Graven naar
grafveld met
bingo-geld?
Onderzoek zure regen
tijdelijk onder water?
'Samen op weg' vraagt echte wil, trouw en tijd
Reportage
Leidse archeoloog wil Romeins
project in Valkenburg redden
Lezers schrijven
Radioactief
DONDERDAG 20 SEPTEMBER 1984
PAGINA 19
VALKENBURG - Ruim
2000 jaar geleden waren er
in Valkenburg al meer men
sen begraven dan het Rijn
dorp nu aan inwoners heeft.
Het 3000 inwoners tellende
dorpje tussen Leiden en
Katwijk heeft dan ook een
rijk verleden. Veel daarvan
ligt nog onder de vette ri-
vierklei en wetenschappers
hadden liever gezien dat die
sporen uit het verleden daar
nog een tijdje zouden blij
ven.
"We hebben immers nog voldoen
de werk te doen", zegt professor
dr. J.H.F. Bloemers van de univer
siteit van Amsterdam. Hij is ar
cheoloog en heeft tussen Katwijk
en Alphen aan den Rijn, de noord
westelijke grens van het voormali
ge Romeinse imperium, al dikwijls
een kijkje onder de zoden geno-
Hij was onder meer te vinden
rondom de funderingen van de
nieuwe uitwateringssluis in Kat
wijk en binnenkort neemt hij zijn
schepje ter hand in Leiden om op
de grens van Leiderdorp en de
Sleutelstad naar de nederzetting
Roomburg te gaan zoeken. En ook
dat onderzoek heeft haast, want de
wegen- en huizenbouwers zijn on
geduldig.
door
Thijs Jansen
"Ik had het grafveld in Valken
burg nog liever een paar jaar met
rust gelaten", zegt hij. "Maar er
komt een weg, we moeten dus wel
gaan graven. Probleem daarbij is
zoals gewoonlijk een gebrek aan
geld om verantwoord onderzoek
mogelijk te maken".
Afgelopen maand zat professor
Bloemers in de ruime ontvangsthal
van het provinciehuis in Den Haag
te wachten tot hij door een provin
ciale commissie naar binnen zou
worden geroepen. Hij moest de
commissie een toelichting geven
op zijn plannen in Valkenburg.
"En ik moet natuurlijk proberen
geld los te krijgen", zei hij kort
vóór de commissie van Provinciale
Staten hem het binnenroepen.
Gedeputeerde Staten, het dage
lijks bestuur van de provincie, heb
ben inmiddels voor het onderzoek
van het drie hectaren grote graf
veld 200.000 gulden op tafel gelegd.
Het rijk, de gemeente Valkenburg
en het bedrijfsleven en particulie
ren zullen voor de rest van het be
nodigde geld, ruim 600.000 gulden,
moeten opdraaien.
Bingo
Mocht dat geld uiteindelijk toch
niet bij elkaar worden gebracht,
dan wil professor Bloemers des
noods met bingo-avonden de hort
op om het volgens hem unieke Ro
meinse grafveld in Valkenburg te
redden van het oprukkende asfalt
van de omleidingsweg tussen Lei
den en Katwijk via Valkenburg: de
S4.
Binnen een paar jaar wil de pro
vincie beginnen met de aanleg van
deze weg. Het tracé loopt in het
Rijndorp dwars door het bijna 2000
jaar oude en voor zover bekend
enige nog bestaande Romeinse
grafveld in West-Nederland.
Als er vóór de aanleg van de om
leidingsweg niet snel maatregelen
worden genomen, dan zal een
schat aan informatie, die nu nog
een aantal decimeters onder de
klei ligt, voorgoed verloren gaan.
Professor Bloemers hoopt dat
het geld er snel komt. Hij vreest-
echter dat er toch een 'gering' gat
in de begroting van ruim 600.000
gulden zal ontstaan. "Maar we zul
len het onderzoek niet op een te
kort van een paar duizend gulden
laten stranden", zegt de Amster
damse archeoloog.
Wetenschappers moeten zich de
laatste jaren in de vreemdste boch
ten wringen om het vaderlandse
cultuurgoed voor het nageslacht
vast te leggen en te bewaren. Maar
het is, voor zover valt na te gaan
nog niet eerder voorgekomen dat
dit nu misschien met de opbrengst
van bingo-avonden moet gebeu-
Stichting
De provincie vindt, om het geld
bij elkaar te kunnen 'bedelen', dat
er een stichting in het leven moet
worden geroepen met de naam On
derzoek Romeinse Bevolking Val
kenburg ZH. Behalve de plaatselij
ke. de provinciale en de landelijke
overheid moeten in die stichting
ook particulieren een steentje bij
dragen.
"We hebben voor een stichting
gekozen", zegt de provinciale ar
cheoloog drs. D.P. Hallewas, die
het onderzoek voor de provincie
begeleidt, 'omdat dit minder pro
blemen geeft bij het organiseren
van allerlei inzamelingsacties'.
Professor Bloemers: "Maar ik blijf
er wel op hameren dat als er geld
voor zo'n weg wordt uitgegeven,
dit ook voor het onderzoek moet
gebeuren".
Burgmeester N. van 't Wout van
Valkenburg zegt dat zijn gemeente
nog niet is benaderd om in de
stichting plaats te nemen. "Ik
vraag me af wat de financiële ge
volgen van zo'n stichting voor ons
zullen zijn. Ik weet niet of het in de
lijn van de gemeente ligt om aan
dat onderzoek te gaan mee beta
len", aldus Van 't Wout.
Uniek
Waar het bijna drie hectaren gro
te grafveld ligt willen drs. Hallewas
en Bloemers niet aan de grote klok
hangen. "Als dit bekend wordt
kunnen we wel weer naar huis
gaan, want dan valt er voor ons be
gin volgend jaar niets meer op te
graven. Dan zijn andere 'liefheb
bers' ons voor jgeweest".
Valkenburg, dat tussen Leiden,
Wassenaar, de Rijn en Rijnsburg
ligt ingeklemd, meet ongeveer zes
vierkante kilometer. Het was één
van de plaatsen aan de Romeinse
rijksgrens (limes) langs de Rijn
waar de Romeinen een permanen
te legerplaats (castellum) hadden.
Bij opgravingen in het dorp zijn
sinds 1941 zeven opeenvolgende
lagen aan het licht gekomen. De le
gerplaats werd gevonden nadat op
10 mei 1940 gedropte Duitse lucht
landingstroepen van het vliegveld
naar het dorp uitweken. Bii hevige
beschietingen werd een groot ge
deelte van het dorp met de grond
gelijk gemaakt. Bij het puinruimen
stuitte de bevolking op Romeinse
resten.
"Het gevonden castellum in Val
kenburg behoort wellicht tot de
best onderzochte legerplaats van
het hele toenmalige Romeinse
rijk", aldus professor Bloemers. De
wetenschappers weten op dit mo
ment zeer veel over het reilen en
zeilen van de legers van het impe
rium. Maar over de vraag hoe het
met de plaatselijke bevolking was
gesteld in de tijd van de Romeinse
bezetting is volgens Bloemers nog
maar betrekkelijk weinig bekend.
Het grafveld bij Valkenburg, dat
nog grotendeels intact moet zijn,
kan daar een antwoord op geven,
menen prof. Bloemers en zijn col
lega drs. Hallewas. Het veld heeft
een oppervlakte van tweeënhalf tot
drie hectaren en het omvat moge
lijk 2000 tot 3000 crematiegraven.
De begraafplaats behoort bij een
serie forten in Valkenburg die tus
sen het jaar 40 en 270 en in de vier
de eeuw na Christus in gebruik wa
ren, en bij de burgerlijke nederzet
ting op de Woerd bij Valkenburg.
Onder de doden zouden zich leden
van het garnizoen kunnen bevin
den, bewoners van het kampdorp
rondom het castellum en inwoners
van de burgelijke nederzetting, die
vanaf het begin van de tweede
eeuw op de Woerd ontstond.
Invloeden
De grote vraag waarvoor de we
tenschap nu staat is hoe deze groe
pen van mensen in die tijd op el
kaar hebben 'ingewerkt'. "Met an
dere woorden: wat hadden ze el
kaar te bieden en wat namen ze
van elkaar over. En hoe lagen de
verhoudingen. Kreeg een bemid
delde dode veel spullen mee in zijn
graf en waarin uit zich het verschil
met de wat minder bedeelde
plaatsgenoten? Hoe was de sociale
status van de vrouw in die tijd?
Ook kan aan de hand van onder
zoek van de gecremeerde voorou
ders een tipje van de sluier worden
opgelicht over hun lengte en ge
zondheid", zegt professor Bloe-
Voor dergelijk onderzoek Komen
de archeologen kennis te kort en
wordt een beroep gedaan op ande
re wetenschappers, zoals de Leidse
dr. George Maat. Deze weten
schapper, die is verbonden aan de
medische faculteit van de Leidse
universiteit, ziet kans om aan de
hand van crematieresten, zoals
stukjes bot heel wat over de toen
malige Valkenburgers te weten te
komen.
Dr. Maat was in het verleden on
der meer betrokken bij het onder
zoek naar de graven in de Pieters
kerk in Leiden en bij de Spitsber
gen-expeditie enkele jaren gele
den, waar hij de resten van daar be
graven walvisvaarders onderzocht.
Hij wordt ook vaak ingeschakeld
bij archeologische vondsten in Lei
den, zoals in een van dé oudste
stadsdelen, De Camp.
Smeltkroes
Het moet rondom het tijdstip
van de geboorte van Christus en
enkele eeuwen daarna in en rond
Valkenburg, dat toen een grens
plaats was, een smeltkroes van
mensen uit allerlei gebieden zijn
geweest. Het leven van deze bevol
king werd bepaald door de functie
van de nederzetting (grens van het
Romeinse rijk) en de veranderin
gen die zich daar in de loop van de
tijd voltrokken.
Daarbij moet volgens professor
Bloemers onder meer worden ge
dacht aan hulptroepen, die vanuit
den vreemde naar de Rijnmond
zijn verplaatst en naarmate de tijd
voortschreed uit het gebied rond
om de standplaats werden aange
vuld. Daarbij waren ook vrouwen,
kinderen en ambachtslieden.
Er waren volgens professor Bloe
mers al snel twee nederzettingen:
een burgerlijke en een militaire.
Aangenomen wordt dat de as van
de gecremeerde doden uit deze
twee nederzettingen in één graf
veld werd begraven. Het moet dus
een redelijk gemiddeld beeld kun
nen geven van de bevolking uit die
tijd.
Dergelijk doelgericht onderzoek
langs de noordwestelijke grens lan
het Romeinse rijk, in het bijzonder
in Nederland, is nog nauwelijks
uitgevoerd, zegt professor Bloe
mers. Een belangrijke bijkomstig
heid is dat gegevens van het graf-
onderzoek naast de gedetailleerde
kennis van de bijbehorende neder
zettingen kunnen worden gelegd.
Om nog tijdig vóór de aanleg van
de nieuwe weg de graven te kun
nen bergen moet in maart worden
begonnen met de opgravingen,
meent professor Bloemers. Daar
na, in 1985 en in 1986, zal het gehele
jaar moeten worden gegraven.
"Gemiddeld zullen dagelijks vier
tót zes graven worden gedolven",
aldus Bloemers.
GRONINGEN (GPD) - „Een be
langrijk resultaat van de evaluatie
is dat over langere termijn gezien
geen voortgaande verzuring van de
neerslag als gevolg van de lozing
van zwaveldioxyde in Europa en
Noord-Amerika kan worden aan
getoond. Uit de evaluatie van de li
teratuur blijkt niet het onomstote
lijke bewijs dat zure regen de bo
dem of de bomen over het geheel
genomen heeft beinvloed. Voor
zeer gevoelige bodemsoorten in
bepaalde gebieden blijft de moge
lijkheid echter open. Nader onder
zoek zal uitsluitsel moeten geven"
Deze opmerkelijke zinnen staan
in een ongesigneerd artikel in het
blad Elektrotechniek van 7 juli
1982. Niet zomaar een blad: het is
het officiële orgaan van onder an
deren de Vereniging van Directeu
ren van Elektriciteitsbedrijven in
Nederland (VDEN) en van de Ver
eniging van Exploitanten van
Elektriciteitsbedrijven in Neder
land (VEEN).
En niet zomaar een artikel. Het
handelt over een uitvoerige litera
tuurstudie door de daartoe samen
werkende onderzoeksinstellingen
van de elektriciteitsbedrijven in
Europa, de Verenigde Stagen, Ca
nada en Japan. Doel van die studie,
waaraan in ons land KEMA en
TNO meewerkten, was duidelijk
heid te verschaffen over de weten
schappelijke waarde van de publi-
katies over schadelijke effecten
van zure regen voor gezondheid en
milieu. In 1982 werd daarover door
twee internationale werkgroepen,
die een kleine duizend publikaties
onderzochten, gerapporteerd.
Conclusies (volgens het artikel in
Elektrotechniek): veel weten
schappelijke publikaties bleken
onder de maat, het bewijs dat zure
regen, veroorzaakt door de elektri
citeitsproducenten, mens of miüeu
aantast is niet geleverd. Het aan
deel van de elektriciteitscentrales
in bijvoorbeeld de dertig tot veer
tig microgram stikstofoxyden per
kubieke meter lucht (in ons land
gemeten op leefniveau) is slechts
één microgram; „bestrijding daar
van is weinig zinvol".
door
Kees Wiese
Het zijn natuurlijk aanvechtbare
conclusies. Maar het meest opmer
kelijk is, dat zij nog in 1982 werden
gebruikt door de elektriciteitspro
ducenten, die nu de verzuring van
het milieu door elektriciteitsop
wekking met fossiele brandstoffen
gretig hanteren als argument voor
kernenergiecentrales. We verne
men dan ook de laatste tijd niets
meer over dit onderzoek.
Het zal, is mijn verwachting, pas
weer boven water komen als de zu
re regen als argument vóór kern
energie zijn werk heeft gedaan en
het verder zuiveren van de uitstoot
van gewone elektriciteitscentrales
wordt afgedwongen met bijvoor
beeld schadeclaims voor de door
zure regen veroorzaakte ellende.
Maar hoe komt het nu dat zoveel
wetenschappelijke publikaties
over de effecten van zure regen op
mens en milieu onder de maat ble
ken, volgens deze grote, internatio
nale literatuurstudie? Er is - zo
stellen de werkgroepen volgens
Elektrotechniek - vaak onnauw
keurig gemeten, de mens is „een
slecht onderzoekobject" en er zijn
grote verschillen in onderzoekme
thode. „Dan is er het feit", aldus
Elektrotechniek, „dat een onder
zoeker vaak een vooropgezette me
ning heeft en dat hij zijn onderzoek
vaak richt op het waarmaken van
zijn hypothese".
Die opmerking geldt, lijkt mij,
met name voor ander onderzoek,
waarmee de internationaal samen
werkende elektriciteitsproducen
ten nu bezig zijn. Dat onderzoek
moet bewijzen dat zelfs bij het
ergst denkbare ongeluk met een
kerncentrale er zo weinig van de
radioactieve inhoud van de kern
reactor vrijkomt, dat er geen of
slechts enkele slachtoffers kunnen
vallen.
De Amerikaanse onderzoekers
Levenson en Rahn, in dienst van
het onderzoekinstituut van de
elektriciteitsbedrijven in de VS,
poneerden deze stelling enkele ja
ren geleden.
KEMA-medewerker dr. C. D.
Andriesse bericht over twee van de
ruim honderd onderzoeksprojec
ten, die nu worden uitgevoerd om
deze stelling „te onderbouwen", in
Energiespectrum, het blad van het
Energie Onderzoek Centrum Ne
derland (ECN). Van de zes experi
menten van het eerste project dat
hij beschrijft, zijn er drie uitge
voerd; het tweede project (bij KE
MA) begint eigenlijk pas volgend
jaar en wordt in 1987 afgesloten.
Niettemin weet dr. Andriesse
over alle honderd projecten nu al
te melden: „De inzichten die daar
bij ontstaan versterken tot nog toe
de stelling van Levenson en Rahn,
dat er belangrijke natuurlijke rem
men bestaan op de verspreiding
van radioactiviteit bij een ernstig
reactor-ongeval
Dat is dus niet verrassend. Moch
ten die inzichten overigens nog
veranderen, dan zullen we waar
schijnlijk ook over dit onderzoek
niet meer horen. „De onderzoekre
sultaten zijn het eigendom van de
financiers, schrijft dr. Andriesse
opgewekt en die financiers zijn de
elektriciteitsbedrijven.
Drs. D.P. Hallewas wijst naar de plek i
Bloemers vreest dat er bingo-avonden voo
unieke grafveld rond te krijgen.
aar de ongeveer 3000 graven zich bevinden. Professor dr. J.H.F.
nodig zullen zijn om de begroting voor de opgravingen van het
(foto GPD)
Het was een grote wens. van ons
om over een paar jaar op vakantie
te gaan naar het merengebied in
Engeland. Een prachtig natuurge
bied in het noordwesten. Een
wens, totdat een krant van Green
peace op de deurmat ligt en ik ga
lezen. Een groot artikel over
Windscale, het nucleaire complex.
Jaarlijks worden hier naar toe
duizenden tonnen 'uitgewerkte'
brandstofstaven van kerncentrales
gebracht uit Engeland zelf, maar
ook, voor gigantische sommen
geld, vanuit andere landen, waar
onder Nederland. Dat men er geen
goede oplossing voor heeft blijkt
wel uit het feit dat er dagelijks mil
joenen liters radioactief afval via
een pijpleiding de Ierse Zee ingaat.
De radioactiviteit, geloosd door
Windscale, is meetbaar langs de ge
hele Engelse en Schotse kust, de
Noordzee, Scandinavië en in
Groenland onder het poolijs.
Het merengebied is een van de
meest radioactieve gebieden ter
wereld. De mensen die hier wonen
zijn bang, en terecht. De toeristen
zijn weggebleven, de stranden ver
laten en huizen worden te koop
aangeboden. De visomzet is ge
daald met 60 procent.
De radioactieve besmetting blijft
niet beperkt tot de Ierse Zee. Via
zeestromingen wordt een deel van
het afval meegevoerd naar de kus
ten van diverse Westeuropese lan
den. Zo heeft een onderzoek van
een Zweeds bureau voor milieube
scherming uitgewezen, dat de hoe
veelheid radioactief cesium en plu
tonium in vis gevangen in het Ska-
gerak onverwacht hoog is. De hoe
veelheid radioactiviteit in vis is
met de helft gestegen. Het pluto-
niumgehalte in de Noordzee is vijf
keer hoger dan verwacht. Dit alles
dank zij Windscale.
In het Europees Parlement werd
aangedrongen op stopzetting van
de lozingen per 1 januari'85. Mooi.
zou je zeggen. Maar Windscale zegt
daarvoor tien jaar nodig te hebben.
Ook wij -zullen daar niet op
vakantie gaan. Jammer, maar geen
ramp, omdat wij iets anders kun
nen kiezen. Maar nu de mensen die
er wonen. Het hoge aantal kanker
gevallen onder kinderen. Wat moe
ten ze? Denk niet: het is ver van
mijn bed, want ook onze Noordzee
ontkomt niet aan deze vervuiling.
Lust u nog een visje?
Marrie Scheltes
Leerhoevestraat 16
Alphen aan den Rijn
Op het streven om hervormden
en gereformeerden in dit land sa
men te brengen op weg naar toe
komstige hereniging werd een
poosje geleden een flinke dom
per gezet, toen kerkbestuurders
vrij abrupt het verschil tussen
hervormd en gereformeerd 'ge
voel' in de discussie wierpen.
Het ontzien van dat 'gevoel' werd
als argument gehanteerd om het
tempo van de groei-naar-elkaar
maar wat af te remmen. De reac
tie op die vertragingspoging is
vooral in gereformeerde kringen
- nogal heftig geweest.
In zijn 'verklaring van overeen
stemming ten aanzien van het sa
men kerk-zijn', bestemd voor de
gemeenschappelijke vergade
ring van de twee synoden van 5
en 6 november, gaat de Raad van
Deputaten 'Samen op weg' op
deze gevoelige kwestie in.
Niet ontkend kan worden, dat
die verschillende 'kerkgevoe
lens' bestaan. "Maar", zegt de
raad in zijn nota, "ook hier loopt
de grens niet tussen de kerken,
maar dwars door de kerken
heen. Het opleven van zulke ge
voelens is niet te vermijden, ze
ker niet als er ingrijpende veran
deringen op til zijn. Maar ze zijn
een uitdaging en een test: is er de
echte wil om samen op weg te
gaan?"
De Raad van Deputaten verge
lijkt het met een huwelijk, waar-
ia de man en de vrouw iets van
de sfeer waarin ze zijn opge
groeid meebrengen. "Hun huwe
lijk is een uitdaging om samen
iets nieuws te scheppen uit wat
zij meebrachten. Hierbij is de
liefde en de bereidheid om de an
der trouw te zijn een onmisbare
voorwaarde. Bovendien vraagt
dat proces tijd. Het gaat erom, te
willen begrijpen waaróm de an
der zo denkt, zo voelt, zo handelt,
en elkaar te aanvaarden".
Overheid en volk
Een ander onderdeel van de
nota betreft het 'spreken van de
kerk' of wel de verhouding tot
overheid en volk.
In beide kerken leeft het besef
dat de kerk verantwoordelijk
heid draagt tegenover overheid
en volk, maar in de praktijk zijn
ze verschillende wegen gegaan.
"Die hebben elkaar overigens
herhaaldelijk geraakt en ge
kruist". De Hervormde Kerk
stelde zich ambtelijk op als ge
zaghebbende instantie tegenover
overheid en volk, terwijl in de
Gereformeerde Kerken meer de
nadruk werd gelegd op de per
soonlijke verantwoordelijkheid
van de kerkleden
De Raad van Deputaten
meent, dat dit verschil geen mo
tief is om kerkelijk gescheiden te
blijven. Beide kerken moeten
zoeken naar een weg "om de op-
Ook de problemen van de ker
kelijke tucht, de verschillende
geloofsbelevingen binnen de
twee kerken (pluraliteit), de ge
boorteleden en de verhouding
tussen de plaatselijke gemeenten
en de landelijke kerk zijn, vol
gens de Raad van Deputaten.
niet doorslaggevend om in de
scheiding te volharden. "De ver
schillen dragen niet het karakter
dat een van de beide kerken zou
kunnen zeggen: omdat wij hierin
niet gelijk denken, moeten wij
om Christus' wil kerkelijke ge
meenschap afwijzen". "De moei
lijke vragen vormen juist een
krachtig motief om ze in een pro
ces van eenwording gezamenlijk
te benaderen".
In de 'Voorlopige schets' wordt
een kerkmodel aangeboden,
waarin op basis van een geza
menlijke belijdenis verschillen
in geloofsbeleving kunnen en
mogen leiden tot plaatselijke
verscheidenheid, terwijl toch in
groter verband de eenheid van
de kerk tot uitdrukking komt.
"Een eenvoudige oplossing is
dat zeker niet", erkent de raad.
"Bij alle verschil in vormen zul
len toch vele procedures en re
gels op één lijn moeten worden
gebracht. Dan moet goed wor
den onderscheiden, wat wezen
lijk is en wat mag worden losge
laten om een betere oplossing te
vinden".
(Dinsdag stond in deze rubriek
de eerste publikatie uit de nota
van 'Samen op weg', gisteren de
tweede. Morgen volgt voorlopig
de laatste. Wie er belang in stelt,
zou ze alle vier moeten bewaren
om een achtergrond te hebben
voor latere berichtgeving hier
over).
Hervormde Kerk: beroepen
den End Kam-
Overleden: J. Hartkamp Al
phen aan den Rijn. 77 jaar. was
van 1933 tot 1947 gereformeerd
predikant in Oudshoorn en van
1968 tot aan zijn pensionering in
september 1971 in Hillegom.
Daarna heeft hij tot 1980 in Hille
gom nog hulpdiensten verricht.
Morgen wordt ds. Hartkamp in
Alphen aan den Rijn begraven.
Midden-Oosten
Een delegatie van de Raad van
Kerken in Nederland maakt bin
nenkort een reis van achttien da
gen door het Midden-Oosten, op
uitnodiging van de Raad van
Kerken daar. De groep bestaat
uit ds. W. R. van der Zee, secreta
ris van de Raad van Kerken, ds.
C. B. Roos, voorzitter van de her
vormde synode, de gereformeer
de predikant J. M. Snoek, lid van
de afdeling internationale zaken
van de raad, en de oud-katholie
ke bisschop G. A. van Kleef.
Doel van de toernee is, beter
bekend te worden met het leven
en het getuigenis van de kerken
in dat gebied en de band tussen
de kerken daar en hier te verster
ken. De delegatieleden zullen in
Libanon, Syrië, Jordanië, Israël
en Egypte gesprekken hebben
met kerkleiders, vertegenwoor
digers van theologische opleidin
gen, kerkelijke instituten en ge
meenten en politici.
(In het Midden-Oosten wonen
ongeveer tien miljoen christe
nen).