Socialisme en vrede al
35 jaar één in de DDR
Gelukwensen en stenen voor Beyers Naudé
Racisme komt elke
dag en overal voor
VRIJDAG 5 OKTOBER 1984
PAGINA 19
door
Hans Amesz
DDR - „Onze republiek staat van de vrede en het
socialisme". Zo luidde niet alleen de kop van een
door partijleider Erich Honecker geschreven - of be
ter onder zijn naam gepubliceerd - pagina-groot arti
kel in de partijkrant Neues Deutschland; dat staat
aan de vooravond van het 35-jarig bestaan van de
DDR ook op vele spandoeken in het land.
Weliswaar is de hoeveelheid aanplakbiljetten, uithangborden en
vaandels die onveranderlijk wijzen op de ongekende voordelen
van het „werkelijk bestaande socialisme" veel minder dan bij
voorbeeld vijf jaar geleden, toch kan de reiziger door Oost-Duits-
land zich niet aan de indruk onttrekken dat de partijleiding de
„werkelijkheid' nog graag achter een wand van propagandaleuzen
verstopt.
Het artikel van Honecker in het officiële orgaan van de socialis
tische eenheidspartij van Duitsland (SED) begint aldus: „Sinds 7
oktober 1949, toen de Duitse Democratische Republiek (DDR)
werd opgericht en voor ons volk een geheel nieuw tijdperk begon,
zijn 35 jaren voorbij. Op Duitse bodem ontstond voor de eerste
keer de macht van de arbeiders en boeren, werd het fundament
gelegd om de maatschappelijke verhoudingen zo te regelen dat de
mens inderdaad een mens kan zijn".
Absurde vraag
Zou Honecker dat- zelf geloven? Kan de DDR-burger werkelijk
een mens zijn, mee-beslissen over de maatschappelijke belangen,
zich geestelijk en materieel ontplooien overeenkomstig zijn moge
lijkheden en wensen en onafhankelijk van zijn sociale afkomst,
wereldbeschouwelijke - en religieuze overtuiging?
Voor de plaatsvervangend bur-
gemeeser van Erfurt, nog geen
dertig jaar oud, is zo'n vraag ab
surd. Levert hij, als arbeiders
zoon opgegroeid en vele jaren
zelf met zijn handen werkzaam,
niet hét bewijs dat de menselijke
ontplooiing juist in de DDR mo
gelijk is. „Dacht u dat ik in de
Bondsrepubliek Duitsland had
kunnen worden wat ik nu ben.
Dat heb ik allemaal aan de partij
en mijn socialistisch vaderland
te danken", zegt de jonge politi
cus die uiteraard lid van de SED
De eenheidspartij dus, die alles
wat er in de DDR gebeurt op po
litiek gebied organiseert, stuurt
en controleert. De wethouder
van onderwijs in Weimar, even
eens SED-Genosse, kijkt ineens
vermoeid als hij met „typisch
westerse vragen" over democra
tie en vrijheid van meningsuiting
wordt geconfronteerd. „Daar
heb je ze weer", hoor ik hem den
ken.
Geduldig legt hij vervolgens
uit dat de socialistische demo
cratie in de DDJi van onderaf is
georganiseerd en niet, zoals in
het kapitalistische Westen, van
bovenaf. Iedereen die in Oost-
Duitsland een politieke functie
uitoefent, is daartoe door de zo
genaamde basis uitverkoren,
zegt hij. De kandidaten moeten
zich waarmaken in vele bijeen
komsten met buurtbewoners,
collega's en partijgenoten en het
komt volgens de wethouder af en
toe voor dat zo iemand door de
mand valt. Als er dan uiteinde
lijk gekozen mag worden, kan de
DDR-kiezer alleen maar ja zeg
gen of zijn stem ongeldig maker^,
Dat laatste doet of durft nog geen
één procent.
Parkeerplaats in Oost-Berlijn met Skoda's en Trabants. Voor een auto van dit laatste type bestaat i
DDR een wachtlijst van tien jaar. larchieiroto: Dirk Ketiingj
Dreigement
Duidt dat er wellicht op dat
hier geen helemaal sprake is van
vrije verkiezingen en dat er mis
schien wel eens gedreigd wordt
met vervelende consequenties
als het ja achterwege blijft? Dat
zien we verkeerd. Integendeel,
het eensgezinde stemmen voor
de kandidaten van het Natonale
Front geeft aan hoe diep het ver
trouwen tussen volk en partij is.
Over de DDR worden, zeggen
alle officiële gesprekspartners,
ongehoorde leugens verspreid.
Er wordt zo gedaan alsof elke
burger er dag en nacht op broedt
hoe hij weg kan komen, alsof ie
dereen uren in rijen moet staan
om aan levensmiddelen te ko
men, alsof de mensenrechten on
ophoudelijk worden geschon
den. Zeker, het overgrote deel
van de Oostduitse bevolking wil
vast en zeker niet definitief naar
het westen, maar dat neemt niet
weg dat toch tienduizenden,
waaronder eens trouwe partij
gangers, wel een verzoekschrift
indienen om hun vaderland te
mogen verlaten en eventueel be
reid zijn vrijwel letterlijk alles -
familie, vrienden, een baan -
daarvoor op te geven.
Voor de „normale" levensbe
hoeften hoeft niemand in de rij te
staan, maar wie vers fruit of ver
se groenten wil hebben, moet
daar heel wat moeite voor doen.
.„Ik kon gisteren ineens twee
komkommers krijgen, dat was
voor mijn gezin een grote verras
sing", zei Ulrike de volgende
ochtend. Om nog maar te zwij
gen van het feit dat de wachttijd
voor de volkswagen van de
DDR, de Trabant, liefdevol
„Trabbi" genoemd, ongeveer
tien jaar bedraagt. En natuurlijk
worden er wel mensenrechten
geschonden. Critici van het regi
me worden opgesloten of het
land uitgezet, schrijvers kunnen
niet Dubliceren wat zii willen.
Beledigen
De officiële lezing is uiteraard
anders: er worden geen mensen
gevangen gezet omdat ze kritiek
hebben, maar omdat ze strafbare
handelingen hebben begaan. En
wat die schrijvers betreft: de
Duitse Democratische Repu
bliek laat zich niet beledigen.
Dat is toch het goed recht van el
ke staat, of niet soms? Vervol
gens wordt de westerse bezoeker
eraan herinnerd dat het aan de
verwezenlijking van de mensen
rechten in het kapitalisme nogal
schort. Heerst daar immers geen
massale werkloosheid, wordt de
vrouw daar niet gediscrimineerd
en ontbreekt het daar niet aan
een allesomvattende sociale ze
kerheid?
„De DDR is het levend bewijs:
zonder kapitalisme gaat het be
ter!", is een propagandaspreuk
die je vaak in de „eerste arbei
ders- en boerenstaat op Duitse
bodem" tegenkomt. De door de
afdeling journalistieke betrek
kingen van het ministerie van
buitenlandse zaken uitgezochte
gesprekspartners voor de Neder
landse correspondent in Bonn,
bevestigen dat over het alge
meen graag.
In het café op de hoek en voor
al in gesprekken met Oostduit
sers die ik ontmoette bij een be
vriende correspondent in Oost-
Berlijn, wordt deze paradijs-op-
aarde-theorie aan flarden ge
scheurd. De voor zovele journa
listen beroemde taxichauffeur,
die altijd als het geweten van het
volk wordt geciteerd, is ook in de
DDR te vinden en die liet - voor
mijn Westduitse marken - zijn
gal overlopen. De (voor)oordelen
worden bevestigd: geen vrijheid
om te zeggen wat je wil (de „Fir
ma", de staatsveiligheidsdienst
is overal aanwezig), als je iets
speciaals wilt hebben (trim-
schoenen, een racefiets, onder
delen voor de auto), dan moet er
gerommeld en geritseld worden.
Treurig
Het treurige voor de Oostduit
se machthebbers, waarover nog
het een en ander geschreven zal
worden, is dat de DDR in wezen
sinds zijn ontstaan kampt met
een minderwaarheidscomplex
ten opzichte van de grotere en in
ieder geval materieel succesrij
kere Westduitse broer. De hele
DDR kijkt tegenwoordig naar de
televisie uit de BéeRDé (zoals de
Bondsrepubliek Duitsland in de
DDR wordt genoemd) en ieder
een ziet dus hoe groot het aan
bod aan consumptie- en luxe-ar
tikelen in bijvoorbeeld het Kauf-
haus des Westens in West-Berlijn
is. Iedereen ziet dat de „broers en
zusters" in de BRD niet alleen
meer, maar ook betere auto's
hebben. En iedereen ziet ook hoe
in West-Duitsland de democratie
functioneert.
Het gevolg is dat zelfs de hon
den - en dat zijn er niet zoveel -
in de DDR niet meer geloven dat
de eerste socialistische staat op
Duitse bodem, in tegenstelling
tot de Bondsrepubliek Duits
land, de toekomst heeft. Dat
neemt overigens niet weg dat de
DDR zich eigenlijk op de borst
kan kloppen. Het land behoort
tot de top-tien van de industrie
landen in de wereld. Geen enkel
Oostblokland heeft zo'n hoog in
komen per hoofd van de bevol
king als Oost-Duitsland. Zijn in
woners zijn de „Amerikanen van
Oost-Europa".
Schizofreen
Maar: deze prachtige vergelij
kingen missen hun uitwerking.
De identiteit van een staat wordt
meestal bepaald door vergelij
king met andere naties. Er voor
Oost-Duitsland is deze vergelij
kingsmaatstaf niet in eerste in
stantie Polen, Hongarije of de
Sowjet-Unie, maar wel zeker de
Bondsrepubliek Duitsland. Zo
bezien is de DDR de meest schi
zofrene staat van het Oostblok en
zo bezien betekenen de voortdu
rend beleden geloofsuitingen
van Westduitse politici over een
herenigd Duitsland niets anders
dan dat de DDR in feite weer bij
de Bondsrepubliek moet horen
en niet omgekeerd.
De meeste Westduitsers be
schouwen de DDR en haar bur
gers als tweederangs. Het zou
niet slecht zijn als daar verande
ring in zou komen. Dat kan na
tuurlijk alleen maar als het polit-
buro van de SED andere richtlij
nen van de politiek uitvaardigt.
Maar waarom zou dat gebeuren,
want voor de DDR geldt wat een
aardige kennis zei: „Ach, als je
geen stennis trapt, regelmatig
•naar je wekelijkse politieke cur
sus gaat, dan leef je hier, geloof
ik, beter dan bij jullie aan de an
dere kant. Je hoeft je geen zor
gen te maken over je arbeids
plaats, je betaalt nauwelijks
huur, de staat lost alles op. Al
leen reizen naar het Westen gaat
niet".
Sowj et-vrienden
De gemiddelde DDR-burger is
allesbehalve een vriend van de
Sowjets en zeker niet van die
ruim 400.000 die permanent in de
DDR gelegerd zijn. In Weimar
bijvoorbeeld wemelt het van de
Sowjet-soldaten. „Onze vrien
den". Zelden heb ik dat zo iro
nisch horen uitspreken. Wie de
code kent, weet dat de juiste
reactie hier is: „Ach, kijk eens
aan" - wenkbrauwen optrekken
- „de broeders". Dan kan vrijer
gepraat worden. Ik krijg te horen
dat die Russen zich totaal onaan
gepast gedragen, dat ze geen gor
dijnen, maar kranten voor de ra
men hebben.
Dan volgen de grappen over de
bejaarden in het Kremlin. Voor
beelden: Agenda van de volgen
de zitting van het Centraal-Comi-
té. Punt 1binnendragen van het
presidium. Punt 2: zingen van
het lied „Wij zijn de jonge gar
de".
Of, wat is het verschil tussen
een krokodil en het Polit-Bu-
reau? Antwoord: een krokodil
heeft vier benen en 48 tanden,
het polit-bureau heeft 48 benen
en vier tanden. Of, waarom heeft
Tsjemenko steeds drie micro
foons nodig? Antwoord: een, om
zich vast te houden. Uit de twee
de krijgt hij zuurstof toegediend
en via de derde wordt zijn tekst
gesouffleerd.
Grappen
Een oude DDR-grap luidt: Zijn
de Russen onze broeders of onze
vrienden? Broeders, want vrien
den kun jezelf uitzoeken. Dit al
les betekent echter geenszins dat
de 'broederbond' met het Sow-
jet-volk door de DDR-machtheb-
bers ter discussie wordt gesteld.
Geenszins, zoals onlangs blee.k
toen partijleider Erich Honecker
zijn voorgenomen bezoek aan de
Bondsrepubliek mede onder
druk van Moskou afgezegde.
Het bestaan van de DDR hangt
natuurlijk samen met de banden
die er tussen Oost-Berlijn en
Moskou zijn. Als die banden na
melijk verslappen, raakt de
DDR, in tegenstelling tot de an
dere landen van het oostblok,
meteen in de invloedssfeer van
de Bondsrepubliek en als de
machthebbers in Oost-Duitsland
aan de macht willen blijven, kun
nen zij dat uiteraard nooit toe
staan.
Dus is de bijzondere band met
de Sowjet-Unie tot artikel in de
DDR-grondwet verheven. En
dus wordt op spandoeken hier
vaak in twee talen op gewezen:
Druzjba - Freundschaft. En dus
staat het regelmatig in de gelijk
geschakelde kranten. Want het is
natuurlijk mogelijk dat het volk
onbewust zou vergeten hoe het
ook al weer met de „broeders en
vrienden" zit.
Sommige vredesactivisten in
Oost-Duitsland hebben de afge
lopen jaren niet alleen tegen de
NAVO-raketten geprotesteerd,
maar ook tegen die van de Sow
jet-Unie. Volgens de officiële leer
kan dat niet want: socialisme
staat gelijk aan vrede en de vrede
wordt dus zekerder naarmate het
socialisme wordt versterkt en
dus ook de band met de Sowjet-
Unie. En, beweren de SED-ideo-
logen, om alles nog veiliger te
maken, moet het socialisme ook
bewapend zijn.
DEN HAAG (GPD) - Een
vrouw komt een winkel binnen
en wordt verzocht haar tas bij de
ingang achter te laten. Alle ande
re klanten kunnen zo doorlopen.
Een meisje wil twee postzegels
afrekenen en staat met haar han
den in haar zak bij de kassa. De
caissière zegt: „En die Nuts ook
nog". Het meisje moet haar zak
ken keren om te bewijzen dat ze
geen Nuts heeft. Uiteindelijk
zegt het winkelmeisje: „Ach ver
geet het maar, juffrouw". Een an
dere vrouw neemt altijd een
doorzichtige boodschappentas
mee en laat zelfs die nog bij de
kassa staan, zo ziek is ze ervan
om wantrouwend te worden aan
gekeken. Vrouwen die verdacht
zijn. Omdat ze zwart zijn.
Dat is het dagelijke leven in
het tolerante Nederland voor
mensen die van de blanke norm
afwijken. Alledaags racisme
noemt cultureel-antropologe
Philomena Essed het. Ze deed er
een onderzoek naar en schreef
daarover een boek. Het boek is
een verslag van de ervaringen
van zwarte vrouwen in Neder
land en de Verenigde Staten. Het
laat zien dat racisme veel verder
verbreid is dan over het alge
meen wordt aangenomen. Essed
interviewde speciaal vrouwen,
omdat die ook nog eens te ma
ken krijgen met racisme op het
seksuele vlak.
Uit haar boek blijkt, dat racis
me niet alleen het in elkaar slaan
van mensen met een donkerdere
huidskleur is. Dat niet alleen de
Centrumpartij discrimineert.
Het zijn juist vaak de kleine din
gen die constant gebeuren, die
kwetsen, terwijl veel blanken
niet eens beseffen dat ze zich an
ders gedragen tegenover zwar
ten.
Wanneer een zwarte studente
als enige in de groep geen con
tact heeft met haar blanke me
destudenten, als niemand in de
kantine by haar aan tafel komt
zitten, niemand eens informeert
hoe het gaat, of ze wat leuks
heeft gedaan in het weekend,
dan zullen al die medestudenten
ieder voor zich denken: „Ik dis
crimineer toch niet, er zijn zoveel
mensen met wie ik nooit
spreek".
De vrouwen die door Essed
zijn geinterviewd hebben alle
maal dat soort ervaringen mee
gemaakt. Ze worden steeds bui
tengesloten door al die mensen
die van zichzelf vinden dat ze
niet discrimineren. Mensen die
niet reageren als een tienjarig
jongelje in de tram zegt dat hij
niet opstaat voor een zwangere
Surinaamse vrouw, want hij
heeft haar toch niet zwanger ge
maakt. Mensen die in de winkel
voordringen en zelfs zeggen: „Zij
wacht maar even".
Onderwijzers die stelselmatig
te lage cijfers geven, en als een
leerlinge dat dan weet aan te to
nen (bijvoorbeeld met hulp van
een andere leraar), reageren met:
„Dan heb je het vast niet zelf ge
maakt". Zwarte meisjes die een
vervolgopleiding willen doen,
wordt dat afgeraden, want dat
kunnen ze vast niet, al halen ze
de hele tyd achten en negens.
Zwarte verpleegsters wordt
door demente bejaarden toege
schreeuwd: „Ga terug naar de
rimboe". Patiënten vragen hun
of ze 'het' voor een tientje willen
doen. Mensen willen zich niet la
ten wassen door 'die zwarte'. Een
hoofdzuster negeert een zwarte
verpleegster en laat de pillen
ronddelen door een blanke leer
linge die dat nog helemaal niet
mag. En overal, bij iedqre gele
genheid, op het werk, op school,
op straat de opmerking: „Surina-
mers zijn zo, of doen zus".
Vooral de interviews met Ame
rikaanse zwarte vrouwen vertel
len zeer veel over het alledaagse
racisme. De voorbeelden die de
Surinaamse vrouwen aanvoeren
zijn vaak nog vrij extreem, zodat
je bij het lezen het gevoel hebt
dat alleen echte racisten zulke
dingen doen.
Maar in de verhalen van de
Amerikaanse vrouwen komen
ook heel kleine dagelijkse din-
ACHTERGROND
gen aan de orde. Blanken die bij
na nooit sorry zeggen wanneer ze
tegen een zwarte vrouw aanbot
sen. Die er op straat altijd van
uitgaan dat de zwarte opzij moet
gaan wanneer je elkaar passeert.
Die boos worden wanneer een
zwarte vrouw hen erop attent
maakt dat ze voor het verkeerde
loket staan. En die bij de bank
niet vriendelijk vragen: „Heeft u
een legitimatiebewijs", maar
snauwen: „Geef me je rijbewijs".
Allemaal kleine dingen waarover
blanken zich heel erg op zouden
winden als het hen zelf aanging,
maar waarvan ze niet eens meer
doorhebben dat ze anderen
steeds zo benaderen.
Zwarte vrouwen die carrière
willen maken, moeten zich voor
bereiden op een grote dosis
weerstand. Dat begint al tijdens
de opleiding, als ze constant ont
moedigd worden om hun best te
doen. En als ze goede resultaten
halen, wordt dat genegeerd. Zo
werd van een aantal Amerikaan
se zwarte leerlingen niet in de
plaatselijke krant vermeld dat ze
een beurs voor Harvard Univer
sity hadden gekregen, terwijl dat
van de blanke leerlingen wel was
vermeld.
Zwarte vrouwen die een lei
dinggevende positie hebben,
merken telkens dat blanken het
niet accepteren als er een zwarte
vrouw boven hen staat. Ze nege
ren de aanwijzingen die hun ge
geven worden, ze melden niet als
ze weggaan en laten aan alles
merken dat ze het een zeer onple
zierige situatie vinden.
Essed toont in haar boek over
tuigend aan dat racisme overal in
de maatschappij voorkomt He
laas bezondigt ze zich er af en toe
aan om alle Nederlanders op één
grote hoop te gooien. In het be
gin wordt een aantal keren ge
zegd dat 'de' Nederlanders hui
chelen. 'De' Nederlanders staan
niet op voor Surinaamse oude
mensen en degene die dat wel
doet, is 'galant' en wordt daar
mee tot een gunstige uitzonde
ring gebombardeerd. „Ik ken
ook wel aardige witten", een zin
netje dat in het boek vaker voor
komt, doet wel erg denken aan:
„Er zijn ook wel goede Surina-
En hoewel ze zeer duidelijk
maakt, dat de overheid discrimi
neert, ondanks allerlei bepalin
gen over recht op gelijke behan
deling, is het jammer dat haar
boek niet met cijfermateriaal
wordt ondersteund. Als een Suri
naamse vrouw vertelt, dat ze al
leen maar woningen in Amster
dam-Noord en de Bijlmer krijgt
aangeboden, is het belangrijk om
te weten hoe dat voor blanke wo
ningzoekenden in Amsterdam
ligt.
En als gezegd wordt dat het ar
beidsbureau in Utrecht voor Ma
rokkaanse en Turkse vrouwen
rond de veertig niet meer bemid
delt, zou er eigenlijk bij moeten
staan dat dat voor Nederlandse
vrouwen van dezelfde leeftijd
met een lage opleiding (zoals
Turkse en Marokkaanse vrou
wen over het algemeen hebben)
ook het geval is. Verder is Esseds
boek een schokkend verslag van
gebrek aan respect en tolerantie
voor andere mensen, alleen om
dat ze zwart zijn.
('Alledaags racisme' is een uitgave
van de Feministische Uitgeverij Sa
ra en kost 27,50.)
De waarnemend voorzitter en
de secretaris van de hervormde
synode, ds. H. Huting en dr. R. J.
Mooi, hebben namens deze syno
de de Zuidafrikaanse predikant
dr. Beyers Naudé gelukgewenst
met de opheffing van zijn vrij
heidsbeperking. "U kunt ervan
verzekerd zijn, dat zeer velen in
de Nederlandse Hervormde Kerk
bijzonder verheugd zijn over dit
bericht".
"U hebt als persoon, samen
met uw vrouw, een zo bijzondere
plaats in de harten van vele kerk
leden, dat zij zich zeer interesse
ren voor uw persoonlijk lot".
"Uw zuivere en onbesproken
persoonlijkheid is voor ons een
bezielend getuigenis van het
evangelie in de samenleving van
uw land en ook ver daarbuiten".
Vorige week hief de Zuidafri
kaanse regering de beperkingen
op, waaraan Beyers Naudé sinds
1977 onderworpen was geweest.
Ruiten en dakpannen sneuvel
den. Vermoed wordt, dat dit het
werk is van extreem rechtse
kringen, die al een jaar lang kriti
sche academici, advocaten, vak
bondsmensen en journalisten
proberen te intimideren.
Beyers Naudé werd woensdag
in de universiteit van Witwaters-
rand bij zijn eerste openbare op
treden na de opheffing van de
'banning' met een staande ovatie
verwelkomd. Hij zei, dat er onder
de zwarte jongeren een toene
mende bereidheid is waar te ne
men om zo nodig voor hun over
tuiging te sterven, "niet om mar
telaar te worden, maar omdat zij
menen, dat ze hun doel alleen op
r kunnen bereiken".
5 Mei. De
Gereformeerde Gemeenten voor
het contact met de 'Hoge Over-,
heid' heeft minister-president
Lubbers gevraagd, de vele op
roepen uit de samenleving om 5
mei 1985 niet op zondag maar op
maandag te vieren te honoreren.
Bijzondere herdenkingen zijn
in Nederland tot nu toe nooit op
een zondag gehouden, zo merkt
haar brief op.
"Het feit dat de regering nu een
andere handelwijze wil gaan vol
gen is een teken van de steeds
verder gaande verwijdering van
de christelijke invloed uit de sa
menleving". "Ook geeft het blijk
van een afnemende tolerantie
ten ppzichte van hen die de rust
dag in ere willen houden".
Beroepen. Hervormde Kerk:
bedankt voor Sint Annaland J.
C. Schuurman Zalk. Christelijke
Gereformeerde Kerken: beroe
pen te Maassluis P. J. Kok Bun
schoten. Gereformeerde Ge
meenten: bedankt voor Rotter-
dam-IJsselmonde J. Mol El-
speet, voor Werkendam J. Koster
Klaaswaal.
Jodendom
Een herbezinning op de vi
houding tussen christendom
jodendom is een van de uitdagin
gen waarvoor de hedendaagse
theologie staat. Dat zei dr. W. We
ren gisteren in Tilburg, waar hij
aan de theologische faculteit het
ambt van hoogleraar aanvaardde
in de uitlegging van het Nieuwe
Testament.
Lange tijd, zei professor We
ren, werd het vanzelfsprekend
gevonden, dat het volk Israel zijn
bijzondere positie had verloren
en die had moeten afstaan aan de
kerk, 'het nieuwe Godsvolk, het
ware Israël'. "Dit vervangende
denken vindt men bevestigd in
bepaalde teksten van het Nieuwe
Testament". Door andere uitleg-
gingsmethoden toe te passen,
kan er volgens Weren nieuw
zicht komen op de verhouding
tussen de kerk en het volk Israël.
Paus. Volgende week woens
dag gaat de paus voor een paar
dagen naar het Caribisch gebied.
Op vrijdag 12 oktober zal hij de
opening bijwonen van de alge
mene vergadering van de Latijn-
samerikaanse bisschoppencon
ferentie (Celam) in Santa Domin
go, de hoofdstad van de Domini
caanse Republiek.
Daar zal ongetwijfeld de zoge
naamde 'bevrijdingstheologie'
aan de orde komen, die voor de
miljoenen armen in Latijns-
Amerika een uitweg uit de socia
le misère zou kunnen betekenen,
maar die volgens de congregatie
voor de geloofsleer in Rome ook
gevaarlijke kanten heeft. De on
rechtvaardige verhoudingen, de
armoede en de honger in grote
delen van dit continent zijn voor
de kerk een grote uitdaging. De
vraag is, welk antwoord ze daar
op geeft.
Men is zeer benieuwd naar de
rede van de paus. Ook de Noord-
amerikaanse en Canadese bis
schoppen zijn voor de opening
van de Celam-vergadering uitge
nodigd. Zaterdag 13 oktober
vliegt de paus naar Rome terug.
Business
Het hof van beroep voor belas
tingzaken in Washington heeft
uitgesproken, dat de Scientolo-
gykerk van Californië gewoon
een zakelijke onderneming is. zo
dat er absoluut geen aanleiding
bestaat om deze organisatie de
zelfde belastingvoordelen te bie- -
den als erkende kerken.
In een 222 pagina's omvattend
vonnis wordt gewezen op de za
kelijke termen waarmee Sciento
logy haar relaties aanduidt, zoals
'klanten' in plaats van leden. De
kerken staan bij Scientology als
'organisaties' te boek.
Van de kant van Scientology is
al gezegd, dat deze uitspraak een
reden temeer is om samen met
kerken en organisaties-voor-
mensenrechten te stryden voor
hervorming van het Amerikaan
se belastingstelsel.
Business (II). De jubileum
passiespelen in het Beierese
Oberammergau (350 jaar geleden
begonnen) zijn zakelijk gezien
een groot succes geworden, zo
berichtten de organisatoren. Er
dit jaar zo'n 470.000
op af, afkomstig uit alle
werelddelen. Rond 30 procent
uit de Verenigde Staten, 15 pro
cent en Engeland en Ierland, 5
procent uit Scandinavië en 25
procent uit de Bondsrepubliek
Duitsland zelf.
De kaartverkoop bracht f. 40
miljoen op. Na aftrek van alle
kosten bleef daarvan nog f. 3 mil
joen over voor de burgerlijke ge
meente Oberammergau.
(De dorpelingen van 350 jaar
geleden hoopten, dat zij met deze
opvoering van Jezus' lijden en
sterven de pest zouden afwen
den).