Het rondvaartbootje van K. D. Parmentier ELS gaat met steun van gemeente uitbreiden DE NATUUR ALS BUUR WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1984 DO/ST LEIDEN LEIDEN - Onder het lichtgrijze zwerk koerst het rondvaart bootje van K.D. Parmentier naar de aanlegsteiger aan de Stille Mare. De schipper stapt even la ter op de wal. Een jeugdig per soon bedankt hem voor het tochtje. Een ander jongmens staat inmiddels tegen zijn moe der te jengelen dat hij zo graag met die meneer mee wil. Luttele minuten later vaart Koene Dirk Parmentier uit. door Wim Brands "Koene Dirk Parmentier, dat is dus een vrij belangrijke naam. De piloot van de Uiver heette ook zo. Familie? Dan moetje wel drie eeuwen teruggaan in de tijd". Parmentier vergeet overigens op de toeter te blazen, iets dat hij doorgaans toch altijd doet, zoals hij ons later meedeelt. Het ventje dat met zijn moeder aan boord is gegaan, heeft - nadat hij even bang was geweest - weer moed verzameld en verstrekt verschil lende adviezen. Koene Dirk Parmentier, één hand losjes aan het stuur, vertelt: vDit is dus een salonbootje uit 1930. Vroeger heeft-ie regelmatig in Leiden gevaren; dat weet ik omdat ik diverse vorige eigena ren heb gesproken. Toen ik het bootje vorig jaar kocht, bleek al snel dat er wel wat meer mee viel te doen dan alleen gebruiken tij dens de vakantie. In Utrecht heb ik vorig jaar zomer wat tochtjes door de grachten gemaakt en dat beviel de passagiers uitstekend". Zodat Parmentier tot de slot som kwam dat hij maar eens een poging moest wagen in Leiden. Sinds enkele maanden ligt zijn boot aan de Stille Mare. Meerde re malen per dag vaart hij uit. Van huis uit is hij overigens geen schipper. Industrieel vormgever was zijn beroep. Juiste beroep "Ik voelde me niet zo thuis in die commerciële wereld. Wat met mensen doen, ja, dat wilde ik. Nou, dan is dit het juiste be roep, want elke dag weer ben ik tegenwoordig onder de mensen" vertelt Parmentier. Tijdens de tocht, die ongeveer vijftig minuten duurt, verstrekt Parmentier naar eigen zeggen toeristische informatie. Hij neemt daarvoor geen microfoon ter hand, zoals te doen gebruike lijk is, maar praat op informele wijze over bepaalde onderwer pen. Zo zal hij ter hoogte van het stadhuis bijvoorbeëld niet gauw die anekdote over zijn vader ver geten te vertellen. "Dan vertel ik dus dat mijn va der, die aan het water woonde, altijd even uit het raam keek om naar de klok op de stadhuistoren te turen. En in één adem voeg ik er dan aan toe dat hij op een dag geen toren zag. Ook toen wist hij meteen hoe laat het was, zeg ik dan. Brand". Parmentier beschouwt zich niet als een concurrent van ande re eigenaren van rondvaartbo ten. "Dit is maar een klein bootje, is het niet? Eigenlijk denk ik dat dit - een klein bootje - een gat in de markt was. Er zijn veel mensen die het wel leuk vin den om in zo'n klein geval door de stad te varen". We varen in de omgeving van de Zuidsingel. Een visser is zijn hengel verloren en stelt pogin gen in het werk om dit voorwerp weer uit het water te vissen. Par mentier trekt aan de bel. De vis ser kijkt even op en groet terug. "Ze kennen me, hè", zegt Par mentier. "Leuk is dat. Weet u wat mij trouwens ook opvalt: elke dag zie je wel weer wat nieuws. En soms is het natuurlijk ook aardig dat je bij de mensen naar binnen kunt kijken. Je ziet nog eens wat als je in een bootje vaart". Sturen Op de terugweg vraagt Par mentier aan het ventje of deze misschien even wil sturen. Even daarvoor had hij gezegd: "Dat vinden jonge mensen bijna altijd 'Iets met mensen doen, ja, dat wilde ik' wat als je je bootje vaart krijgt hij te ipitein Parmentier luidt de bel. Hij vindt het varen nog altijd leuk. "Je ziet nog leuk, ouderen ook trouwens. Want soms zie ik ze denken: zal ik het vragen of niet"?. Onze jeugdige metgezel mag dan de hele tocht het hoogste woord hebben gevoerd, nu laat hij zich van zijn angstige kant kennen: hij durft niet. Parmen tier - de vriendelijkheid zelve - herhaalt zijn vraag nog eenmaal. Zijn schipperspet dient als lo kaas. En zie: het mannetje over wint zijn schroom. Terwijl hij de kalende schedel van Parmentier Na enkele minuten, minuten waarin we soms vervaarlijk naar de kant koersen, heeft de nieuwe stuurman de smaak danig te pak ken. Als Parmentier het stuur horen: "Laat i voormalige vormgever laat zich niet verleiden: "Nee, we zijn er bijna, ik ben nu aan de beurt". "Of', en nu wendt hy zich tot de verslaggever, "zou u nog een stukje willen sturen". Rokken van rek geplukt LEIDEN - Een voorbijrijdende fietser heeft gistermiddag vliegensvlug van een buitenstaand rek van een kledingmagazijn in de Haarlemmerstraat zes rokken ge plukt. Hij hing ze over het stuur, trapte vervolgens hard door en was niet meer te achterhalen. Auto rijdt het water in LEIDEN - Zonder bestuurder reed gistermiddag even na vijf uur een geparkeerde auto aan de Heren gracht het water in. Een Leidse vrouw had even daarvoor haar wa gen aan de waterkant geplaatst en volgens eigen verklaring op de handrem gezet. Door duikers van de brandweer en een takelbedrijf uit Oegstgeest is de auto weer op het droge gezet. 'Derde Ideuterldas nodig' De verbouwing van de Eerste Leidse Schoolvereniging is al in volle gang. Hoofd can de school Bodoux wijst aan waar de derde kleuterklas moet komen. Zelf moet hij verhuizen naar boven: daar komt een ruimte bouenop de parterre. Voordat de leerlingen weer naar school komen moet de uitbreiding voor het grootste deel klaar zijn. (foto Holvast). LEIDEN Het onderkomen van de Eerste Leidse Schoolvereniging aan de P.C. Hooftlaan is te klein ge worden. De ELS gaat daarom uit breiden. De gemeente heeft daar voor een krediet verleend van ruim twee ton, de rest zal het schoolbe stuur zélf bijdragen. In een tijd, waarin scholen moe ten sluiten wegens het teruglopen van het leerlingental, is uitbreiding van een school een opmerkelijk feit. "Maar het komt vooral omdat we een derde kleuterklas moeten hebben. Het aantal kinderen dat hier de kleuterschool volgt, is gro ter geworden", aldus het hoofd van de school, P. Bodoux. "Vroeger kregen we hier veel kinderen van buitenaf. Dat wil zeggen dat ze kleuteronderwijs elders hadden gevolgd. Maar nu komen veel kin deren hier meteen al op de kleuter school". Daarmee is de integratie tussen kleuter- en lager onderwijs, zoals voorgeschreven in de wet op het basisonderwijs die volgend jaar au gustus definitief van kracht wordt, aan de ELS al vergevorderd. "Die wet is niet nieuw meer voor ons", is Bodoux van mening. Niet vooraan Toch is zijn school er niet één die altijd als haantje de voorste met vernieuwingen meedoet. Integen deel. In een periode van onderwijs- 30 kilometer Een snelheidslimiet van 30 kilome ter moet vooral als een signaal functie worden opgevat. "Voor het psychologisch effect", zei ir. G. Aletrino, hoofd van de Afd. Ver keer en vervoer vorige week in de ze krant. In zijn signalering verhaalt hij ons dat het zó is dat zij welke om die snelheidsbeperking vragen, de ze niet krijgen en zij welke er niet om vragen, er mee worden opge scheept. Zo iets waar wij in onze prille jeugd al mee kennismaakten, wan neer wij om iets vroegen: kinderen die vragen, worden overgeslagen, in het midden latend hoe die er dan wél aan moesten komen. In zijn verhaal lezen wij dan dat het beperken van de snelheid géén eenvoudige zaak is, men kan - al dus de heer Aletrino - met grote kans op succes er tegen proteste ren, door bezwaren aan te tekenen. Dat het dan veelal blijft bij het in dienen van bezwaren, daar weten de bewoners langs de route waar de busbaan in het kader van een experiment wordt aangelegd. Al dat geld- en energieverspil- lend werk wat daar wordt uitge voerd, is ontsproten in de breinen van hen welke de Stuurgroep vormden en daar maakte o.a. de heer Aletrino mede deel van uit. Miljoenen belastinggeld worden hier verspild om de Heilige Koe, d.w.z. de bussen, welke veelal leeg, die route berijden, enkele minuten tijdwinst te geven. Dit alles ten koste van het werkelijk openbaar vervoer, het eigen vervoer en de bewoners langs die route. Nu die snelheidsbeperking tot 30 km. Wanneer u nu zou menen dat het de bedoeling is een auto met zijn giftig uitlaatgas zo vlug moge- "De gemeente begint wel vaker aan een zaak waarvan ze niet zeker weet of dat zij die wint". Op de bonnefooi dus. Natuurlijk is de heer Aletrino gaarne bereid goede raad te geven aan hen welke e.e.a. niet aan zou staan, bijv. wanneer men beknot zou worden in zijn of haar broodwinning. Hij zegt al thans dat men door bijv. harde ac ties wel kan bereiken e.e.a. onge- - daan te maken. Was het dan niet verstandiger eens eerst het oor be ter en meer gedifferentieerd tot luisteren te leggen alvorens men besluit? Dit gewraakte artikel in het LD is blijkbaar zonder voorkennis van ons verantwoordelijk stadsbestuur lijk uit de wijk te krijgen, dan is dat een grote denkfout, want men moet ze zo lang mogelijk met die draaiende motor in de wijk houden om ze dan later weer met dat antis tank argument helemaal uit de wijk te houden. Nu zijn er wel lie den welke dit autopesten noemen,, maar dat is het beslist niet, dan gaat het niet meer om de veilig heid, maar om millieutechnische redenen. Natuurlijk is er dan wel weer een wethouder, die er voor "allemaal" zit, om ook dan daar weer een bord voor te onthullen. Werkelyk een onthullende bezig heid, wie zegt daar nu weer een on benullige bezigheid? Typerender kon men het niet aan ons duidelijk proberen te maken. tot stand gekomen, daarom ook van deze zijde een "Signaal". Het komt mij voor dat de heer Aletrino het best zonder snelheidsbeper king naar een andere functie kan solliciteren. Wat ons betreft mag hij dan ook nog wat zg. stadsbe stuurders meenemen. Vogels van verschillende pluimage, maar wel gekozen. (Dat is wat anders dan verkozen om de zaken in goede - veilige - banen te leiden. Al was het maar voor het psychologisch effect). H. van Eek Hoge Ryndijk 3 Leiden (van redactiewege ingekort) Duivensport De postduivenvereniging De Vriendenclub vloog een wed vlucht met 248 duiven in con cours van Corbeil. De uitslag: 1 en 10. F.J. Compier; 2. Th: Don- gelmans; 3 en 8. W. v.d. Kooy; 4. C. Bonneur; 5. L. Koopman; 6. C.P. Gijsman; 7. A. Compier; 9. W. Vijlbrief Met 629 jonge duiven in con cours vloog De Vriendenclub een wedvlucht van Noyon. De uit slag: 1. J.M. Turk; 2. W. v.d. Kooy 3. L. Burgers; 4. L. Koopman; 5. R. v.d. Dop6 en 8. W. Siera sr; 7. J. Boelee; 9 en 10. W. Siera jr. De postduivenvereniging Lei derdorp vloog van Corbeil. De uitslag: 1 en 6. P. Sloos; 2, 7, 8 en 9. F. v. Heusden3 en 4. J. v. Al phen; 5. Comb. Reijka; 10. J. Knijnenburg. Met jonge duiven vloog Leider dorp van Noyon. De uitslag: 1. J. Knijnenburg; 2. D. v. Seggelev; 3, 6 en 9. Comb. Reijka; 4 en 5 B. v. Vliet; 7. P. Sloos; 8. W. Jacobi; 10. J. v. Alphen. Afgelopen weekeinde was het zover. Na weken van grauw en veel te koud weer bleek het ein delijk echt zomer. Niet alleen de dagjesmensen hadden daarop gewacht. Voor bepaalde dieren was het veel belangrijker: de Zoals waarschijnlijk bekend bestaat een mierennest uit één of meerdere koninginnen die zich uitsluitend met het leggen van de eieren bezighouden en uit duizenden werksters die voor al het andere opdraaien. door J.P.H.M. Adema en H.A.J. in den Bosch Elk jaar worden in een volwa- sen mierennest gevleugelde die ren geproduceerd. Dit zijn de mannetjes en de toekomstige ko ninginnen. In tegenstelling tot de werksters, die in het geheel geen nakomelingen kunnen krij gen, planten deze dieren zich ge slachtelijk voort. Het zijn de ex emplaren die wij vliegende mie ren noemen. Tijdens de bruids vlucht, of soms al op de grond, vindt de enige paring in hun le ven plaats. Een kolonie mieren wordt wel met een boom vergeleken: de kleine werksters als bladeren, de soldaten van somipige soorten als doorns en de geslachtelijke individuen als vruchten, waar van er hooguit een paar tot was dom komen. Er zit een enorme investering in de vliegende mie ren: zij kunnen eenvijfde tot tweederde van het totale gewicht van een kolonie uitmaken. Vele vallen tijdens de bruidsvlucht ten prooi aan vogels of komen op een ongeschikte plek terecht. Of ze landen juist op een heel ge schikte: een ander nest, waar ze zelden getolereerd worden. De gevaren zijn legio. Voor de mannetjes is het al snel afgelopen. Zij dienen voor de bevruchting en na hun daad is er geen taak meer voor ze wegge legd. De toekomstige koningin nen gaan op zoek naar een ter- reintje dat veel overeenkomst vertoont met dat waar zij van daan kwamen. Hebben ze dat ge vonden, dan werpen of bijten ze hun vleugels af en graven een holletje. Uiterlijk het volgend vooijaar leggen ze eieren, waar uit larven komen, die an enige tijd werksters opleveren. Een kolonie is geboren. De vluchten vinden gelijktij dig plaats voor alle gevleugelde mieren van één soort binnen één gebied. Het blijkt uit onderzoek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam dat een bepaalde combinatie van weersfactoren de Een mannelijke vliegende t\ mieren tot vliegen aanzet. De vluchten geschieden in de zomer bij weer met weinig wind, zonder neerslag en een temperatuur van rond de 20° Celsius. Dit komt soms overeen met een wat druk kend weertype, zoals afgelopen maandag en dinsdag. Met het vorderen van het jaar raken ze wat minder kritisch en vóór de winter worden de gevleugelde dieren in elk geval buiten de deur gezet. De verschillende soorten mie ren reageren niet gelijk op de fac toren zoals temperatuur, lucht vochtigheid en instraling; ook de tijd van de dag waarop de vlucht begint, kan anders zijn. Gewoon lijk stijgen de mannetjes eerder op en vormen een zwerm waar de vrouwtjes doorheen moeten, vliegen. De meest algemene soort bin- nen de stad is de bruine weg- mier, Lasius niger, maar ook de kleinere knoopmieren (Myrmica- soorten) zijn dikwijls te zien. de bruine wegmier begint aan de bruidsvlucht 's middags kort na het bereiken van de maximale dagtemperatuur, terwijl de knoopmieren vroeger of later zijn. De bruine wegmier heeft een voorkeur voor een wat lagere relatieve luchtvochtigheid. Neemt deze tijdens het uitvlie gen toe, dan zorgt dit voor een onderbreking hiervan. Eenzelfde effect hebben een toenemende bewolking (dikwijls met het vori ge samenhangend) en het opko men van de wind. Waarschijnlijk heeft deze ver andering er afgelopen dagen er voor gezorgd dat het (foto In den Bosch) beperkt bleef. Met wat lang warm weer verwachten we het echte massale uitvliegen. Zijn er maar af en toe korte geschikte perioden, dan blyft zulks achter wege en vliegen ze min of meer geleidelijk uit. De vliegende exemplaren zijn altijd groter dan de werksters. Bij de bruine wegmier moeten de uitgangen speciaal verbreed worden om ze eruit te laten. Dit werk kan een dag vergen en heeft tot gevolg dat er, vooral vroeg in het seizoen, met "vertra ging" gereageerd wordt op het weer. De omstandigheden kun nen immers onderwijl verslech teren. Niettemin is een gedeelte van de klus dan al geklaard en bij een volgende gunstige gelegen heid kunnen ze er direct uit. vernieuwingen heeft de ELS daar aan bewust niet meegedaan. "En daarin zit nu juist de aantrekkings kracht van deze school", aldus be stuurslid Völker. "In eerste instan tie staat by ons de zorg van de kwa liteit van het onderwijs voorop. Kernvakken als taal, rekenen, ge schiedenis en aardrijkskunde krij gen veel aandacht". Bodoux vult hem aan: "Er is hier een harmonie tussen leervakken en creatieve vakken. Het ene aspect krijgt niet de overhand boven het andere". "Ouderwets gedegen", dat is het toverwoord waarmee vooral jonge ouders worden gelokt om hun kleuters naar deze school te sturen. Er is zelfs een wachtlijst, want sommige echtparen laten, zodra de eerste tekenen van zwangerschap zich manifesteren, hun boreling al inschryven. "Onze formule trekt juist mensen tussen de twintig en dertig weer aan. We lopen niet ach ter elke modegril aan. Om een voorbeeld te noemen: wij gebrui ken rekenboekjes die niet meer in de handel zijn. We hebben inder tijd de laatste partij van de uitgever opgekocht. We gooien nu eenmaal niet zo snel iets overboord als niet bewezen is dat het nieuwe ook be ter is". Jaartallen Rekenmachientjes zijn op de ELS uit den boze. Computeronder- wijs is een beladen woord. Hoofd- rekenen, zinsontleding, jaartallen en plaatsnamen: menigeen zal zich het "erin stampen" met afschuw herinneren. Zo niet leerkrachten en ouders van kinderen op de ELS. Bodoux: "Het is heus niet zo dat we jaartallen er in pompen, zoals dat vroeger werd gedaan. Overbo dige jaartallen laten we achterwe ge. Maar er moet toch een zekere basis zijn. Thema-onderwijs is prachtig, maar als dat de enige vorm is waarin onderwijs wordt gegoten kan het ook verkeerd uit pakken". Hij illustreert zijn opmerking met een anekdote over een jongen die ook thema-onderwijs had geno ten en niet gehinderd was door kennis van jaartallen. "Die jongen dacht dat Napoleon en Hitler in de zelfde tijd hadden geleefd". Een dergelijke situatie zul je op de ELS niet tegenkomen. Daar worden de Slag bij Waterloo (1815) en D-day (1944) niet door elkaar gehaald. Leerkrachten en sommige ou ders mogen deze leermethoden dan prachtig vinden, kinderen denken er misschien anders over. Is de ELS niet een te strenge school? Bodoux en met hem de be stuursleden Völker en Tjaarda la chen ontkennend: "Vraag het de leerlingen zelf. Die zullen net zo hard lachen. Ze gaan hier met ple zier naar school. Sommigen vinden het zelfs jammer dat het nu vakan tie is". BRAND - Op het veilingterrein aan de Zoeterwoudseweg is gistermid dag een geparkeerde auto van een 74-jarige Leidenaar volledig uitge brand. De brandweer, die nog heeft geprobeerd een en ander te blussen, vermoedt kortsluiting in de bedrading.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 3