Graven naar grafveld met bingo-geld? Onderzoek zure regen tijdelijk onder water? 'Samen op weg' vraagt echte wil, trouw en tijd Reportage Leidse archeoloog wil Romeins project in Valkenburg redden Lezers schrijven Radioactief DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1984 PAGINA 19 VALKENBURG - Ruim 2000 jaar geleden waren er in Valkenburg al meer men sen begraven dan het Rijn dorp nu aan inwoners heeft. Het 3000 inwoners tellende dorpje tussen Leiden en Katwijk heeft dan ook een rijk verleden. Veel daarvan ligt nog onder de vette ri- vierklei en wetenschappers hadden liever gezien dat die sporen uit het verleden daar nog een tijdje zouden blij ven. "We hebben immers nog voldoen de werk te doen", zegt professor dr. J.H.F. Bloemers van de univer siteit van Amsterdam. Hij is ar cheoloog en heeft tussen Katwijk en Alphen aan den Rijn, de noord westelijke grens van het voormali ge Romeinse imperium, al dikwijls een kijkje onder de zoden geno- Hij was onder meer te vinden rondom de funderingen van de nieuwe uitwateringssluis in Kat wijk en binnenkort neemt hij zijn schepje ter hand in Leiden om op de grens van Leiderdorp en de Sleutelstad naar de nederzetting Roomburg te gaan zoeken. En ook dat onderzoek heeft haast, want de wegen- en huizenbouwers zijn on geduldig. door Thijs Jansen "Ik had het grafveld in Valken burg nog liever een paar jaar met rust gelaten", zegt hij. "Maar er komt een weg, we moeten dus wel gaan graven. Probleem daarbij is zoals gewoonlijk een gebrek aan geld om verantwoord onderzoek mogelijk te maken". Afgelopen maand zat professor Bloemers in de ruime ontvangsthal van het provinciehuis in Den Haag te wachten tot hij door een provin ciale commissie naar binnen zou worden geroepen. Hij moest de commissie een toelichting geven op zijn plannen in Valkenburg. "En ik moet natuurlijk proberen geld los te krijgen", zei hij kort vóór de commissie van Provinciale Staten hem het binnenroepen. Gedeputeerde Staten, het dage lijks bestuur van de provincie, heb ben inmiddels voor het onderzoek van het drie hectaren grote graf veld 200.000 gulden op tafel gelegd. Het rijk, de gemeente Valkenburg en het bedrijfsleven en particulie ren zullen voor de rest van het be nodigde geld, ruim 600.000 gulden, moeten opdraaien. Bingo Mocht dat geld uiteindelijk toch niet bij elkaar worden gebracht, dan wil professor Bloemers des noods met bingo-avonden de hort op om het volgens hem unieke Ro meinse grafveld in Valkenburg te redden van het oprukkende asfalt van de omleidingsweg tussen Lei den en Katwijk via Valkenburg: de S4. Binnen een paar jaar wil de pro vincie beginnen met de aanleg van deze weg. Het tracé loopt in het Rijndorp dwars door het bijna 2000 jaar oude en voor zover bekend enige nog bestaande Romeinse grafveld in West-Nederland. Als er vóór de aanleg van de om leidingsweg niet snel maatregelen worden genomen, dan zal een schat aan informatie, die nu nog een aantal decimeters onder de klei ligt, voorgoed verloren gaan. Professor Bloemers hoopt dat het geld er snel komt. Hij vreest- echter dat er toch een 'gering' gat in de begroting van ruim 600.000 gulden zal ontstaan. "Maar we zul len het onderzoek niet op een te kort van een paar duizend gulden laten stranden", zegt de Amster damse archeoloog. Wetenschappers moeten zich de laatste jaren in de vreemdste boch ten wringen om het vaderlandse cultuurgoed voor het nageslacht vast te leggen en te bewaren. Maar het is, voor zover valt na te gaan nog niet eerder voorgekomen dat dit nu misschien met de opbrengst van bingo-avonden moet gebeu- Stichting De provincie vindt, om het geld bij elkaar te kunnen 'bedelen', dat er een stichting in het leven moet worden geroepen met de naam On derzoek Romeinse Bevolking Val kenburg ZH. Behalve de plaatselij ke. de provinciale en de landelijke overheid moeten in die stichting ook particulieren een steentje bij dragen. "We hebben voor een stichting gekozen", zegt de provinciale ar cheoloog drs. D.P. Hallewas, die het onderzoek voor de provincie begeleidt, 'omdat dit minder pro blemen geeft bij het organiseren van allerlei inzamelingsacties'. Professor Bloemers: "Maar ik blijf er wel op hameren dat als er geld voor zo'n weg wordt uitgegeven, dit ook voor het onderzoek moet gebeuren". Burgmeester N. van 't Wout van Valkenburg zegt dat zijn gemeente nog niet is benaderd om in de stichting plaats te nemen. "Ik vraag me af wat de financiële ge volgen van zo'n stichting voor ons zullen zijn. Ik weet niet of het in de lijn van de gemeente ligt om aan dat onderzoek te gaan mee beta len", aldus Van 't Wout. Uniek Waar het bijna drie hectaren gro te grafveld ligt willen drs. Hallewas en Bloemers niet aan de grote klok hangen. "Als dit bekend wordt kunnen we wel weer naar huis gaan, want dan valt er voor ons be gin volgend jaar niets meer op te graven. Dan zijn andere 'liefheb bers' ons voor jgeweest". Valkenburg, dat tussen Leiden, Wassenaar, de Rijn en Rijnsburg ligt ingeklemd, meet ongeveer zes vierkante kilometer. Het was één van de plaatsen aan de Romeinse rijksgrens (limes) langs de Rijn waar de Romeinen een permanen te legerplaats (castellum) hadden. Bij opgravingen in het dorp zijn sinds 1941 zeven opeenvolgende lagen aan het licht gekomen. De le gerplaats werd gevonden nadat op 10 mei 1940 gedropte Duitse lucht landingstroepen van het vliegveld naar het dorp uitweken. Bii hevige beschietingen werd een groot ge deelte van het dorp met de grond gelijk gemaakt. Bij het puinruimen stuitte de bevolking op Romeinse resten. "Het gevonden castellum in Val kenburg behoort wellicht tot de best onderzochte legerplaats van het hele toenmalige Romeinse rijk", aldus professor Bloemers. De wetenschappers weten op dit mo ment zeer veel over het reilen en zeilen van de legers van het impe rium. Maar over de vraag hoe het met de plaatselijke bevolking was gesteld in de tijd van de Romeinse bezetting is volgens Bloemers nog maar betrekkelijk weinig bekend. Het grafveld bij Valkenburg, dat nog grotendeels intact moet zijn, kan daar een antwoord op geven, menen prof. Bloemers en zijn col lega drs. Hallewas. Het veld heeft een oppervlakte van tweeënhalf tot drie hectaren en het omvat moge lijk 2000 tot 3000 crematiegraven. De begraafplaats behoort bij een serie forten in Valkenburg die tus sen het jaar 40 en 270 en in de vier de eeuw na Christus in gebruik wa ren, en bij de burgerlijke nederzet ting op de Woerd bij Valkenburg. Onder de doden zouden zich leden van het garnizoen kunnen bevin den, bewoners van het kampdorp rondom het castellum en inwoners van de burgelijke nederzetting, die vanaf het begin van de tweede eeuw op de Woerd ontstond. Invloeden De grote vraag waarvoor de we tenschap nu staat is hoe deze groe pen van mensen in die tijd op el kaar hebben 'ingewerkt'. "Met an dere woorden: wat hadden ze el kaar te bieden en wat namen ze van elkaar over. En hoe lagen de verhoudingen. Kreeg een bemid delde dode veel spullen mee in zijn graf en waarin uit zich het verschil met de wat minder bedeelde plaatsgenoten? Hoe was de sociale status van de vrouw in die tijd? Ook kan aan de hand van onder zoek van de gecremeerde voorou ders een tipje van de sluier worden opgelicht over hun lengte en ge zondheid", zegt professor Bloe- Voor dergelijk onderzoek Komen de archeologen kennis te kort en wordt een beroep gedaan op ande re wetenschappers, zoals de Leidse dr. George Maat. Deze weten schapper, die is verbonden aan de medische faculteit van de Leidse universiteit, ziet kans om aan de hand van crematieresten, zoals stukjes bot heel wat over de toen malige Valkenburgers te weten te komen. Dr. Maat was in het verleden on der meer betrokken bij het onder zoek naar de graven in de Pieters kerk in Leiden en bij de Spitsber gen-expeditie enkele jaren gele den, waar hij de resten van daar be graven walvisvaarders onderzocht. Hij wordt ook vaak ingeschakeld bij archeologische vondsten in Lei den, zoals in een van dé oudste stadsdelen, De Camp. Smeltkroes Het moet rondom het tijdstip van de geboorte van Christus en enkele eeuwen daarna in en rond Valkenburg, dat toen een grens plaats was, een smeltkroes van mensen uit allerlei gebieden zijn geweest. Het leven van deze bevol king werd bepaald door de functie van de nederzetting (grens van het Romeinse rijk) en de veranderin gen die zich daar in de loop van de tijd voltrokken. Daarbij moet volgens professor Bloemers onder meer worden ge dacht aan hulptroepen, die vanuit den vreemde naar de Rijnmond zijn verplaatst en naarmate de tijd voortschreed uit het gebied rond om de standplaats werden aange vuld. Daarbij waren ook vrouwen, kinderen en ambachtslieden. Er waren volgens professor Bloe mers al snel twee nederzettingen: een burgerlijke en een militaire. Aangenomen wordt dat de as van de gecremeerde doden uit deze twee nederzettingen in één graf veld werd begraven. Het moet dus een redelijk gemiddeld beeld kun nen geven van de bevolking uit die tijd. Dergelijk doelgericht onderzoek langs de noordwestelijke grens lan het Romeinse rijk, in het bijzonder in Nederland, is nog nauwelijks uitgevoerd, zegt professor Bloe mers. Een belangrijke bijkomstig heid is dat gegevens van het graf- onderzoek naast de gedetailleerde kennis van de bijbehorende neder zettingen kunnen worden gelegd. Om nog tijdig vóór de aanleg van de nieuwe weg de graven te kun nen bergen moet in maart worden begonnen met de opgravingen, meent professor Bloemers. Daar na, in 1985 en in 1986, zal het gehele jaar moeten worden gegraven. "Gemiddeld zullen dagelijks vier tót zes graven worden gedolven", aldus Bloemers. GRONINGEN (GPD) - „Een be langrijk resultaat van de evaluatie is dat over langere termijn gezien geen voortgaande verzuring van de neerslag als gevolg van de lozing van zwaveldioxyde in Europa en Noord-Amerika kan worden aan getoond. Uit de evaluatie van de li teratuur blijkt niet het onomstote lijke bewijs dat zure regen de bo dem of de bomen over het geheel genomen heeft beinvloed. Voor zeer gevoelige bodemsoorten in bepaalde gebieden blijft de moge lijkheid echter open. Nader onder zoek zal uitsluitsel moeten geven" Deze opmerkelijke zinnen staan in een ongesigneerd artikel in het blad Elektrotechniek van 7 juli 1982. Niet zomaar een blad: het is het officiële orgaan van onder an deren de Vereniging van Directeu ren van Elektriciteitsbedrijven in Nederland (VDEN) en van de Ver eniging van Exploitanten van Elektriciteitsbedrijven in Neder land (VEEN). En niet zomaar een artikel. Het handelt over een uitvoerige litera tuurstudie door de daartoe samen werkende onderzoeksinstellingen van de elektriciteitsbedrijven in Europa, de Verenigde Stagen, Ca nada en Japan. Doel van die studie, waaraan in ons land KEMA en TNO meewerkten, was duidelijk heid te verschaffen over de weten schappelijke waarde van de publi- katies over schadelijke effecten van zure regen voor gezondheid en milieu. In 1982 werd daarover door twee internationale werkgroepen, die een kleine duizend publikaties onderzochten, gerapporteerd. Conclusies (volgens het artikel in Elektrotechniek): veel weten schappelijke publikaties bleken onder de maat, het bewijs dat zure regen, veroorzaakt door de elektri citeitsproducenten, mens of miüeu aantast is niet geleverd. Het aan deel van de elektriciteitscentrales in bijvoorbeeld de dertig tot veer tig microgram stikstofoxyden per kubieke meter lucht (in ons land gemeten op leefniveau) is slechts één microgram; „bestrijding daar van is weinig zinvol". door Kees Wiese Het zijn natuurlijk aanvechtbare conclusies. Maar het meest opmer kelijk is, dat zij nog in 1982 werden gebruikt door de elektriciteitspro ducenten, die nu de verzuring van het milieu door elektriciteitsop wekking met fossiele brandstoffen gretig hanteren als argument voor kernenergiecentrales. We verne men dan ook de laatste tijd niets meer over dit onderzoek. Het zal, is mijn verwachting, pas weer boven water komen als de zu re regen als argument vóór kern energie zijn werk heeft gedaan en het verder zuiveren van de uitstoot van gewone elektriciteitscentrales wordt afgedwongen met bijvoor beeld schadeclaims voor de door zure regen veroorzaakte ellende. Maar hoe komt het nu dat zoveel wetenschappelijke publikaties over de effecten van zure regen op mens en milieu onder de maat ble ken, volgens deze grote, internatio nale literatuurstudie? Er is - zo stellen de werkgroepen volgens Elektrotechniek - vaak onnauw keurig gemeten, de mens is „een slecht onderzoekobject" en er zijn grote verschillen in onderzoekme thode. „Dan is er het feit", aldus Elektrotechniek, „dat een onder zoeker vaak een vooropgezette me ning heeft en dat hij zijn onderzoek vaak richt op het waarmaken van zijn hypothese". Die opmerking geldt, lijkt mij, met name voor ander onderzoek, waarmee de internationaal samen werkende elektriciteitsproducen ten nu bezig zijn. Dat onderzoek moet bewijzen dat zelfs bij het ergst denkbare ongeluk met een kerncentrale er zo weinig van de radioactieve inhoud van de kern reactor vrijkomt, dat er geen of slechts enkele slachtoffers kunnen vallen. De Amerikaanse onderzoekers Levenson en Rahn, in dienst van het onderzoekinstituut van de elektriciteitsbedrijven in de VS, poneerden deze stelling enkele ja ren geleden. KEMA-medewerker dr. C. D. Andriesse bericht over twee van de ruim honderd onderzoeksprojec ten, die nu worden uitgevoerd om deze stelling „te onderbouwen", in Energiespectrum, het blad van het Energie Onderzoek Centrum Ne derland (ECN). Van de zes experi menten van het eerste project dat hij beschrijft, zijn er drie uitge voerd; het tweede project (bij KE MA) begint eigenlijk pas volgend jaar en wordt in 1987 afgesloten. Niettemin weet dr. Andriesse over alle honderd projecten nu al te melden: „De inzichten die daar bij ontstaan versterken tot nog toe de stelling van Levenson en Rahn, dat er belangrijke natuurlijke rem men bestaan op de verspreiding van radioactiviteit bij een ernstig reactor-ongeval Dat is dus niet verrassend. Moch ten die inzichten overigens nog veranderen, dan zullen we waar schijnlijk ook over dit onderzoek niet meer horen. „De onderzoekre sultaten zijn het eigendom van de financiers, schrijft dr. Andriesse opgewekt en die financiers zijn de elektriciteitsbedrijven. Drs. D.P. Hallewas wijst naar de plek i Bloemers vreest dat er bingo-avonden voo unieke grafveld rond te krijgen. aar de ongeveer 3000 graven zich bevinden. Professor dr. J.H.F. nodig zullen zijn om de begroting voor de opgravingen van het (foto GPD) Het was een grote wens. van ons om over een paar jaar op vakantie te gaan naar het merengebied in Engeland. Een prachtig natuurge bied in het noordwesten. Een wens, totdat een krant van Green peace op de deurmat ligt en ik ga lezen. Een groot artikel over Windscale, het nucleaire complex. Jaarlijks worden hier naar toe duizenden tonnen 'uitgewerkte' brandstofstaven van kerncentrales gebracht uit Engeland zelf, maar ook, voor gigantische sommen geld, vanuit andere landen, waar onder Nederland. Dat men er geen goede oplossing voor heeft blijkt wel uit het feit dat er dagelijks mil joenen liters radioactief afval via een pijpleiding de Ierse Zee ingaat. De radioactiviteit, geloosd door Windscale, is meetbaar langs de ge hele Engelse en Schotse kust, de Noordzee, Scandinavië en in Groenland onder het poolijs. Het merengebied is een van de meest radioactieve gebieden ter wereld. De mensen die hier wonen zijn bang, en terecht. De toeristen zijn weggebleven, de stranden ver laten en huizen worden te koop aangeboden. De visomzet is ge daald met 60 procent. De radioactieve besmetting blijft niet beperkt tot de Ierse Zee. Via zeestromingen wordt een deel van het afval meegevoerd naar de kus ten van diverse Westeuropese lan den. Zo heeft een onderzoek van een Zweeds bureau voor milieube scherming uitgewezen, dat de hoe veelheid radioactief cesium en plu tonium in vis gevangen in het Ska- gerak onverwacht hoog is. De hoe veelheid radioactiviteit in vis is met de helft gestegen. Het pluto- niumgehalte in de Noordzee is vijf keer hoger dan verwacht. Dit alles dank zij Windscale. In het Europees Parlement werd aangedrongen op stopzetting van de lozingen per 1 januari'85. Mooi. zou je zeggen. Maar Windscale zegt daarvoor tien jaar nodig te hebben. Ook wij -zullen daar niet op vakantie gaan. Jammer, maar geen ramp, omdat wij iets anders kun nen kiezen. Maar nu de mensen die er wonen. Het hoge aantal kanker gevallen onder kinderen. Wat moe ten ze? Denk niet: het is ver van mijn bed, want ook onze Noordzee ontkomt niet aan deze vervuiling. Lust u nog een visje? Marrie Scheltes Leerhoevestraat 16 Alphen aan den Rijn Op het streven om hervormden en gereformeerden in dit land sa men te brengen op weg naar toe komstige hereniging werd een poosje geleden een flinke dom per gezet, toen kerkbestuurders vrij abrupt het verschil tussen hervormd en gereformeerd 'ge voel' in de discussie wierpen. Het ontzien van dat 'gevoel' werd als argument gehanteerd om het tempo van de groei-naar-elkaar maar wat af te remmen. De reac tie op die vertragingspoging is vooral in gereformeerde kringen - nogal heftig geweest. In zijn 'verklaring van overeen stemming ten aanzien van het sa men kerk-zijn', bestemd voor de gemeenschappelijke vergade ring van de twee synoden van 5 en 6 november, gaat de Raad van Deputaten 'Samen op weg' op deze gevoelige kwestie in. Niet ontkend kan worden, dat die verschillende 'kerkgevoe lens' bestaan. "Maar", zegt de raad in zijn nota, "ook hier loopt de grens niet tussen de kerken, maar dwars door de kerken heen. Het opleven van zulke ge voelens is niet te vermijden, ze ker niet als er ingrijpende veran deringen op til zijn. Maar ze zijn een uitdaging en een test: is er de echte wil om samen op weg te gaan?" De Raad van Deputaten verge lijkt het met een huwelijk, waar- ia de man en de vrouw iets van de sfeer waarin ze zijn opge groeid meebrengen. "Hun huwe lijk is een uitdaging om samen iets nieuws te scheppen uit wat zij meebrachten. Hierbij is de liefde en de bereidheid om de an der trouw te zijn een onmisbare voorwaarde. Bovendien vraagt dat proces tijd. Het gaat erom, te willen begrijpen waaróm de an der zo denkt, zo voelt, zo handelt, en elkaar te aanvaarden". Overheid en volk Een ander onderdeel van de nota betreft het 'spreken van de kerk' of wel de verhouding tot overheid en volk. In beide kerken leeft het besef dat de kerk verantwoordelijk heid draagt tegenover overheid en volk, maar in de praktijk zijn ze verschillende wegen gegaan. "Die hebben elkaar overigens herhaaldelijk geraakt en ge kruist". De Hervormde Kerk stelde zich ambtelijk op als ge zaghebbende instantie tegenover overheid en volk, terwijl in de Gereformeerde Kerken meer de nadruk werd gelegd op de per soonlijke verantwoordelijkheid van de kerkleden De Raad van Deputaten meent, dat dit verschil geen mo tief is om kerkelijk gescheiden te blijven. Beide kerken moeten zoeken naar een weg "om de op- Ook de problemen van de ker kelijke tucht, de verschillende geloofsbelevingen binnen de twee kerken (pluraliteit), de ge boorteleden en de verhouding tussen de plaatselijke gemeenten en de landelijke kerk zijn, vol gens de Raad van Deputaten. niet doorslaggevend om in de scheiding te volharden. "De ver schillen dragen niet het karakter dat een van de beide kerken zou kunnen zeggen: omdat wij hierin niet gelijk denken, moeten wij om Christus' wil kerkelijke ge meenschap afwijzen". "De moei lijke vragen vormen juist een krachtig motief om ze in een pro ces van eenwording gezamenlijk te benaderen". In de 'Voorlopige schets' wordt een kerkmodel aangeboden, waarin op basis van een geza menlijke belijdenis verschillen in geloofsbeleving kunnen en mogen leiden tot plaatselijke verscheidenheid, terwijl toch in groter verband de eenheid van de kerk tot uitdrukking komt. "Een eenvoudige oplossing is dat zeker niet", erkent de raad. "Bij alle verschil in vormen zul len toch vele procedures en re gels op één lijn moeten worden gebracht. Dan moet goed wor den onderscheiden, wat wezen lijk is en wat mag worden losge laten om een betere oplossing te vinden". (Dinsdag stond in deze rubriek de eerste publikatie uit de nota van 'Samen op weg', gisteren de tweede. Morgen volgt voorlopig de laatste. Wie er belang in stelt, zou ze alle vier moeten bewaren om een achtergrond te hebben voor latere berichtgeving hier over). Hervormde Kerk: beroepen den End Kam- Overleden: J. Hartkamp Al phen aan den Rijn. 77 jaar. was van 1933 tot 1947 gereformeerd predikant in Oudshoorn en van 1968 tot aan zijn pensionering in september 1971 in Hillegom. Daarna heeft hij tot 1980 in Hille gom nog hulpdiensten verricht. Morgen wordt ds. Hartkamp in Alphen aan den Rijn begraven. Midden-Oosten Een delegatie van de Raad van Kerken in Nederland maakt bin nenkort een reis van achttien da gen door het Midden-Oosten, op uitnodiging van de Raad van Kerken daar. De groep bestaat uit ds. W. R. van der Zee, secreta ris van de Raad van Kerken, ds. C. B. Roos, voorzitter van de her vormde synode, de gereformeer de predikant J. M. Snoek, lid van de afdeling internationale zaken van de raad, en de oud-katholie ke bisschop G. A. van Kleef. Doel van de toernee is, beter bekend te worden met het leven en het getuigenis van de kerken in dat gebied en de band tussen de kerken daar en hier te verster ken. De delegatieleden zullen in Libanon, Syrië, Jordanië, Israël en Egypte gesprekken hebben met kerkleiders, vertegenwoor digers van theologische opleidin gen, kerkelijke instituten en ge meenten en politici. (In het Midden-Oosten wonen ongeveer tien miljoen christe nen).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19