(BubjBinttoS
ZATERDAG 6 OKTOBER 1984
PAGINA 15
Ter nagedachtenis aan mijn moe
der,
Maria Fredrika Agnes Hemerik
Geboren: 25 februari 1877 te Lei
den, op de Hogewoerd.
Gestorven: 4 mei 1954 te Berkel en
Roderijs.
Ze was vermoord, er was geen twij
fel mogelijk. Ze lag achterover.
Tenminste, dat voelde ik, want het
was te donker om te zien. En een
licht had ik niet. Gelukkig niet. Het
eerste waar ik nu aan dacht, was
zélf ongezien te blijven. Bovendien
was het nog allesbehalve stil. Ik
hoorde op het Levendaal geroep en
er draafden kerels langs de stads
muur, blijkbaar de Geregracht op.
En op korte afstand hoorde ik de
wachten bij de Hogewoerdspoort.
Wat moest ik doen? Ik wist het
niet. Het was een afschuwelijke
toestand. Ik zat op mijn hurken en
probeerde te zien wat er precies
aan de hand was. Maar ik zorgde er
goed voor het gevest van het mes.
niet aan te raken.
Ik voelde me een beetje misse
lijk. Veronderstel dat ze niet dood
was. Moest ik geen hulp halen? Ik
zou het niet durven.
Maar het volgende ogenblik
schudde ik deze overwegingen van
me af. Haar hand en haar gezicht
had ik immers gevoeld. En wat ik
voelde was de griezel van de dood.
Ik hoefde me niets wijs te maken.
Waar lag zij toch? En hoe kwam
zij hier? En vooral, wie zou het
zijn? Stom van me om hier heen te
lopen.
De hele dag stond Leiden al op
z'n kop. Heel de dag gedraaf en ge
schreeuw in de straten. De ketters
hadden hun lol. En ik had de Prins
gezien. Natuurlijk. Alle jongens zo
als ik hadden hem gezien. Maar
waarom ze zo hard hadden ge
schreeuwd was een raadsel. Hij
was een oud mannetje. Hij was mij
in elk geval tegengevallen.
Tot in de avond was de Bree-
straat in feeststemming. Daarom
was ik hierheen gekomen, langs de
Hogewoerd op weg naar ons huis
op de Geregracht. Overal liepen
nog mensen, meest met fakkels,
luidruchtig en opgewonden. En ik
had gedacht nog méér herrie te be
leven.
Maar dit was toch wel heel an
ders. Stom van me om hierlangs te
gaan. Stel dat ze me grepen! En ik
had het heus niet gedaan. Al had ik
het ook bijna gezien! Ik weet zo
goed als zeker, wanneer het dag
was geweest zou ik het gezien heb
ben.
Bij de Hogewoerdspoort moest
ik immers rechtsaf, en dan langs de
Binnenvest. Helemaal niets bijzon
ders. Bij de poort waren de wach
ten juist afgelost. Drie weken lang
hadden we dat nu al gezien, al gin
gen we toch telkens weer kijken.
Het is mooi 's avonds, met het fak
kellicht flikkerend op de hellebaar
den.
Verder leek er niets bijzonders
aan de hand. Hier zijn hele stukken
tuin tussen de huizen. Tuinen met
bomen en struiken en heggen er
omheen. l
Daar ging ik langs. Ik liep hard,
want moeder zou op me wachten.
Ze had het beloofd. Ik had ge
smeekt om te mogen gaan, want
mijn oudste broer Klaes is bij de
schutterij van Allaert. En het was
laat geworden.
En op dat ogenblik hoorde ik de
kreet en de smak. Ik stond onmid
dellijk stil, juist voorbij het tuin
hek van oude Steven, de stokdove,
zeventigjarige boer die het bouw
vallige huis op de hoek bewoonde,
samen met een huishoudster. Uit
zijn huis scheen geen licht. De lui
ken waren voor de ruiten. Ze lagen
natuurlijk al in bed, de twee oude
langslapers.
Ik dacht nog iets te horen, alsof
iemand zich stilletjes uit de voeten
maakte. Maar zien kon ik niets.
Waarom was ik het hek doorge
gaan? Ik had er niets mee te ma
ken. En ik was zo angstig als wat.
Ook toen ik door de tuin onder de
perebomen van de oude Steven
doorsloop. Ik ging op het geluid af.
Ik had het duidelijk gehoord,
rechts van me, diep in de tuin. Een
angstwekkende, rochelende kreet.
En daarna een smak.
Ik was angstig, maar ook nieuws
gierig, en ik had me onstuimig tus
sen de bessenboompjes door ge
worsteld, omdat ik van een paadje
geen spoor kon ontdekken. Maar
het was er nog donkerder dan op
de weg, en ik kon geen hand voor
ogen zien.
Zo was ik over het lichaam ge
struikeld. Mijn ene hand voelde
het gezicht en het lange haar, mijn
andere viel boven op het lijf, rok
ken of mantel. En op mijn knieën
ervoor liggend, met mijn handen
teruggetrokken voor mijn borst,
staarde ik in het donker en durfde
me nauwelijks te verroeren.
Ze was vermoord, er was geen
twijfel mogelijk.
Hoe lang ik daar zat weet ik niet.
Het waren misschien minuten,
maar het leken uren. Ik kwam plot
seling tot het besef dat ik helemaal
niets meer hoorde. De straat leek
wel uitgestorven.
Hoe laat was het? Wat moest ik
toch doen? Als men mij hiervoor kisten en zelfs een tuinbank ble-
zou grijpen? Of als de moordenaar ken te zijn. Ze stonden in een
nog^ in de buurt was? Toen ik dit kring, niet geheel gesloten welis
waar, - de bank was zelfs omgerold
- maar het was wel degelijk een
hoorde niets dan het waaien van de kring geweest. Ik bukte over de
wind door de blaren en struiken.
Behoedzaam kwam ik overeind.
Ik durfde nauwelijks meer naar het blik vond ik
lichaam om te kijken of er naar te toorts,
tasten. Met mijn voeten schuifelde
ik voorzichtig rond, tot ik de kleren
kisten en voelde binnen de kring
over de grond. Het volgende ogen-
uitgedoofde
Ik had het geroken toen ik bin
nenkwam, mijn vermoeden was
meende te raken. En op die manier juist geweest. Hier hadden
slaagde ik er in langs de vrouw of nen gezeten, in een kring, met een
het meisje te komen. Ik besefte
duidelijk dat ik niet naar het tuin
hek terugging, maar juist dieper de
tuin in, gedreven door
brandende toorts middenin. Een
vrouw soms ook? of een meisje?
Het duizelde me van de wilde en
fantastische gedachten die blik-
verklaarbare nieuwsgierigheid. Of semsnel door m'n hoofd joegen,
was het nog iets anders? Was het Geuzen, spionnen, papen, Span-
misschien de herinnering aan dat jaarden zelfs. Maar ik kon alleen
ogenblik, dat mijn rechterhand
dat gezicht, of gezichtje had aange
raakt? Zó koel, zó onbeweeglijk.
En toch, mijn hand had dat neusje
en de lippen geroerd. Wat onbe
schrijfelijk zacht was dat geweest.
Maar iemand had uitgeblust wat
erin geleefd had. Er was ergens in
Leiden een koelbloedig moorde-
Was ik soms van plan daar iets
aan te doen? Ik weet het niet. Maar
een koele vastberadenheid voer
door mij heen wanneer ik er aan
terugdacht, dat ik dat mondje had
aangeraakt.
Het eerste wat ik ontdekte was
een schuur. Ik liep er stomweg met
mijn gezicht tegenop. Of liever te
gen de deur, die open stond. Ik zag
een ogenblik sterretjes, en als er ie
mand op me loerde, had hij me
daar zonder veel moeite gemakke
lijk kunnen neerslaan. Ik besefte
pas te laat dat ik van binnenuit dui
delijk te zien moet zijn geweest.
Maar de schuur was klaarblijke
lijk leeg. Toch ging ik behoedzaam
naar binnen en tastte rond. Daar
binnen kon je absoluut niets zien.
Ik voelde langs de wanden de ge
wone dingen die je in een boeren
schuur kunt vinden: een hark, spa
den, hooivorken, en in de rechter
hoek een kruiwagen met de hand
vatten omhoog. Ook liep ik tegen
een slijpsteen op, die vlak naast de
deur bleek te staan. Ik viel half
voorover, met mijn hand op de gro
te ronde steen in de bak. Zo hield
ik me staande.
Maar wat ik midden op de aar
den vloer vond was erg ongewoon.
Mijn voeten stootten tegen enkele
voorwerpen, die eenvoudig lege
Leiden
LUXOR (121239): "Police academy",
da. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zo. 14.15,
16.30, 19.00 en 21.15 uur, al.
LIDO 1 (124130): "Once upon a time
in America", da. 19.45 uur, do. t/m zo.
ook 14.00 uur, 12 jr.
LIDO 2: "Gebroken spiegels", da.
14.30,19.00 en 21.15 uur, zo. ook 16.45
uur, 16 jr.
LIDO 3: "Romancing the stone", da.
14.30,19.00 en 21.15 uur, zo. ook 16.45
uur, 12 jr.
LIDO 4: "Indiana Jones and the Tem
ple of Doom", da. 14.30,19.00 en 21.15
uur, zo. ook 16.45 uur, 12 jr.
STUDIO (133210): "De Schorpioen",
da. 19.00 en 21.15 uur, do., vr., fma. en
di. ook 14.30 uur, 12 jr.
Kindermatinee: "Donald Duck in het
Wilde Westen", za., zo. en woe. 14.30
uur, zo. ook 16.45 uur, al.
TRIANON (123875): "Emmanuelle
IV", da. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zo.
14.15, 16.30, 19.00 en 21.15 uur, 16 jr.
REX (125414): "Satisfactions", da.
14.30, 19.00 en 21.15 uur, 16 jr.
Nachtvoorstelling: "Het grote voor
deel". vr. ert za. 23.30 uur, 16 jr.
EURO 1: "Conan, de vernietiger", da.
18.45 en 21.15 uur, za., zo. en woe. ook
13.45 uur, 16 jr.
Nachtvoorstelling "Conan, de ver
nietiger", za. 24.00 uur, 16 jr.
Voorschoten
(voor reserveringen 01717-4354)
Greenway: "Silkwood", do. 20.00
vr., za. en zo. 21.15 uur, 16 jr.
"Terms of endearment", m:
woe. 20.00 uur, al.
"Cannonball run II", vr., z<
19.00 uur, 12 jr.
Kindermatinee: "Sjors, Sjimmie
de gorilla", za. en zo. 14.00 i
14.30 uur, al.
raden. En waarschijnlijk ook
alleen maar misraden! Als ik ooit
wilde weten wat het te beduiden
had, zou ik op onderzoek uit moe
ten.
Het stond me ineens klaar voor
de geest wat ik doen zou. Ik,
Aernd, de jongste zoon van Willem
Klaessen van de Geregracht, zou
niet rusten voor ik de ellendeling
ontdekt had, die dat meisjebij
na schoot ik nog in de lach ook.
Wat zou ik? Wat zou een jongen
van veertien jaar? Was hier niet een
hele troep mannen bij betrokken?
Maar ik lachte niet. Het was me
dodelijke ernst.
Ik liet de schuur zoals hij was.
Hier kon ik niets meer doen. De
schuurdeur liet ik open. En juist
toen ik naar buiten wilde gaan,
hoorde ik iets. Er kraakte een
plank. Ik bleef staan, luisterend,
maar er gebeurde niets meer. Even
had ik de afschuwelijke gedachte
dat de moordenaar misschien nog
binnen was. Maar denkend aan de
omgevallen bank overtuigde ik
mezelf, dat ze er - zeker nè de
moord - vandoor moesten zijn ge
gaan.
Mijn ogen raakten nu zo aan het
duister gewend dat ik het buiten
nog vrij licht vond. Ik zag de ge
daante naast de schuur nu duide
lijk liggen, en voordat ik me uit de
voeten maakte boog ik me over het
gezicht heen.
Te zeggen dat ik haar gelaat
strekken kon onderscheiden, zou
overdreven zijn. Maar vaag zag ik
toch een inwit gezichtje, omlijst
door overvloedig donker krullend
haar. Wat me ertoe dreef om nog
eens mijn hand, mijn rechter, uit te
steken, weet ik niet. Zeker is dat ik
het deed. Ik raakte heel licht het
neusje aan en beroerde de üppen
op dezelfde plaats als zoeven.
Een rilling hep me door de leden,
en toen ik me een weg had ge
baand door de struiken en de
Het huis en de schuur van Oude Steven bij de Hogewoerdspoort.
boomgaard, merkte ik dat ik huil
de. En nog stonden me de tranen in
de ogen toen ik de klopper thuis op
de deur liet vallen.
Moeder was alleen op. Voorover
gebogen naar het licht zat ze te
naaien bij een klein olielampje.
Van mijn tranen had ze niets ge
merkt. Er stond nog pap voor me
klaar, want ze wilde altijd dat ik 's
avonds nog iets at voordat ik naar
bed ging. "Je bent in de groei", zei
ze altijd, "Jij moet wat meer 'eten
dan de anderen".
Ik sloeg een kruis, bad en at zwij
gend met de houten lepel. Moeder
vroeg niets, dat deed ze nooit. Ze
keek ook nauwelijks op. Anders
zou ze mijn bevende handen zeker
opgemerkt hebben. Maar ik kon
niet naar bed, ik moest, ja wat?
Om op gang te komen vroeg ik
naar Klaas en vader
Vader was nog niet thuis. En
Klaas had zij niet gezien. En toen
deed ik plotseling of ik nog eens de
stad in wilde. Ik vertelde in het wil
de weg over de feeststemming, de
fakkels, en wat niet al. Ik loog er
zelfs bij dat Wout - dat is mijn
vriend - nog op me wachtte, en dat
hij ook van zijn moeder nog de stad
in mocht. Ik loog blijkbaar goed, in
ieder geval goed genoeg, want toen
ik opsprong, keek ze op en zei
goedmoedig: "Ga dan nog maar
wat, maar probeer voor de roep
van tienen thuis te zijn".
Of ik nog geantwoord heb, weet
ik niet eens. Moeder zal het wel
vreemd gevonden hebben, dat ik
zo'n onvergelijkelijke haast had.
Ik begon pas weer te denken
toen ik al op het Levendaal hep te
rennen, ademloos, in één stuk
door. Natuurlijk kon ik dat het bes
te doen. Het had helemaal geen zin
om moeder of vader hierin te men
gen, zij konden minder helpen dan
wie dan ook. En vader Maarten
kon ik werkehjk alles vertellen, va
der Maarten, mijn biechtvader.
Ik was in mijn draf de Zijd-
gracht, waar Wout woonde, al voor
bij en de steeg naar de Groenmarkt
al gepasseerd, en vlak bij de brug
over het Rapenburg, bij het Steen-
schuur.
En daar drong het pas tot me
door dat er in de stad iets gaande
was. Het was niet het gewone
feestrumoer van een uur tevoren.
Het leek het meest op een vecht
partij.
Bij de brug bleef ik staan. Aan de
overkant kwam een hele troept
mannen schreeuwend aanhollen,
van de kant van de Langebrug.
Maar ze draafden de brug voorbij
naar de hoek van de Breestraat. Ze
hadden lantaarns bij zich en lange
pieken. En toen merkte ik het, ze
zaten iemand achterna.
Ik was geschokt. Mijn hoofd
gloeide koortsachtig en tegelijk
gleden er koude rillingen over mijn
rug. Het was november en het was
guur weer, maar daar had ik nooit
last van. In mijn duizelende hoofd
zag ik nog steeds dat doodsbleke
gezicht, en het leek zelfs of het
steeds duidelijker voor me werd.
Ik bleef als vastgenageld staan
bij de brugleuning toen ik die tie
rende bende zag, beschenen door
het licht van toortsen en lantaarns.
In een glimp zag ik de voorste,
donkere figuur langs de huizen
glijden alsof hij nauwelijks liep. En
toen was hij ook al verdwenen, ik
weet niet eens of hij in de verte
over de brug naar de Hogewoerd
(tekening Stougie)
over was gesneld. Het waren geloof
ik schutters die hem achtervolg
den.
Toen ze zich rechtsaf langs de
waterkant verwijderden, de hele
gracht vullend met hun ge
schreeuw, dacht ik pas aan de mo
gelijkheid dat ze hier de moorde
naar, mijn moordenaar, al hadden
ontdekt. Maar dit kon toch immers
niet. Ik alléén wist nog maar van de
doodstille figuur in de boomgaard.
Ik snelde nu de brug over, en op
het Rapenburg, linksaf, bleef ik
vlak onder de huizen. Er liepen
ook daar nog mannen, ook met lan
taarns en enkelen waren gewa
pend. Maar ze leken toch meer op
feestvierders dan op vechtenden.
Ik hoorde er een drietal luid la
chen. Zo ging ik de hoek om, de
Kloksteeg voorbij, en verdween in
de nauwe straat achter de Pieters-
kerkbuurt
Op de Papengracht was het stik
donker. Er leek een zwaar wollen-
dek boven de stad te hangen, toen
ik aan vader Maartens poort klop
te.
Er werd niet opengedaan, zelfs
niet na de tweede en derde maal.
Maar ik had geen keus. Ik moést de
vader hebben. Op het ogenblik dat
ik het nauwe gangetje naast het
huis inglipte, was ik me bewust
van het aanzwellende rumoer aan
de kant van de Pieterskerk. Maar
ik schonk er geen aandacht aan. Ik
was hier dikwijls geweest, en wist
ook wel op een andere manier bin
nen te komen. Het gangetje kwam
uit langs een donkere kloostertuin,
omgeven door een dikke, hoge
muur.
(Wordt vervolgd)
Katwijk
Nachtvoorstelling: "Romancing the (voor reserveringen 01718-74075)
stone", za. 24.00 uur, 18 jr. CITY 1: "De liquidator", do yr.,
Kindermatinee: "101 dalmatiërs za., zo. en woe 14.45, 19-OO en 21 15
zo en woe 13 45 uur, al. ma- en 19 00 en 2115 uur- 16 3r-
EURO 3- "Police Academy", da. 18.45 CITY 2: "Don Camillo slaat door'
en 2115 uur za„ zo. en woe. ook 13.45 tijden als -
City 1, al.
CÏTY 3: "Ping en Pong de Chinese
Nachtvoorstelling: "Meisjes om te Setjes';, zie tijden als in City 1al.
blussen", za. 24.00 uur, 18 jr. CITY 4: Hu zo en de Alpenwei zie
EURO 4: "Indiana Jones and the tyden als in City 1, beh. za.-en woe.-
Temple of Doom", da. 18.30 en 21.00 middag, 16 jr.
ook 13.30 u
Jr-
De Lakenhal - tentoonstelling 'Beel
den bekijken', 15/9 t/m 25/11; di t/m za
van 10-17 uur, zo 13-17 Uur, 3/10 van
10-12 uur.
Art-House - Stille Mare, Aga Kaag, et
sen; tot 15/10, ma 12-18 uur, dag. 10-18
uur, do tot 21 uur, zo 11-18 uur.
Caeciliastraat 18 - verkoop expositie
van kunstenaressen uit Leiden e.o.
Sylvius Laboratoria - werk van Gem
ma van den Broek en sieraden van Si-
ta Falkena, tot 15/10, ma t/m vr 8.30-17
Exposities
Galerie Van der Vlist - Botermarkt,
Jan van Zonneveld, zeefdrukken en
aquarellen, t/m 30/11; di t/m za van 10-'-
Het Oude Raadhuis - Dorpsstraat,
thema expositie 'De toekomst', Hen
drik Jan Brakels en Leo Oostenbrug,
schilderijen, objecten, foto's, schaal
modellen; iedere zondag tussen 14-16
uur doorlopende dia-show; t/m 18/10;
di 19-21, woe, do, zo 14-16 uu
Auberge De Kieviet - Stoeplaan, Hans
Buining, etsen, t/m 4/10; dag. beh. ma.
van 9-12 en 15-19 uur.
Muzenhof - Alex Hakkaart, collages
en Gijs van Duyvenbode, gouaches,
aquarel, 8/9 tot 11/10; ma t/m vr van
14-18 uur. za van 9.30-12.30 uur.
Galerie Henk de Greef - Schoolstraat,
Anja Duyvesteyn, schilderijen acryl/
linnen - acryl/papier en Henk Mooij,
keramische plastieken, t/m 18/10; di
m za van 10-17 uur.
Warmond
Oegstgeest
Galerie Denise Stephan - Bakke,. Galerie De Pomp Dorpsstraat. Ba-
steeg, Arthur Stam, schilderijen, rend Groenendijk, aquarellen en te- Wilzen aauarellen
gouaches, grafiek en Jan de Graaf keningen, Marceline Gevaerts, Majo- y- d 9.18'Uur vr
kleinplastiek, 10/9 t/m 7/10; vr, za en üka aardewerk, ym 25/10; di 19-21, o „.^<117 oor
zo 13 30-17.30 uur. woe 10-12, do, za, zo, 14-16 uur. 9"21 uur' za van 8-1uur'
Ongevallendienst
ziekenhuizen Leiden
Ongevallendienst elke dag Acade
misch Ziekenhuis behalve van dins
dag 13.00 uur tot woensdag 13.00 uur
(Diaconessenhuis)en van 'vrijdag
13-00 tot zaterdag 13.00 uur (Elisabeth
ziekenhuis).
Bezoekuren
ziekenhuizen
Kraamafdeling: dagelijks van 11.15-
12.00 uur (alleen voor echtgenoot)
van 15.00-16.00 i
Bezoek aan ernstige patiënten:
Wanneer voor ernstige patiënten
doorlopend bezoek wordt toegestaan
De afdeling intensieve zorg: uitsluitend
na overleg met het hoofd van de afde
ling.
Sportmedisch Advies Centrum:
Blessurespreekuur: Elisabethzieken-
huis Leiderdorp, 's maandags van
19.30-20.30 uur.
Bezoekuren St. Elis&beth-zieken-
huis:
Volwassenen: dagelijks van 14.00-
118.30-19.30
Kinderafdeling: dagelijks van 15.00-
18.30 uur.
Afdeling C.C.U. (hartbewaking) dage
lijks van 14.00-14.30 uur en van 19.00-
19.30 uur.
Intensieve verpleging: dagelijks van
14.00-14.30 uur en van 19.00-19.30 uur.
Academisch ziekenhuis
Tel. 269111
Voor alle patiënten behalve kinde
renzijn de bezoekuren als volgt:
Bezoektijden Kinderkliniek:
Dagelijks 15.00-15.45 uur en H
19.00 uur.
Bezoektijden kinderafdelingen:
Elke dag: 14.15-15.00 uur en 18.30-
19.00 uur. (Alleen voor ouders
kinderen kan er een afwijkende tijd
afgesproken worden met de hoofd
verpleegkundige).
Alphen aan den Rijn
Rijnoord:
Bezoektijden 's middags 14.30-15.15
uur, 's avonds 18.30-19.30 uur. Extra
bezoek voor de hartbewaking: 's och
tends 11.00-11.30 uur. Extra bezoek
voor vaders op de kraamafdeling: 's
avonds 19.30-20.30 uur. Kinderafde
ling 's middags 14.30-15.30 ui
middags alleen voor ouders 14.30-
18.30 uur.
6 oktober 1984
Honderd jaar geleden stond
in de krant:
Bij een brand, welke te Ko
penhagen het konigklijk slot
Christiaansburg teisterde, zijn
groote kunstschatten - waaron
der werken van den beroemden
beeldhouwer Thorwaldsen - en
het archief van den Rijksdag
verloren gegaan. De schade
wordt op eenige millioenen be
groot. De slotkerk en het Thor-
waldsenmuseum bleven, hoewel
bedreigd, onaangetast. De ko
ning en kroonprinses waren tot
middernacht op het terrein van
den brand aanwezig. Helaas
zijn tien van de zeshonderd ter
hulp geroepen soldaten bij het
blusschen en redden der kunst
schatten omgekomen. Reeds
Vrijdag-middag te vier uren
had. men in de nevenzalen van-
het "Folkething" (te verglijken
met onze Tweede Kamer, Red.)
brand bespeurd, maar men kon
toch den oorsprong niet ontdek
ken. Te zes uren had in den
oostelijken vleugel van het pa
leis eene ontploffing plaats en
sloegen de vlammen naar bui
ten. Te tien uren was de brand
het hevigst. Duizenden toe
schouwers waren op de been.
Behalve de boekerij, de archie
ven en het Thorwaldsen-mu-
seum zijn ook de oude zilveren
kunstwerken - het kroonzilver
genaamd - behouden gebleven.
Het paleis was door Christiaan
VI gebouwd. In 1794 afge
brand, werd het geheel in den
oorspronkelijken vorm her
bouwd. De bovenverdieping be
vatte de koninklijke schilderij
enverzameling. Daaruit zijn
achthonderd schilderijen in
veiligheid gebracht. In het ge
spaard gebleven Thorwaldsen-
museum, aan de noordzijde
van het paleis doch daarvan af
gelegen, bevinden zich ongeveer
driehonderd werken van den
grooten beeldhouwer (1768
1844,Red.).
Vijftig jaar geleden:
- De ontdekkingsreiziger An-
gelo Truchi zou verbinding heb
ben gekregen, aldus een bericht
uit Porto Alegre in Brazilië,
met kolonel P.H. Fawcett, den
Britschen onderzoeker, die tij
dens een van zijn stoutmoedige
tochten door de wildernissen
van de Braziliaansche Matto
Grosso verdween.