Elfduizend Maagden ISO jaar in Leiden actief in I vrije tijd I Leiden uit de lucht gezien (6) Herinneringen aan klooster Mariënpoel aHBnaJI I AZL-complex domineert nieuwe Leidse 'sky-line' LIS IZATERDAG 18 AUGUSTUS 1984 LEIDEN ilitei :48. LEIDEN Slechts 150 jaar is het vrouwenklooster Mariën- ivenPoe^ bewoond geweest. In de zeventiende eeuw zijn de ge bouwen van het klooster, dat even buiten de stad Le'den lag, totaal verdwenen nadat het in 1573 door de nonnen was verla kten. "door .„"Marian Catenmiller Ondanks de korte bestaansperio- £w4 de heeft het convent een grote be- rai tekenis gehad voor de stad Leiden. Nu zouden we er waarschijnlijk om lachen, maar in de midde leeuwse samenleving namen erpi kloosters een belangrijke plaats in, 4 t/ want daar werd gebeden voor het welzijn van de hele bevolking en in het bijzonder het welzijn van de tinó edelen en de welvaart in het land. En ook nu is het klooster nog be- (i langrijk genoeg om er een tentoon- 132 stelling aan te wijden. Tot 3 okto- 1 ber is in het Leidse museum De Lakenhal de Lukas van Leyden- zaal ingericht met herinneringen Hoewel het klooster al lange tijd geleden verdween, is er dank zij een rijk archief het een en ander bewaard gebleven. Het archief werd in 1573 door de nonnen van Mariënpoel binnen Leiden ge bracht, omdat de Spaanse troepen optrokken naar de stad, die zich te gen de wettige heer der Nederlan den, de Spaanse koning, had ge keerd. De nonnen zochten be scherming binnen de stadsmuren en namen hun boeken, oorkonden en boekhouding mee en leverden dit in bij de stadssecretaris Jan van Hout. Sinds die tijd is het archief in bezit gebleven van Leiden. Van de kunstvoorwerpen die oorspronkelijk de kapel van het klooster sierden, zijn ook nog en kele schilderijen bewaard geble ven, zoals de memorietafel van de familie Van Swieten en twee drie luiken vervaardigd door Cornelis Engebrechtsz. De schilderijen zijn ook in De Lakenhal te zien. Boudijn i de zusters, die i Mariënpoel bevond zich ten noorden van Leiden tussen de hui dige Wassenaarseweg en de Rijns- burgerweg in de omgeving van het academisch ziekenhuis. Sinds 18 augustus 1428 was deze grond met de ruïne van het voormalig kasteel Paddenpoel eigendom van de Leidse edelman Boudijn van Swie ten. Hij was tevens raadsheer en schatmeester van Philips van Bourgondië. De zusters van het klooster van de Elfduizend Maagden waren Ou dewater en hun bezittingen ont vlucht vanwege de onrusten en strijd in de provincie Utrecht. Op zoek naar nieuwe huisvesting en een beschermer kwamen de zus ters in Leiden aan, waar Boudijn hen te hulp schoot. Hij schonk hun de ruïne van Paddenpoel, 28 mor gen land (ongeveer 23,5 hectaren) en een grote som geld. Daarbij stel de de edelman als voorwaarde dat er een vrouwenklooster zou wor den gesticht, geheten Mariënpoel of Onze Lieve Vrouwenpoel. De kloosterzusters zouden verder re gelmatig moeten bidden voor Bou dijn, zijn familie en vrienden en voor de landsheer Philips van Bourgondië en diens familie. Aldus geschiedde. In korte tijd werd Mariënpoel bewoond door een aantal vrouwen, die vooral af komstig waren uit de gegoede bur gerij van Leiden en omstreken. Het klooster ontving vele giften, zoals de twee drieluiken, zilveren mis- voorwerpen, landerijen en geld. De zusters verkregen bovendien de speciale bescherming van Philips van Bourgondië en ontvingen van hem diverse privileges en geschen ken. Religieus Het leven in het convent verliep volgens de regel van Sint Augusti- nus, oftewel het grootste gedeelte van de dag werd in beslag geno men door religieuze vieringen. Daarnaast werden er lichte huis houdelijke werkzaamheden ver richt en hielden de nonnen zich be zig met het overschrijven van boe ken, het maken van tekeningen en eenvoudig handwerk. Voor het zware huishoudelijke werk was er een aantal werk- of lekenzusters. De kleding van de nonnen was eenvoudig en functioneel: rok en kousen van wit linnen, mantel en sluier van zwart laken. Acht maal per jaar mochten de zusters hun Vakantie-activiteiten In de laatste week van de vakantie houdt het Volkshuis di verse activiteiten voor kinderen (3-13 jaar) uit de binnenstad. Voor de leeftijdsgroep 3-7 jaar wordt daarbij ook de nieuwe speelzaal aan de Langegracht 61 betrokken. Van maandag tot en met vrijdag bevat het program ma de volgende onderdelen: een gipsbeeld maken, een bezoek aan een kinderboerderijeen fiets- roei-picknicktocht, videofilms, spelletjes, een bezoek per roeiboot en verkleed als indiaan aan buurthuis het Mierennest en een dagje Efteling. Voor meer infor matie: Volkshuis, Apothekersdijk 33, tel. 125736. Ook in clubhuis Matilo, in de wijk Meerburg, zijn er zomer vakantie-activiteiten voor kinde ren van 4 tot en met 12 jaar. Het programma biedt een film, een dagje uit naar de Efteling, een speurtocht en een boottocht. Voor meer informatie: Matilo, Zaan- straat 126, tel. 412515. Wandeltocht Wandelsportvereniging Zuid- West organiseert woensdag de derde Zomeravondwandeltocht door Leiden. De start is tussen zes en zeven uur bij de kantine van voetbalvereniging VTL aan de Voorschoterweg. BMarian Castenmiller, de schrijfster van het verhaal over het convent Ma riënpoel, is historica. Zij studeerde in "™*juni 1980 af met een scriptie over het klooster. Op dit moment is ze niet werkzaam als historica, maar ze blijft °wel met haar vak bezig, alitei Over Mariënpoel heeft zij al eerder artikelen geschreven die in het Leids Jaarboekje (1981) en in Spiegel His- toriaal (januari 1983) verschenen. Marian Castenmiller wil in de toe komst haar onderzoek naar de ge schiedenis van Mariënpoel voortzet ten. Ter gelegenheid van de tentoon stelling over het klooster in De La kenhal dook zij nog eens in de vele archiefstukken. Het onderstaande verhaal is het resultaat. Bezetting El Cid-kantoor opgeheven LEIDEN - De bezetting van het kantoor van de El Cid commissie is gistermiddag opgeheven. De be zetters en de leden van de El Cid '84 zijn na overleg nader tot elkaar gekomen. In een openbare verkla ring heeft de Enige Leidse Com missie Introductie Dagen zich ge distantieerd van groeperingen als het Oud Strijders Legioen en de Nederlands Zuidafrikaanse Werk gemeenschap. Verder schrijft de commissie: "Het feit dat instellingen zich op de El Cid infomarkt presenteren wil niet zeggen dat wij achter hun doelstellingen staan. Wij zijn tegen iedere vorm van racisme, discrimi natie in welke vorm dan ook. Wij geven verder toe dat wij er goed aan hadden gedaan ons eerder dan nu pas hiervan te distantiëren. Met het oog hierop zal duidelijk zijn dat de El Cid van volgend jaar zich zal moeten herbezinnen". Dezer dagen wordt ook een begin gemaakt met de inrichting en be strating van het terrein tussen de spoorlijn en de nieuwbouw. Aan dit terrein zal straks tijdelijk de hoofdingang van het AZL zijn gesi tueerd. Het spoorwegemplacement loopt dwars over de foto. Daarboven zien we behalve de nieuwbouw voor het AZL ook de bijna onwarbare klu wen van straatjes en gebouwtjes die samen het huidige academisch ziekenhuis vormen. Een deel van die bestaande bebouwing zal straks plaats maken voor een twee de en derde nieuwbouwcomplex dat er in de jaren na 1990 moet staan. De bedoeling is dat in 1986 met de bouw van het tweede com plex wordt begonnen. In de linker bovenhoek van de fo to zien we de Plesmanlaan met rechts daarvan de Leeuwenhoek, het gebied dat is bestemd voor de bouw van woningenenkele win kels, bedrijven en voor de uitbrei ding van de noordelijk gelegen uni versiteitslaboratoria (niet zicht baar op de foto). De enige bouwactiviteit die op dit moment is het gebied plaats vindt is voor de Akademie voor Ge zondheidszorg. Het nieuwe school gebouw (in het midden van de foto, bovenaan) is voor het eind van dit jaar gereed. Het zal zeker nog tot in de jaren negentig duren voordat op grotere schaal nieuwbouwactivi- teiten in het gebied de Leeuwen hoek zullen plaatsvinden. Ten westen van de nieuwbouw voor het AZL zien we aan de Ples manlaan het eeuwenoude Pesthuys waarin tot voor kort het legermu seum was gevestigd. Het gebouw zal straks vermoedelijk in gebruik worden genomen door de afdeling civiele werken van de gemeente. Aan de andere kant van de Ples manlaan ligt het Morskwartier. Duidelijk zichtbaar zijn de flats aan de Jan Luijkenlaan (lintebo- ven), een automobielbedrijf, gele gen aan de Vondellaan, en de hoge kantoorflat langs de spoorlijn. Onder het spoorwegemplacement zien we een deel van de Transvaal- buurt (links) en van de Oude Morsch (linksonder). Het grootste deel van het gebied onder de spoor lijn behoort tot het Stationskwar tier. Het is deze wijk waar, volgens het nieuwe gemeentelijke bestem mingsplan, de komende jaren nog al het één en ander zal veranderen. Een markant punt op de foto is de Plesmanrotonde links van het midden, naast het belastingkan toor) die mettertijd zal veranderen in een T-kruising met stoplichten. Zo'n kruising is veiliger en sluit aan bij het plan om in de toekomst een tunnel, bedoeld voor door gaand verkeer, aan te leggen onder het Stationsplein. Op het terrein ten noorden van de rotonde rechts naast het Plesmanviaduct), waar thans een transformatorhuisje en een urinoir staan, zal in de toe komst een kantoorgebouw verrij zen, zo wil het bestemmingsplan. Ten zuiden van de Plesmanro tonde stroomt de Morssingel. Daar onder zien we het Rijksmuseum voor Volkenkunde en het Museum Boerhaave. Aan de andere kant van de Morssingel zien we de wo ningen die daar enkele jaren terug werden gebouwd. Daarachter ligt het parkeerterrein dat in de toe komst mogelijk van een etage zal worden voorzien zodat de parkeer gelegenheid in het Stationskwar tier wordt vergroot. Noordelijk van het parkeerterrein staan de flatge bouwen, gelegen aan aan het Sta tionsplein, waarin onder meer wo ningen en het sociologisch instituut zijn gevestigd. In de rechter benedenhoek loopt de Stationsweg die momenteel ten prooi valt aan de nodige recon structiewerkzaamheden. De weg komt uiteindelijk uit bij het Sta tionsplein waar een deel van het NS-station en NZH-busstation zichtbaar zijn. Het is een duidelij ke zaak dat deze luchtfoto van het Stationskwartier, als het aan de gemeente ligt, de komende tijd snel aan actualiteit zal verliezen. (luchtfoto Frans Rombout) lv> de LEIDEN - Het is duidelijk te zien dt op nevenstaande luchtfoto, iets bo il ven het midden, als een reusachtig nieuw hart dat is ingeplant tussen 'e de bestaande bebouwing: het Aca- 01 demisch Ziekenhuis Leiden (AZL). )2 In oktober aanstaande zal het e, hoogste punt van de nieuwbouw h, worden bereikt. Maar, wie met de 1 trein Leiden binnenrijdt kan er nu al niet omheen. De enorme nieuw- bouw-kolos, gehuld in blauw en j' geel, mag met recht de nieuwe sky- line' van Leiden worden genoemd. l Midden volgend jaar zal het tota- le complex door de aannemer wor- l den opgeleverd. De bouw van het gedeelte waarin de poliklinieken j3 worden gehuisvest is al bijna klaar. Andere bouwdelen naderen hun voltooiing. In september zal reeds een begin worden gemaakt met de inrichting van de verpleeg- i torens en de afdelingen voor onder zoek en behandeling, die zich in de onderbouw van de verpleegtorens bevinden. Momenteel is men er druk bezig met de fijne afwerking. De bedoeling is dat in november de eerste afdelingen van het nieuwe ziekenhuis in gebruik worden ge- Een model van de bij het klooster Mariënpoel behorende kapel. Te zien in museum De Lakenhal. (foto Holvast) hoofden laten wassen en scheren. Nadat de zusters op jeugdige leeftijd hun intrede in het klooster hadden gedaan, mochten ze het niet meer verlaten, behalve bij brand, ernstige ziekte of in oorlogs tijden en bij een aanval op het klooster. Bezoek was alleen toege staan aan een paar mensen: de bis schop, de vorst, vorstin of lands vrouwe, de stichter van het kloos ter en de rector. Wanneer het be zoek zich aandiende, moesten de zusters zich terugtrekken in een grote zaal. Alleen de priorin mocht het bezoek ontvangen en met hen spreken. Waren er reparaties uit te voeren dan moesten daarvoor onbekende mensen worden aangetrokken. In dien er toch een vreemde binnen kwam dan gingen de zusters allen in de kapel. De rector en de priorin gingen dan op onderzoek uit en moesten de indringer zo snel mo gelijk verwijderen. Tralies In de stevige, dikke muur rond het klooster was een klein getra lied raam aangebracht, waardoor ouders van kloosterlingen hun dochter een maal per jaar mochten zien. Bovendien was er in het klooster een spreekkamer, waar een zuster ook achter tralies af en toe bezoek mocht ontvangen. De leiding van het klooster was in handen van de rector, de priorin. de subpriorin en de procuratrix. Zij hielden toezicht op de bezittin gen, de aan- en verkoop van goede ren, zij registreerden de giften en bewaarden het zegel en de sleutels van Mariënpoel. De rector zorgde verder voor de verzorging van de religieuze dienst, hij droeg de mis op, hoorde de biecht en hield toezicht op nale ving van de regels. Daar zorgde ook de priorin voor, die het gedrag van de zusters nauwlettend in het oog hield en hen corrigeerde wan neer dat nodig was. Als de priorin ziek of op reis was, werd zij vervan gen door de subpriorin. De procu ratrix inde de renten en pacht van de landerijen. Zij kocht de beno digde levensmiddelen en hield toe zicht op het bakken van het brood en het bierbrouwen. Het grootste gedeelte van een dag in het klooster werd gebruikt voor religeuze bezigheden. Daar toe stonden de zusters reeds "ten halven voor vier uren" op. Nadat er een bel was geluid, ging eenieder rustig naar de kapel voor een geza menlijk morgengebed. Daarna mochten de zusters nog een uurtje terug in bed, maar dan luidde de bel opnieuw en begon de dag. Van 's morgens vroeg tot vier uur in de middag werd er gewerkt, met uit zondering van de uren die bestemd waren voor de godsdienstoefenin gen. Op zondag werd er niet ge werkt. De zusters mochten dan le zen en studeren. Stilte Het middag- en avondmaal werd gezamenlijk gebruikt. De zusters vormden dan een rij naar de eet zaal, de oudste voorop. Tijdens de maaltijd werd er voorgelezen door een van de zusters, de anderen aten in stilte zonder aanmerkingen te maken op het eten. Op zondag mochten de nonnen van twaalf uur tot aan de avonddis met elkaar spreken, op werkdagen na vier uur. Verder heerste er abso lute stilte in het klooster. Bij de intrede beloofden de zus ters volledige gehoorzaamheid aan de regels en de priorin. Toch kon het gebeuren dat zij ongehoorzaam waren en de regels overtraden. In dergelijke gevallen werd er streng opgetreden. De zusters moesten dan in het openbaar hun fouten er kennen en ze werden bestraft met extra gebedsoefeningen. Ernstige re vergrijpen werden bestraft met slagen in de hals en soms moesten de zusters dagenlang in ruwe, hari ge kleding lopen en op de grond eten. Uit het archiefmateriaal komt echter niet naar voren dat overtre dingen veelvuldig voorkwamen. Men krijgt de indruk dat de zus ters voor die tijd een heerlijk rustig leventje konden leiden. Door de vele schenkingen kregen ze zonder hard werk een goed inkomen, vol doende voedsel en kleding en een dak boven hun hoofd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 3