'Ik wil weer n eigen tent runnen' Hartje Leiden: een geordende janboel M.A. Logtenberg, nieuwe directeur reinigingsdienst -ITERDAG 28 JULI 1984 n SEIDEN - Op een dinsdag erd hij gepolst voor een euwe functie bij de ge- leente. Hij dacht er één zond over na en zei de vol- ca>nde dag ja. Eén etmaal la- Cd:r had hij een uitgebreid neibsprek met de man die hij ia, t>u gaan opvolgen. Op vrij- ag hakten B en W de ^"Yioop door: mr. M.A. Log- inberg werd benoemd tot '•"'irecteur van de reinigings- disjenst. oor \e4"Dhn Kroon at lonVoorwaar. een besluitvaardig- jur^id die ten stadhuize niet dage- ks wordt waargenomen. Terwijl hier toch een opmerkelijke ending in een loopbaan betrof: in stadsontwikkelaar tot super- ïilnisman. Al is het wat al te boud veronderstellen dat Rien Log- persoonlijk vuilniszakken de daarvoor bestemde reini- ngswagens zal gaan kieperen - verft postuur heeft hij er wel voor - et zal toch wennen zijn om hem s het hoofd van de 'groene briga- e' te zien. vajNiet dat zijn vertrek als 'coördi nerend directeur Wonen' als een auïrrassing komt. Dat Logtenberg Lept in die functie niet meer naar de n had, is zelfs officieel vastge- Men leze het voorstel van B H W aan de gemeenteraad over de enoeming van een directeur voor P dienst Reiniging, Havens en farenmarkten: "Reeds enige tijd 'as het bij het College bekend dat e heer M.A. Logtenberg een ande- f functie ambieert". n Waarom? In zijn werkkamer in het Stads- ouwhuis aan de Langegracht het antwoord van Logten- d^erg op deze vraag op gang als een ^ïotor met een onwillig gaspedaal. wil mezelf niet promoten en ik ij/il ook geen kamikaze-verhaal zo geeft hij de grenzen zijn betoog aan, "maar ik wil anet wel zo eerlijk mogelijk vertel- Alvorens hij daartoe in deze ko- ^mmen de gelegenheid krijgt, is ,iset nuttig te schetsen wat Logten- ergs werkzaamheden zijn ge- eest. sinds hij in 1971 bij de ge beente Leiden in dienst trad. Wel- eju, hij bouwde aan de stad, zij het hij de praktische uitvoering aan anderen overliet. Een van taakverdeling. Wel vas het zo dat er geen steen werd elegd of Logtenberg wist er van. :Jijwas in '71 chef van de gemeen telijke afdeling stadsontwikkeling verkeer geworden, na een soort gelijke baan in de groeigemeente lapelle a.d. IJssel te hebben ge had. Het was in de tijd dat de ont staansgeschiedenis van de Meren- wijk zich voltrok. Logtenbergs af deling was nog klein, maar ontpop te zich in samenwerking met de ambitieuze wethouder Kret tot de stoottroepen van de stadsontwik keling. 'Man van Merenwijk' En Logtenberg werd bekend als de 'man van de Merenwijk'. Een benaming die hij niet op prijs stelt, omdat hij zelf zijn verdiensten voor het herstel van de binnenstad ho ger schat en belangrijker acht en bovendien de invloed van de ge meentelijke stedebouwkundige Van der Wardt op de Merenwijk als wezenlijker aanprijst. Diezelfde jaren onderging het ge meentelijk apparaat een omvang rijke reorganisatie, met als belang rijke consequentie dat de barrières tussen de dienst gemeentewerken (de 'techneuten') en de gemeente secretarie (de 'juristen') werden ge slecht. Hun samenwerking had tot dan nog het meest weggehad van het gedrag van twee honden die het oog op hetzelfde been hebben laten vallen. Met een dubbelfunc tie die Logtenberg op een goed mo ment kreeg hij werd ook ad junct-directeur gemeentewerken - werd onder meer beoogd de doel matigheid te bevorderen. Het voert te ver om hier het reor ganisatieproces in detail uit te doe ken te doen. Het ging niet zonder geknetter gepaard. Toen de rook was opgetrokken kreeg Logten berg een functie met een naam waar je vele kanten mee op kunt: coördinerend directeur Wonen. Na eerder een vergeefse poging te hebben gedaan om gemeente-se cretaris van Leiden te worden. Het was ook de periode waarin de af stand tussen wethouders en lagere ambtenaren aanzienlijk werd ver kleind. Ze próétten soms zelfs met elkaar. Eenmaal aan de top van een veel omvangrijker ambtelijk apparaat de stadsvernieuwing betekende ook het aantrekken van veel nieuw personeel - ervoer Logtenberg hoe het daar was. Eenzaam dus, en een beetje saai. directeur van de reiniging, M.A. Logtenberg: "Ik durf de verantwoordelijkheid te dragen. En zo hoort het. Aan een of andere kwakbol heb je op den duur geen fluit". (foto Holvast) Hij zegt er - met de nimmer ver dwenen Gelderse tongval - dit van: "Ik ben steeds meer van de frontlij nen afgeraakt. Ik was gewend zelf te vergaderen, zelf te beslissen en de beleidslijnen met het bestuur door te praten. Maar dat is steeds minder geworden. Ik had geen contact meer met de mensen aan het front, ik zat er niet meer direct bovenop. Ik kreeg 's ochtends wel een aantal stukken op mijn bureau die ik moest tekenen en die zag ik dan 's avonds weer verdwijnen. Maar ik had er verder geen bijdra ge aan". Prima apparaat "Eigenlijk is het zo dat ik een ap paraat heb gecreëerd dat prima functioneert, met uitstekende i dat ook nog werd ge rund door twee uitstekende wet houders, Waal en Tesselaar. Trou wens, Peters (Waals opvolger) ope reert ook voortreffelijk. Ik werd meer en meer belast met apparaat- staken in grote lijnen, zeg maar management. Daar voelde ik me niet erg happy mee, al had ik er wel oud bij kunnen worden". "Vroeger bepaalde ik bij wijze van spreken waar een weg zou ko men, wanneer die er zou komen en hoeveel hij zou mogen kosten. Of er dan ook nog een losliggend fiets pad bij moest komen, met een rode of bruine kleur, dat waren discus sies die mij weer niet interesseer den. Dat was mijn werk niet. Als ergens de eerste paal werd gesla gen, was ik allang met een volgend project bezig". "Maar dat is steeds minder ge worden. Toen ik als chef stads- ontwkkeling begon, was het een af deling met vier man. Dat is dus steeds meer uitgebreid en het is onmogelijk om die tent in je eentje te runnen. In '74, '75 was ik voorzit ter van zeventien gemeentelijke werkgroepen. De meeste gingen over de binnenstad. Dat was trou wens ook een periode dat het tijd werd om een klein beetje gas terug te nemen". "Later bleek dat het college en ik verschillende ideeën hadden over de taak van een coördinerend di recteur Wonen. Ik geef daar nie mand de schuld van. We wisten al lebei, het college en ik, niet precies waar we aan begonnen. Recent heeft het college nog een nieuw voorstel gedaan voor de topstruc tuur van het ambtelijk apparaat. Ik zou adjunct-secretaris worden. Maar de wijze waarop dat werd in gevuld, daar kon ik me niet in vin den". "Je kunt zeggen dat ik nu de keuze heb gemaakt om weer een eigen tent te runnen". Veranderingen De periode-Logtenberg is ge kenmerkt door grote uiterlijke ver anderingen aan de stad Leiden. Om maar eens twee zaken te noe men: de Merenwijk werd gebouwd en de stadsvernieuwing kwam van de grond. Logtenberg droeg er letterlijk en figuurlijk menige steen aan bij. Stond mede aan de wieg van een beslissing die van historisch be lang is: de hoogbouw in de Meren wijk werd in weerwil van eerdere plannen drastisch beperkt. "Ik was in 1968 de eerste die zijn stem tegen de hoogbouw liet ho ren" herinnert Logtenberg zich. Dat was nog voor zijn Leidse perio de. "Tijdens de bouw van de Me renwijk kwamen we tot de conclu sie dat er een zootje flats uit moest. Er zouden er 1400 komen. Om het wijkpark heen stond een groot aan tal geprojecteerd. Het is goed dat dat niet is doorgegaan. Neem de Bijlmermeer: een historische ver gissing. Ik ben een fervente tegen stander van flatbouw, vind per soonlijk dat dat ook niet in de Ste venshof moet gebeuren. Behalve dan voor die groepen die graag in hoogbouw willen leven. Jongeren bijvoorbeeld. Die gelegenheid moetje scheppen op plaatsen waar het stedebouwkundig verant woord of zelfs gewenst is". Blijft de vraag of ook de flats die wel in de Merenwijk staan niet op zijn minst gedeeltelijk een vergis sing zijn, gezien de problemen zie er met de verhuur zijn. Logten berg, aarzelend: "Ze passen in de tijdgeest". Na een pauze: "Maar als de Merenwijk nu gebouwd zou moeten worden, denk ik niet dat ze er zouden komen". "Ik vind de Merenwijk een goeie wijk. Als ik over de Broekweg wandel, heb ik helemaal niet het idee dat ik in een grote stadswijk woon. Maar ik ben trotser op het werk in de binnenstad. Mensen die op bezoek komen, sleur ik daar heen. nooit naar de Merenwijk". "Zoals Leiden in twaalf jaar is veranderd, is haast onmogelijk. Zie de Langegracht, zie alle hofjes, alle vooroorlogse woningen zijn gere noveerd. Ik zeg helemaal niet dat dat is gebeurd door Logtenberg, maar ik heb wel geholpen bij het scheppen van de voorwaarden. Ik weet nog dat mijn collega Van der Weyden en ik jaren geleden na een bezoek aan een andere gemeente tegen elkaar zeiden, wat is het toch een rotzooitje in Leiden, 's Avonds moesten we naar een buurtvcrga- dering in Haver en Gort. We heb ben toen tegen elkaar gezegd: als we kans zouden zien zo n heel buurtje goed van de grond te trek ken. hebben we niet voor niets ge leefd". "Die periode zijn we ook aan de gang gegaan in Herengracht-Zijl singel. Naar mijn smaak nog steeds een schoolvoorbeeld van nieuw bouw in de stad. ondanks de ellen de die er later met de woningen is geweest. Daar kwam nog van alles bij. De tijd was gunstig en er zat een college dat prioriteit gaf aan de stadsvernieuwing, er heerste een goeie teamgeest". Vertrek reiniging Dat de stadsvernieuwing nog niet is voltooid, blijkt niettemin onder meer uit het komend vertrek van de reinigingsdienst uit de Noorderstraat. Een architectenbu reau heeft al opdracht gekregen een plan voor dit gebied te maken.. De reinigingsdienst zelf krijgt een nieuw gebouw in de Waard, op het terrein van de voormalige Olga-fa- briek. Logtenbergs toekomstige stek dus. Op 51-jarige leeftijd begint de man die ambtenaar was bij.achter eenvolgens de gemeenten Arn hem, Rheden, Naarden, Tiel, Am stelveen en Capelle a.d. IJssel en zich via avondstudies heeft opge werkt, aan een nieuw avontuur. In plaats van rapporten te schrijven, is het opruimen en vernietigen er van nu zijn primaire plicht gewor den. Hem wacht bovendien de schone taak een nieuwe plek voor de regionale vuilverbranding te vinden, want de huidige staat naar hedendaagse maatstaven gemeten wat al te dicht in de buurt van de bewoonde wereld. "Bij de reinigingdienst hebben ze me gevraagd of ik verstand van hun werk heb. Ik heb gezegd van niet", laat hij monter weten. "Maar ik geef al jarenlang leiding aan al lerlei toestanden, ik geloof wel dat ik de kunst versta met mensen om te gaan. Ik heb tegen ze gezegd: als ik nu antwoord: 'ik ben een hele aardige, vriendelijke baas', dan heeft u daar niets aan. Maar ik durf wel te zeggen dat ik goeie contac tuele eigenschappen bezit, zowel naar de mensen toe als naar het be stuur. Ik durf de verantwoordelijk heid te dragen en een paraplufunc tie te vervullen. En zo hoort het. Aan een of andere kwakbol heb je op de lange duur geen ene fluit". otenmuseum 'ot onze grote verwondering komt op het Galgewater toch een bo- enmuseum. In uw artikel staat 'Veel mensen weten nog niet wat ten botenmuseum precies voor telt". Wij krijgen de indruk dat de [emeente niet weet wat een boten- nuseum precies voorstelt. Bij de vaststelling van de toeris- nenota Leiden de moeite waard, besloten zijn tot dit museum, laar even verder staat in uw arti- :el dat het best mogelijk is dat er ip een mooie dag maar twee of drie >oten aanwezig zijn. Dus juist als :r toeristen komen zijn ze niet aan- vezig dat lijkt ons erg tegenstrij- Üg. De bezwaren van omwonenden cunnen wel ondervangen worden. Vij vragen ons af hoe? Temeer daar ondanks de door ons inge diende bezwaren wij nooit meer ets van de gemeente vernomen lebben. Leiden is geen havenstad en is ook nooit een havenstad geweest, en mocht de gemeente vinden dat Leiden wel een havenstad is dan zal die stad toch wel over een ha- yen beschikken en laat ze daar dan hun museum projecteren. Het Gagewater is geen haven en is nooit een haven geweest en wij hopen en zullen met alle ons te dienste staande middelen zien te voorkomen dat het ooit een haven- botenmuseum wordt. Namens de omwonenden van het Galgewater Th. Heemskerk Kort Galgewater 7 Leiden Mishandeling Ik ben verbijsterd! Elke weer lezen we in de krant over dierenmishan in het Morskwartier, eerst in kinderboerderij, nu weer (in het Dagblad van 25 juli jl.) in weiland. Mensen, wat is hiervan de zin? Wat doen de dieren ons voor kwaad? We leven in een heel moei lijke wereld, waarin we soms voor grote problemen staan, maar moe ten we onze onvrede daarover dan op willoze, onschuldige Of doen we het uit'verv e in de vakantie? Ik doe een dringend beroep op weldenkend mens om dergelij schanddaden, wanneer hij of zij getuige is, door te geven de politie of dierenbescher ming. Verveelt u zich, heeft u proble men? Probeer dan een andere op lossing te vinden. Begin met een liobby, ga voor mijn part knopen verzamelen, maar laat het onschul weerloze dier met rust! W. Harmsen-Visser Brederostraat 36 2332 BB Leiden LEIDEN - Hartje Leiden uit de lucht gezien. Een wir-war van huis jes, straatjes, grachten en brug getjes rond de eeuwenoude Burcht. Strijdtoneel van stadsvemieuwers, marktkooplui. middenstanders, winkelend publiek, nachtbrakers, cultuurminnaars en automobilis ten die elkaar soms scheldend in de weg zitten. Kortom: een plukje Leiden waar het allemaal gebeurt. Honderd en één dingen, kriskras door elkaar. Een geordende janboel is het ei genlijk. Maar, van alle Leidse wij ken die zich in vogelvlucht van een verrassend andere kant laten is de binnenstad natuurlijk het mooiste stukje stad. "De parel in de kroon" zeggen we sinds de gelijk namige televisieserie. Een rechtgeaarde Leidenaar zal nauwelijks behoefte hebben aan een handleiding waarmee hij de bekendste plekjes op de foto moet zoeken. Toch. voor de Leidse ingeze tene die minder thuis zijn in de sleutelstad, een korte beschrijving. Te beginnen iets links van het mid den waar het historische bolwerk De Burcht duidelijk zichtbaar is. Rechts daarvan zien we de Nieuwe Rijn met daarover heen een vijftal bruggen. Helemaal boven in de foto zien we de brug tussen de Hooigracht en Watersteeg. Naar beneden afzak kend komen we vervolgens bij de Karnemelksbrug tussen Hartes- teeg en het Gangetje), de St. Sebas- tiaansbrug (in het verlengde van de Beschuitsteeg), de Koornbrug (tussen de Burgsteeg en Koorn brug steeg) en de Visbrug (tussen de Hoogstraat en Aalmarkt). Links van De Burcht stroomt de Oude Rijn met achtereenvolgens, van links naar rechts, de noodbrug naast de Kerkbrug (tussen de Hooglandse Kerkgracht en de Hooglandse Kerksteeg), de Dulle- brug (ter hoogte van de Dullebak- kersteeg) en de St. Jansbrug tussen de Hoogstraat en Donkersteeg). In het midden (onder) stromen de Oude- en de Nieuwe Rijn samen in wat dan weer kortweg de Rijn gaat heten. Een wijdse waterpartij dat soms het grootste plein van de Lei den wordt genoemd. Oversteken kunnen we dit 'plein' alleen via de Lattabrug, de houten noodbrug tussen het Waaghoofd en de Stille Rijn. Een verbinding waar fietsers en voetgangers graag gebruik van maken om de veelal verstopte Don kersteeg (op de foto nauwelijks zichtbaarte mijden. Naast het Waaghoofd is uiter aard ook De Waag zichtbaar. Rechts van de Nieuwe Rijn, ter hoogte van de Koornbrugzien we het Leidse stadhuis. Daaronder een enorm gebouwencomplex waarin Vroom en Dreesmann is gehuisvest. Helemaal rechts op de foto zien we de Hooglandse kerk die hoog boven de Lutherse kerk en het Rijksmu- van boven naar beneden de Bree- de omgeving uittorent Daarboven seum van Geologie en Mineralogie straat waar, ter hoogte van Vroom zien we de subfaculteit psychologie herkennen en Dreesmann, vooral een viertal van de Rijksuniversiteit (het vroe- Andere kerken die op de foto stadsbussen (iets onder het mid- gere St. Elizabeth-Ziekenhuis) aan zichtbaar zijn: de Lodewxjkkerk den) opvallen. de Hooigracht Links van het aan de Steenschuur (in de rechter Ten noorden van De Burcht vin- Burchtcomplex loopt de Hoogland- bovenhoek), de Opstandingskerk den we het bibliotheekcomplex en se Kerkgracht waar we onder meer (eveneens aan de Steenschuur i. de (foto: Frans Rombout)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 3