(BubjBinttoS ZATERDAG 6 OKTOBER 1984 PAGINA 15 Ter nagedachtenis aan mijn moe der, Maria Fredrika Agnes Hemerik Geboren: 25 februari 1877 te Lei den, op de Hogewoerd. Gestorven: 4 mei 1954 te Berkel en Roderijs. Ze was vermoord, er was geen twij fel mogelijk. Ze lag achterover. Tenminste, dat voelde ik, want het was te donker om te zien. En een licht had ik niet. Gelukkig niet. Het eerste waar ik nu aan dacht, was zélf ongezien te blijven. Bovendien was het nog allesbehalve stil. Ik hoorde op het Levendaal geroep en er draafden kerels langs de stads muur, blijkbaar de Geregracht op. En op korte afstand hoorde ik de wachten bij de Hogewoerdspoort. Wat moest ik doen? Ik wist het niet. Het was een afschuwelijke toestand. Ik zat op mijn hurken en probeerde te zien wat er precies aan de hand was. Maar ik zorgde er goed voor het gevest van het mes. niet aan te raken. Ik voelde me een beetje misse lijk. Veronderstel dat ze niet dood was. Moest ik geen hulp halen? Ik zou het niet durven. Maar het volgende ogenblik schudde ik deze overwegingen van me af. Haar hand en haar gezicht had ik immers gevoeld. En wat ik voelde was de griezel van de dood. Ik hoefde me niets wijs te maken. Waar lag zij toch? En hoe kwam zij hier? En vooral, wie zou het zijn? Stom van me om hier heen te lopen. De hele dag stond Leiden al op z'n kop. Heel de dag gedraaf en ge schreeuw in de straten. De ketters hadden hun lol. En ik had de Prins gezien. Natuurlijk. Alle jongens zo als ik hadden hem gezien. Maar waarom ze zo hard hadden ge schreeuwd was een raadsel. Hij was een oud mannetje. Hij was mij in elk geval tegengevallen. Tot in de avond was de Bree- straat in feeststemming. Daarom was ik hierheen gekomen, langs de Hogewoerd op weg naar ons huis op de Geregracht. Overal liepen nog mensen, meest met fakkels, luidruchtig en opgewonden. En ik had gedacht nog méér herrie te be leven. Maar dit was toch wel heel an ders. Stom van me om hierlangs te gaan. Stel dat ze me grepen! En ik had het heus niet gedaan. Al had ik het ook bijna gezien! Ik weet zo goed als zeker, wanneer het dag was geweest zou ik het gezien heb ben. Bij de Hogewoerdspoort moest ik immers rechtsaf, en dan langs de Binnenvest. Helemaal niets bijzon ders. Bij de poort waren de wach ten juist afgelost. Drie weken lang hadden we dat nu al gezien, al gin gen we toch telkens weer kijken. Het is mooi 's avonds, met het fak kellicht flikkerend op de hellebaar den. Verder leek er niets bijzonders aan de hand. Hier zijn hele stukken tuin tussen de huizen. Tuinen met bomen en struiken en heggen er omheen. l Daar ging ik langs. Ik liep hard, want moeder zou op me wachten. Ze had het beloofd. Ik had ge smeekt om te mogen gaan, want mijn oudste broer Klaes is bij de schutterij van Allaert. En het was laat geworden. En op dat ogenblik hoorde ik de kreet en de smak. Ik stond onmid dellijk stil, juist voorbij het tuin hek van oude Steven, de stokdove, zeventigjarige boer die het bouw vallige huis op de hoek bewoonde, samen met een huishoudster. Uit zijn huis scheen geen licht. De lui ken waren voor de ruiten. Ze lagen natuurlijk al in bed, de twee oude langslapers. Ik dacht nog iets te horen, alsof iemand zich stilletjes uit de voeten maakte. Maar zien kon ik niets. Waarom was ik het hek doorge gaan? Ik had er niets mee te ma ken. En ik was zo angstig als wat. Ook toen ik door de tuin onder de perebomen van de oude Steven doorsloop. Ik ging op het geluid af. Ik had het duidelijk gehoord, rechts van me, diep in de tuin. Een angstwekkende, rochelende kreet. En daarna een smak. Ik was angstig, maar ook nieuws gierig, en ik had me onstuimig tus sen de bessenboompjes door ge worsteld, omdat ik van een paadje geen spoor kon ontdekken. Maar het was er nog donkerder dan op de weg, en ik kon geen hand voor ogen zien. Zo was ik over het lichaam ge struikeld. Mijn ene hand voelde het gezicht en het lange haar, mijn andere viel boven op het lijf, rok ken of mantel. En op mijn knieën ervoor liggend, met mijn handen teruggetrokken voor mijn borst, staarde ik in het donker en durfde me nauwelijks te verroeren. Ze was vermoord, er was geen twijfel mogelijk. Hoe lang ik daar zat weet ik niet. Het waren misschien minuten, maar het leken uren. Ik kwam plot seling tot het besef dat ik helemaal niets meer hoorde. De straat leek wel uitgestorven. Hoe laat was het? Wat moest ik toch doen? Als men mij hiervoor kisten en zelfs een tuinbank ble- zou grijpen? Of als de moordenaar ken te zijn. Ze stonden in een nog^ in de buurt was? Toen ik dit kring, niet geheel gesloten welis waar, - de bank was zelfs omgerold - maar het was wel degelijk een hoorde niets dan het waaien van de kring geweest. Ik bukte over de wind door de blaren en struiken. Behoedzaam kwam ik overeind. Ik durfde nauwelijks meer naar het blik vond ik lichaam om te kijken of er naar te toorts, tasten. Met mijn voeten schuifelde ik voorzichtig rond, tot ik de kleren kisten en voelde binnen de kring over de grond. Het volgende ogen- uitgedoofde Ik had het geroken toen ik bin nenkwam, mijn vermoeden was meende te raken. En op die manier juist geweest. Hier hadden slaagde ik er in langs de vrouw of nen gezeten, in een kring, met een het meisje te komen. Ik besefte duidelijk dat ik niet naar het tuin hek terugging, maar juist dieper de tuin in, gedreven door brandende toorts middenin. Een vrouw soms ook? of een meisje? Het duizelde me van de wilde en fantastische gedachten die blik- verklaarbare nieuwsgierigheid. Of semsnel door m'n hoofd joegen, was het nog iets anders? Was het Geuzen, spionnen, papen, Span- misschien de herinnering aan dat jaarden zelfs. Maar ik kon alleen ogenblik, dat mijn rechterhand dat gezicht, of gezichtje had aange raakt? Zó koel, zó onbeweeglijk. En toch, mijn hand had dat neusje en de lippen geroerd. Wat onbe schrijfelijk zacht was dat geweest. Maar iemand had uitgeblust wat erin geleefd had. Er was ergens in Leiden een koelbloedig moorde- Was ik soms van plan daar iets aan te doen? Ik weet het niet. Maar een koele vastberadenheid voer door mij heen wanneer ik er aan terugdacht, dat ik dat mondje had aangeraakt. Het eerste wat ik ontdekte was een schuur. Ik liep er stomweg met mijn gezicht tegenop. Of liever te gen de deur, die open stond. Ik zag een ogenblik sterretjes, en als er ie mand op me loerde, had hij me daar zonder veel moeite gemakke lijk kunnen neerslaan. Ik besefte pas te laat dat ik van binnenuit dui delijk te zien moet zijn geweest. Maar de schuur was klaarblijke lijk leeg. Toch ging ik behoedzaam naar binnen en tastte rond. Daar binnen kon je absoluut niets zien. Ik voelde langs de wanden de ge wone dingen die je in een boeren schuur kunt vinden: een hark, spa den, hooivorken, en in de rechter hoek een kruiwagen met de hand vatten omhoog. Ook liep ik tegen een slijpsteen op, die vlak naast de deur bleek te staan. Ik viel half voorover, met mijn hand op de gro te ronde steen in de bak. Zo hield ik me staande. Maar wat ik midden op de aar den vloer vond was erg ongewoon. Mijn voeten stootten tegen enkele voorwerpen, die eenvoudig lege Leiden LUXOR (121239): "Police academy", da. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zo. 14.15, 16.30, 19.00 en 21.15 uur, al. LIDO 1 (124130): "Once upon a time in America", da. 19.45 uur, do. t/m zo. ook 14.00 uur, 12 jr. LIDO 2: "Gebroken spiegels", da. 14.30,19.00 en 21.15 uur, zo. ook 16.45 uur, 16 jr. LIDO 3: "Romancing the stone", da. 14.30,19.00 en 21.15 uur, zo. ook 16.45 uur, 12 jr. LIDO 4: "Indiana Jones and the Tem ple of Doom", da. 14.30,19.00 en 21.15 uur, zo. ook 16.45 uur, 12 jr. STUDIO (133210): "De Schorpioen", da. 19.00 en 21.15 uur, do., vr., fma. en di. ook 14.30 uur, 12 jr. Kindermatinee: "Donald Duck in het Wilde Westen", za., zo. en woe. 14.30 uur, zo. ook 16.45 uur, al. TRIANON (123875): "Emmanuelle IV", da. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, zo. 14.15, 16.30, 19.00 en 21.15 uur, 16 jr. REX (125414): "Satisfactions", da. 14.30, 19.00 en 21.15 uur, 16 jr. Nachtvoorstelling: "Het grote voor deel". vr. ert za. 23.30 uur, 16 jr. EURO 1: "Conan, de vernietiger", da. 18.45 en 21.15 uur, za., zo. en woe. ook 13.45 uur, 16 jr. Nachtvoorstelling "Conan, de ver nietiger", za. 24.00 uur, 16 jr. Voorschoten (voor reserveringen 01717-4354) Greenway: "Silkwood", do. 20.00 vr., za. en zo. 21.15 uur, 16 jr. "Terms of endearment", m: woe. 20.00 uur, al. "Cannonball run II", vr., z< 19.00 uur, 12 jr. Kindermatinee: "Sjors, Sjimmie de gorilla", za. en zo. 14.00 i 14.30 uur, al. raden. En waarschijnlijk ook alleen maar misraden! Als ik ooit wilde weten wat het te beduiden had, zou ik op onderzoek uit moe ten. Het stond me ineens klaar voor de geest wat ik doen zou. Ik, Aernd, de jongste zoon van Willem Klaessen van de Geregracht, zou niet rusten voor ik de ellendeling ontdekt had, die dat meisjebij na schoot ik nog in de lach ook. Wat zou ik? Wat zou een jongen van veertien jaar? Was hier niet een hele troep mannen bij betrokken? Maar ik lachte niet. Het was me dodelijke ernst. Ik liet de schuur zoals hij was. Hier kon ik niets meer doen. De schuurdeur liet ik open. En juist toen ik naar buiten wilde gaan, hoorde ik iets. Er kraakte een plank. Ik bleef staan, luisterend, maar er gebeurde niets meer. Even had ik de afschuwelijke gedachte dat de moordenaar misschien nog binnen was. Maar denkend aan de omgevallen bank overtuigde ik mezelf, dat ze er - zeker nè de moord - vandoor moesten zijn ge gaan. Mijn ogen raakten nu zo aan het duister gewend dat ik het buiten nog vrij licht vond. Ik zag de ge daante naast de schuur nu duide lijk liggen, en voordat ik me uit de voeten maakte boog ik me over het gezicht heen. Te zeggen dat ik haar gelaat strekken kon onderscheiden, zou overdreven zijn. Maar vaag zag ik toch een inwit gezichtje, omlijst door overvloedig donker krullend haar. Wat me ertoe dreef om nog eens mijn hand, mijn rechter, uit te steken, weet ik niet. Zeker is dat ik het deed. Ik raakte heel licht het neusje aan en beroerde de üppen op dezelfde plaats als zoeven. Een rilling hep me door de leden, en toen ik me een weg had ge baand door de struiken en de Het huis en de schuur van Oude Steven bij de Hogewoerdspoort. boomgaard, merkte ik dat ik huil de. En nog stonden me de tranen in de ogen toen ik de klopper thuis op de deur liet vallen. Moeder was alleen op. Voorover gebogen naar het licht zat ze te naaien bij een klein olielampje. Van mijn tranen had ze niets ge merkt. Er stond nog pap voor me klaar, want ze wilde altijd dat ik 's avonds nog iets at voordat ik naar bed ging. "Je bent in de groei", zei ze altijd, "Jij moet wat meer 'eten dan de anderen". Ik sloeg een kruis, bad en at zwij gend met de houten lepel. Moeder vroeg niets, dat deed ze nooit. Ze keek ook nauwelijks op. Anders zou ze mijn bevende handen zeker opgemerkt hebben. Maar ik kon niet naar bed, ik moest, ja wat? Om op gang te komen vroeg ik naar Klaas en vader Vader was nog niet thuis. En Klaas had zij niet gezien. En toen deed ik plotseling of ik nog eens de stad in wilde. Ik vertelde in het wil de weg over de feeststemming, de fakkels, en wat niet al. Ik loog er zelfs bij dat Wout - dat is mijn vriend - nog op me wachtte, en dat hij ook van zijn moeder nog de stad in mocht. Ik loog blijkbaar goed, in ieder geval goed genoeg, want toen ik opsprong, keek ze op en zei goedmoedig: "Ga dan nog maar wat, maar probeer voor de roep van tienen thuis te zijn". Of ik nog geantwoord heb, weet ik niet eens. Moeder zal het wel vreemd gevonden hebben, dat ik zo'n onvergelijkelijke haast had. Ik begon pas weer te denken toen ik al op het Levendaal hep te rennen, ademloos, in één stuk door. Natuurlijk kon ik dat het bes te doen. Het had helemaal geen zin om moeder of vader hierin te men gen, zij konden minder helpen dan wie dan ook. En vader Maarten kon ik werkehjk alles vertellen, va der Maarten, mijn biechtvader. Ik was in mijn draf de Zijd- gracht, waar Wout woonde, al voor bij en de steeg naar de Groenmarkt al gepasseerd, en vlak bij de brug over het Rapenburg, bij het Steen- schuur. En daar drong het pas tot me door dat er in de stad iets gaande was. Het was niet het gewone feestrumoer van een uur tevoren. Het leek het meest op een vecht partij. Bij de brug bleef ik staan. Aan de overkant kwam een hele troept mannen schreeuwend aanhollen, van de kant van de Langebrug. Maar ze draafden de brug voorbij naar de hoek van de Breestraat. Ze hadden lantaarns bij zich en lange pieken. En toen merkte ik het, ze zaten iemand achterna. Ik was geschokt. Mijn hoofd gloeide koortsachtig en tegelijk gleden er koude rillingen over mijn rug. Het was november en het was guur weer, maar daar had ik nooit last van. In mijn duizelende hoofd zag ik nog steeds dat doodsbleke gezicht, en het leek zelfs of het steeds duidelijker voor me werd. Ik bleef als vastgenageld staan bij de brugleuning toen ik die tie rende bende zag, beschenen door het licht van toortsen en lantaarns. In een glimp zag ik de voorste, donkere figuur langs de huizen glijden alsof hij nauwelijks liep. En toen was hij ook al verdwenen, ik weet niet eens of hij in de verte over de brug naar de Hogewoerd (tekening Stougie) over was gesneld. Het waren geloof ik schutters die hem achtervolg den. Toen ze zich rechtsaf langs de waterkant verwijderden, de hele gracht vullend met hun ge schreeuw, dacht ik pas aan de mo gelijkheid dat ze hier de moorde naar, mijn moordenaar, al hadden ontdekt. Maar dit kon toch immers niet. Ik alléén wist nog maar van de doodstille figuur in de boomgaard. Ik snelde nu de brug over, en op het Rapenburg, linksaf, bleef ik vlak onder de huizen. Er liepen ook daar nog mannen, ook met lan taarns en enkelen waren gewa pend. Maar ze leken toch meer op feestvierders dan op vechtenden. Ik hoorde er een drietal luid la chen. Zo ging ik de hoek om, de Kloksteeg voorbij, en verdween in de nauwe straat achter de Pieters- kerkbuurt Op de Papengracht was het stik donker. Er leek een zwaar wollen- dek boven de stad te hangen, toen ik aan vader Maartens poort klop te. Er werd niet opengedaan, zelfs niet na de tweede en derde maal. Maar ik had geen keus. Ik moést de vader hebben. Op het ogenblik dat ik het nauwe gangetje naast het huis inglipte, was ik me bewust van het aanzwellende rumoer aan de kant van de Pieterskerk. Maar ik schonk er geen aandacht aan. Ik was hier dikwijls geweest, en wist ook wel op een andere manier bin nen te komen. Het gangetje kwam uit langs een donkere kloostertuin, omgeven door een dikke, hoge muur. (Wordt vervolgd) Katwijk Nachtvoorstelling: "Romancing the (voor reserveringen 01718-74075) stone", za. 24.00 uur, 18 jr. CITY 1: "De liquidator", do yr., Kindermatinee: "101 dalmatiërs za., zo. en woe 14.45, 19-OO en 21 15 zo en woe 13 45 uur, al. ma- en 19 00 en 2115 uur- 16 3r- EURO 3- "Police Academy", da. 18.45 CITY 2: "Don Camillo slaat door' en 2115 uur za„ zo. en woe. ook 13.45 tijden als - City 1, al. CÏTY 3: "Ping en Pong de Chinese Nachtvoorstelling: "Meisjes om te Setjes';, zie tijden als in City 1al. blussen", za. 24.00 uur, 18 jr. CITY 4: Hu zo en de Alpenwei zie EURO 4: "Indiana Jones and the tyden als in City 1, beh. za.-en woe.- Temple of Doom", da. 18.30 en 21.00 middag, 16 jr. ook 13.30 u Jr- De Lakenhal - tentoonstelling 'Beel den bekijken', 15/9 t/m 25/11; di t/m za van 10-17 uur, zo 13-17 Uur, 3/10 van 10-12 uur. Art-House - Stille Mare, Aga Kaag, et sen; tot 15/10, ma 12-18 uur, dag. 10-18 uur, do tot 21 uur, zo 11-18 uur. Caeciliastraat 18 - verkoop expositie van kunstenaressen uit Leiden e.o. Sylvius Laboratoria - werk van Gem ma van den Broek en sieraden van Si- ta Falkena, tot 15/10, ma t/m vr 8.30-17 Exposities Galerie Van der Vlist - Botermarkt, Jan van Zonneveld, zeefdrukken en aquarellen, t/m 30/11; di t/m za van 10-'- Het Oude Raadhuis - Dorpsstraat, thema expositie 'De toekomst', Hen drik Jan Brakels en Leo Oostenbrug, schilderijen, objecten, foto's, schaal modellen; iedere zondag tussen 14-16 uur doorlopende dia-show; t/m 18/10; di 19-21, woe, do, zo 14-16 uu Auberge De Kieviet - Stoeplaan, Hans Buining, etsen, t/m 4/10; dag. beh. ma. van 9-12 en 15-19 uur. Muzenhof - Alex Hakkaart, collages en Gijs van Duyvenbode, gouaches, aquarel, 8/9 tot 11/10; ma t/m vr van 14-18 uur. za van 9.30-12.30 uur. Galerie Henk de Greef - Schoolstraat, Anja Duyvesteyn, schilderijen acryl/ linnen - acryl/papier en Henk Mooij, keramische plastieken, t/m 18/10; di m za van 10-17 uur. Warmond Oegstgeest Galerie Denise Stephan - Bakke,. Galerie De Pomp Dorpsstraat. Ba- steeg, Arthur Stam, schilderijen, rend Groenendijk, aquarellen en te- Wilzen aauarellen gouaches, grafiek en Jan de Graaf keningen, Marceline Gevaerts, Majo- y- d 9.18'Uur vr kleinplastiek, 10/9 t/m 7/10; vr, za en üka aardewerk, ym 25/10; di 19-21, o „.^<117 oor zo 13 30-17.30 uur. woe 10-12, do, za, zo, 14-16 uur. 9"21 uur' za van 8-1uur' Ongevallendienst ziekenhuizen Leiden Ongevallendienst elke dag Acade misch Ziekenhuis behalve van dins dag 13.00 uur tot woensdag 13.00 uur (Diaconessenhuis)en van 'vrijdag 13-00 tot zaterdag 13.00 uur (Elisabeth ziekenhuis). Bezoekuren ziekenhuizen Kraamafdeling: dagelijks van 11.15- 12.00 uur (alleen voor echtgenoot) van 15.00-16.00 i Bezoek aan ernstige patiënten: Wanneer voor ernstige patiënten doorlopend bezoek wordt toegestaan De afdeling intensieve zorg: uitsluitend na overleg met het hoofd van de afde ling. Sportmedisch Advies Centrum: Blessurespreekuur: Elisabethzieken- huis Leiderdorp, 's maandags van 19.30-20.30 uur. Bezoekuren St. Elis&beth-zieken- huis: Volwassenen: dagelijks van 14.00- 118.30-19.30 Kinderafdeling: dagelijks van 15.00- 18.30 uur. Afdeling C.C.U. (hartbewaking) dage lijks van 14.00-14.30 uur en van 19.00- 19.30 uur. Intensieve verpleging: dagelijks van 14.00-14.30 uur en van 19.00-19.30 uur. Academisch ziekenhuis Tel. 269111 Voor alle patiënten behalve kinde renzijn de bezoekuren als volgt: Bezoektijden Kinderkliniek: Dagelijks 15.00-15.45 uur en H 19.00 uur. Bezoektijden kinderafdelingen: Elke dag: 14.15-15.00 uur en 18.30- 19.00 uur. (Alleen voor ouders kinderen kan er een afwijkende tijd afgesproken worden met de hoofd verpleegkundige). Alphen aan den Rijn Rijnoord: Bezoektijden 's middags 14.30-15.15 uur, 's avonds 18.30-19.30 uur. Extra bezoek voor de hartbewaking: 's och tends 11.00-11.30 uur. Extra bezoek voor vaders op de kraamafdeling: 's avonds 19.30-20.30 uur. Kinderafde ling 's middags 14.30-15.30 ui middags alleen voor ouders 14.30- 18.30 uur. 6 oktober 1984 Honderd jaar geleden stond in de krant: Bij een brand, welke te Ko penhagen het konigklijk slot Christiaansburg teisterde, zijn groote kunstschatten - waaron der werken van den beroemden beeldhouwer Thorwaldsen - en het archief van den Rijksdag verloren gegaan. De schade wordt op eenige millioenen be groot. De slotkerk en het Thor- waldsenmuseum bleven, hoewel bedreigd, onaangetast. De ko ning en kroonprinses waren tot middernacht op het terrein van den brand aanwezig. Helaas zijn tien van de zeshonderd ter hulp geroepen soldaten bij het blusschen en redden der kunst schatten omgekomen. Reeds Vrijdag-middag te vier uren had. men in de nevenzalen van- het "Folkething" (te verglijken met onze Tweede Kamer, Red.) brand bespeurd, maar men kon toch den oorsprong niet ontdek ken. Te zes uren had in den oostelijken vleugel van het pa leis eene ontploffing plaats en sloegen de vlammen naar bui ten. Te tien uren was de brand het hevigst. Duizenden toe schouwers waren op de been. Behalve de boekerij, de archie ven en het Thorwaldsen-mu- seum zijn ook de oude zilveren kunstwerken - het kroonzilver genaamd - behouden gebleven. Het paleis was door Christiaan VI gebouwd. In 1794 afge brand, werd het geheel in den oorspronkelijken vorm her bouwd. De bovenverdieping be vatte de koninklijke schilderij enverzameling. Daaruit zijn achthonderd schilderijen in veiligheid gebracht. In het ge spaard gebleven Thorwaldsen- museum, aan de noordzijde van het paleis doch daarvan af gelegen, bevinden zich ongeveer driehonderd werken van den grooten beeldhouwer (1768 1844,Red.). Vijftig jaar geleden: - De ontdekkingsreiziger An- gelo Truchi zou verbinding heb ben gekregen, aldus een bericht uit Porto Alegre in Brazilië, met kolonel P.H. Fawcett, den Britschen onderzoeker, die tij dens een van zijn stoutmoedige tochten door de wildernissen van de Braziliaansche Matto Grosso verdween.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 15