Socialisme en vrede al 35 jaar één in de DDR Gelukwensen en stenen voor Beyers Naudé Racisme komt elke dag en overal voor VRIJDAG 5 OKTOBER 1984 PAGINA 19 door Hans Amesz DDR - „Onze republiek staat van de vrede en het socialisme". Zo luidde niet alleen de kop van een door partijleider Erich Honecker geschreven - of be ter onder zijn naam gepubliceerd - pagina-groot arti kel in de partijkrant Neues Deutschland; dat staat aan de vooravond van het 35-jarig bestaan van de DDR ook op vele spandoeken in het land. Weliswaar is de hoeveelheid aanplakbiljetten, uithangborden en vaandels die onveranderlijk wijzen op de ongekende voordelen van het „werkelijk bestaande socialisme" veel minder dan bij voorbeeld vijf jaar geleden, toch kan de reiziger door Oost-Duits- land zich niet aan de indruk onttrekken dat de partijleiding de „werkelijkheid' nog graag achter een wand van propagandaleuzen verstopt. Het artikel van Honecker in het officiële orgaan van de socialis tische eenheidspartij van Duitsland (SED) begint aldus: „Sinds 7 oktober 1949, toen de Duitse Democratische Republiek (DDR) werd opgericht en voor ons volk een geheel nieuw tijdperk begon, zijn 35 jaren voorbij. Op Duitse bodem ontstond voor de eerste keer de macht van de arbeiders en boeren, werd het fundament gelegd om de maatschappelijke verhoudingen zo te regelen dat de mens inderdaad een mens kan zijn". Absurde vraag Zou Honecker dat- zelf geloven? Kan de DDR-burger werkelijk een mens zijn, mee-beslissen over de maatschappelijke belangen, zich geestelijk en materieel ontplooien overeenkomstig zijn moge lijkheden en wensen en onafhankelijk van zijn sociale afkomst, wereldbeschouwelijke - en religieuze overtuiging? Voor de plaatsvervangend bur- gemeeser van Erfurt, nog geen dertig jaar oud, is zo'n vraag ab surd. Levert hij, als arbeiders zoon opgegroeid en vele jaren zelf met zijn handen werkzaam, niet hét bewijs dat de menselijke ontplooiing juist in de DDR mo gelijk is. „Dacht u dat ik in de Bondsrepubliek Duitsland had kunnen worden wat ik nu ben. Dat heb ik allemaal aan de partij en mijn socialistisch vaderland te danken", zegt de jonge politi cus die uiteraard lid van de SED De eenheidspartij dus, die alles wat er in de DDR gebeurt op po litiek gebied organiseert, stuurt en controleert. De wethouder van onderwijs in Weimar, even eens SED-Genosse, kijkt ineens vermoeid als hij met „typisch westerse vragen" over democra tie en vrijheid van meningsuiting wordt geconfronteerd. „Daar heb je ze weer", hoor ik hem den ken. Geduldig legt hij vervolgens uit dat de socialistische demo cratie in de DDJi van onderaf is georganiseerd en niet, zoals in het kapitalistische Westen, van bovenaf. Iedereen die in Oost- Duitsland een politieke functie uitoefent, is daartoe door de zo genaamde basis uitverkoren, zegt hij. De kandidaten moeten zich waarmaken in vele bijeen komsten met buurtbewoners, collega's en partijgenoten en het komt volgens de wethouder af en toe voor dat zo iemand door de mand valt. Als er dan uiteinde lijk gekozen mag worden, kan de DDR-kiezer alleen maar ja zeg gen of zijn stem ongeldig maker^, Dat laatste doet of durft nog geen één procent. Parkeerplaats in Oost-Berlijn met Skoda's en Trabants. Voor een auto van dit laatste type bestaat i DDR een wachtlijst van tien jaar. larchieiroto: Dirk Ketiingj Dreigement Duidt dat er wellicht op dat hier geen helemaal sprake is van vrije verkiezingen en dat er mis schien wel eens gedreigd wordt met vervelende consequenties als het ja achterwege blijft? Dat zien we verkeerd. Integendeel, het eensgezinde stemmen voor de kandidaten van het Natonale Front geeft aan hoe diep het ver trouwen tussen volk en partij is. Over de DDR worden, zeggen alle officiële gesprekspartners, ongehoorde leugens verspreid. Er wordt zo gedaan alsof elke burger er dag en nacht op broedt hoe hij weg kan komen, alsof ie dereen uren in rijen moet staan om aan levensmiddelen te ko men, alsof de mensenrechten on ophoudelijk worden geschon den. Zeker, het overgrote deel van de Oostduitse bevolking wil vast en zeker niet definitief naar het westen, maar dat neemt niet weg dat toch tienduizenden, waaronder eens trouwe partij gangers, wel een verzoekschrift indienen om hun vaderland te mogen verlaten en eventueel be reid zijn vrijwel letterlijk alles - familie, vrienden, een baan - daarvoor op te geven. Voor de „normale" levensbe hoeften hoeft niemand in de rij te staan, maar wie vers fruit of ver se groenten wil hebben, moet daar heel wat moeite voor doen. .„Ik kon gisteren ineens twee komkommers krijgen, dat was voor mijn gezin een grote verras sing", zei Ulrike de volgende ochtend. Om nog maar te zwij gen van het feit dat de wachttijd voor de volkswagen van de DDR, de Trabant, liefdevol „Trabbi" genoemd, ongeveer tien jaar bedraagt. En natuurlijk worden er wel mensenrechten geschonden. Critici van het regi me worden opgesloten of het land uitgezet, schrijvers kunnen niet Dubliceren wat zii willen. Beledigen De officiële lezing is uiteraard anders: er worden geen mensen gevangen gezet omdat ze kritiek hebben, maar omdat ze strafbare handelingen hebben begaan. En wat die schrijvers betreft: de Duitse Democratische Repu bliek laat zich niet beledigen. Dat is toch het goed recht van el ke staat, of niet soms? Vervol gens wordt de westerse bezoeker eraan herinnerd dat het aan de verwezenlijking van de mensen rechten in het kapitalisme nogal schort. Heerst daar immers geen massale werkloosheid, wordt de vrouw daar niet gediscrimineerd en ontbreekt het daar niet aan een allesomvattende sociale ze kerheid? „De DDR is het levend bewijs: zonder kapitalisme gaat het be ter!", is een propagandaspreuk die je vaak in de „eerste arbei ders- en boerenstaat op Duitse bodem" tegenkomt. De door de afdeling journalistieke betrek kingen van het ministerie van buitenlandse zaken uitgezochte gesprekspartners voor de Neder landse correspondent in Bonn, bevestigen dat over het alge meen graag. In het café op de hoek en voor al in gesprekken met Oostduit sers die ik ontmoette bij een be vriende correspondent in Oost- Berlijn, wordt deze paradijs-op- aarde-theorie aan flarden ge scheurd. De voor zovele journa listen beroemde taxichauffeur, die altijd als het geweten van het volk wordt geciteerd, is ook in de DDR te vinden en die liet - voor mijn Westduitse marken - zijn gal overlopen. De (voor)oordelen worden bevestigd: geen vrijheid om te zeggen wat je wil (de „Fir ma", de staatsveiligheidsdienst is overal aanwezig), als je iets speciaals wilt hebben (trim- schoenen, een racefiets, onder delen voor de auto), dan moet er gerommeld en geritseld worden. Treurig Het treurige voor de Oostduit se machthebbers, waarover nog het een en ander geschreven zal worden, is dat de DDR in wezen sinds zijn ontstaan kampt met een minderwaarheidscomplex ten opzichte van de grotere en in ieder geval materieel succesrij kere Westduitse broer. De hele DDR kijkt tegenwoordig naar de televisie uit de BéeRDé (zoals de Bondsrepubliek Duitsland in de DDR wordt genoemd) en ieder een ziet dus hoe groot het aan bod aan consumptie- en luxe-ar tikelen in bijvoorbeeld het Kauf- haus des Westens in West-Berlijn is. Iedereen ziet dat de „broers en zusters" in de BRD niet alleen meer, maar ook betere auto's hebben. En iedereen ziet ook hoe in West-Duitsland de democratie functioneert. Het gevolg is dat zelfs de hon den - en dat zijn er niet zoveel - in de DDR niet meer geloven dat de eerste socialistische staat op Duitse bodem, in tegenstelling tot de Bondsrepubliek Duits land, de toekomst heeft. Dat neemt overigens niet weg dat de DDR zich eigenlijk op de borst kan kloppen. Het land behoort tot de top-tien van de industrie landen in de wereld. Geen enkel Oostblokland heeft zo'n hoog in komen per hoofd van de bevol king als Oost-Duitsland. Zijn in woners zijn de „Amerikanen van Oost-Europa". Schizofreen Maar: deze prachtige vergelij kingen missen hun uitwerking. De identiteit van een staat wordt meestal bepaald door vergelij king met andere naties. Er voor Oost-Duitsland is deze vergelij kingsmaatstaf niet in eerste in stantie Polen, Hongarije of de Sowjet-Unie, maar wel zeker de Bondsrepubliek Duitsland. Zo bezien is de DDR de meest schi zofrene staat van het Oostblok en zo bezien betekenen de voortdu rend beleden geloofsuitingen van Westduitse politici over een herenigd Duitsland niets anders dan dat de DDR in feite weer bij de Bondsrepubliek moet horen en niet omgekeerd. De meeste Westduitsers be schouwen de DDR en haar bur gers als tweederangs. Het zou niet slecht zijn als daar verande ring in zou komen. Dat kan na tuurlijk alleen maar als het polit- buro van de SED andere richtlij nen van de politiek uitvaardigt. Maar waarom zou dat gebeuren, want voor de DDR geldt wat een aardige kennis zei: „Ach, als je geen stennis trapt, regelmatig •naar je wekelijkse politieke cur sus gaat, dan leef je hier, geloof ik, beter dan bij jullie aan de an dere kant. Je hoeft je geen zor gen te maken over je arbeids plaats, je betaalt nauwelijks huur, de staat lost alles op. Al leen reizen naar het Westen gaat niet". Sowj et-vrienden De gemiddelde DDR-burger is allesbehalve een vriend van de Sowjets en zeker niet van die ruim 400.000 die permanent in de DDR gelegerd zijn. In Weimar bijvoorbeeld wemelt het van de Sowjet-soldaten. „Onze vrien den". Zelden heb ik dat zo iro nisch horen uitspreken. Wie de code kent, weet dat de juiste reactie hier is: „Ach, kijk eens aan" - wenkbrauwen optrekken - „de broeders". Dan kan vrijer gepraat worden. Ik krijg te horen dat die Russen zich totaal onaan gepast gedragen, dat ze geen gor dijnen, maar kranten voor de ra men hebben. Dan volgen de grappen over de bejaarden in het Kremlin. Voor beelden: Agenda van de volgen de zitting van het Centraal-Comi- té. Punt 1binnendragen van het presidium. Punt 2: zingen van het lied „Wij zijn de jonge gar de". Of, wat is het verschil tussen een krokodil en het Polit-Bu- reau? Antwoord: een krokodil heeft vier benen en 48 tanden, het polit-bureau heeft 48 benen en vier tanden. Of, waarom heeft Tsjemenko steeds drie micro foons nodig? Antwoord: een, om zich vast te houden. Uit de twee de krijgt hij zuurstof toegediend en via de derde wordt zijn tekst gesouffleerd. Grappen Een oude DDR-grap luidt: Zijn de Russen onze broeders of onze vrienden? Broeders, want vrien den kun jezelf uitzoeken. Dit al les betekent echter geenszins dat de 'broederbond' met het Sow- jet-volk door de DDR-machtheb- bers ter discussie wordt gesteld. Geenszins, zoals onlangs blee.k toen partijleider Erich Honecker zijn voorgenomen bezoek aan de Bondsrepubliek mede onder druk van Moskou afgezegde. Het bestaan van de DDR hangt natuurlijk samen met de banden die er tussen Oost-Berlijn en Moskou zijn. Als die banden na melijk verslappen, raakt de DDR, in tegenstelling tot de an dere landen van het oostblok, meteen in de invloedssfeer van de Bondsrepubliek en als de machthebbers in Oost-Duitsland aan de macht willen blijven, kun nen zij dat uiteraard nooit toe staan. Dus is de bijzondere band met de Sowjet-Unie tot artikel in de DDR-grondwet verheven. En dus wordt op spandoeken hier vaak in twee talen op gewezen: Druzjba - Freundschaft. En dus staat het regelmatig in de gelijk geschakelde kranten. Want het is natuurlijk mogelijk dat het volk onbewust zou vergeten hoe het ook al weer met de „broeders en vrienden" zit. Sommige vredesactivisten in Oost-Duitsland hebben de afge lopen jaren niet alleen tegen de NAVO-raketten geprotesteerd, maar ook tegen die van de Sow jet-Unie. Volgens de officiële leer kan dat niet want: socialisme staat gelijk aan vrede en de vrede wordt dus zekerder naarmate het socialisme wordt versterkt en dus ook de band met de Sowjet- Unie. En, beweren de SED-ideo- logen, om alles nog veiliger te maken, moet het socialisme ook bewapend zijn. DEN HAAG (GPD) - Een vrouw komt een winkel binnen en wordt verzocht haar tas bij de ingang achter te laten. Alle ande re klanten kunnen zo doorlopen. Een meisje wil twee postzegels afrekenen en staat met haar han den in haar zak bij de kassa. De caissière zegt: „En die Nuts ook nog". Het meisje moet haar zak ken keren om te bewijzen dat ze geen Nuts heeft. Uiteindelijk zegt het winkelmeisje: „Ach ver geet het maar, juffrouw". Een an dere vrouw neemt altijd een doorzichtige boodschappentas mee en laat zelfs die nog bij de kassa staan, zo ziek is ze ervan om wantrouwend te worden aan gekeken. Vrouwen die verdacht zijn. Omdat ze zwart zijn. Dat is het dagelijke leven in het tolerante Nederland voor mensen die van de blanke norm afwijken. Alledaags racisme noemt cultureel-antropologe Philomena Essed het. Ze deed er een onderzoek naar en schreef daarover een boek. Het boek is een verslag van de ervaringen van zwarte vrouwen in Neder land en de Verenigde Staten. Het laat zien dat racisme veel verder verbreid is dan over het alge meen wordt aangenomen. Essed interviewde speciaal vrouwen, omdat die ook nog eens te ma ken krijgen met racisme op het seksuele vlak. Uit haar boek blijkt, dat racis me niet alleen het in elkaar slaan van mensen met een donkerdere huidskleur is. Dat niet alleen de Centrumpartij discrimineert. Het zijn juist vaak de kleine din gen die constant gebeuren, die kwetsen, terwijl veel blanken niet eens beseffen dat ze zich an ders gedragen tegenover zwar ten. Wanneer een zwarte studente als enige in de groep geen con tact heeft met haar blanke me destudenten, als niemand in de kantine by haar aan tafel komt zitten, niemand eens informeert hoe het gaat, of ze wat leuks heeft gedaan in het weekend, dan zullen al die medestudenten ieder voor zich denken: „Ik dis crimineer toch niet, er zijn zoveel mensen met wie ik nooit spreek". De vrouwen die door Essed zijn geinterviewd hebben alle maal dat soort ervaringen mee gemaakt. Ze worden steeds bui tengesloten door al die mensen die van zichzelf vinden dat ze niet discrimineren. Mensen die niet reageren als een tienjarig jongelje in de tram zegt dat hij niet opstaat voor een zwangere Surinaamse vrouw, want hij heeft haar toch niet zwanger ge maakt. Mensen die in de winkel voordringen en zelfs zeggen: „Zij wacht maar even". Onderwijzers die stelselmatig te lage cijfers geven, en als een leerlinge dat dan weet aan te to nen (bijvoorbeeld met hulp van een andere leraar), reageren met: „Dan heb je het vast niet zelf ge maakt". Zwarte meisjes die een vervolgopleiding willen doen, wordt dat afgeraden, want dat kunnen ze vast niet, al halen ze de hele tyd achten en negens. Zwarte verpleegsters wordt door demente bejaarden toege schreeuwd: „Ga terug naar de rimboe". Patiënten vragen hun of ze 'het' voor een tientje willen doen. Mensen willen zich niet la ten wassen door 'die zwarte'. Een hoofdzuster negeert een zwarte verpleegster en laat de pillen ronddelen door een blanke leer linge die dat nog helemaal niet mag. En overal, bij iedqre gele genheid, op het werk, op school, op straat de opmerking: „Surina- mers zijn zo, of doen zus". Vooral de interviews met Ame rikaanse zwarte vrouwen vertel len zeer veel over het alledaagse racisme. De voorbeelden die de Surinaamse vrouwen aanvoeren zijn vaak nog vrij extreem, zodat je bij het lezen het gevoel hebt dat alleen echte racisten zulke dingen doen. Maar in de verhalen van de Amerikaanse vrouwen komen ook heel kleine dagelijkse din- ACHTERGROND gen aan de orde. Blanken die bij na nooit sorry zeggen wanneer ze tegen een zwarte vrouw aanbot sen. Die er op straat altijd van uitgaan dat de zwarte opzij moet gaan wanneer je elkaar passeert. Die boos worden wanneer een zwarte vrouw hen erop attent maakt dat ze voor het verkeerde loket staan. En die bij de bank niet vriendelijk vragen: „Heeft u een legitimatiebewijs", maar snauwen: „Geef me je rijbewijs". Allemaal kleine dingen waarover blanken zich heel erg op zouden winden als het hen zelf aanging, maar waarvan ze niet eens meer doorhebben dat ze anderen steeds zo benaderen. Zwarte vrouwen die carrière willen maken, moeten zich voor bereiden op een grote dosis weerstand. Dat begint al tijdens de opleiding, als ze constant ont moedigd worden om hun best te doen. En als ze goede resultaten halen, wordt dat genegeerd. Zo werd van een aantal Amerikaan se zwarte leerlingen niet in de plaatselijke krant vermeld dat ze een beurs voor Harvard Univer sity hadden gekregen, terwijl dat van de blanke leerlingen wel was vermeld. Zwarte vrouwen die een lei dinggevende positie hebben, merken telkens dat blanken het niet accepteren als er een zwarte vrouw boven hen staat. Ze nege ren de aanwijzingen die hun ge geven worden, ze melden niet als ze weggaan en laten aan alles merken dat ze het een zeer onple zierige situatie vinden. Essed toont in haar boek over tuigend aan dat racisme overal in de maatschappij voorkomt He laas bezondigt ze zich er af en toe aan om alle Nederlanders op één grote hoop te gooien. In het be gin wordt een aantal keren ge zegd dat 'de' Nederlanders hui chelen. 'De' Nederlanders staan niet op voor Surinaamse oude mensen en degene die dat wel doet, is 'galant' en wordt daar mee tot een gunstige uitzonde ring gebombardeerd. „Ik ken ook wel aardige witten", een zin netje dat in het boek vaker voor komt, doet wel erg denken aan: „Er zijn ook wel goede Surina- En hoewel ze zeer duidelijk maakt, dat de overheid discrimi neert, ondanks allerlei bepalin gen over recht op gelijke behan deling, is het jammer dat haar boek niet met cijfermateriaal wordt ondersteund. Als een Suri naamse vrouw vertelt, dat ze al leen maar woningen in Amster dam-Noord en de Bijlmer krijgt aangeboden, is het belangrijk om te weten hoe dat voor blanke wo ningzoekenden in Amsterdam ligt. En als gezegd wordt dat het ar beidsbureau in Utrecht voor Ma rokkaanse en Turkse vrouwen rond de veertig niet meer bemid delt, zou er eigenlijk bij moeten staan dat dat voor Nederlandse vrouwen van dezelfde leeftijd met een lage opleiding (zoals Turkse en Marokkaanse vrou wen over het algemeen hebben) ook het geval is. Verder is Esseds boek een schokkend verslag van gebrek aan respect en tolerantie voor andere mensen, alleen om dat ze zwart zijn. ('Alledaags racisme' is een uitgave van de Feministische Uitgeverij Sa ra en kost 27,50.) De waarnemend voorzitter en de secretaris van de hervormde synode, ds. H. Huting en dr. R. J. Mooi, hebben namens deze syno de de Zuidafrikaanse predikant dr. Beyers Naudé gelukgewenst met de opheffing van zijn vrij heidsbeperking. "U kunt ervan verzekerd zijn, dat zeer velen in de Nederlandse Hervormde Kerk bijzonder verheugd zijn over dit bericht". "U hebt als persoon, samen met uw vrouw, een zo bijzondere plaats in de harten van vele kerk leden, dat zij zich zeer interesse ren voor uw persoonlijk lot". "Uw zuivere en onbesproken persoonlijkheid is voor ons een bezielend getuigenis van het evangelie in de samenleving van uw land en ook ver daarbuiten". Vorige week hief de Zuidafri kaanse regering de beperkingen op, waaraan Beyers Naudé sinds 1977 onderworpen was geweest. Ruiten en dakpannen sneuvel den. Vermoed wordt, dat dit het werk is van extreem rechtse kringen, die al een jaar lang kriti sche academici, advocaten, vak bondsmensen en journalisten proberen te intimideren. Beyers Naudé werd woensdag in de universiteit van Witwaters- rand bij zijn eerste openbare op treden na de opheffing van de 'banning' met een staande ovatie verwelkomd. Hij zei, dat er onder de zwarte jongeren een toene mende bereidheid is waar te ne men om zo nodig voor hun over tuiging te sterven, "niet om mar telaar te worden, maar omdat zij menen, dat ze hun doel alleen op r kunnen bereiken". 5 Mei. De Gereformeerde Gemeenten voor het contact met de 'Hoge Over-, heid' heeft minister-president Lubbers gevraagd, de vele op roepen uit de samenleving om 5 mei 1985 niet op zondag maar op maandag te vieren te honoreren. Bijzondere herdenkingen zijn in Nederland tot nu toe nooit op een zondag gehouden, zo merkt haar brief op. "Het feit dat de regering nu een andere handelwijze wil gaan vol gen is een teken van de steeds verder gaande verwijdering van de christelijke invloed uit de sa menleving". "Ook geeft het blijk van een afnemende tolerantie ten ppzichte van hen die de rust dag in ere willen houden". Beroepen. Hervormde Kerk: bedankt voor Sint Annaland J. C. Schuurman Zalk. Christelijke Gereformeerde Kerken: beroe pen te Maassluis P. J. Kok Bun schoten. Gereformeerde Ge meenten: bedankt voor Rotter- dam-IJsselmonde J. Mol El- speet, voor Werkendam J. Koster Klaaswaal. Jodendom Een herbezinning op de vi houding tussen christendom jodendom is een van de uitdagin gen waarvoor de hedendaagse theologie staat. Dat zei dr. W. We ren gisteren in Tilburg, waar hij aan de theologische faculteit het ambt van hoogleraar aanvaardde in de uitlegging van het Nieuwe Testament. Lange tijd, zei professor We ren, werd het vanzelfsprekend gevonden, dat het volk Israel zijn bijzondere positie had verloren en die had moeten afstaan aan de kerk, 'het nieuwe Godsvolk, het ware Israël'. "Dit vervangende denken vindt men bevestigd in bepaalde teksten van het Nieuwe Testament". Door andere uitleg- gingsmethoden toe te passen, kan er volgens Weren nieuw zicht komen op de verhouding tussen de kerk en het volk Israël. Paus. Volgende week woens dag gaat de paus voor een paar dagen naar het Caribisch gebied. Op vrijdag 12 oktober zal hij de opening bijwonen van de alge mene vergadering van de Latijn- samerikaanse bisschoppencon ferentie (Celam) in Santa Domin go, de hoofdstad van de Domini caanse Republiek. Daar zal ongetwijfeld de zoge naamde 'bevrijdingstheologie' aan de orde komen, die voor de miljoenen armen in Latijns- Amerika een uitweg uit de socia le misère zou kunnen betekenen, maar die volgens de congregatie voor de geloofsleer in Rome ook gevaarlijke kanten heeft. De on rechtvaardige verhoudingen, de armoede en de honger in grote delen van dit continent zijn voor de kerk een grote uitdaging. De vraag is, welk antwoord ze daar op geeft. Men is zeer benieuwd naar de rede van de paus. Ook de Noord- amerikaanse en Canadese bis schoppen zijn voor de opening van de Celam-vergadering uitge nodigd. Zaterdag 13 oktober vliegt de paus naar Rome terug. Business Het hof van beroep voor belas tingzaken in Washington heeft uitgesproken, dat de Scientolo- gykerk van Californië gewoon een zakelijke onderneming is. zo dat er absoluut geen aanleiding bestaat om deze organisatie de zelfde belastingvoordelen te bie- - den als erkende kerken. In een 222 pagina's omvattend vonnis wordt gewezen op de za kelijke termen waarmee Sciento logy haar relaties aanduidt, zoals 'klanten' in plaats van leden. De kerken staan bij Scientology als 'organisaties' te boek. Van de kant van Scientology is al gezegd, dat deze uitspraak een reden temeer is om samen met kerken en organisaties-voor- mensenrechten te stryden voor hervorming van het Amerikaan se belastingstelsel. Business (II). De jubileum passiespelen in het Beierese Oberammergau (350 jaar geleden begonnen) zijn zakelijk gezien een groot succes geworden, zo berichtten de organisatoren. Er dit jaar zo'n 470.000 op af, afkomstig uit alle werelddelen. Rond 30 procent uit de Verenigde Staten, 15 pro cent en Engeland en Ierland, 5 procent uit Scandinavië en 25 procent uit de Bondsrepubliek Duitsland zelf. De kaartverkoop bracht f. 40 miljoen op. Na aftrek van alle kosten bleef daarvan nog f. 3 mil joen over voor de burgerlijke ge meente Oberammergau. (De dorpelingen van 350 jaar geleden hoopten, dat zij met deze opvoering van Jezus' lijden en sterven de pest zouden afwen den).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19