'Zingen is
mijn lust
en mijn
leven...'
tekenpapier voel ik me niet prettig
Zonder
Anton Pieck heeft zijn eigen museum in Hattem
rLeiderdorpse bas Pieter van Egmond in
|de wolken na eerste prijs in Salzburg
In september symposium over video in Maastricht
DINSDAG 7 AUGUSTUS 1984
KUNST
PAGINA15
LEIDERDORP - "Het po-
dium was zó hoog en ik ben
vrij zwaar, maar toen na af-
loop bekend werd gemaakt
dat de bas Pieter Johannes
van Egmond uit Holland de
meeste punten had, was ik
er met één sprong bovenop.
Het trapje zag ik niet eens
meer. Op zo'n moment ben
je als een kind zo blij, maar
eigenlijk is het pas gisteren,
toen ik thuis kwam, goed
tot me doorgedrongen. En
eigenlijk voel ik me nu nog
steeds in een soort zweveri
ge toestand, niet alleen van
de emoties en de terugreis,
maar ook van alle spannin
gen van de afgelopen drie
weken".
Voor de 35-jarige bas Pieter van
Egmond uit Leiderdorp kwam de
eerste prijs die hij vorige week
donderdag tijdens een zangcon
cours in Salzburg in de wacht
'sleepte, als een volslagen verras
sing. Zijn vreugde over het behaal
de resultaat lijkt bijna even groot
als zijn verbazing en al snel worden
de bandopnamen er bij gehaald.
Niet zozeer om te laten horen hoe
goed hij zelf was, maar vooral om
door
Paul Korenhof
'*ten indruk van het geheel te geven,
waarbij hij niet uitgepraat raakt
over de kwaliteiten van mededin
gers en docenten. Veel genieten
van het Oostenrijkse landschap
was er echter niet bij gedurende
die drie weken, die hij als 'gast' van
de Internationale Sommerakade-
mie der Hochschule Mozarteum in
Salzburg doorbracht.
"Tijdens die cursus zit dat hele
Mozarteum in Salzburg vol met
jonge instrumentalisten en vocalis
ten plus beroemdheden als
Schwarzkopf en Jurinac die daar
les geven. Als je aankomt, moet je
auditie doen en dan wordt zo'n
klas - wij waren met veertig man -
verdeeld in twee groepen. In groep
één komen de mensen die al een
beetje klaar zijn voor audities en
concerten en in groep twee de
mensen waaraan nog wat meer
moet gebeuren. Ik kwam meteen
in groep één en toen- begon het.
Van tien tot één les, zonder koffie-
-pauze, daarna een uur lunchpauze,
dan weer les van twee tot zes, half
zeven, soms zelfs acht uur, weer
zonder onderbreking, en dan eten,
OPERA-SERIE K&O - K&O
biedt operaliefhebbers de gelegen
heid om het komende seizoen
voorstellingen bij te wonen in het
Circustheater in Scheveningen. Er
kan een keuze uit twee opera-se-
rie's, elk bestaande uit vier voor
stellingen, worden gemaakt. Abon
nementen zijn bij K&O te bestel
len, resp. tot 15 augustus en 1 sep
tember. Bij voldoende belangstel-
,ling wordt voor busvervoer ge
zorgd.
naar huis en verder studeren. Drie
weken lang en op mijn vrije zon
dag verwachtte mijn leraar, profes
sor Rudolf Knoll, mij ook nog bij
zich thuis om verder te werken. De
beste uit alle klassen traden onder
tussen op tijdens zes concerten en
uit onze klas van veertig deden er
daaraan zes of zeven mee. Daar
was ik ook bij en toen had ik eigen
lijk al een gevoel van: tsjonge,
tsjonge, hoe heb ik hem dat ge
fikst? Daaruit werden er toen weer
elf geselecteerd voor het slotcon-
cours vorige week donderdag, en
de dinsdag er voor kreeg ik te ho
ren dat ik daar ook weer bij was".
Hoewel bassen over het alge
meen stemmen zijn die moeten 'rij
pen' (een goede bas bereikt zijn
hoogtepunt dikwijls pas rond zijn
vijftigste), kan Pieter van Egmond
ook in dat gezelschap nog als een
'late starter' beschouwd worden.
Zijn passie voor de zangkunst be
gon tien jaar geleden, toen hij nog
lid was Van het Rijnlands Chr.
Mannenkoor.
Les
"Maar eens in de week op woens
dagavond een paar uurtjes zingen
bevredigde mij niet en toen ben ik
zang- en theorielessen gaan nemen
bij Willemke van Claerberge. Toen
ik bij haar niet meer verder kwam,
ben ik bij Jos Burcksen les gaan
nemen en die raadde mij na een
jaar aan om bij Charles de Wolff te
gaan zingen. Daar ontmoette ik
weer iemand anders die mij vijf
jaar lang theorie- en pianoles heeft
gegeven en ondertussen ben ik
door Charles de Wolff ook al ge
vraagd om af en toe een solo bij het
Bach-koor te gaan zingen. Via een
advertentie in de krant ben ik toen
bij het koor van het Concertge
bouworkest gekomen, waar Arthur
Oldham mij meteen op de repeti-
tie's al de bassolo's liet zingen. De
pianist Jan Slothouwer, die daar
repetitor was, heeft toen voor mij
een afspraak gemaakt met het Con
servatorium in Amsterdam voor de
operaklas, maar daar zeiden ze me
dat ik beter kon proberen om bij de
Nederlandse Operastichting aan
genomen te worden. Ik heb toen
voorgezongen voor directeur De
Roo en die raadde mij toen aan om
niet in de Opera-Studio te gaan,
maar om eerst bij het koor te solli
citeren, omdat ik nog helemaal on
bekend was met het zangerswe
reldje bij de opera.
Zo ben ik driejaar geleden in het
Operakoor gekomen en als lid
daarvan heb ik nu al een paar klei
ne solo-rolletjes bij de Nederlandse
Operastichting kunnen zingen.
Daarnaast zing ik elke maand toch
ook wel één of twee concerten en
sinds twee jaar heb ik bovendien
les van de bas Pieter van der Berg.
Van die man heb ik heel veel ge
leerd. Niet alleen op het punt van
zingen. Met hem kun je heel nuch
ter over bepaalde dingen in dit vak
praten en dat is toch ook heel be
langrijk".
Toeval
Zijn meedoen aan het concours
in Salzburg ziet de nieuwbakken
prijswinnaar eigenlijk als het ge
volg van puur toeval: "Een collega
van mij in het Operakoor is de
vrouw van de pianist Thom Bollen,
en hij is weer een vriend van Jos
Burcksen, die hem ooit eens iets
over mijn stem verteld had. Op
tweede paasdag werd ik door Le-
nie Bollen uitgenodigd voor een
huisconcert bij hen thuis, waar een
paar zangers uit Maastricht zouden
optreden. Die moesten weer op tijd
weg, maar wij bleven nog even zit
ten en toen vroegen ze mij op een
gegeven moment om ook wat te
zingen. Ik heb toen met Thom Bol
len een paar liederen van Schubert
en Strauss gedaan, en het draaide
er op uit dat hij mij een inschrijf
formulier voor Salzburg gaf. In eer
ste instantie vond ik dat ik dat niet
kon maken tegenover mijn vrouw
en mijn kinderen; precies voor die
periode hadden we namelijk met Carrière
een collega van de opera een
vakantie in Zwitserland afgespro
ken. Ik heb er toen uitgebreid met
Pieter van der Berg over gespro
ken en van het één kwam het an
der, en het slot van het liedje was,
dat ik uiteindelijk toch, twee dagen
vóór de sluitingsdatum, dat formu-
Het winnen van een dergelijke
prijs leidt vrijwel altijd tot nieuwe
engagementen en ook nu heeft het
eerste buitenlandse theater zich al
gemeld. Hoe zijn carrière verder
zal gaan verlopen, is echter ook
voor Pieter van Egmond zelf nog
onduidelijk: "Zingen is mijn lust
en mijn leven, en omdat ik maar
één leven heb, ben ik ook wel van
plan daar zoveel mogelijk van te
genieten. Een contract in het bui
tenland heeft alleen grote gevolgen
voor mijn gezin en voor de kweke
rij waar ik nu samen met mijn va
der in zit en waar mijn vrouw ook
een grote rol in vervult. Ik zal daar
om in de komende tijd eens rustig
de puntjes op de i moeten gaan zet
ten".
Begrafenis
Burton in
familiekring
CELIGNY (AFP/UPI) - Richard
Burton wordt donderdag in zijn
woonplaats Celigny nabij Genève
in Zwitserland begraven. De be
grafenis zal alleen door familiele
den worden bijgewoond. Groten
der aarde zijn niet uitgenodigd.
Elisabeth Taylor, met wie Bur
ton twee maal getrouwd is ge
weest, heeft gezegd niet naar de be
grafenis te komen. Rouwdiensten
worden ook gehouden in zijn ge
boorteplaats Pontrhydyfen in Wa
les, in Londen, New York en Los
Angeles.
Prostituees
mogen niet
declameren
JAKARTA (Reuter) - Een Indo
nesische dichter heeft deze
week gezegd dat hij een proces
zal aanspannen tegen de Raad
voor de Kunst van Jakarta, die
hem verbood gedichten van
zijn hand te laten lezen door
vijf prostituées.
De dichter, Rahardi, zegt dat
het late verbod van de raad
hem een schadepost van een
kleine 5.000 gulden heeft be
zorgd.
Het theater van de Raad voor
de Kunst was volgens hem ge
heel uitverkocht en hij had de
vijf vrouwen al 450 gulden elk
betaald om op het toneel te ver
schijnen en zijn gedichten voor
te lezen.
De Raad voor de Kunst heeft
Rahardi verweten dat hij de
prostituées uitbuit om er finan
cieel beter van te worden.
Kritiekprijs gaat
naar Intro-dans
LEIDEN - De Prijs van de Kritiek
gaat dit jaar naar Intro-dans.
De Arnhemse groep krijgt de
prijs van de theatercritici als waar
dering voor haar belangrijke ver
nieuwende bijdragen aan de ont
wikkeling van de danskunst in Ne
derland. De prijs zal op 19 septem
ber in Amsterdam worden uitge
reikt. Vorig jaar werd zij toegekend
aan de Rotterdamse toneelgroep F-
MAASTRICHT, AMSTERDAM
(GPD) De Jan van Eyck-acade-
mie, werkplaats voor beeldende
kunsten in Maastricht, en het Ste
delijk Museum in Amsterdam, or
ganiseren een symposium over vi
deokunst, dat van vrijdag 14 tot 15
september zal plaatshebben in de
academie. Een groot aantal zeer ge
renommeerde videokunstenaars
en critici is uitgenodigd.
Tegelijk met het symposium is er
een videotentoonstelling in het
Stedelijk Museum te zien tot en
met 28 oktober. Het symposium zal
worden opgebouwd rond verschil
lende thema's van een voor deze
gelegenheid te publiceren boek.
Tot de onderwerpen behoren on
der meer: de taal van het medium
video; video en de beeldende kun
sten; video en film en video-oplei
ding en praktijk. Met de schrijvers
en de kunstenaars zal een aantal
korte gesprekken worden gevoerd
over een specifieke bijdrage aan
het boek met videotapeverwijzin
gen.
Sommige van de deelnemende
kunstenaars presenteren zelf hun
videowerken. Terwijl andere tapes
van de genodigde kunstenaars in
de verschillende ruimten in de aca
demie getoond worden. Tijdens
het symposium zijn ook de kunste-
naarsprodukties die gerealiseerd
zijn sedert de opening in 1981 van
de videostudie aan de Jan van
Eyck-academie in een videotheek
te zien. Tot van de genodigde kun
stenaars behoren Marina Abramo-
vic, Uwe Laysiepen, Vito Acconci,
Nan Hoover, Robert Wilson, Nam
June Paik, Lydia Schouten, Bill
Viola, Max Almy. Uitgenodigde
schrijvers-critici: Wim Beeren,
Peggy Gale, Dorine Mignot, Jean
Paul Trefois en David Holl.
Ter afsluiting van het sympo
sium zal onder voorzitterschap van
de Belgische criticus Erno Vroo-
nen een open forum worden ge
houden waarin nader wordt inge
gaan op de verschillende onder
werpen met het accent op de actue
le problemen rond video en de re
latie en integratie met de beelden
de kunsten. Deelname aan het
symposium (inclusief programma
en publicatie) kost vijftig gulden.
„Ik teken al vanaf mijn derde jaar. Waarom, daar kan ik
geen antwoord op geven. Het is geen kwestie van bezeten
heid. Wat ik wèl kan zeggen, is dit: als ik geen papier zou
hebben, zou ik me niet prettig voelen. Mijn vader was bij
de marine. Thuis was geen enkel element aanwezig dat tot
tekenen aanspoorde. We hebben wel een moeilijke jeugd
gehad, mijn vader dronk. Ik geloof dat het tekenen een
vlucht was"
Anton Pieck in 'zijn'
Ex-tekenleraar Anton Pieck, nu 89
jaar, zit tot over zijn oren in het
werk. De jongste activiteit waarbij
hij - aanvankelijk een beetje tegen
wil en dank - is betrokken, is het
kersverse Anton Pieck Museum in
het onder de rook van Zwolle gele
gen stadje Hattem. Het museum
dat vanaf 4 augustus officieus en
vanaf 6 september officieel voor
het publiek is geopend, vormt een
onderdeel van het Streekmuseum.
door
Frans Keijser
Daar zijn behalve onder meer ar
cheologische vondsten uit Hattem,
dat in 1299 stadsrechten verwierf,
ook werken van de schilders Jan
Voerman senior en junior onderge
bracht. Een verzameling die in de
naaste toekomst nog zal groeien. In
de omgeving van potscherven, ge
broken flesjes en de in een histo
risch pandje gevonden gouden
munten kan het niet anders dan
dat Anton Pieck er zich thuis voelt.
De geschiedenis van Hattem
kraakt van ouderdom en dat is iets
dat Anton Pieck altijd weer trekt.
En dat Hattem van 1972 af tot be
schermd stadsgezicht is verklaard,
daarvan krijg je al een zeker ver
moeden wanneer je deze nabij de
IJssel gelegen schoonheid nadert.
Uit het grasgroene landschap piekt
aangenaam de toren op van de
Grote Kerk, waarvan het onder
stuk alweer een herinnering is aan
een inmiddels teloorgegaan ro-
maans kerkje. De kleur van oranje
rode baksteen die je van de verte
ziet, lijkt afkomstig van het palet
van een kunstenaar.
En tegen de de hemel blauw of
grijs wiekt wakend over het Anton
Pieck Museum aan de bescheiden
geheten Achterstraat de stelling
molen De Fortuin. Het is hier een
vredige wereld, de wereld van An
ton Pieck. En je zou niet vermoe
den dat op het veld buiten de
stadswallen van Hattem de Span
jaarden onder aanvoering van
graaf Salazar krijg voerden met de
Staatse ruiterij, om precies te zijn
van 13 tot 17 augustus in het jaar
1629 Onzes Heren. Maar nu het al
lemaal geschiedenis is, is het óók
de wereld van deze sprookjesteke-
Anton Pieck is terecht verrukt.
Op het binnenplaatsje van het naar
hem vernoemde museum - de be
titeling huis was voor hem meer
dan voldoende geweest - wordt ie
ders oog vertederd door het onver
dachte pittoreske: de uit donkere
houten planken opgetrokken mo
len, een hooggepunte gitzwarte
windwijzer, oorspronkelijk in vele
gedempte tinten aanwezige dak
pannen, schots en scheef gezakte
architectuur, het dakje van een ori
gineel schuurtje van een smidse en
ronde keitjes rond een waterput.
Die lijken zó afkomstig van het Be
gijnhof van het Vlaamse Lier, waar
Anton Pieck menige tekening aan
het papier heeft toevertrouwd.
„Er moet nog wat onkruid bij",
zegt Anton Pieck heel beslist. Want
écht nieuw mag bij hem niets lij
ken, zo'n halve eeuw weer en wind
knagend aan gesteente en gebeen
te is toch wel het minste datje voor
enige schilderachtigheid mag ver
wachten. Over de heuse gemetsel
de waterput op het binnenplaatsje
zegt hij: „Dat noem ik het Assisiën-
putje. Daarvan heb ik op een van
mijn Italiaanse reizen eens een
houtsneedje gemaakt. En nu is het
hier uitgevoerd".
Maar helemaal tevreden is deze
tekenmeester van het sprookje
niet, want het object, met ijzeren
bovenbouw, ketting en emmer is
hem veel te wit. En zoals een schil
der een vuile vernis uitsmeert over
een doek of paneel om het oud te
maken, zo wordt de al te grote hel
derheid van deze put alras getem
perd met bruine smurrie. Doodge
wone koeiestront vermengd met
stro die in de platte ommelanden
zo rijkelijk aanwezig is. De tand
des tijds mag best een beetje wor
den geholpen. Hij hoopt, zegt hij,
dat het museum een succes zal
worden. „Als het straks blijkt te
mislukken, dan zou ik me reuze
schuldig voelen". En het is niet
eens zijn initiatief.
Anton Piecks zoon Max vertelt:
„Het idee om een Anton Pieck Mu
seum te stichten ontstond een jaar
geleden. Het is eigenlijk afkomstig
van onze vriend Unieboek-direc
teur Jan Weggemans, die vond dat
er zoiets moest komen. Mijn vader
voelde er eerst niets voor. We zijn
op zoek gegaan naar een geschikte
plaats en kwamen ten slotte te
recht in Hattem. We zijn met de
verantwoordelijke wethouder gaan
praten en de zaak was snel rond; in
1983 kreeg het zijn beslag. Begin
dit jaar kwam een aangrenzend
woonhuisje vrij. En verder was er
nog een oude schuur, een opslag
plaats van een aannemer.
„In januari zijn we gaan bouwen.
De gemeente Hattem heeft de zaak
opgeknapt op tekening van Anton
Pieck; de Stichting Oud Hattem
heeft een bedelactie op touw gezet
die 75 mille heeft opgebracht. Als
Stichting Anton Pieck Museum
huren wij nu van de gemeente. Het
is de bedoeling dat wij om het half
jaar een kwart van de collectie ver
wisselen, zodat er steeds iets an
ders hangt. Dan blijft het voor de
mensen interessant om er weer
eens een kijkje te nemen".
Er zijn schilderijen, aquarellen,
tekeningen, etsen, houtsneden,
vaak niet zo heel bekend werk in
de entourage die helemaal de geest
van zijn schepper ademt. In de toe
komst zal er ook zijn enorme 19de
eeuwse etspers komen te staan
waarmee hij zijn talrijke prenten
heeft gedrukt. Het museum biedt
vooral sfeer, de groene kleur van
de balken, de ruwe rode plavuizen
maken het de kijker aangenaam er
te toeven. De eerste verdieping is
Anton Pieck Museum. Achterstraat 48,
Hattem. Open maandag tot en met za
terdag van 10 tot 17 uur, tot 15 septem
ber. Daarna geopend van dinsdag tot
en met zaterdag. Eind september ver
schijnt bij uitgeverij Van Hoikema en
Warendorf een herdruk van de Sprook
jes van Grimm, geïllustreerd door An
ton Pieck, prijs f 29,90. Volgend jaar
komt bij Unieboek een nieuwe biogra
fie over Pieck uit ter gelegenheid van
zijn 90ste verjaardag.
ingeruimd voor zijn grafisch werk,
een prentenkabinet dat de wereld
openzet naar de vele tochten die
Anton Pieck op zijn lange levens
weg heeft gemaakt. Die reizen al
leen al hebben hem zo'n duizend
tekeningen opgeleverd.
Voordat er sprake was van het
museum was hij nog nooit in Hat
tem geweest, maar nu hij het ook
heeft ontdekt is hij buitengewoon
tevreden. „Ze willen dat ik hier
ook ga tekenen, maar ik heb helaas
maar één tekenhand".
Anton Pieck, al tijdens zijn leven
een legende, heeft een dagindeling
die doet denken aan die van een
Spartaans krijgsheer. Hij is vroeg
uit de veren; om half tien neemt hij
plaats achter zijn tekentafel, de
werkdag zal duren tot half tien 's
avonds. Voor krant, radio en televi
sie heeft hij nauwelijks tijd, het
geen niet wegneemt dat hij goed
op de hoogte is van het wereldge
beuren. Het begrip arbeidstijdver
korting is hem onbekend: hij
werkt bovendien zeven dagen in
de week. Met een lachje om de bre
de mond zegt hij: „Wat hebben
mensen die nooit getekend hebben
een rustige levensavond".
„Ik teken wanneer mijn tijd niet
door andere dingen in beslag
wordt genomen", zegt hij met de
hem eigen ironie. Die zaken zijn
vele. Behalve het prille Pieckmu-
seum is deze schepper van het
sprookjespark De Efteling druk
bezig met het nieuwe Autotron in
het Noordbrabantse Rosmalen; het
huidige in Drunen, dat ook naar
zijn idee is ontworpen, is niet al
leen te klein geworden, maar er
zijn geen uitbreidingsmogelijkhe
den meer.
Op de grond van een van zijn
twee werkvertrekken in zijn be
scheiden rijtjeshuis in Overveen
liggen enkele schetsen voor een
karrenmuseum, een kinderboerde
rij, een scheepvaartmuseum, een
vuurtoren en een heus 19de eeuws
station met buffet die de nieuwe
Autotron gezicht moeten geven.
Op dat station moet het stoom-
treintje van de lijn Hoorn-Medem-
blik straks binnenrijden, legt An
ton Pieck uit. En hij zal ook hier de
passende sfeer weten op te roepen.
Je hoort de fluit van de lokomotief
al op hoge toon zijn aankomst
doordringend aankondigen, de
stank van roetrook geurt bijna
nostalgisch.
Wat in Rosmalen nog gebouwd
moet worden, staat bij hem al
enigszins op papier voor een aqua
rel (één van de zes) die met opval
lend veel punaises op een teken
bord zit geprikt en welke bestemd
is voor zijn nieuwe kalender 1985.
Een treintje dat een spoorovergang
kruist; een vrouwtje met een muts
je met een hele grote vooruitste
kende rand wacht bij de passage.
Anton Pieck wijst op het hoofd
deksel: „Dat heb ik nog gekend",
zegt hij vertederd. Het is de epoque
van olielamp en kaarslicht, kreu
nende geveltjes en schoorstenen
die hem het meest na aan het hart
ligt.
Dickens
„Ik heb een zwak voor die tijd. 's
Avonds in bed lees ik Dickens,
daar ken ik elke bladzijde van. Mis
schien is het fout, maar ik hou er
nu eenmaal van Nee, het Stedelijk
Museum zegt me weinig, maar het
kan verkeerd zijn. Er is een periode
geweest dat als je romantisch te
kende, je werd afgemaakt. Nu mag
romantiek weer; mensen die op het
Stedelijk zijn ingesteld zullen mijn
werk niet waarderen. Maar ik te
ken met liefde mijn prentjes. Daar
is alles mee gezegd. Ik werk eigen
lijk als egoist, omdat ik het zelf
prettig vind".