Verslag van een ingebeelde liefde
De goochelaar moet
zijn hoed ophouden
Reve in de uitverkoop
Nostalgisch vermaak Havank
DE
KEER
'Koude Sambal'
de moeite waard
Vingeroefeningen
Daphne du Maurier
rondvliet
Goudvis van tweeduizend pond
WOENSDAG 19 SEPTEMBER 1984
BOEKEN
PAGINA 19
Philip Larkin is een gerespec
teerd Engels dichter. Zo geres
pecteerd zelfs dat zijn naam en
kele maanden geleden werd ge
noemd in verband met het hof
dichterschap van Engeland. Na
de dood van John Betjeman was
deze post, die inhoudt dat de uit
verkorene bij speciale, koninklij
ke gelegenheden aan het rijmen
slaat tegen een kleine vergoe
ding, immers vacant geworden.
Als romanschrijver is Philip
Larkin niet zo bekend, terwijl hij
toch twee romans op zijn naam
heeft staan. Ook de Nederlandse
literatuurliefhebbers kunnen nu
kennismaken met dit aspect van
Larkin's letterkundige bestaan.
Na al een verzameling gedichten
van de Engelsman te hebben ver
taald, heeft Jan Eijkelboom na
melijk ook de roman 'Meisje in
de winter' in het Nederlands om
gezet.
'Meisje in de winter' is een
zorgvuldig gecomponeerd boek
waaraan je veel plezier kunt bele
ven. Er gebeurt niet veel, maar
dat is nu ook juist het knappe:
een deel van de roman speelt
zich immers in de winter af, het
jaargetijde waarin niet alleen het
water bevriest maar ook de ge
dachten van mensen trager lij
ken te worden.
Het meisje waarvan in de titel
sprake is, is een vluchtelinge die
in verband met de Tweede We
reldoorlog naar Engeland is ge
gaan om te proberen in dat land
een nieuw bestaan op te bouwen;
preciezer: te proberen het hoofd
boven water te houden. Ze werkt
in een bibliotheek.
Vooral de sfeer in die biblio
theek heeft Larkin met meester
hand beschreven, maar hoe kan
het ook anders: hij is immers zelf
bibliothecaris van professie en
weet dus waarover hij het heeft.
In het eerste deel vernemen we
al dat het meisje, Katherine,
weer kennis wil maken met de
familie bij wie zij ooit, jaren gele
den, een vakantie in het kader
fvan een uitwisseling doorbracht.
Ze heeft een brief geschreven
naar die familie vanwege een fa
miliebericht in de krant. Maar
waarom wil ze deze mensen weer
opzoeken? Wat heeft ze gehad
met Robin, de jongeman die haar
indertijd uitnodigde?
Niets. Zo blijkt in het tweede
deel van dit boek dat is gewijd
aan dat eerste bezoek aan Enge
land. Zij had romantische ver
wachtingen, maar bleek te zijn
uitgenodigd door een jongen
wiens lust en leven het was om
kathedralen te bezoeken en dan
tijdens die bezoeken vooral alle
jaartallen goed wilde opsommen.
Het meisje wordt nu, jaren na
dato, vooral gedreven door een
waanidee: ze beeldt zich in dat ze
verliefd op hem is. Een waan
beeld dat haar natuurlijk vooral
wordt ingegeven door het feit dat
ze alleen in een tamelijk vreemd
land bivakkeert.
Dat een tweede ontmoeting
niets zal herstellen, blijkt in het
derde deel van het boek. Het
meisje wordt overigens niet echt
van een illusie beroofd. Zelf had
ze het ook wel zien aankomen.
Ze is als een schildpad die z'n
winterslaap even onderbreekt
omdat hij denkt dat er in de bui
tenwereld iets gebeurt om ver
volgens na een korte inspectie
tot de slotsom te komen dat hij
dat gedroomd moet hebben.
Het mooie van deze roman is
vooral dat Larkin nergens een
pathetisch toontje aanslaat. On
derkoelde romantiek schotelt hij
ons voor, voor zover dat geen te
genstrijdigheid is.
Zijn beschrijvingen van de
winter zijn zo goed datje er bijna
van gaat rillen: "Het had 's
nachts niet meer gesneeuwd,
maar omdat het bleef vriezen zo
dat sneeuwhopen lagen waar ze
gevallen waren, zeiden de men
sen tegen elkaar dat er meer op
komst was.
En toen het lichter werd, leek
het of ze gelijk hadden, want er
was geen zon, alleen maar één
grote wolkenschaal boven de
velden en de bossen. Door het
contrast met de sneeuw zag de
lucht er bruin uit. Zonder de
sneeuw zou de ochtend zelfs
hebben geleken op een naderen
de avond in januari, want het
weinige licht dat er was, scheen
uit de sneeuw omhoog te ko
men".
De winter is in zicht; koop dit
boek.
WIM BRANDS
De voorstelling is voorbij. Maar
het publiek mag blijven zitten.
De goochelaar komt na het ap
plaus terug en keert zijn hoge
hoed binnenstebuiten. Hij trekt
zijn jas uit en toont de losse voe
ring en de verborgen zakken.
Dat is flauw. Illusies zijn er om
doorgeprikt te worden, maar dan
niet door degene, die ze in het le
ven heeft geroepen. En dat is
precies wat Umberto Eco doet
met zijn 'Naschrift bij De naam
van de roos'.
'De 1
i de
boek dat, zoals Vrij Nederland
het krom uitdrukte: 'meerdere
faculteiten van de lezer tegelijk
bevredigt'. Een boek dat je op
verschillende niveau's kan lezen:
als detective, als ideeëngeschie
denis van de veertiende eeuw of
als filosofisch werk over nomina
lisme en realisme.
Er zijn er zelfs die er een sleu
telroman van maken en in het
Benedictijner klooster een af
spiegeling zien van het huidige
politieke klimaat in Italië. 'De
naam van de roos' is mede daar
door een knap boek, een herme
tische wereld, waarin je als lezer
heerlijk kunt dwalen.
Dat is dan ook door menigeen
gedaan. En velen hebben hun be
vindingen op papier gezet en
naar de schrijver gestuurd. Le
zers legden hem hun interpreta
ties voor, maar waagden het ook
te wijzen op vermeende tekort
komingen.
In een documentaire, die de
Vlaamse televisie twee weken
geleden uitzond, gaf Eco enkele
voorbeelden: het labyrinth van
de bibliotheek van de abdij zou
te veel ramen bevatten; er zou
den kruiden worden genoemd
die in de middeleeuwen niet be
kend waren; een lezer in Utah
(VS) vroeg zich af hoe men door
op een schedel te drukken een
loodzwaar altaar weg kon schui
ven in een tijd, dat men van elek
triciteit nog niets wist.
'De naam van de roos' werd
zo'n bestseller en het aantal brie
ven zo omvangrijk, dat Eco
meende er goed aan te doen een
collectief antwoord te publice
ren. Nu, tegen de tijd dat het
boek bij de lezer uit de band zal
liggen - want een slechter gebon
den boek is de laatste jaren in
Nederland niet verschenen - lig4
het 'Naschrift' in de winkels.
Daarin wordt een kijkje over de
schouder van de auteur gegund.
Hij legt uit hoe zijn liefde voor
de middeleeuwen hem tot het
schrijven van het boek bracht,
hoe nauwgezet hij te werk is ge
gaan bij het opnemen van histo
rische gegevens, en waarom het
boek juist in maand november
van het jaar 1327 moest spelen.
Op een soms wat belerend
toontje verklaart Eco de trucs,
die hij het schrijven heeft gehan
teerd. Zo is Adson als niet alles
begrijpende verteller ten tonele
gevoerd om de roman "voor min
der ontwikkelde lezers" begrij
pelijk te maken. En wordt diens
uitleggerige verteltrant gety
peerd als praeteritio: "Weten jul
lie het illustere voorbeeld nog?".
De onzekerheid over zijn de
buut op 50-jarige leeftijd als ro
mancier gaf hem de formule van
een literair verdwijnperspectief
in: Eco vertelt wat Adson vertel
de, wat Mabillon vertelde, wat
Vallet vertelde. Nu het boek een
succes is geworden heeft hij aan
zo'n psychologisch alibi niet lan
ger behoefte. Met dit 'Naschrift'
lijkt hij alsnog duidelijk te willen
maken dat hij en niemand an
ders het boek heeft geschreven.
Ik had dit 'Naschrift' liever
niet gelezen. Ik geloof niet in ro
mans die een toelichting nodig
hebben. Een cultus is zo ge
maakt. Voor je beseft wat er aan
de hand is, zitten we volgend jaar
met een 'Naam van de roos-ka
lender' en literaire reisjes naar
het klooster, dat model heeft ge
staan.
ARIEJAN KORTEWEG
Umberto Eco.
Gerard Reve, onze meest omstre
den en unieke burgerschrijver,
houdt uitverkoop. Een paar
maanden geleden verschenen
onder de veelzeggende titel
Schoon Schip 1945-1984 alle arti
kelen, stukken, stukjes, brieven,
poëtische niemendalletjes, lite
raire luim en serieuzer werk van
de auteur uit de periode '45-'84,
zoals eerder gepubliceerd "in
dagbladen, weekbladen, tijd
schriften, publikaties in beperk
te oplage, bibliofiele edities en
uitgaven in eigen beheer, voor
zover niet eerder gebundeld".
Goed nieuws voor de Reve-
fan? Jawel, als men zich in blind
fanatisme niet bekommert om de
idiote, enkel op chronologische
basis gerangschikte samenbun
deling van de kwalitatief meest
uiteenlopende schrijfsels van de
bejaarde maestro.
Een verwilderde greep uit het
door dementen samengestelde
mengelwerk: het befaamde, in
het Engels geschreven Melan
cholia (1951) naast Bent u wel
goed voor poes? (19 juli 1958); tal
van fraaie brieven (zoals diverse
keren aan Simon Carmiggelt, Re-
ve's Waarde Kunstbroeder)
naast volstrekt onbenullige en
overbodige notities als het vol
gende, uit ieder verband gelichte
Naschrift (in: Tirade, december
1967): "Bovenstaande dupliek
van Peter Andriesse levert een
wel zeer duidelijke bevestiging
van mijn repliek in Tirade No.
128-129. Met iemand, die irratio
nele voorstellingen en ideeën
vereenzelvigt met 'de meest on
zinnige kolder', is, althans voor
mij, geen discussie meer moge
lijk".
Het zijn deze en verwante we-
Gerard Reve.
zenloze vulsels die dit verzamel
werk tot de literaire mislukking
van het jaar bestempelen.
Natuurlijk, de hardnekkige le
zers vinden ook veel moois in
Schoon Schip, zoals A Prison
Song In Prose (1968), mocht men
dat door een onwaarschijnlijk
toeval nog niet hebben gelezen.
Ondanks alle, soms wee, soms
vreugdevol stemmende "men-
senpret" die Reve ons de afgelo
pen decennia heeft bereid en in
deze warhoofdige bundel nog
maals bereidt, resteert een wran
ge nasmaak. Alle her en der ver
spreide Revaria in één deel ge
bundeld, zonder verantwoor
ding, toelichting, annotaties of
andere uitleg die een béétje fat
soenlijke redactie de lezer ver
schuldigd is - dat proeft ver
dacht, dat riekt naar geldkloppe-
rij.
Dat de grijze schrijver contan
ten behoeft en die niet meer kan
verwerven door het schrijven
van nieuwe prachtboeken, zij
hem vergeven. Dat de samenstel
lers, Joop Schafthuizen, Marjo
Ariës en Els Groen, te hufterig, te
lui en te beroerd zijn geweest Re-
ve's mengelwerk de wetenschap
pelijke begeleiding te geven die
ze verdient - dat stinkt naar on
fatsoen en onverschilligheid. Zo
wel t.o.v. de lezer als van de au
teur zelf.
Reve heeft zich door onbenul
len schaamteloos laten misbrui
ken. Hij leert het nooit, vrees ik.
ROB VOOREN
Gerard Reve, Schoon Schip 1945-
1984. Samenstelling Joop Schafthui
zen, met assistentie van Marjo Ariës
en Els Groen. Uitg. Manteau, Am
sterdam 1984, 29,50. Gebonden:
39,50.
Een groot schrijfster is de Engelse Daphne du Maurier nooit ge
weest, wel veelzijdig en populair. Mogelijk is dat de reden voor
uitgeverij Van Holkema Warendorff een handvol zeer ongelijk
jeugdwerk te bundelen in Verschil in temperament.
De auteur zelf gaat er in haar inleiding dieper op in: "De reden,
waarom ze zijn opgenomen in deze bundel is dat maar weinig
mensen die paperback kennen en dat de verhalen iets van mijn
ontwikkeling als schrijfster laten zien".
Vrij discutabel, omdat de verhalen in de bundel, hoewel voor
het merendeel erg aardig (wat onbeholpen en toch met flitsen van
talent), soms pertinent slecht zijn en beter ongepubliceerd hadden
kunnen blijven.
Al gauw valt op dat Du Maurier zich vooral heeft bekommerd
om het nauwkeurig beschrijven van een bonte stoet types, overda
dig gebruik maakt van (soms oprecht) sentiment en gevoel heeft
voor sterke pointes.
Een tamelijk willekeurig voorbeeld is Piccadilly waarin alle
drie effecten nadrukkelijk een rol spelen. In de ik-vorm vertelt een
oude prostituée met veel pathos over het noodlot in haar leven. Ik
noem dit verhaal ook omdat hier de vertaalster, die verder onop
vallend maar gedegen werk levert, wat wonderlijk op de proppen
komt met zotte bedenksels als "Florrie Flapdrol" of "de aartsbis
schop van Lutjebroek".
Andere kenmerkende, wel pakkende maar supersentimentele
vertellingen die genoemd mogen worden zijn De deur slaat dicht.
De minnaar en vooral het beste verhaal uit de bundel, Het rendez
vous. Dit laatste beschrijft de opwinding van Robert Scrivener
("een schrijver van naam en uiterst integer") over de aanstaande
ontmoeting met een fraaie penvriendin in Zwitserland en de daar
opvolgende, gruwelijke ontgoocheling. Een bijzonder verhaal
waarvan ik geen details zal verklappen.
Verschil in temperament bevat, achteraf, genoeg boeiend mate
riaal om de aanvankelijke opzet van de schrijfster de lezer te
doen kennismaken met jeugdwerk - te rechtvaardigen, al was een
kritischer keuze verstandiger geweest. Jammer tenslotte dat over
de ontstaansgeschiedenis van de verhalen afzonderlijk niets
wordt meegedeeld. Data en plaatsen van publikatie ontbreken:
een het boekje typerende onzorgvuldigheid. Een aardige routine
bundel, niet veel meer.
ROB VOOREN
Moet je aan een herdruk aan
dacht besteden?
Vaak is het onnodig, maar er
zijn uitzonderingen. 'Koude
Sambal', een verhalenbundel
van Peter Andriesse is zo'n uit
zondering.
Van Andriesse weten we dat
hij een miskend schrijver is, dat
wil zeggen: uit interviews met
hem blijkt dat hij zichzelf mis
kend voelt. Verder geniet hij eni
ge bekendheid als pamflettist; in
Peter Andriesse.
een eenmansblaadje bestookte
hij een tijdlang het literaire esta
blishment. En volgens dat esta
blishment is Andriesse gewoon
een paranoia-lijder die de lage
oplagen van zijn boeken aan
zichzelf te wijten heeft.
Hoe het ook zij, miskend of
niet, paranoialijder of niet, één
boek van Andriesse verdient het
in elk geval niet om door de
pulpmolen te gaan: 'Koude Sam
bal'.
Het zijn Indische jeugdverha
len waarin onderwerpen aa
orde komen (het kostschoolle
ven bijvoorbeeld) die ook i
verhalen van andere Nederland
se schrijvers die hun jeugd in de
gordel van smaragd doorbrach
ten, worden behandeld.
Wat dat betreft: niet veel
nieuws onder de zon, dus. Maar
wat dit boekje het aanschaffen
waard maakt, is dat Andriesse op
een bijzondere toon over deze
jeugd schrijft. Niet zoals in 'Be
zonken rood' van Jeroen Brou
wers op een pathetische toon,
maar onderkoeld, sober.
WIM BRANDS
Koude Sambal, Peter Andriesse.
Uitgeverij: Bert Bakker
'Je bent', zei de min, 'hier bekend
als de bonte hond'. 'Dat', zei de
bonte hond, 'schijnt wel zo'.
Een ander citaat. 'Het scheen
hem toe dat hij met zijn illuster
hoofd op een snel rondwentelende
pottenbakkersschijf gezet werd
en dat de pottenbakker een olijf
kleurige grijnzend duivel was,
die hem met satanisch vermaak
in een cocon van kleverige spag-
hetti-draden spon'.
Dat moet voor de liefhebbers ge
noeg zijn. Ze weten nu dat ik be-
ADVERTENTIE
V BOEKHANDEL BV
u Haarlemmerstraat 11 7
Leiden-tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
bestelafdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
zig ben uit een verhaal van Ha
vank te citeren. De stijl kan niet
missen. Het gaat om een oud,
stokoud verhaal, dat volgens de
superkenner Sef Passage echter
nooit in zijn oorspronkelijke
vorm is verschenen. Havanks
'Cycloop', die in 1939 het levens
licht zag, leek er wel veel op,
maar er was een manuscript uit
1936 voor nodig om Sef Passage
de kans te geven het verhaal tot
zijn originele versie te recon
strueren. Het is nu onder de titel
'De zilveren hazewind' versche-
Ik vond het bijzonder plezierig
de eigenzinnige inspecteur Char
les Carlier (alias De Schaduw) en
zijn politiebaas Bruno Silvère
weer te ontmoeten. Ik herinner
mij maar al te goed hoe ik tiental
len jaren geleden van hun kleur
rijke avonturen heb gesmuld.
Maar nu blijkt ook, dat het be
faamde stopwoordje 'merkwaar
dig, om niet te zeggen hoogst
merkwaardig' onderdeel vormde
van dik gedateerde verhalen. De
barokke stijl van Havank met die
dikke vergelijkingen is vandaag
de dag eerder curieus dan mee
slepend. Zij doet nogal gefor
ceerd aan en in het verhaal zelf
zitten teveel toevalligheden en
onwaarschijnlijkheden om ac
ceptabel te zijn. Meer dan nostal
gisch vermaak is het dan ook
niet.
Desmond Bagley
Desmond Bagley, schrijver van
tal van avonturenromans, over
leed vorig jaar op zestigjarige
leeftijd. Een jaar na zijn dood
kunnen wij door middel van zijn
laatste boek 'Nachtelijke dwa
ling' nog eens zien hoe gemakke
lijk deze auteur avonturen aan el
kaar reeg.
Ditmaal is Mike hoofdpersoon.
We ontmoeten hem op het mo
ment dat hij hoort dat zijn weinig
betrouwbare broer Mark dood is.
Uit het weinige dat deze naliet
worden de aantekeningen over
een vindplaats van mangaank-
nollen op de bodem van Oceaan
gestolen. Voor Mike genoeg aan
leiding om er achter aan te gaan.
Het leidt hem nagenoeg over de
hele wereld. Hij komt van de ene
hachelijke situatie in de andere,
vindt ten slotte grote rijkdom en
liefde.
Maar dan zijn we inmiddels drie
honderd met actie volbeladen
pagina's verder, door Desmond
Bagley zeer routineus en gemak
kelijk leesbaar volgetikt. Maar
meer dan ontspanningslectuur is
het niet.
'Nachtelijke dwaling', Desmond
Bagley, Elsevier, prijs 22,50.
'Gedwongen landing'
Het begin van 'Gedwongen lan
ding', een thriller van Thomas H.
Block, zit goed in elkaar.
Op verschillende plaatsen in de
wereld worden een onderzee
boot, een oud vliegdekschip en
een passagiersvliegtuig gekaapt.
Drie onderdelen van een groot
scheepse terreuractie, waarmee
het Pentagon tien miljoen dollar
moet worden ontfutseld. De ac
ties worden wreed en niets en
niemand ontziend voorbereid en
uitgevoerd.
Het passagiersvliegtuig moet op
het vliegdekschip landen, de on
derzeeboot moet de terroristen
een veilig heenkomen garande-
Nogmaals: het begin is goed,
maar als de actie eenmaal in vol
le gang is krijg ik het gevoel dat
Thomas Block niet goed raad
meer weet met mensen en ge
beurtenissen.
Ik wil niet zeggen, dat het ver
haal uitgaat als een nachtkaars,
maar de auteur kan de spanning
niet tot het einde toe volhouden.
En daarmee verliest hij ook zijn
geloofwaardigheid
KOOS POST
Drie jaar geleden aaide Warrens
moeder hem op een avond voor
het laatst over zijn bol om daarna
spoorloos te verdwijnen. Hij
heeft haar niet anders gekend
dan protesterend en demonstre
rend tegen al het onrecht in de
wereld. Totdat ze geweld ging
gebruiken en moest onderdui
ken voor de politie 'als gevaar
voor de samenleving'.
Warren en zijn zus Weezie ver
huizen naar hun grootmoeder,
die haar dochter doodzwijgt. Het
enige tastbare bewijs voor War
ren dat zijn moeder nog leeft is
een aantal verfomfaaide brief
kaarten met haastige krabbels.
Het verlangen naar zijn moe
der en het troosteloze leven bij
zijn oma doen Warren vluchten
in fantasiëen. In zijn hoofd spe
len zich allerlei, zelf bedachte,
rampenfilms af: griezelfilms met
monsterachtig grote dieren. Zijn
dialogen bedenkt hij volgens be
faamd Hollywood-recept:
'Nee, nee je moet me meene
men. Je kunt me hier niet achter
laten voor de reuzenrat' 'Vaar
wel mijn vriend'. Of: 'Het is hier
stil. Tè stil'.
Zijn meest recente en lieve
lingsfilm is over Bubbel, een reu
zegoudvis van tweeduizend
pond, die rondzwemt in een
riool.
Zijn moeder horen of zien
vormt voor Warren een obsessie.
Wanneer hij op een avond zijn
zus huilend in een telefooncel
ziet staan, weet hij vrijwel zeker
dat zij met hun moeder praat.
Aanvankelijk ontkent Weezie.
Bovendien, een ontmoeting met
hun moeder zou wel eens flink
kunnen tegenvallen, houdt ze
hem voor. 'De enige reden waar
om ze ons gekregen heeft was
dat ze tegen abortus was'.
Warren weigert haar te gelo
ven, maar gaat toch twijfelen.
Het blijkt dat hun moeder maan
denlang vlak bij hen in de buurt
is geweest, zonder contact te zoe
ken. Aangrijpend hoogtepunt is
een uiteindelijk telefoongesprek
met zijn moeder. Kort, teleurstel
lend, onbevredigend. Zoals elk
gesprek, zegt Weezie. Warren
weet dat ze gelijk heeft. 'Al had
hij alleen maar dit ene gesprek
gehad, hij begreep dat het altijd
zo zou gaan'.
'Een goudvis van tweeduizend
pond' is geschreven door Betsy
By ars, die dit jaar een Zilveren
Griffel krijgt voor haar boek
'Zwerfkatten'. Byars is Ameri
kaanse en schrijft vanuit die ach
tergrond. Wat haar verhalen zo
aangrijpend maakt is de wijze
waarop Byars door middel van
een onalledaagse situatie, met
specifiek Amerikaanse elemen
ten, algemeen menselijke gevoe
lens weet over te dragen. De ma
nier waarop Warren en zijn zus
worden geportretteerd, zijn heel
invoelbaar.
Byars sleept haar lezers mee in
een uitgebalanceerd verhaal
waarin afwisselend humor en
ontroering de overhand hebben.
'Een goudvis van tweeduizend
pond' laat, evenals 'Zwerfkat
ten', de lezer achter met een wel
gedaan gevoel een mooi verhaal
te hebben gelezen. Niet in de
laatste plaats door de uitsteken
de vertaling van Machteld Slagt.
Voor kinderen vanaf 10 jaar.
MARGOT KLOMPMAKER
Een goudvis van tweeduizend
pond, Betsy Byars, uitg. Querido, f
18,75.
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN - LEIDERDORP
OEGSTGEEST - KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.