Ibiza: Seats eerste eigen model Loon naar werk: geluid van CDA- nieuw politici AUTO DINSDAG 11 SEPTEMBER 1984 PAGINA 11 Samengesteld door Koos Post Tweede editie van Mitsubishi Galant heeft voorwielaandrijving De autorubrieken schrijven elk jaar na de de zomer vakanties gezamenlijk een modellenfeuilleton. Bijna elk merk levert een hoofdstuk in. Vorige keer heb ik een aantal hoofdstukken geplaatst, vandaag de tweede aflevering. Er zullen er ongetwijfeld meer volgen. Mitsubishi De eerste auteur komt ditmaal uit de buurt. Uit Sassenheim om precies te zijn. Op de grens met Warmond zit daar Hart Nibbrig en Greeve de eigen belangen en die van Mitsubishi te verdedi gen. Het zit directeur J. J. Toolenaar allang niet lekker, dat ze bij zijn merk in Japan de nieuwtjes zo slecht gedoseerd naar buiten brengen. Dan hebben ze jaren niets en dan komen ze ineens met een hele reeks vernieuwin gen. Het is nog maar een paar maanden geleden, dat er een gloednieuwe Spacewagon stond naast de grondig vernieuwde Lancer en Colt. En nu is alweer de Galant aan de beurt. Van het oude model is alleen de naam gehandhaafd. Zelfs de aandrijving werd van achteren naar voren verhuisd. Er is een to taal andere, imponerende carros serie ontworpen. Natuurlijk in de inmiddels overbekende wig- vorm. Dus lage neus en wat ho gere achterkant. Goed voor de luchtweerstand (cw 0.35). En voor de ruimte achterin. Zowel voor hoofd en benen van achter- passagiers als voor hun bagage is nu een overvloed aan ruimte be schikbaar. Mitsubishi beweert dat geen personenauto in een vergelijkbare klasse zo'n royale binnenruimte heeft. Er zijn weer diverse uitvoerin gen verkrijgbaar. De Galant EL met een 1,6 liter motor is dè goedkoopste: praktisch 23 mille. Hoewel de zwakste broeder van" de club nog altijd goed voor een top van 160 km per uur. En dan nog goed stuurbaar! Veel pittiger komen echter de GLS-uitvoeringen met een twee liter motor (en vijf versnellingen) voor de dag. Maar die moeten dan ook minimaal 31Vfc mille op brengen. De versie met de turbo (een juweel) staat op 44 mille ge prijsd. De turbo-diesels beginnen bij nagenoeg 30 mille. Gezien de prestaties een aanvaardbare prijs, de auto schiet als een ko meet over de weg. Het opgewek te vermogen van de 1800 cc die selmotor zorgt voor vrijwel de zelfde prestaties als de 'oude' 2,3 liter turbodieselmotor. Dat is te danken aan de 'intercooler', die ervoor zorgt dat de motor meer (gekoelde) lucht te verwerken krijgt, wat een hoger rendement oplevert. Er is in de duurdere modellen een fikse hoeveelheid elektroni ca gestopt. Er zit in de 2000 GLS/ E bijvoorbeeld een systeem, waardoor via een computer veer- en dempingskarakteristiek naar behoefte wordt geregeld. De GLS/E en turbo hebben standaard een stuurbekrachti ging die zich regelt naar de rij snelheid, ook alweer elektro nisch gedirigeerd. En in de dure turbo ten slotte vindt men ook nog een elektro nisch systeem, dat niet alleen waarschuwt wanneer er wat mis is in de auto, maar de bestuurder ook nog klusjes uit handen neemt, zoals het regelen van de snelheid van de ruitenwisser, het uitzetten van de ruit verwarming en in bepaalde gevallen zelfs het openen van de portieren.... Volvo Volvo heeft ook nog een stukje aan onze feuilleton gebreid. Vo rig keer schreef ik al over de nieuwe Volvo 340 diesel. Daar van was toen nog geen prijs be kend. Die is inmiddels vastge steld: vanaf ongeveer 23 mille. Mede door deze diesel durft Volvo Nederland voor volgend De Ibiza, eerste echte Seat. jaar te mikken op een verkoop van 27.500 auto's. Het ziet er naar uit dat het gestelde doel voor dit jaar (25.000 stuks) wordt gehaald. Het optimisme voor de naaste toekomst stoelt ook op het feit, dat de Zweden de 740-serie ver der naar beneden hebben uitge breid met een 740 GL, die is voorzien van een nieuwe 2,3 vier- cilindermotor met carburateur. Daardoor werd het mogelijk de prijs van de goedkoopste 740 tot even onder de veertig mille te la ten dalen. Deze 2,3 liter motor maakt deel uit van een geheel nieuwe fami lie Volvo-motoren, waarvan het voornaamste kenmerk is dat de inwendige wrijving een flink deel is teruggeschroefd. Het klinkt niet zo belangrijk, maar het betekent wel minder brand stof én minder geluid. De tweeliter telg van deze fa milie heeft niet alleen onderdak gekregen in de good-old 240-se- rie - die volgens zeggen volop de kans zal krijgen de jaren tachtig uit te dienen maar ook in de 360-serie en ik praat uit ervaring als ik zeg dat deze krachtbron in die toch al leuke auto een erg prettige ervaring is. Maar met de ze tweeliter motor onder de kap kost de 360 wel minimaal bijna 24 mille. Met injectie zelfs op een haar na 30 mille. Wie nog goedkoop in deze se rie terecht wil, moet bij de Win ner zijn. Die is beneden de 18 mille gebleven. Nog steeds een ijzersterke troefkaart van Volvo. Lada Het Russische merk Lada loopt niet over van spraakzaamheid je gens de autopers. Slechts spora disch komt er een persbericht uit die hoek. Ook nu is de Rujssische bijdra ge aan onze 'feuilleton' slechts simpel, maar daarom niet onbe langrijk. Het gebeurt immers niet zo vaak dat een merk een au to in prijs verlaagt. Lada doet het ditmnaal met de 1200 S. Die zakt meer dan 700 gulden in prijs en komt op 9.595 gulden terecht. En voor dat geld ook nog een rembe- krachtiger. gelaagde voorruit, verwarmde achterruit, mistach- terlamp en dergelijke. Seat Amper vier jaar nadat Fiat zich geheel terugtrok uit Seat komt dit Spaanse automerk met het eerste eigen model: de Ibiza. Dat is snel, zeer snel. Normaal staat meer dan vijf jaar voor de ont wikkeling van een nieuw model. 'Maar we hadden geen keus', lacht directeur J.J. Diaz Ruiz. 'Verliezen of gelijkspelen kon den we niet, we moesten winnen. Zelf een model klaarstomen kon den we niet, dus moesten we sa menwerking met anderen zoe ken'. Hij schaamt er zich niet voor. Integendeel, hij is er trots op dat zovele anderen zoveel hebben bijgedragen aan de ont wikkeling van de Ibiza. Porsche nam de motoren en een fiks deel van de overige tech niek voor zijn rekening. Ital Des ign (Giugiaro) ontwierp het mo del, Karmann hielp bij de carros serie. Voeg daar nog eens een nauwe samenwerking met Volkswagen bij (Seat bouwt en verkoopt Polo's, Passats en Santana's in Spanje) en voor een groot deel is verklaard waarom deze kleine onderneming, die in 1980 op de rand van de afgrond zweefde nu in wat afgeslankte vorm op het punt staat winst te gaan maken. Om dat doel te kunnen berei ken moet de lancering van de Ibiza succesvol verlopen. Veel zal afhangen van de nu nog onbe kende prijs (waarschijnlijk in ons land vanaf ongeveer 14 mil le), maar de wagen heeft veel om ondanks de bijtende concurren tie van zovele kleine auto's over eind te blijven. Hij ziet er goed uit, stuurt prettig direct, rijdt lek ker en heeft een soepel draaien de motor. De zittingen van de stoelen zijn wat kort, het dash boardkastje hangt er wat verlo ren bij en ook andere kleinere opmerkingen zijn te maken, maar de algemene indruk was uitstekend. Ik reed de 1200 cc versie (63 pk - 155 km/uur). Daarvan bestaan afhankelijk van de aankleding vier uitvoeringen. Zo ook van de 1500 cc (85 pk - 175 km/uur) en de 1700 cc diesel (55 pk - 150 km/ uur). Binnen afzienbare tijd zal de serie worden uitgebreid met een vijfdeurs, een super sportie ve injectie-versie en een zeer zui nige driecilinder. En op langere termijn kan men ook een sedan- versie verwachten. Dat alles heeft niets te maken met andere potjes, die Seat nog op het vuur heeft staan. In Ne derland had het Spaanse merk deze maand al de 5.000 auto's verkocht, die het vorig jaar hoop te in heel 1984 aan de man te kunnen brengen. En dat was nog maar met alleen de afgeleide Fiats in huis. Zonder de Porsche- motoren. Geen wonder, dat Seat de toekomst zonnig ziet. Mitsubishi Galant 2000 GLS. A uto /TV <=Z—±& A il leg aar - - - Sloten op de autowielen Het is al menige automobilist overkomen: van zijn geparkeerde wagen bleken de wielen te zijn gestolen. Vooral banden met (vrij kostbare) lichtmetalen velgen zijn in trek. Het is geen plezierige ervaring je auto wielloos terug te vinden, kreupel op vier kistjes of hangend op stenen. Natuurlijk heeft de industrie een (voorlopig?) antwoord klaar, een wielenbeveiliging. Op één van de moeren van elk wiel wordt een slotje met twee componentenlijm bevestigd. Die sloten zijn aan de zijkanten geborgd met drie breekschroeven en hebben vier asymmetrische gaten, waarin de stiften van een sleutelhulpstuk passen. Een set van vier sloten met sleutel en lijm is voor 79 gulden te koop in de Halfordszaken. Natuurlijk kan je zelf de wielen wel afnemen. Bijvoorbeeld om een band te verwisselen. Maar je moet er wel voor zorgen datje die sleutel niet kwijt raakt. Opbergen dus op een vast plekje in de auto. En in elk geval het nummer noteren. Mocht het ding onvindbaar zijn, dan kan een nieuwe met hetzelfde codenummer worden besteld. 'De techniek van uw auto' Bij Kluwer (Technische Boeken) in Deventer is een boek onder de alleszeggende titel 'De techniek van uw auto' verschenen. Auteur is Jan Trommelmans, die als docent autotechniek de constructie en de werking van de automotoren op prettig populaire wijze kan uiteenzetten. Natuurlijk moet men een beetje van toeten en blazen weten en enige belangstelling hebben om zich in zulke lectuur te kunnen en willen verdiepen. Toch is het boek niet geschreven alleen voor de student-auto- technicus, voor de jongeman dus die eens zijn tenten in de auto wereld wil opslaan. Het is ook voor de iets geïnteresseerde leek en de hobbyist, die het leuk vindt een deel van zijn vrije tijd onder de motorkap van zijn auto door te brengen. Zo eenvoudig mogelijk vertelt Jan Trommelmans nog eens het geheim van de techniek, waarbij zijn woorden worden vergezeld door een groot aantal illustraties. Dat alles maakt het werk niet goedkoop: 49,75. De dieselmarkt groeit gestaag. In vier jaar tijd is het aantal verkochte auto's met dieselmo tor gestegen met bijna vijftig procent. Ik praat dan over nieu we wagens. Nu is dat niet zo gek. Het aan bod werd veel groter, vooral aan kleinere dieseltjes. De prijs van de dieselolie steeg minder dan die van benzine. Bedroeg het verschil tussen een liter benzine en een liter diesel vier jaar gele den ongeveer 45 cent, nu is dat al opgelopen tot ongeveer 55 cent. Bovendien springt een diesel motor beduidend zuiniger met brandstof om. En ook dat wordt nog steeds beter. Dus wordt het aantal kilometers dat men moet rijden om voordeliger uit te zijn met diesel steeds kleiner en het aantal potentiële klanten steeds groter. Het is al meer gezegd: geen merk kan meer om de diesel heen. Dus ook Mazda niet. Het Japanse merk reserveerde tot voor kort de diesels voor de vrachtwagen-sector. Nu heeft het ook een personenauto-diesel. In het hoofdkwartier in Hirosji- ma hebben ze daarvoor de gewil de middenklasser 626 uitgeko zen. Een'handige, maar ook voor de hand liggende keuze. Deze 626 heeft in ons land na de introductie zo'n anderhalf jaar geleden snel opgang gemaakt. Een auto met een aantrekkelijke, vrij tijdloze carrosserie, waarin men verschillende benzinemoto ren kan krijgen. In die anderhalf jaar werden er 15.000 stuks van verkocht. Tekenend voor de snelle populariteit. De tweeliter benzinemotor heeft als uitgangspunt gediend voor de krachtbron, die uiteinde lijk in de dieselversies werd ge plaatst. Mazda wijst er echter met nadruk op, dat de opzet al leen in grote trekken gelijk is. De meeste onderdelen verschillen. En natuurlijk is de lichtmetalen cilinderkop van geheel andere constructie. De brandstof-injec tie geschiedt indirect in voorwer- velkamers van het Ricardo-type, in deze 626 uitgevoerd met een platte bodem, wat volgens de constructeurs een gunstige in vloed heeft op het prestatieni veau. Wat dat betreft valt er inder daad niets te klagen. De snello pende dieselmotor kan 64 paar- dekrachten mobiliseren. Die zor gen ervoor dat zelfs deze meer dan duizend kilo wegende wa gen binnen zestien seconden uit stilstand naar een snelheid van honderd kilometer per uur kan worden gesleept. Als men het gaspedaal inge drukt houdt blijft ook daarna de naald van de snelheidsmeter snel omhoog klauteren. Pas in de buurt van de 140 komt er wat vertraging in de beweging. De laatste klim gaat maar moeilijk en het duurt vrij lang voor die naald voorbij de 150 definitief tot stilstand komt. Maar al gaat het moeizaam, het gebeurt binnen de grenzen van het aanvaardbare geluid. De con structeurs hebben er veel moeite voor gedaan, maar ze hebben hun pogingen om het kabaal bui ten de deur te houden met heel redelijk succes bekroond. Trouwens, er zijn meer gebie den waarin de constructeurs erin zijn geslaagd de concurrentie voor te blijven. Zo hebben zij de periode van voorgloeien - de tijd dus tussen het aanzetten van het contact en het moment dat men kan starten tot het minimale (drie seconden) kunnen terug dringen. Ten overvloede zit er nog een mechanische startver- sneller (choke) op de wagen, voor als het erg bar en boos weer is, zodat de motor onder alle om standigheden zoals dat heet 'mooi rond' kan blijven lopen. Er zijn diverse dieseluitvoerin gen op de markt gebracht. Stuk voor stuk met een vijf-versnel- lingsbak. Het verschil zit hem in de luxe aan boord. De vierdeurs (Sedan) begint bij een prijs van tegen de 26 mille, de vijfdeurs (Hatchback) kost in zijn eenvou digste uitvoering op enkele gul dens na 28 mille. Van de Haagse importeur Auto Palace-De Binckhorst kreeg ik de duurste GLX mee (bijna 30 mille). Wel een auto, waarin alle mogelijke aardigheidjes zitten gestopt. Zoals naar alle kanten verstelbare, voortreffelijke stoe len, elektrisch bedienbare bui tenspiegels, centrale vergrende ling en meer van zulke plezierige dingen. Dat de Mazda 626 een goed rij dende, gemakkelijk hanteerbare en prettig bestuurbare auto is met een fikse lading leuke luxe heb ik in het verleden al betoogd. De soepele dieselmotor past pre cies in het pulletje. Bovendien is hij nog zuinig ook. Zelfs vrij pit tig rijdend is een gemiddeld ver bruik van één op veertien (of nog beter) haalbaar. Dan doet men met een paar tientjes in de hand al heel wat bij de benzinepomp. En met een volle tank kan men een heel eind komen. Het is een voorwielaandrijver, bovendien zijn die dieselmoto ren altijd wat zwaarder dan hun benzinebroers. Dat geeft dus een hoger gewicht op de voortrein. Dat deze Mazda desondanks soe pel te besturen is, is te danken aan de tandheugel-besturing met variabele overbrengingsverhou dingen. En op de voorwielen zit ten inwendig gekoelde schijf- De tijd van de 'goedkope Ja panner' is voorbij. Toch blijven de produkten uit het land van de Rijzende Zon sterke concurren ten, vooral door de telkens toch weer opvallende compleetheid van hun uitrusting. Dat is ook weer terug te vinden in deze uit stekende Mazda 626 diesel. Het kabinet-Lubbers presenteert over tien dagen een Miljoenen nota waarin voor dik 11 miljard aan bezuinigingen is opgeno men. Dankzij minister Ruding (financiën), die op de valreep nog met extra bezuinigingseisen kwam, opnieuw een record. De buikriem zal wéér een gaatje strakker moeten worden aangetrokken, maar wie premier Lubbers twee weken geleden de besluiten van het kabinet hoorde verdedigen, kreeg de indruk dat het allemaal best zal meevallen. De aardgasinkomsten zijn ho ger dan verwacht, de werkloos heid stijgt langzamer, de koop kracht van de meeste mensen zal volgend jaar niet meer dalen en sommigen gaan er zelfs op voor- door Hans de Bruijn uit, terwijl het financieringste kort voor het eerst beneden de 10 procent daalt. Met andere woorden, want dat was de boodschap, ons beleid helpt. Leve het kabinet. En die 11,5 miljard, ach. Daarover ma ken we ons al lang niet meer zo druk als we enkele jaren geleden nog deden over bezuinigingspro gramma's die hooguit de helft bedroegen. Maar het optimistische verhaal van Lubbers verhult dat er ook volgend jaar nog honderdduizen den, zo niet miljoenen mensen zijn aan wie het door Lubbers ge profeteerde herstel voorbij zal gaan. Wie niet gezegend is met werk en een hoger inkomen is helemaal niet zo goed af. Dat de laagste sociale uitkerin gen en de minimumloners er vol gend jaar niet op achteruit gaan wordt verkocht als een groot winstpunt. Daar staat tegenover dat de iets hogere uitkeringen wel degelijk omlaag gaan en dat ook ambtenaren nog steeds moe ten inleveren. De groei in inkomen is slechts voorbehouden aan die mensen die al een baan hebben en dan nog alleen die welke een stuk meer verdienen dan het mini mum. Nog maar enkele jaren ge leden zou iedereen daarbij de wenkbrauwen hebben gefronst, nu presenteert het kabinet-Lub bers dit als een enorme vooruit gang. Het kabinet kiest dus - ander maal - voor de mensen die al een redelijk verzekerde toekomst hebben. Dat blijkt uit meer van de nu op tafel liggende voorstel len. Het duidelijkste is nog de verlaging van de sociale premies, waarvan de werkenden veel di recter profiteren dan de niet werkenden, die immers geen premies betalen. Maar op meer terreinen heeft het kabinet de afgelopen tijd la ten zien meer oog te hebben voor de 'haves' dan voor de 'have- nots', waarbij de 'haves' in toene mende mate klagen dat zij het toch ook niet zo goed hebben. Enige tijd geleden was het minis ter Van Aardenne die toch niet kinderachtig betaalde topambte- naren op zijn ministerie van eco nomische zaken méér wilde gaan geven om ze voor de overheids dienst te behouden. Vervolgens kwam minister Rietkerk (binnenlandse zaken) begin deze week met het voorstel om ambtenaren niet langer auto matisch maar slechts 'naar pres tatie' een periodiek te geven. En tenslotte was er deze week mi nister De Koning (sociale zaken), die vindt dat het verschil tussen de minimumloners en de moda- len moet worden vergroot. Ook hij vergoelijkt dat idee met een verwijzing naar het pres tatieniveau. Vooral de vakmen sen (in vergelijking met kantoor personeel dat kennelijk per defi nitie niet uit vakmensen bestaat) worden te weinig gewaardeerd. „Er zijn te weinig financiële prik kels voor iemand om vakbekwa me arbeid te verschaffen", liet de minister weten in een vraagge sprek met het dagblad Trouw. Dat vakwerk (De Koning be doelt dus handwerk) goed be taald moet worden is een loffe lijk streven, maar die medaille heeft ook een keerzijde. Er gaat op de eerste plaats de suggestie Minister De Koning: solidari teit op de tocht. (foto ANP» van uit dat iemand die het mini mumloon verdient niet vakbe kwaam genoeg is en door zich te bekwamen meer kan gaan ver dienen. Al die goed opgeleide vakmen sen die nu noodgedwongen voor een laag inkomen werken zullen van zo'n uitgangspunt al verrast opkijken. Die redenering lijkt op die volgens welke jarenlang de uitkeringen te hoog werden ge vonden. waardoor niemand meer te gaan Dat zou reëel kunnen zijn in een tijd van een normale arbeids markt, maar nu voor elke vacatu re 100 sollicitanten zich aandie nen is het wat wrang om te sug gereren dat mensen het zelf in de hand hebben of zij aan een beter betaalde baan kunnen komen. Het voorstel van De Koning bevoordeelt dus in feite de men sen die nu al een baan hebben waarin zij hun vakmanschap kunnen tonen, maar heeft geen enkele betekenis voor al die an deren die dat geluk niet hebben. Zijn idee lost daarom niets op, behalve het rekenkundige pro bleem dat het verschil tussen mi nimumloon en modale inkomen de laatste jaren inderdaad (te) ge ring is geworden. De suggesties van de minister zetten de toch al zwakke solidari teit tussen werkenden en niet- werkenden op de tocht en heb ben eerder tot gevolg dat een nog steeds zeer grote groep, buiten hun schuld kansarme Nederlan ders, het risico loopt blijvend op achterstand te worden gezet. En voor de niet-werkenden geldt dat dan nog eens in dubbele mate, want de loonsverhoging voor de modale inkomens geldt natuur lijk niet voor de modale uitke ringstrekkers. Bovendien heeft De Koning niet de vraag beantwoord waar het geld dat de vakmensen moe ten gaan verdienen vandaan moet komen. Het gaat weliswaar wat beter in het bedrijfsleven maar nog allerminst zo dat zij een loonronde voor hun modale werknemers kunnen betalen. Elke gulden die aan de ene werknemer gegeven wordt, wordt de anderen onthouden. En aangezien de overheid noch het bedrijfsleven van zins lijkt de ho ge inkomens een extra offer te la ten brengen voor hun minder be deelde modale collega's, is'het al lerminst denkbeeldig dat op den duur toch weer de laagste inko mensgroepen het gelag zullen moeten betalen voor de waarde ring van vakmanschap. De opmerkingen van De Ko ning zijn een uiting van een juist voor het CDA nieuwe filosofie waarbij steeds meer sprake is van individualisering van ar beidsvoorwaarden. Waar loons verbeteringen vroeger collectief voor hele bedrijfstakken werden geregeld, gaan nu steeds meer stemmen op om ondernemingen die het wat beter doen hun werk- s extra te laten betalen. Prestaties worden weer indivi dueel en niet meer collectief be loond. Het gevolg daarvan is ech ter vrijwel altijd dat de mensen die al in een bevoorrechte positie zitten er op vooruit gaan. En dat gaat - als zijn het communice rende vaten - altijd ten koste van de minder gelukkigen, die de afgelopen jaren al zoveel of fers hebben moeten brengen. In VVD-kring is dit soort gelui den al jaren gehoord, maar ook voorlieden van het CDA zoals De Koning lijken nu in toenemende mate 'bekeerd'. Het verkiezings programma van het CDA van 1982 ademde nog op tal van plaatsen de solidariteitsgedach- te. Die is de laatste twee jaar door de gewijzigde omstandigheden al stevig onder druk komen te staan. Loon naar werk is altijd een gedachte geweest die chris tendemocratische politici verre van zich wierpen De economi sche nood brengt ook hen er ken nelijk toe het met deze principes wat minder nauv

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 11