Wie krijgen er
een nieuw hart?
President Colombia Grs
alleen in de strijd X
met cocaïne-mafia
Philips houdt rekening met bezwaren zondagsarbeid
Reportage
Specialisten gebonden aan grenzen voor transplantatie
Inkomensverschillen in 1977-'81 vergroot
MAANDAG 17 SEPTEMBEP^1
Wie komt er wel en wie komt er niet voor een ruilhart in aanmerking? Op deze vraag probeert
staatssecretaris Van der Reijden, die vorige week besloot dat het Dijkzigt Ziekenhuis in
Rotterdam en vervolgens het Academisch Ziekenhuis in Utrecht als eersten in Nederland
harttransplantaties mogen gaan uitvoeren, een antwoord te krijgen. Behoren bijvoorbeeld
rokers tot de gegadigden?
De Utrechtse cardioloog prof. dr. E. O. Robles de Medina en cardiochirurg dr. O. C. K. M.
Penn hebben hierover al wel enkele ideeën.
UTRECHT - In het hartchirur-
gisch centrum van het Acade
misch Ziekenhuis in Utrecht zit
ten ze er niet mee, dat de eerste
harttransplantatie er pas in het
laatste kwartaal van volgend jaar
mag worden verricht. „Ach nee",
zegt dr. O. C. K. M. Penn, die als
cardiochirurg lid is van de kern
groep harttransplantatie, „het is
heel reëel dat we nog een jaar
moeten wachten. Politiek is het
begrijpelijk dat staatssecretaris
Van der Reijden die marge
neemt. Als het nu zou misluk
ken, is de kans dat hij een politie
ke nederlaag lijdt veel groter".
- Lang vóór 1 oktober 1985 zal
de selectie van kandidaten voor
een harttransplantatie op gang
zijn gebracht. Wie komen er
straks in aanmerking voor een
harttransplantatie?
De cardioloog, prof dr. E. O.
Robles de Medina: „Mensen in
het eindstadium van een hartlij
den, van wie menselijkerwijs is
te verwachten dat zij niet langer
dan een maand of zes te leven
hebben. En bij wie geen andere
behandelingsmogelijkheden die
levenskansen nog in gunstige zin
kunnen beïnvloeden. Als we
echt met onze rug tegen de muur
staan".
Prof. Robles: „Om mensen met
primaire hartspierziekten. De
pompfunctie van het hart faalt
zonder dat er een directe oorzaak
is aan te wijzen. Of mensen met
een ernstige kransslagaderver
nauwing, bij wie verschillende
infarcten een verslechtering van
de hartspier hebben veroor
zaakt".
door
Carlo Nagel
Dr. Penn benadrukt nog eens:
„De hele procedure van een hart
transplantatie, het met medicij
nen onderdrukken van de afsto
tingsreactie van het lichaam is zo
ingrijpend. Dat doe je - zoals
professor Robles zegt alleen
als je echt met je rug tegen de
muur staat".
Leeftijdsgrens
- Nu kunt u straks misschien
wel enkele honderden aanmel
dingen per jaar verwachten,
maar slechts tien procent van al
le doorverwezen patiënten zou
voor een transplantatie in aan
merking komen.
Prof. Robles: „Ja, om te begin
nen leg je een leeftijdsgrens. Bij
50 jaar bijvoorbeeld. Want de
leeftijd van de patiënt is heel be
langrijk. Boven de 50 jaar doen
ze het slechter. Lopen ze meer
kans op infecties. En verschuifje
de leeftijdsgrens naar 55 of naar
60 jaar, dan is het aanbod ineens
een stuk groter".
Dr. Penn: „Het klinkt heel on
sympathiek als je tegen iemand
van 51 jaar zegt: „Sorry, maar u
kan ik niet meer helpen. Toch
haal je je alleen maar problemen
op de hals als j e van bepaalde cri
teria zou afwijken".
Prof. Robles: „Ernstig suiker
zieken, want de medicijnen die
afstotingsverschijnselen tegen
gaan, verergeren hun suikerziek
te".
Dr. Penn: „Toen ik staatssecre
taris Van der Reijden maandag
avond in het journaal zag, moest
ik wel ven lachen. Je zag hem
denken: hoe zat dat rijtje van
mensen die niet in aanmerking
komen ook al weer in elkaar? Hij
noemde behalve diabetici alco
holisten en mensen die veel ro
ken. Nu, dat laatste is niet waar.
Wij raden alle hartpatiënten voor
een operatie af om met roken
door te gaan, maar het is geen be
letsel voor de operatie zelf'.
„Wat alcoholisten betreft: het
gaat bij hun afwijzing vooral om
het feit dat een harttransplanta
tie zich in een strak regime moet
voltrekken. De patiënt moet na
de operatie trouw zijn medicij
nen nemen, zelf zijn afsto
tingsreacties controleren. Hij
moet stabiel zijn, voor eigen dok
tertje spelen. Bij mensen die psy
chisch instabiel zijn, zoals ver
slaafden, heeft een transplantatie
geen zin. Als medici zeggen wé:
ze zijn niet therapiegetrouw".
Prof. Robles: „Maar u begrijpt
hoe moeilijk dat soort criteria te
hanteren is. Hoe schat je ze in als
je voor de beslissing staat: wel of
niet transplanteren? Vandaar dat
er straks een selectie in teamver
band zal komen, met psycholo
gen en maatschappelijk werkers
erbij".
Dr. Penn: „Patiënten met bij
komende ziekten of kwalen. Als
door hun hartziekte de nier- en
leverfuncties achteruit zijn ge
gaan, als de longen er door heb
ben geleden of als ze een ernstige
infectie hebben. Dan neemt het
risico zó toe dat zij voor een hart
transplantatie ongeschikt moe
ten worden geacht".
Samenwerking
- Stuit samenwerking met het
Academisch Ziekenhuis in Gro
ningen niet op praktische bezwa
ren, is met name de afstand niet
een probleem
Dr. Penn: „In Groningen zijn
experimentele harttransplanta
ties verricht en bovendien heb-
Dr. Penn: "De elfde weiger je ook niet".
ben ze er ervaring met lever
transplantaties, ook een heel
kwetsbaar orgaan. Het is dus een
formatie waar wij veel aan heb
ben en het samengaan is bepaald
geen toeval. We achten onszelf
allebei in staat om de transplan
taties te gaan doen en we hebben
er ook de belangstelling voor.
Bovendien is het een te zware be
lasting voor één team, omdat het
normale operatieprogramma ook
moet doorgaan".
Prof. Robles: „De afstand
hoeft niet zo'n bezwaar te zijn.
Het gaat bij een harttransplanta
tie niet om een acute ingreep, zo
als bij een hartinfarct. Als wij een
patiënt hebben en we wachten
op een donorhart, dan zijn be
paalde mensen stand-by. Je zou
zelfs kunnen denken aan een de
tachering van mensen uit Gro
ningen. Daar zijn goede afspra
ken over te maken".
- Hoe lang denkt u gemiddeld
op een donorhart te moeten
wachten?
Prof. Robles: „Ik geloof dat het
in Stanford (Californië) twee
maanden is. Dat is een periode
waarin een patiënt kan overlij
den. Eurotransplant levert per
jaar een zestig harten, maar die
zijn niet allemaal voor Nederland
bestemd. In Amerika bestaat de
tendens en die verwacht ik
hier ook - dat er gemakkelijker
aan donorharten is te komen.
Het publiek wordt zich meer be
wust van het belang van het af
staan van organen".
- We hebben het uitvoerig ge
had over degenen die voor een
ruilhart in aanmerking komen.
Aan welke eisen moet de donor
voldoen?
Dr. Penn: „Hij moet jong zijn,
tot 35 jaar. Neem je ouderen, dan
treedt versneld aderverkalking
in het getransplanteerde hart op.
Van je donor moet bekend zijn
dat hij nooit iets aan zijn hart
heeft gehad. Meestal gaat het bij
donors om mensen die een her
sendood hebben opgelopen, dus
bij wie de andere organen onbe
schadigd zijn. Vaak een ongeluk.
Soms een hersenbloeding".
Donor
- Binnen hoeveel tijd moet dat
hart dan getransplanteerd wor
den?
Dr. Penn: „Je hebt ongeveer
zes uur, maar je probeert het
sneller te doen. Ook het type
weefsel van de donor is belang-
rijK, ornaat net dezelfde eigen
schappen moet vertonen als dat
van de ontvanger".
- Ten slotte volgt dan de ope
ratie. Wie voeren die uit, in hoe
veel tijd?
Prof. Robles: „In Rotterdam
deden ze in juni vier uur over de
eerste Nederlandse harttrans
plantatie. Dat zou ik ook zeggen:
drie of vier uur. En het kan ge
beuren door twee chirurgen met
een operatiezuster. Een ander
team kan het hart uit het lichaam
van de donor hebben gehaald,
maar het kan ook hetzelfde team
zijn".
- Hoe groot zijn de overle
vingskansen van de patiënt?
Prof. Robles: „In Rotterdam
hebben ze in ieder geval geluk
gehad dat de eerste transplanta
tie meteen gelukt is, want tien
procent of meer sterft toch bij de
ingreep. De resultaten verschil
len nogal, maar als je naar Stan
ford kijkt, zie je dat de vijfjaars
overleving gelijk is aan die van
niertransplantaties: vijftig pro
cent. Het eerste jaar overleeft
ruim tachtig procent".
- Veel mensen zullen niet be
grijpen dat de staatssecretaris
zegt: 'tien in een jaar en niet
meer'. Zo mag dat toch niet
werken?
Dr. Penn: „Nee, maar de elfde
weiger je ook niet. Het is een
kwestie van ruggespraak. Maar
ik denk dat één harttransplanta
tie per maand een net en over
zichtelijk aantal is om mee te be
ginnen. Na twee keer tien trans
plantaties wordt bekeken wat de
resultaten en de kosten zijn ge
weest".
- U hebt nog een jaar de tijd.
Gaat u nog naar het buitenland
om harttransplantaties te bekij
ken?
Dr. Penn: „Wij zullen vooral op
afstand letten op de veranderin
gen in de medicijnen en de daar
uit voortvloeiende veranderin
gen in het signaleren van het af
stotingsproces. De klinische te
kenen van afstoting zijn bij een
nieuw middel als ciclosporine
heel anders. Ook zullen wij van
uit Utrecht en Groningen inten
sief samenwerken met Rotter
dam. Wij houden de vinger aan
de pols van hun ervaringen. Wij
zijn bepaald niet van plan om in
ons eentje het wiel opnieuw uit
te vinden".
Wie kent hem niet. De vrolijk glim
lachende Juan Valdez tussen glan
zende koffiebonen. Een groot deel
van de Nederlandse koffie komt
uit Colombia. Maar lang niet alle
Colombiaanse koffieboertjes gaat
het zo goed als de Juan Valdez van
het reclamespotje.
De afgelopen jaren hebben heel
wat kleine zelfstandige boeren hun
plantage moeten opdoeken. De la
ge prijzen die zij van de tussenhan
del kregen, waren niet voldoende
om op te kunnen boksen tegen de
stijgende rentetarieven van de Co-
door
Rob Sprenkels
lombiaanse banken. Om te kunnen
oogsten moet eerst gezaaid wor
den. En om te kunnen zaaien moet
men vaak geld lenen. Sommige
boertjes wijden zich nu aan de be
ter lonende maar illegale marihua-
nateelt, anderen zijn hun heil in de
hoofdstad gaan zoeken, in Bogota.
Bogota is een wereldstad. Flats,
lichtreclames, nachtclubs, een ver
stikkend verkeer, en een'overvloed
aan architectonische herinnerin
gen aan de Spaanse overheersing.
Maar Bogota is ook een Derde-We
reldstad. Een overvloed aan straat
venters, bedelaars, zakkenrollers,
jeugdbendes en krottenwijken.
Behalve de Colombiaanse koffie
kent Nederland ook de Colom
biaanse cocaïne. De bruine pasta
die na een eerste bewerking over
blijft van de in Peru en Bolivia
groeiende coca-planten, wordt met
vliegtuigen naar Colombia ge
smokkeld. Daar bestaat een over
vloed aan klandestiene laboratoria
om de pasta om te toveren in het
modieuze en superstimulerende
witte poedertje, dat vervolgens ook
zijn weg vindt naar Nederland.
Soms via de Verenigde Staten,
soms direct.
De cocaïnesmokkel komt voor
namelijk voor rekening van profes
sionele koeriers. Maar ook zijn er
amateurs. In veel gevallen jonge
toeristen die na een paar weken
Colombia het idee opvatten om
van de gelegenheid gebruik te ma
ken. Een winst van 500 procent is
gauw verzekerd. Een pondje in de
kont komt vaker voor dan menig
een denkt.
Van den Broek
In Colombia kruipt de cocaïne
waar het niet gaan kan. Op het mo
ment dat minister Hans van den
Broek van buitenlandse zaken het
Zuidamerikaanse land bezoekt, zit
zelfs president Belisario Betancur
persoonlijk met een soort van có-
caïne-kater. Hij is er zojuist van be
schuldigd dat hij tijdens de verkie
zingscampagne van 1981 meer dan
10 miljoen dollar van de cocaïne-
mafia heeft ontvangen. Ook zou hij
tijdens zijn campagne gebruik heb
ben gemaakt van aan de mafia be
horende helikopters en vliegtui
gen. Eén vliegtuig zou zelfs' spe
ciaal zijn overgespoten in het
blauw, de traditionele kleur van
Betancurs conservatieve partij.
De gedetailleerde beschuldiging
is gedaan door iemand die het kan
weten: Carlos Lehder Rivas, een
van de opperhoofden van de cocaï-
ne-indüstrie in Colombia. De ver
moedelijke reden voor de openba
ring? Betancur heeft dè cocaïne-
zwendel de oorlog verklaard na de
moord op zijn minister van justitie,
Rodrigo Lara Bonulla,- in mei van
dit jaar. Volgens sommige waarne
mers zou het conflict met de a radioa<
ne-mafia wel eens een vroegt
vertrek kunnen betekenen Franse
Betancur, zonder twijfel de n voor a
voorbeeldige president die Co één v°
bia sinds jaren heeft gehad. ner 2®
van de
fluoric
De invloed van de cocaïne-l vrachl
zen in Colombia kent, zo lijkt De i
bijna geen grenzen. Hun legali ligger
vesteringen zijn een belangi H. W£
energiebron om de economie vnah
het land draaiende te kunnen 1 Erzoi
den. De relaties gaan erg ver en tainei
ken tot diep in het zakenleven, ken s
parlement en zelfs tot in de hi Eer
ste kringen van het Colombia} sche
leger. voor
boot
Na de moord op minister I
Bonulla besloten de directe ba duik,
van de mafia voorlopig maar I bran
onderkomen in Panama te zoel
Betancur erkende het gevaar da kpte,
voor hem betekenen in feite, t
hij twee maanden later l
lingen zijn gekomen. Naar het 1 M.
zouden de mafiosi hebben aai
boden jaarlijks 3 miljard dolla
de Colombiaanse economie te, zing
len pompen in ruil voor eem
penstilstand. ben
prof
Ongrondwettig gjj
Maar goed, gezien de recente
schuldigingen aan het adres 1
Betancur is het blijkbaar nog i OO'
zover gekomen. Wel kwam het Qg
rige maand tot een wapenstilsti
met de belangrijkste guerrillagi
peringen. Inmiddels staat eet US1
ook die wapenstilstand alweer stijl
na op losse schroeven. Ser
tiql
Het Colombiaanse leger, dat z^[
op de dag van de onderteken
van het laatste akkoord nog f npl
beerde de zaak in het honderd
laten lopen, heeft zich zowaar r
tig gehouden. Nu zijn het echter
senaat en het congres, die het di 1
Betancur gepromoveerde
desproces dreigen af te breken,
brede nationale dialoog die de -i
lombiaanse president aan de gu
rilleros heeft beloofd in ruil vt
de wapenstilstand, is inmiddels
al? 'ongrondwettig' en 'onai
vaardbaar' bestempeld door de
vloedrijke voorzitter van de wetj B
vende macht.
la
Betancur heeft Colombia in fe
op zijn kop gezet. Tot nu toe we
de politieke macht uitgeoefe
dooc de traditionele oligarchie,
minderheid van blanken met Eui
pees bloed in de aderen. De me
derheid van indiaanse afkon,
werd zo goed als vergeten, iets vi
onder meer tot uitdrukking koi
door het feit dat in twintig ja
nooit meer dan 35 procent van i
kiesgerechtigde bevolking bij I
'stembus is komen opdagen.
DEN HAAG (GPD) - De inko
mensverschillen zijn tussen 1977
en 1981 groter geworden. Dat komt
vooral doordat er in die periode
aanzienlijk meer tweeverdieners
zijn bijgekomen. Dit blijkt uit een
studie van het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) over de inko
mensontwikkeling in Nederland.
De conclusie van het SCP staat
haaks op prognoses van het Cen
traal Planbureau die er van uit gin
gen dat de inkomensverschillen
juist aanzienlijk kleiner moesten
worden.
Volgens het SCP blijken de zoge
noemde koopkrachtplaatjes niet
overeen te komen met wat de men
sen werkelijk hebben te besteden,
omdat het over denkbeeldige si
tuaties gaat.
Met zijn conclusie over de inko
mensverschillen bevestigt het SCP
in grote lijnen de berekeningen zo
als die door de vakcentrale voor
Middelbaar en Hoger Personeel al
meermalen aan de regering zijn ge
presenteerd. De MHP had deze be
rekeningen gemaakt, mede om aan
te tonen dat de zogenaamde mid
dengroepen steeds meer hebben
moeten inleveren. Dat wordt door
het SCP niet zonder meer beves
tigd, omdat daar niet hetzelfde re
kenmodel wordt gehanteerd. Wel
wordt gesproken van een verschui
ving tussen 1977 en 1981 ten gunste
van de hoogste inkomens en ten
nadele van de laagstbetaalden.
In de inkomensstatistieken van
het Centraal Bureau voor de Statis
tiek vond het SCP aanwijzingen
dat de inkomensverdeling wat on
gelijker is geworden. Nadat jaren
lang de inkomensongelijkheid ver
minderde, kwam in die situatie
tussen '77 en '79 ineens verande
ring. Belangrijke oorzaken daar
voor: het toegenomen aantal huis
houdens dat op een sociale uitke
ring is aangewezen (vooral door de
werkloosheid) en het gestegen aan
tal tweeverdieners.
Van het totale bedrag aan inko
mens viel in 1977 bijna 50 procent
toe aan huishoudens in de drie
hoogste van de tien schijven op de
inkomensladder. De drie laagste
schijven (de laagstbetaalden en
thuiswonende kinderen van 18 jaar
en ouder zonder eigen bron van in
komsten) moesten zich met 12,3
procent van het totale inkomens
bedrag tevreden stellen. In 1981 la
gen deze percentages op resp. 51
en 11,9 procent.
Het totale aantal inkomenstrek
kers steeg tussen 1977 en 1981 van
7,4 miljoen tot ruim 8,3 miljoen.
Het aandeel van de uitkeringsge
rechtigden nam in die periode toe
van 30,8 tot 32,8 procent. Aange
toond werd, aldus het SCP. dat
tweeverdieners een denivellerende
invloed op de inkomensverdeling
hebben. De deelneming van bij
voorbeeld getrouwde vrouwen aan
het arbeidsproces steeg van 22 tot
26 procent; een deel van'de toege
nomen inkomensongelijkheid
moet aan die ontwikkeling worden
toegeschreven.
Tegelijkertijd zorgde de loonont
wikkeling ervoor dat de toeneming
van de inkomensongelijkheid be
perkt bleef. Bij alle mannelijl
werknemers van 23 jaar en oud
vertoonden de bruto-weekloni
een geringe nivellering, maar
het particuliere bedrijfsleven w
sprake van een duidelijk stijgii
van de ongelijkheid. Afgaande t
de resultaten van de gebruikelijl
koopkrachtoverzichten zou er tu
sen 1977 en 1981 een aanzienlijl
nivellering zijn opgetreden.
Terwijl de koopkracht van h
netto-minimumloon in die perioc
nog steeg met 0,9 procent, daalc
het vrij beschikbare reële loonii
komen gemiddeld met 3,8 proceii
Loontrekkenden met een hoger i>
komen dan twee keer modaal zu
len zelfs 6 tot 7 procent van hu
koopkracht hebben ingeleverd.
Werknemers van Philips in
Stadskanaal die vanuit hun ge
loofsovertuiging ernstig bezwaar
maken tegen continudienst (met
zondagsarbeid) zullen de grootst
mogelijke medewerking krijgen
om binnen het bedrijf te worden
overgeplaatst. Dat heeft de direc
tie meegedeeld. Zij kan die over
plaatsing echter niet geheel ga
randeren.
Philips in Stadskanaal gaat
vijfploegendiensten invoeren.
Dat houdt in, dat mensen bij
toerbeurt ook op zondag moeten
werken. De kerkeraden van de
christelijke gereformeerde ker
ken in Mussel, Onstwedde en
Stadskanaal hebben daartegen
grote bezwaren. In een brief aan
de directie spreken zij van een
'diepe psychische nood bij ver
scheidene werknemers'. "Voor
een groot aantal christenen is de
zondagse kerkgang het hart van
hun geloofsleven".
De kerkeraden vragen de Phi-
lips-directie, het werk zo in te
richten, dat deze mensen niet ge
dwongen worden om op zondag
dienst te doen.
Joure. De regionalp synode
Friesland-Zuid van^le Gerefor
meerde Kerken in Nederland
heeft een commissie opdracht
gegeven, de problemen binnen
de gereformeerde kerk van Jou
re te onderzoeken. Zevenentwin
tig leden van deze plaatselijke
kerk hadden een bezwaarschrift
ingediend tegen de predikant
Wagenmakers en de kerkeraad,
die zich, volgens hen, niet hou
den aan Schrift, belijdenis en
kerkorde. Zo zou de predikant
de maagdelijke geboorte van Je
zus ontkennen, oudtestamenti
sche wonderverhalen als mythen
afdoen en een beroep op de belij
denis als een achterhaalde zaak
beschouwen.
Een aantal bezwaarden heeft
inmiddels een 'reformatorisch-
evangelische gemeente' gesticht.
De commissie gaat nu beide par
tijen horen.
Jubileum, andaag is ds. E.
Kempenaar (De Graaff 51
Werkendam) veertig jaar predi
kant. Van 1963 tot 1968 werkte
hij in Woubrugge. In 1981 ging
hij met pensioen.
Bijbels. Deze week worden
vanuit Leeuwarden 70.000 Tsje
chische bijbels naar Praag ver
zonden. Ze zijn gemaakt bij bij-
beldrukker Jongbloed op ver
zoek van de afdeling bijbelwerk
van de Tsjechische Raad van
Kerken. De Wereldbond van Bij
belgenootschappen verstrekte
de drukopdracht.
De bijbels hebben de tekst van
de 'oecumenische vertaling' van
1979. Het is de eerste keer dat de
ze vertaling buiten het land
mocht worden gedrukt.
Oecumenische hulp. Vorig
jaar heeft de Stichting Oecume
nische Hulp aan Kerken en
Vluchtelingen (Utrecht) 9,6 mil
joen gulden aan giften ontvan
gen en ruim f. 10 miljoen uitgege-
Bedroevend
Alcoholisme. Op een thema
dag van de Hervormde Bond
voor Inwendige Zending op Ge
reformeerde Grondslag, zaterdag
in Amersfoort, noemde de gere
formeerde predikant L. J. van
Gog uit Puttershoek het bedroe
vend, dat op de hulpverlening
aan alcoholisten moet worden
bezuinigd, terwijl de regering
steeds meer inkomsten krijgt uit
de belasting op alcohol. Een
groot deel van de alcoholaccijns
zou aan de hulpverlening be
steed moeten worden. En bij re
clame voor alcohol moet tegelijk
worden gewaarschuwd voor de
gevaren.
Bewapening-armoede. Op
uitnodiging van de Leidse Raad
van Kerken spreekt professor B.
Goudzwaard woensdagavond
om 8 uur in de oud-katholieW
gemeentezaal, hoek Zoeter
woudsesingel-Cronesteinkade, I
over 'de samenhang tussen be
wapening en armoede'.