Unieke collectie zilver in museum in Amsterdam Francois Truffaut: een bezeten filmer Holiday Sketches blijft beneden peil van NDT Geslaagd debuut als Julia van Katalene Borsboom IJzersterk blijspel als 'Slippers' kan een stootje hebben Minimal Compact sleept zich voort Maandag 22 oktober 1984 I PAGINA 11 AMSTERDAM (GPD) 'Meesterwerken in Zilver' vullen sedert 19 oktober de stille kamers van het museum Willet- Holthuysen. Een statig patriciërshuis dat vlakbij het Rem- brandtsplein aan de Herengracht is gelegen. Serviezen, bo kalen voor ingemaakte kastanjes of ananas, schalen, kan delaars en ander kerkelijk zilver, dozen en zoutvaten zo groot als soepkommen bieden een beeld van de hoge kwa liteit van het Amsterdamse zilver tussen 1520 en 1820. De collectie, waarvoor stukken in bruikleen zijn gegeven door de vorstinnen Beatrix en Elisabeth II, is zo waardevol dat museum-direc teur Haak moest overgaan tot een ingrijpende vernieuwing van het beveiligingssysteem van dit mu seum. „Dat was wel de moeite waarde, want het is een van de be langrijkste tentoonstellingen die dit jaar in ons land worden gehou den". Tussen 1520 en 1820 hebben ruim 400 goud- en zilversmeden in Amsterdam gewerkt. Het waren niet allemaal geboren Amsterdam mers. Ook toen al had deze stad een grote aantrekkingskracht en omstreeks 1650 moest een derde van de zilversmeden afkomstig zijn geweest uit Friesland, Gronin gen, België of Frankrijk. Die immi granten hebben veel invloed gehad op de stijl van het Amsterdamse goud en zilver. Grote zilverkenners als Karei Ci troen en Jan Verbeek, die een cata logus verzorgden bij deze meester werken, zijn goed in staat om aan de hand van merktekens de her komst van alle voorwerpen te her leiden. Vanaf 1469 moesten in Am sterdam alle zilveren gebruiks voorwerpen zijn voorzien van een stadsteken, een aanduiding van de maker en een van het jaar. Het wa ren practische maatregelen om te voorkomen dat voorwerpen met een te laag zilvergehalte in omloop zouden worden gebracht. In tijden van geldschaarste moest zilver worden omgesmolten tot baar geld. Veel burgers brachten ook zilver dat naar hun mening ouderwets was geworden, naar de zilversmid, die er iets nieuws en exclusiefs van moest maken. In 1795 kregen parti culieren opdracht alle zilveren ta felgerei, behalve lepels en vorken, in te leveren bij de overheid. Al leen de zeer rijken waren in staat om bepaalde stukken vrij te kopen door de zilverwaarde in geld te be talen. Zo is veel prachtig zilver uit de 16de en 17de eeuw verloren ge gaan. De belangstelling voor de esthe tische waarde van zilver is pas na 1860 ontstaan, toen meer mensen zilver gingen verzamelen. Na die tijd is ook studie gemaakt van de merken, waardoor voorwerpen niet alleen op stijl en op de geha merde of gegoten technieken, maar ook op de meestertekens en ouderdom konden worden beoor deeld. De meesterwerken die zorgvul dig gepoetst zijn bijeengebracht in museum Willet-Holthuysen, zijn echter gebruikvoorwerpen. Op de schalen ligt soms een dun web van krasjes. De onversierde empire fil- terkoffiepot uit het jaar 1820, die zo modern aandoet, is duidelijk ge bruikt, net als de waterketels op comfoor die aan het eind van de 17e eeuw noodzakelijk werden toen in Nederland theedrinken een mode werd. De beminnelijke hoofdconserva tor van het museum, Van Erpes Royaards, wordt geroerd als hij vertelt waarom die zilveren zoutva ten van drie eeuwen geleden zo enorm groot zijn. Zout was waar devol, iets bijzonders. Kunstig be werkte zoutvaten stonden op tafel dicht bij de gastheer, die het zout plechtig aan zijn belangrijkste vriend kon doorgeven. Voor de heer Royaards is dit een afscheids- tentoonstelling. Hij wordt 65, gaat met pensioen en zal niet worden opgevolgd. Bezuinigingen? Hij knikt berustend. „Jammer, want er is zoveel dat ik nog had willen aan- UTRECHT (ANP) - Aan de theatervoorstelling van de Fris se Jongens Anton Huyg komt nooit meer thuis' zaterdag avond in theater ,de Kikker' in Utrecht kwam een onbedoeld dramatisch einde. Op het mo ment dat een van de twee ac teurs in het stuk, Bavo Galama, zou moeten spelen dat hij zijn verstand kwijt raakte, ging hij werkelijk van de wereld. In een schijngevecht met zijn mede speler Titus Tiel Groenenstege 'Frisse jongen' buiten westen ging Bavo onderuit en kwam hij zo hard met zijn hoofd op de grond terecht, dat hij buiten westen bleef liggen. Een ijlings geraadpleegde arts constateer de een zware hersenschudding bij de acteur. Dat heeft een woordvoerder van het gezel- Het voorval speelde zich af na de pauze tijdens het tweede be drijf. Het ongeval zal vermoede lijk tot gevolg hebben dat de Frisse Jongens de eerstkomende weken hun voorstellingen zul len moeten afgelasten. Tiel Groenenstege en Galama spelen namelijk alle in het door hen zelf geschreven stuk voorko mende rollen. Drinkhoorn van het Amsterdam se Sint Joris- of Voetboog schutters gilde uit 1566. (foto gpd) Ketel op komfoor uit 1729. (foto GPD) vullen. Je wilt altijd precieser en gedetailleerder werken. Nu zal nie mand dit van mij overnemen". De tentoonstelling Meesterwerken in Zilver, Amsterdams zilver 1520 tot 1820, blijft tot en met 13 januari 1985 in Museum Willet-Holthuysen, Heren gracht 605, Amsterdam. Schilder en dichter Henri Michaux (85) overleden PARIJS (AFP/RTR/DPA) - De Franse dichter en schilder Henri Michaux is in de nacht van donder dag op vrijdag op 85-jarige leeftijd overleden. Dit heeft zijn familie zondag bekendgemaakt. De in het Belgische Namen ge boren dichter, die in 1954 het Fran se staatsburgerschap kreeg, werd geinspireerd door de surrealisten. Zijn werk had grote invloed op de moderne dichtkunst. Michaux, die vele reizen over de gehele wereld maakte, kwam in de jaren vijftig in de publiciteit door zijn experimen ten met hallucinerende drugs om hun uitwerking op de literaire en artistieke creativiteit te testen. In 1965 werd hem de grote natio nale prijs voor de letteren toege kend die hij echter weigerde. UTRECHT (GPD) - In 1959 debuteerden in Frankrijk 24 speelfilmmakers en in 1960 nog eens 43. De meest toon- aangevenden onder hen hadden al een reputatie, niet als cineasten maar als filmcritici. Die plotselinge opleving van de Franse ci nema kreeg legendarische faam als de nouvelle vague. Francois Truffaut is met Jean-Luc Godard de meest inspirerende exponent ge weest van die beweging. En Truffaut is tevens de cineast ge weest die van zijn generatie het eerst de nouvelle vague-beginselen weer heeft losgelaten. Sterker nog: agressiever dan wie ook had de cri ticus Francois Truffaut in de ca hiers du cinema gefulmineerd te gen de filmstijl die dertig jaar gele den in Frankrijk gangbaar was, maar van de laatste twintig pro- duktiejaren zijn het juist de laatste Truffaut-films geweest - 'Le der- nier metro', en 'Vivement diman che' - die weer het sterkste de her innering hebben opgeroepen aan de vroeger zo verguisde 'cinema de papa'. Van de nouvelle vague-ci- neasten heeft hij in elk geval nog het meeste fïlmplezier geschon ken. En zo debuteerde Truffaut zelf met het even onvergetelijke 'Les 400 qoups'; het aandoenlijke relaas van een 12-jarig jongetje, verwaar loosd door zijn ouders, verknocht aan een vriendje met wie hij katte- kwaad uithaalt, voorbestemd om in een gesticht heropgevoed te worden omdat niemand in zijn Franqois Truffaut goede bedoelingen geloven wil. De film was het eerste deel uit wat la ter de 'Antoinne Doinel-cyclus' ge noemd zou worden, want met het hoofdrolspelertje Jean-Pierre Léaud heeft Truffaut nog een paar aansluitende episodes verfilms uit het leven van deze jonge Parjjze- naar die veel gemeen had met de 12-jarige Truffaut zelf. Truffaut (in 1932 in Parijs geboren) is zelf als puber net als het joch in 'Les 400 qoups', ook al een fervent cinefiel geweest die duizend en één metho de wist te verzinnen om zonder te betalen bioscopen binnen te drin gen en die foto's van zijn idolen stal uit de vitrines. De legendari sche filmcriticus André Bazin heeft ooit weten te voorkomen dat de jonge Francois Truffaut in het opvoedingstehuis terecht kwam en onder Bazins hoede sublimeerde Nederlands Dans Theater met pre mière van 'Holiday Sketches' (Christopher Bruce/Billie Holiday) en herhalingen van 'Time Cycle' (Forsythe/Foss), 'Danza y Rito' (Dua- to/Chévez) en 'Forgotten Land' (Ky- lian/Britten). Gezien op 25 oktober in het Cir custheater, Scheveningen. Aldaar ook op 26 en 27 oktober, verder op 23 en 25 oktober in de Stadsschouw burg, Amsterdam. SCHEVENINGEN - Het is me eerlijk gezegd niet duidelijk waarom het Nederlands Dans Theater 'Holiday Sketches' op het repertoire heeft genomen. Vorig jaar studeerde het gezel schap 'Love Songs' in,, een cho reografie van Forsythe op songs van Aretha Franklin en Dionne Warwick. Christopher Bruce ba seerde zich op de enigszins ver gelijkbare songs van Billie Holi day (1915 - 1959), maar zijn dans kan niet in de schaduw staan bij die van Forsythe. Een vergelijking met 'Love Songs' ligt erg voor de hand. Bei den baseren hun dans op muziek van zwarte zangeressen, beiden pogen de 'soul' van die muziek in dans te veruiterlijken en doen dat met zeer sobere middelen: geen decors en slechts enkele dansers. Waar Forsythe de songs als het ware binnenstebuiten keerde en in dans uitdrukte wat zich onder de oppervlakte ervan afspeelde, daar strijkt Bruce luchtig over de buitenkant. Zijn dansen op de nummers 'Deep song', 'Don't ex plain', 'Ain't nobody's business if I do' en 'I'll look around' hebben veel weg van fragmenten uit een Broadway-musical. De sfeer op het toneel is die van een bar er gens in een 'dead-end street' in de Verenigde Staten. Drie meis jes in felgekleurde jurken en met een witte bloem in het haar zitten op stoelen. De ene man is een louche type met gleufhoed, dat vrouwen behandelt als wegwerp artikel. De ander is een romanti sche tapdanser. De bekende cliché's dus. En dat wordt nog erger als één van de vrouwen bij de derde song een quasi-dronken dans opvoert. Lome bewegingen, die in niets het onderkoelde vuur in de zang van Billie Holiday weergeven. Bij het publiek Bruce valt met dit ballet behoorlijk door de mand. Zijn werk ziet er met een grote bezetting en een sjiek de cor aardig uit, maar als het zoals in 'Holiday Sketches' op de kale beweging aankomt, blijkt hij weinig eigens in huis te hebben. Nergens een moment waarop hartstochten op onvermoede wij- Kathleen Fitzgerald (links) ze gestalten krijgen. Het resultaat: een open doekje van het publiek, een open deur als het om een visie op de zange res Holiday gaat. ariejan korteweg Katalene Borsboom debuteert als Julia tijdens een aan wijlen Olga de Haas opgedragen voorstelling van Romeo en Julia door het Nationale Ballet. Gezien op 21 oktober in thea ter Carré in Amsterdam. AMSTERDAM - Techniek een acht min, lyriek een zes plus. Ge middeld een dikke zeven. Ruim schoots geslaagd dus. We hebben het het hier over Katalene Borsboom, aan wie de ze cijfers wat ons betreft toege kend mogen worden. Nu hoefde deze jonge danseres van het Na tionale Ballet gistermiddag tij dens een voorstelling van Romeo en Julia in een tot de nok toe ge vuld theater Carré geen examen te doen, maar het was wel de eer ste keer dat ze een dragende rol, in dit geval de vrouwelijke titel rol, te vervullen kreeg. Een 2 re opgave voor een danseres, met voldoende ontwikkelingsmoge lijkheden weliswaar, die nog niet tot de solistentop is toegelaten. Maar dat is ongetwijfeld een kwestie van (afzienbare) tijd. Katalene Borsboom, minder geroutineerd als de drie andere Julia's in deze wat enscenering betreft spektaculaire voorstellin genreeks, leek, vooral in de eer ste akte, evenals trouwens haar meer ervaren partner, de solist Fred Berlips, nogal wat last te hebben van nervositeit. Logisch overigens op een middag die toch in menig opzicht bepalend voor je verdere loopbaan als klassieke danseres kan zijn. Een te snelle sprint van een tenmin ste vijf treden tellende trap leid de bijna tot een valpartij, sprong in de armen van Romeo was ook niet ver van een fiasco af, maar deze onvolkomenheden konden met de nodige discipline onmiddellijk weer worden ge corrigeerd. Dergelijke situaties op het podium de baas te kunnen blijven, het is op zich zelf al een complimentje waard. Trouwens wie van het enthou siaste publiek zal geweten heb ben dat deze aankomende ster, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Jane Lord, een andere Julia in deze veelbezochte balletreeks, door allerlei omstandigheden niet in de gelegenheid is geweest om met het begeleidende Neder lands Balletorkest te repeteren? Een hindernis, die toch maar even genomen moest worden. Niet moeiteloos, maar ook niet zonder succes. Is Katale Bors boom er dan al? Nee, maar ze heeft ondanks haar jonge leeftijd al een aardig eind van de weg, die naar de top - zo zit de struc tuur bij het klassieke ballet nu eenmaal in elkaar - moet leiden, afgelegd. Haar techniek is zoals gezegd ruimschoots voldoende, haar inlevingsvermogen, haar 'uitstraling', voor verdere groei vatbaar. Uitgaande van het feit dat het bij een tragedie als Romeo en Ju lia voor alles gaat om de psycho logische conflicten binnen het individu en in de figuur van Julia bovendien om een belangrijke karakterontwikkeling, bleek 'de butante' Katalene in emotioneel opzicht nog aan overtuigings kracht te moeten winnen. Een rijpingsproces, dat zich bij haar zonder twijfel zal voortzetten. Er waren overigens nog meer rollen, die tijdens deze voorstel ling voor het eerst werden ge danst. Zo zette Maarten van de Pas met een prachtige arrogantie Julia's neef Tybalt op de plank ten en Louse Vine met voorstelij- ke allure Julia's moeder. De voorstelling van gistermid dag, die werd bijgewoond door de ministers Brinkman en Ru- ding met hun voltallige gezin nen, was speciaal opgedragen aan de zo tragisch om het leven gekomen danseres Olga de Haas, de eerste Julia bij het Nationale Ballet in 1967. PIETER C. ROSIER 'Slippers' (Relatively Speaking) van Alan Ayckbourn. Met: Luc Lutz, Trins Snijders, Derek de Lint en Liz Snoyink. Regie: John van de Rest. Gezien op 20 oktober in de Leidse schouwburg. LEIDEN - Echte blijspellief hebbers zullen zich de vorige 'Slippers'-produktie nog wel kunnen herinneren. Zo'n tien jaar geleden oogstten namelijk Mary Dresselhuys, Guus Her mus, Jeroen Krabbé en de toen ook als actrice gevierde Willeke Alberti veel succes met dit stuk. Dit seizoen staat het in een ge heel andere bezetting weer als vrije produktie op het repertoire. Voor velen zal dit nu al klassiek geworden blijspel dus het feest der herkenning geweest zijn; wie 'Slippers' nog niet kende, zal er niets minder van genoten heb ben. Acteurs krijgen in dit stuk een paar situaties aangeboden, waar mee ze normaal gesproken uit stekend uit de voeten moeten kunnen. Sterker nog: wie in dit stuk als toneelspeler faalt, verstaat gewoon zijn vak niet - zo hecht doortimmerd is de con structie van 'Slippers'. Nu geldt dat gebrek aan vakmanschap na tuurlijk niet voor degenen, die in deze produktie optreden; althans zeker niet voor Luc Lutz en Trins Snijders. Lutz voelt zich als een vis in het water en maakt aanzienlijk minder gebruik van zijn befaam de toneelmaniertjes, die de laat ste tijd erg doorzichtig begonnen te worden. Een enkele keer dui ken ze weer even op, maar dat wordt volledig gecompenseerd door het tonen van een paar staaltjes van zijn kunnen als er varen blijspelacteur. Trins Snij ders speelt met veel charme zijn echtgenote; zij laat geen van de kansen, die de rol haar biedt, on benut en blijft onder alle omstan digheden de goede gastvrouw, die er soms geen snars van be grijpt. Derek de Lint had wat flitsen- der kunnen spelen. Uiteindelijk moet zijn goedgelovigheid de constructie van het stuk over eind houden. Hij denkt, dat de door Luc Lutz en Trins Snijders gespeelde man en vrouw de ou ders van zijn vriendin zijn. Zijn vriendin echter komt alleen maar om de verhouding met de ze man te beëindigen. Liz Snoyink speelt deze vriendin op een manier, die niet volledig overtuigt. Haar stem klinkt af en toe gemaakt en neemt dan een bijna kinderlijke wending, die bij haar leeftijd en voorkomen misstaat. Maar dit ijzersterke blijspel kan een stootje hebben. Ayck bourn toont zich meester in het geloofwaardig maken van onmo gelijke gesprekssituaties. Het plot zit vol onverwachte schijnoplossingen, het publiek denkt alles te weten en krijgt ten slotte toch nog een kleine verras sing. Tegen amusement van dit kaliber kan eigenlijk geen mens wat inbrengen. WIJNAND ZEILSTRA Minimal Compact op zaterdag 20 ok tober in het Leids Vrijetijds Cen trum. Bezetting: Sammy Brinbach (zang), Max Franken (drums), Berry Sakharof (gitaar, synthesizer) en Malka Spigel (bas, synthesizer, zang). LEIDEN - Een bloedeloos herfstavondje, zaterdag in het LVC. Minimal Compact maakt geen muziek die het bloed snel ler laat stromen, maar het is eer der aanleiding om starend in een hoekje te gaan zitten treuren over het minimale leven van te genwoordig. Het begon allemaal zo traag en saai. 'Tempo, tempo', maanden enkele bezoekers het groten deels Israëlische gezelschap (al leen de drummer is een Neder lander) tot meer haast. De heren en dame trokken zich er weinig van aan. Pas nadat de overigens uitstekende drummer Max Fran ken voor één nummer zijn plaats afstond aan een ritme-box, kwam er wat meer vaart in het geheel. Helaas werden de wat snellere nummers heel abrupt af gebroken. Weer die kromme te nen. Het LVC is het podium waar vaak veelbelovende bands wor den gesignaleerd. Dit weekeinde was zelfs het predikaat 'belo vend' niet van toepassing. Vrij dag stond de Utrechts/Amster damse groep The Phones op het programma. Deze 'attractie' kon vertrekken zonder een toegift. Gewoon slecht dus. Minimal Compact kwam een dag later nog twee keer terug voor een ma tig gevulde zaal. Beschaafd applaus klonk na afloop van elk nummertje. Ver der weinig enthousiasme. Zo sleepte de voorstelling zich naar een eind. Wellicht kan de staf van het LVC voortaan bij dit soort bands stoelen neerzetten met een stoof om de langzaam af stervende voeten warm te hou den. Optredens als dat van vrijdag en zaterdag kunnen wat mij be treft achterwege blijven. Ge woon omdat er weinig aan te be leven valt. Voortaan liever wat snellere bands met meer kijkge not, want de bombastische aan stellerij van de zwaar depressief ogende zanger Sammy Brinbach is niet goed voor je bloedsom loop. Ook de kibboets-teksten over kosmos en universum werkten bijkans bloedstollend. Snel vergeten, deze avond. DIRK JAN ROELEVEN (foto ANP) Truffaut zijn filmliefde uiteindelijk tot filmjournalistiek en het regis seursvak. Opvallend veel Truffaut-films zouden kinderen als hoofdperso nages krijgen. Gepassioneerd Het is vooral de onvolwassen heid die Truffaut in verreweg de meeste van zijn filmpersonages aansprak, waardoor hij ook als met vertedering naar hen kon blijven kijken. Het is frapperend hoe de agressiviteit van de criticus Truf faut bij de filmer Truffaut vervan gen raakte door mildheid. Een vrouwenjager zoals Charles Den- ner die gespeeld heeft in 'L'homme qui aimait les femmes', kreeg daar door nergens de abjecte vraatzucht van een Don Giovanni, maar kon worden opgevoerd als zelfs een tra gische stakker die eigenlijk alleen maar rusteloos op zoek was naar degene die in staat zou zijn die ene vrouw te doen vergeten die hij bo ven alle anderen had liefgehad, maar die hij nooit had kunnen krij gen. In het bedenken van zulke inge nieuze constructies en motivaties, die echter met de grootste vanzelf sprekendheid van het doek kwa men, was Truffaut een meester. Hij bezat stijl, goede smaak, enorm veel speelsheid (zelfs in zijn zwart romantische drama's komt meestal de ironie af en toe nog om de hoek kijken) en een bijzondere intelli gentie waarbij hij in de meest emo tionele scènes heel diep kon gaan, zonder vals te klinken. Truffaut heeft in 'Adéle H.', 'La chambre verte' en 'La Femme d'a coté' scè nes gemaakt, zo gepassioneerd en bijna pathetisch dat willekeurig welke andere regisseur zich (en zijn acteurs) er belachelijk mee ge maakt zou hebben. Truffaut echter had ze onder controle en zorgde datje zulke scènes niet enkel pikte, maar ook nog hooglijk waarderen kon. Heel vreemd, gezien zijn eigen filmstijl is de adoratie van Truffaut geweest voor de Engelse thriller koning Alfred Hitchcock die nou juist altijd totaal gespeend geweest is van alle menselijke warmte die er bij Truffaut-films als het ware van afdampte. Toch is het boek 'Hitchcock by Truffaut' het grote standaardwerk geworden dat over de 'Master of Suspense' bestaat: een gigantisch interview waarin de twee filmers samen alle details, hoofdzaken en achtergronden van alle Hitchcock-films doornemen op aangename conversatietoon. Cirkel Truffaut zelfheeft slechts een en kele keer een poging ondernomen om de voetsporen van Hitchcock te drukken. Maar met nogal teleur stellend resultaat ('La mariée etait en noir'). Des te verrassender daar om was wel dat Truffaut met de laatste film die we van hem zagen ('Vivement dimanche') ineens be wees wel degelijk in staat te zijn tot het afleveren van een aantrekkelij ke misdaadfilm. 'Vivement dimanche' is pikant genoeg een film geworden die er uitziet (hij speelt in de jaren vijftig en is in zwart-wit gedraaid, hoofd zakelijk in studiodecors) als of hij gemaakt is in de periode vóór de nouvelle vague aan de macht kwam. En zo lijkt Francois Truf faut met z'n oeuvre een cirkel te hebben gesloten, hoewel voor 1983 de studiofilm 'Vivement diman che' dus net zo ongewoon is ge weest als de locatie-film 'Les 400 qoups' in 1959. Voorspelbaar is Truffaut nooit geworden, daarvoor werd hij te- zeer geïntrigeerd door telkens de nog niet door hem beproefde mo gelijkheden van het filmvak. Die fascinatie heeft hem sinds zijn jeugd niet meer losgelaten Het is daarom niet verwonderlijk dat Truffaut ook nog de bij mijn weten mooiste speelfilm gemaakt heeft die er bestaat over het maken van speelfilms: 'La nuit Americaine'. Als ik zendgemachtigde was, zou ik die vanavond uitzenden. PIETER VAN LIEROP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 11