'Komisch dat ik zo laat debuteer' Een kortstondig buitenlands avontuur krant: K. Stougie, schrijver van nieuw feuilleton in deze SLi SATERDAG 29 SEPTEMBER 1984 EXTRA PAGINA IP K. Stougie, de schrijver van 'Misdaad bij de Hogewoerd- sepoort', een boek dat bin nenkort in dagelijkse afleve- LE ringen in deze krant zal wor- den afgedrukt: "Oké, het boek gaat over het het beleg van Leiden, het ontzet, de Tachtigjarige Oorlog, maar dat wil nog niet zeggen datje 8. als schrijver niet uit eigen er- varingen kunt putten. Neem de beschrijvingen van het hongerende Leiden. Die heb ik alleen maar zo kunnen no teren omdat ik de honger- 3 winter heb meegemaakt". De gepensioneerde onderwij zer is inmiddels 75. Hij heeft twaalf boeken op z'n naam staan. Bijna niemand wist dat tot nu w toe, want hij heeft nooit gepro beerd om een uitgeverij te vin- den die bereid was zijn boeken op de markt te brengen. Hij bond z'n teksten zelf in en zette de ex emplaren in de kast. Dat vond hij "^genoeg. Wie belangstelling had, r?één van z'n kinderen bijvoor beeld, mocht ze inzien. Z'n dochter dacht daar anders "Dj over. Vorig jaar belde ze deze p! krant en vertelde dat haar vader een boek had geschreven over het ontzet van Leiden. Geen leuk idee voor een interview? Jaze- jjker. En wij togen naar Rotter- jp|dam om de bejaarde schoolmees- Bter aan een 'verhoor' te onder in werpen, want heus: het komt Éi niet zo vaak voor dat iemand al UJ twaalf boeken blijkt te hebben geschreven en op geen enkele ri manier pogingen in het werk heeft gesteld om die produkten Ite slijten. Opstand Het interview vond plaats, het boek werd meegenomen. Lezing leerde dat 'Misdaad bij de Hoge- woerdsepoort' interessant ge noeg is om af te drukken in de krant. Volgende week zaterdag zal het eerste deel van dit feuille ton worden geplaatst. In dit ver haal introduceren we Stougie nogmaals. Hij heeft zojuist een nieuw vel in zijn typemachine gedraaid, want hij is begonnen aan een nieuw boek. "Het wordt een ro man over Oud-Beyerland. In die streek is m'n vader geboren. Ook dat wordt een historisch boek. Alleen ga ik ditmaal niet zo ver terug in de tijd: het gaat over het Franse verleden, de tijd dat de Fransen in dit land zaten". "Alle gebeurtenissen vinden plaats in het jaar 1813. In dat jaar is er namelijk een opstand ge weest tegen de Fransen in Oud- Beyerland. Verder wil ik eigen lijk niet zoveel kwijt over deze roman". Behalve dan dat het een eerbe toon aan zijn vader zal worden, zoals 'Misdaad bij de Hoge- woerdsepoort' is opgedragen aan zijn moeder. "Tijdens het schrij ven van dat Leidse boek heb ik voortdurend gedacht: wat zou mijn moeder, een geboren en ge togen Leidse, ervan vinden? Jon gen, als mijn moeder over Lei den sprak, nou, dat was wat.... dan struikelde ze voortdurend over de straatnamen. Zo snel sprak ze". Eerbetoon Zijn moeder verhuisde als jon ge vrouw naar Rotterdam om in die stad te gaan werken als dienstmeisje. "Maar ze bleef on ophoudelijk denken, aan Leiden. Een soort knagende heimwee waarover ze af en toe sprak. Ik denk dat ze dit boek prachtig zou hebben gevonden". "Zonder nou snoeverig te wil- K. Stougie (75) achter zijn schrijfmachine: "Voortdurend dacht ik: wat zou mijn moeder ervan vinden (foto Holvast) Volgende week zaterdag verschijnt het eerste deel van 'Misdaad bij de Hogewoerdsepoort' in dez< krant, een feuilleton dat is geschreven door de Rotterdammer K. Stougie. 'Misdaad bij de Hogewoerdsepoort' speelt zich af tijdens het Spaanse beleg. Twee jongens, beiden werkzaam in een slagerij, staan centraal in het verhaal. Door hun ogen slaan we de verwikkelingen tijdens hel beleg gade: de verdeeldheid onder de Leidse bevolking, de pogingen om de Spanjaarden te verslaan en ga zo maar door. Hoewel de titel doet vermoeden dat het boek een detective is, moet gezegd worden dat 'Misdaad bij de Hogewoerdsepoort' in de eerste plaats een zedenschets is. Hoe leefde de bevolking tijdens het beleg? Ook de romantici onder de lezers kunnen overigens aan hun trekken komen: door het boek 'zindert' een ontluikende liefde. door Wim Brands len doen: ik denk dat ik een mooi eerbetoon voor een prachtig mens heb gemaakt. Want dat was ze: een karaktervol iemand. Zij leidde het gezin. Mijn vader deed wat zij wou. En ze zei ook altijd: ik wil niet dat mijn jongens on der de kolenzak terechtkomen, zoals jij. Dat bedoelde ze niet denigrerend hoor. Ze wilde graag dat wij hogerop kwamen. Jongens met boorden werden". Waarom schrijft iemand alleen maar voor zichzelf romans? Voer voor psychologen? "Laat ik eerst zeggen dat ik het toch wel leuk vind dat er iets van me wordt uit gegeven. Maar als het niet was gebeurd, ach, wat dan nog? Nu het eenmaal zover is gekomen hoop ik wel dat de lezers geboeid zullen worden. Maar wat betreft de publiciteit blijf ik zeggen: voor mij hoeft dat allemaal niet zo". buteer. Ik ben aan het einde van m'n leven gekomen en dan dit nog: ik vind dat een zeer grappi ge gedachte". "Al die boeken heb ik in de eerste plaats voor mezelf ge schreven. Je legt dingen vast om bepaalde herinneringen nooit meer te verliezen, om een bepaal de lijn in je leven te ontdekken". "Ja, dat geldt ook voor een his torische roman als 'Misdaad bij de Hogewoerdsepoort'. Dat boek is namelijk gedeeltelijk autobio grafisch. Neem nou die ontlui kende liefde tussen dat juffertje Maria, en één van de jongens Aernd. In wezen beschrijf ik tuurlijk ook de eerste onschuldi ge liefde van mezelf'. Profiel Hij laat hierna de tekening zien die hij heeft gemaakt van Maria. Haar gezicht is niet te zien. "Het is een afgewend profiel en dat heb ik expres gedaan, natuurlijk. Want kijk: ik beschrijf haar, goed, de lezer krijgt een indruk van haar en dan vind ik dat je die indruk niet mag vernietigen door een tekening. Als je haar gezicht wel zou zien, dan zou je de lezer een beeld opdringen. Nu moet hij het op basis van het geschre vene zelf invullen". In '54 begon Stougie, die toen nog voor de klas stond, aan 'Mis daad bij de Hogewoerdsepoort'. Hij had het graag als voorlees boek gebruikt. Maar het kwam er niet van. Door andere bezighe den slaagde hij er twee jaar gele den pas in om de laatste punt te zetten. Denkt hij dat de jongeren van tegenwoordig zullen worden 'gegrepen' door het verhaal? Of is het te gedateerd? "Ik denk het niet. Neemt u de proef op de som maar eens. Lees een oud jeugdboek voor aan kin deren van deze tijd en wat zie je: ze zitten ademloos te luisteren. In mijn roman komen twee jon- De schrijver van 'Misdaad bij de Hogewoerdsepoort' illustreert zijn werk zo nu en dan zelf. Dit is een tekening van de Hooglandsekerk- gracht, die veelvuldig in het verhaal voorkomt. ven dat het toch vooral een gens voor, Wout en Aernd, nu denk ik dat kinderen die het ver haal lezen zich op den duur zo gaan indentificeren met die knullen dat ze Wout en Aernd worden". "Oudere lezers zullen andere dingen weer belangrijk vinden in dit boek. Bijvoorbeeld het gege- denschets van die tijd is. Want dat moet ik nadrukkelijk zeggen: er komt een misdaad in voor, maar die misdaad gebruik ik als kapstok om andere dingen kwijt te kunnen. De misdaad is het ge raamte van het verhaal, om het zo maar eens te zeggen". Muziek Hummend loopt Stougie na deze mededeling naar de keu ken. Even kijken of het water voor de koffie al kookt. Boven dien wil hij nou ook eens weten waar de loodgieter, die achterin het huis bezig was, uithangt. Hummend komt Stougie de woonkamer weer binnen. We ko men naar aanleiding van dit mu zikale intermezzo te spreken over muziek. "Muziek is nog steeds belang rijk voor me. Jarenlang heb ik voor Donemus gewerkt als kopi ist. Ik schreef composities voor ze uit. Muziekschrijver ben ik dus geweest. Maar ik ben er on langs mee gestopt. M'n laatste klus was het uitschrijven van een opera van Loevendie. De eerste acte heb ik nog gedaan, maar daarna dacht ik: ik kan er niet meer tegenop". "Ik werd onzeker hè. Ik ging aan m'n eigen kunnen twijfelen. En dat kun je niet hebben. Kijk, als je bij elke noot gaat zitten denken: moet ik die nou uit schrijven of niet?... dan moet je ermee ophouden". Na dit gezegd te hebben, pakt Stougie het boekje over hutspot dat op de tafel ligt. "Weet u trou wens dat mijn moeder op 3 okto ber altijd hutspot at? Ja, ook toen ze in Rotterdam woonde deed ze dat. En ik heb dat ge bruik overgenomen". "Nee, ze is nooit meer naar de viering gegaan. Ze had het graag gewild, maar het kon niet hè. Weinig geld. Ik ben in '72 voor het laatst in Leiden geweest. Met m'n kleinzoon". Maar hoe komt het dan dat hij de plattegrond van Leiden als z'n broekzak kent?"Ik heb mezelf goed gedocumenteerd, veel gele zen ook. Op een bepaald moment dacht ik: nu weet ik genoeg, nu kan ik een plattegrond van Lei den tekenen. Dat wil zeggen: een plattegrond die geldig was in de tijd van het Spaanse beleg". Liefde Dat 'Misdaad by de Hoge woerdsepoort' in een krant wordt afgedrukt, vindt Stougie vooral leuk omdat hij vroeger feuilletons spaarde. "Tegen woordig kom je ze niet meer te gen in kranten, maar in mijn tijd had elke courant wel een feuille ton. En ik verzamelde die verha len hè. Op een goed moment had ik er wel zestig. Nee, helaas heb ik ze niet meer. Allemaal wegge ven. Wat kan een mens toch domme dingen doen in z'n le ven...". "Zonder gewichtigdoenerij denk ik overigens dat mijn boek redelijk goed is te gebruiken als feuilleton. De ingrediënten zijn in elk geval aanwezig: het is een detective, het verhaal doet recht aan de verdeeldheid onder de mensen in die tijd, de tegenstel ling tussen de overdaad op het platteland en de honger in de stad komt aan de orde, de wa tersnood... en dan is er nog de liefdesgeschiedenis". "Die geschiedenis vind ik zelf het belangrijkst. Waarom? Ik denk dat de lezers verwachtin gen zullen hebben ten aanzien van die ontluikende liefde. Maar wat blijkt dan: de jongen, Aernd, heeft niet zoveel verwachtingen. Hij leeft bij het moment. Per soonlijk vind ik dat een bijzon der goede instelling". Voor de foto wil Stougie wel poseren. Als hij achter de schrijf machine zit, vergeet hij echter dat er een fotograaf in z'n woon kamer aanwezig is. "Zo, eens even kijken: waar was ik geble ven? Ja, ja... dan kan ik nu mooi verder gaan, even een paar regel tjes tikken". Het met zorg uitgestippelde reisprogramma had op voorhand al het succes van de eendaagse trip naar Luxemburg verzekerd. I^iet gehinderd door enige vorm van ochtendziekte meldde donderdag een gemeleerd reisgezelschap zich op uitnodiging van het Nederlandse Rode Kruis in alle vroegte op Schiphol voor een vlucht met de '"\hiegende Henri Dunant' naar het Groothertogdom. Uit alle hoeken van het land waren ze gekomen, in totaal 69 Nederlanders die door hun lichamelijke handicap of langdurige ziekte doorgaans aan huis gekluisterd plegen te zijn. Begeleid door 36 Rode Kruis-hulpen vlogen de meesten er voor het eerst van hun leven eens uit, voor hen al een belevenis op zich. Maar vooral door niet voorziene omstandigheden zou het dagje uit worden opgewaardeerd tot een even kortstondig als onvergetelijk buitenlands avontuur. Voor de veertiende achtervolgende maal vloog 'de Vliegende Henri Dunant' donderdag uit. Geïnspireerd dooreen rond 1970 gehouden inzamelingsactie voor een nieuw hospitaalschip, gaf'Martinair' destijds het Nederlandse Rode Kruis te kennen op pro deo-basis jaarlijks een eendagsvlucht voor zieken en gehandicapten te willen verzorgen. Dat aanbod werd in dank aanvaard; inmiddels heet het evenement binnen het Rode Kruis een „zeer dankbare traditie". In het verleden zijn er al bliksembezoeken gebracht aan steden als Salzburg, Wenen, Parijs, Kopenhagen, Edinburgh, München en Bordeaux. Stootje Aan de hand van voordrachten van de 485 plaatselijke afdelingen vult het hoofdbestuur van het Nederlandse Rode Kruis de passagierslijst van de 'Vliegende Henri Dunant' in. Directeur H.J. van Asbeck: „Ons uitgangspunt is dat de mensen uit alle provincies aan hun trekken moeten komen. In aanmerking komen diegenen die ondanks hun ziekte of handicap tegen een stootje moeten kunnen. Geen bedlegerige patiënten, die kunnen zich opgeven voor een boottocht. Maar het moet wel gaan om mensen die niet met een Touroperator mee kunnen. Het liefst wijzen we hen aan, die nooit in het buitenland zijn geweest, die nooit van hun leven ook hebben gevlogen. Al realiseer ik me wel datje dat natuurlijk niet kunt controleren". De 55-jarige Utrechter H. J.J. Borman voldeed ruimschoots aan die voorwaarden. Wekenlang had hij uitgekeken naar zijn „luchtdoop", nooit had hij een vliegtuig van binnen gezien. En het had niet veel gescheeld of ook donderdag zou Borman rrret beide benen op de grond zijn gebleven. Niet omdat-ie iets tegen vliegen had, „maar omdat de chauffeur zich had verslapen". Nerveus had hij naar Schiphol gebeld en ook naar het Rode Kruis, maar niemand die hem had kunnen vertellen waar de chauffeur van het Rode Kruis bleef. Eindelijk was de helper dan toch nog komen opdagen. De 'vogel' bleek evenwel niet Met de Vliegende Henri Dunant' op stap. Op de foto enkele uitverkorenen in het centrum van de stad Luxemburg. ,,„,„gpdi Ook aan de mond van de 66-jarige Noordwijkse J P. Toebak ontsnapten louter positieve klanken. De organisatie kwam volgens haar alleen maar lof toe. „Fantastisch, deze dag. In één woord. Zou ik de gelegenheid krijgen om weer zo'n reisje te mogen meemaken. gevlogen; op de komst van Borman was keurig gewacht, dus met meer dan een half uur vertraging koos de DC-10 het luchtruim. Deltawerken Als rechtgeaarde Zeeuw genoot de bijna 34-jarige T.D. Berrevoets uit Zierikzee van d< rondvlucht boven de Deltawerken. „Ik kom er bij wijze van spreken dagelijks, maar nu heb ik de bovenkant ook gezien en dat is weer iets anders. Ik heb het prima naar mijn zin". Geen klachten dus, er viel geen onvertogen woord. En dat terwijl de al te lange bedrust van de zichtbaar uitgeslapen chauffeur van Utrechter Borman het dagschema toch enigszins had ingekort. Van de geplande rondrit door de hoofdstad van het mini-landje moest worden afgezien, want de warme lunch stond inmiddels opgediend in Frisange. Een tegen de Franse grens aangeplakte nederzetting die zich normaal gesproken met een flinke dot gas op de plank ongezien laat passeren, maar waar voor deze gelegenheid het gezelschap helaas ongerief en nieuw oponthoud wachtte. Het vervoer naar het gehucht leek zich aanvankelijk soepel te voltrekken, de Luxemburgse touringcarchauffeurs laadden met hun zelfverzekerde blikken althans de indruk op zich de streek als hun broekzak te kennen. Een misvatting, zo bleek alras. De tocht kreeg het karakter van een uit de hand gelopen puzzelrit toen op elke hoek van de straat de weg aan een autochtoon moest worden gevraagd. De groep was toen al gesplitst in drie delen, omdat vertegenwoordigers van het Luxemburgse Rode Kruis hun collega's er op hadden gewezen dat het interieur en de toiletten van de horeca-etablissementen in Frisange minder geschikt waren voor rolstoelers. Vergissing die tijdrovende lunchstop, waar op papier ruim twee uur was beloofd. Maar gelukkig voor de organisatie namen de eendagstoeristen het gewoeker met de tijd allemaal blijmoedig op. Een andere vergissing leverde ten slotte de gendarmerie aldaar nog werk op. Speurwerk. „Kwart over vijf iedereen terug bij de bus", had de reisleider vlak voor het uurtje winkelen het gezelschap toegeroepen. Maar op dat tijdstip bleek na het gebruikelijke tellen van de koppen meneer A.W. Sanders uit Weurt in geen velden of wegen te bekennen. De Luxemburgse politie draaide prompt op volle toeren. Maar de actie 'opsporing verzocht' leverde niets op. Lichte paniek maakte zich vervolgens meester van de begeleider van Sanders nu een telefoontje naar het vliegveld ook al geen licht in de zaak had gebracht. Het tijdstip van vertrek richting Amsterdam naderde met rasse schreden, met de moed der wanhoop werd uiteindelijk besloten dan maar zonder de vermiste Sanders koers te zetten richting luchthaven. En wie liep daar rond? Inderdaad, de Weurtenaar. Ongezien en onbedoeld had hij zich 's morgens na de landing gemengd onder een andere groep die zich in het vliegtuig had bevonden. Die passagiers deden ook een dagje Luxemburg, maar in hun dagprogramma was niet voorzien in een bezoek aan een restaurant. „Ik heb de hele dag niks gegeten", stamelde de arme Sanders. De man uit Gelderland kreeg een dubbele hoeveelheid belegde broodjes toegestopt, waarna ook hij tevreden kon zeggen dat-ie met de 'Vliegende Henri Dunant' zojuist een onvergetelijk buitenlands avontuur achter de rug had. GERARD VAN PUTTEN ,*wÉ>W

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19