stoelen neerzetten
met een stoof om de langzaam af
stervende voeten warm te hou
den.
Optredens als dat van vrijdag
en zaterdag kunnen wat mij be
treft achterwege blijven. Ge
woon omdat er weinig aan te be
leven valt. Voortaan liever wat
snellere bands met meer kijkge
not, want de bombastische aan
stellerij van de zwaar depressief
ogende zanger Sammy Brinbach
is niet goed voor je bloedsom
loop. Ook de kibboets-teksten
over kosmos en universum
werkten bijkans bloedstollend.
Snel vergeten, deze avond.
DIRK JAN ROELEVEN
(foto ANP)
Truffaut zijn filmliefde uiteindelijk
tot filmjournalistiek en het regis
seursvak.
Opvallend veel Truffaut-films
zouden kinderen als hoofdperso
nages krijgen.
Gepassioneerd
Het is vooral de onvolwassen
heid die Truffaut in verreweg de
meeste van zijn filmpersonages
aansprak, waardoor hij ook als met
vertedering naar hen kon blijven
kijken. Het is frapperend hoe de
agressiviteit van de criticus Truf
faut bij de filmer Truffaut vervan
gen raakte door mildheid. Een
vrouwenjager zoals Charles Den-
ner die gespeeld heeft in 'L'homme
qui aimait les femmes', kreeg daar
door nergens de abjecte vraatzucht
van een Don Giovanni, maar kon
worden opgevoerd als zelfs een tra
gische stakker die eigenlijk alleen
maar rusteloos op zoek was naar
degene die in staat zou zijn die ene
vrouw te doen vergeten die hij bo
ven alle anderen had liefgehad,
maar die hij nooit had kunnen krij
gen.
In het bedenken van zulke inge
nieuze constructies en motivaties,
die echter met de grootste vanzelf
sprekendheid van het doek kwa
men, was Truffaut een meester. Hij
bezat stijl, goede smaak, enorm
veel speelsheid (zelfs in zijn zwart
romantische drama's komt meestal
de ironie af en toe nog om de hoek
kijken) en een bijzondere intelli
gentie waarbij hij in de meest emo
tionele scènes heel diep kon gaan,
zonder vals te klinken. Truffaut
heeft in 'Adéle H.', 'La chambre
verte' en 'La Femme d'a coté' scè
nes gemaakt, zo gepassioneerd en
bijna pathetisch dat willekeurig
welke andere regisseur zich (en
zijn acteurs) er belachelijk mee ge
maakt zou hebben. Truffaut echter
had ze onder controle en zorgde
datje zulke scènes niet enkel pikte,
maar ook nog hooglijk waarderen
kon.
Heel vreemd, gezien zijn eigen
filmstijl is de adoratie van Truffaut
geweest voor de Engelse thriller
koning Alfred Hitchcock die nou
juist altijd totaal gespeend geweest
is van alle menselijke warmte die
er bij Truffaut-films als het ware
van afdampte. Toch is het boek
'Hitchcock by Truffaut' het grote
standaardwerk geworden dat over
de 'Master of Suspense' bestaat:
een gigantisch interview waarin de
twee filmers samen alle details,
hoofdzaken en achtergronden van
alle Hitchcock-films doornemen
op aangename conversatietoon.
Cirkel
Truffaut zelfheeft slechts een en
kele keer een poging ondernomen
om de voetsporen van Hitchcock
te drukken. Maar met nogal teleur
stellend resultaat ('La mariée etait
en noir'). Des te verrassender daar
om was wel dat Truffaut met de
laatste film die we van hem zagen
('Vivement dimanche') ineens be
wees wel degelijk in staat te zijn tot
het afleveren van een aantrekkelij
ke misdaadfilm.
'Vivement dimanche' is pikant
genoeg een film geworden die er
uitziet (hij speelt in de jaren vijftig
en is in zwart-wit gedraaid, hoofd
zakelijk in studiodecors) als of hij
gemaakt is in de periode vóór de
nouvelle vague aan de macht
kwam. En zo lijkt Francois Truf
faut met z'n oeuvre een cirkel te
hebben gesloten, hoewel voor 1983
de studiofilm 'Vivement diman
che' dus net zo ongewoon is ge
weest als de locatie-film 'Les 400
qoups' in 1959.
Voorspelbaar is Truffaut nooit
geworden, daarvoor werd hij te-
zeer geïntrigeerd door telkens de
nog niet door hem beproefde mo
gelijkheden van het filmvak. Die
fascinatie heeft hem sinds zijn
jeugd niet meer losgelaten Het is
daarom niet verwonderlijk dat
Truffaut ook nog de bij mijn weten
mooiste speelfilm gemaakt heeft
die er bestaat over het maken van
speelfilms: 'La nuit Americaine'.
Als ik zendgemachtigde was, zou
ik die vanavond uitzenden.
PIETER VAN LIEROP