In bezet gebied word
je vanzelf extremist
smalle marges van de Israëlische politiek
De
Joods terrorisme als verkiezings-item
ZATERDAG 21 JULI 1984
Extra
PAGINA 15
In Israël wordt morgen op de verkiezingsdag de
nek-aan-nek-race beslecht tussen de regerende
Likhoed en de inmiddels alweer zeven jaar
oppositie voerende Arbeiderspartij. Maar wie er
ook wint, de kans op een grote ommezwaai is in het
economisch ontredderde Israël gering, al zal de
Arbeiderspartij in een regering zeker voor een
klimaatsverandering zorgen.
Centraal in de overigens mat verlopen campagne
staat de vraag, die ook bij verkiezingen in Europa
steeds opduikt: hoe groot wordt de macht van
ultra-rechtse groeperingen, die in het conflict rond
een thuisland voor Palestijnen van geen wijken
willen weten? Zij vormen de barometer voor de
oplopende binnenlandse spanningen, want de
vijanden wonen niet langer alleen in het
buitenland. De joodse terreurgroepen zijn evenzeer
een bedreiging voor de toekomst van de staat
Israël. door Jaap van Wesel
door Ton van Brussel
Op de markt in Hebron wijst
niets er op dat er een abnor
male situatie is. Arabische
kooplieden prijzen, zoals op
elke markt, hun waar aan. De
markt van Hebron ligt als het
ware verborgen achter de
hoofdstraat, en vertakt zich
in nauwe steegjes. Een ty
pisch Arabische markt. Een
Israëlische patrouille van een
man of zeven lijkt de rust en
de vredige atmosfeer niet te
verstoren. Zij worden door
de marktkooplieden gene
geerd.
Zeventien jaar duurt nu reeds
de bezetting. De soldaten zijn op
hun hoede, want de rust en vrede
zijn bedrieglijke schijn. Dit dool
hof van steegjes is een ideaal ter
rein voor guerrillataktieken. Er
vinden niet veel aanslagen
plaats, maar genoeg om de jood
se settlers van Hebron stof te ge
ven om met nieuwe eisen te ko
men teneinde hun heerschappij
in Hebron uit te breiden.
Na enige tijd zoeken komt een
van de steegjes plotseling uit op
de 'nieuwe' oude joodse wijk van
Hebron. Een radicale verande
ring van het landschap. Opeens
maken de woningen plaats voor
moderne geprefabriceerde hui
zen en caravans, een stuk of tien
bij elkaar. Een Israëlische vlag
laat geen twijfel bestaan over de
bedoelingen: dit is het actiecen
trum van rabbijn Moshe Levin-
ger, een van de leiders van Goesh
Emoeniem, die metterdaad de te
rugkeer van het joodse volk naar
de stad van de aartsvaders voor
bereiden. Hij heeft zich er met
een aantal getrouwen gevestigd.
Tot 1929 was het een joodse wijk
- totdat ongeveer vijftig
joodse inwoners van Hebron
daar toen werden vermoord.
Zelfverdediging
Het kantoor van de maatschap
pij die zich met de herbouw van
de joodse wijk in Hebron bezig
houdt, is in een van de caravans
gevestigd. Er is een geanimeerd
gesprek aan de gang tussen een
bekende activiste van de neder
zettingenbeweging, Ofra ge
naamd, en een vertegenwoordi
ger van een firma die probeert
watermeters te verkopen. Het ge
sprek gaat over de joodse ter
reur. Ofra legt uit dat niet de 'ter
roristen', maar de overheid en
het leger verantwoordelijk zijn
voor de terreur. De jongens uit
de nederzettingen die een aantal
jaren geleden drie Palestijnse
burgemeesters met auto en al
hebben opgeblazen, die bommen
gelegd hebben onder Arabische
bussen en een slachtpartij heb
ben aangericht op de islamiti
sche universiteit Van Hebron -
zij handelden uit legitieme zelf
verdediging, gevolg van de on
voldoende veiligheid die zij ge
noten.
De watermeterman uit Tel
Aviv is het daar niet mee eens.
In Israël gaan morgen de
stemlokalen open voor de
vervroegde verkiezingen
voor de Knesset, het
parlement. De regering van
Jitzhak Sjamir kwam dit
voorjaar in moeilijkheden
nadat zijn vijfpartijencoalitie
- het grote Likhoedblok van
Sjamir, gesteund door vier
kleine, religieuze partijen -
door één van de splinters ten
val werd gebracht. Tami, de
groepering van religieuze
joden afkomstig uit
arabische landen (in het
parlement met drie zetels
vertegenwoordigd) trok de
steun aan het kabinet in uit
protest tegen het
economische beleid.
De economische malaise is dan
ook enorm. Het financieel zwaar
door de Verenigde Staten
gesteunde en bij voortduring in
geld verslindende militaire
conflicten gewikkelde Israël
heeft behalve met een
toenemende werkloosheid en
een groot tekort op de
handelsbalans ook nog te
kampen met een inflatie van 400
„Moord is moord - terreur is ter
reur". Van de terreur komt het
gesprek op de economie. Zoals
zoveel mensen uit het bedrijfsle
ven is ook de watermeterman
wanhopig over de inflatie: je
kunt bij 400 procent inflatie geen
kosten en prijzen meer bereke
nen en hij verwacht dan ook dat
zijn tent binnenkort dicht zal
gaan. Ofra is intussen vertrokken
- de economie interesseert haar
niet.
Grootste post
De secretaresse van de weder-
opbouwmaatschappij van de
joodse wijk, Shoshana geheten,
luistert wel. Waar gaat het heen
met deze economie? Sommigen
zeggen dat vrede de enige sleutel
is tot economisch herstel. Israël
moet drastisch bezuinigen om de
inflatie te kunnen bestrijden. De
inflatie moet teruggedrongen
worden. De watermeterman
heeft voldoende duidelijk ge
maakt dat het produktieproces
anders volledig instort.
Bezuinigen betekent in de eer
ste plaats het drastisch vermin
deren van de defensie-uitgaven,
want dat is nu eenmaal de groot
ste post op de begroting. Minder
vliegtuigen, minder bunkers,
minder oefeningen en minder
prikkeldraad. Wie een groot Is
raël nastreeft, kan niet bezuini
gen op defensie. Want alleen via
permanente oorlog kan dat ide
aal van een Groot-Israël verwe
zenlijkt worden. En daarvoor
heb je permanent een groot en
sterk leger nodig. Shoshana
denkt diep na en zucht: „Ik weet
het niet. Ik kan niet kiezen. Israël
zonder Hebron, zonder Judea en
Samaria is voor mij ondenkbaar.
Ik zeg niet dat het ene economi
sche argument onzin is, maar ik
kan niet kiezen".
In de heuvels buiten het on
danks de aanwezigheid van de
joodse wijk - Arabische Hebron
ligt Kiriat Arba, het joodse stadje
dat naast het Arabische Hebron
is gebouwd, na 1967. Rabbijn
Waldman, nummer vier op de
kandidatenlijst van de extremis
tisch rechtse Techia-partij (Re-
naissancepartij) weet het ant
woord wel op de economische
vraag. „Hoe minder gebied wij
tot onze beschikking hebben,
hoe moeilijker Israël te verdedi
gen is. Het is dus omgekeerd van
wat u zegt. Gebiedsafstand zal de
defensie-uitgaven alleen maar
verhogen".
Geen afstand
Rabbijn Waldman is hoofd van
een joodse leerschool in Kiriat
Arba. Zijn schoonzoon zit, even
als de schoonzoon van rabbijn
Levinger, in de gevangenis, er
van verdacht tot een joodse ter
reurgroep te behoren. Waldman
en Levinger zijn allebei ook eni
ge tijd in voorarrest geweest op
verdenking van medeplichtig
heid, maar uiteindelijk vrijgela
ten.
Aan de muur van rabbijn
Waldmans werkkamer hangt een
procent. Van de toekomst mag
weinig heil worden verwacht, nu
het land wordt verlamd door
stakingen, bedoeld om ook de
nieuwe regering onder druk te
zetten de inkomensdaling van de
afgelopen jaren ongedaan te
maken.
Coalitie terug?
Of die nieuwe regering er komt
is trouwens zeer de vraag.
Aanvankelijk zag het er naar uit
dat het Likhoed-blok - het
samenwerkingsverband van de
Cheroetpartij van premier
Sjamir en de Liberale Partij van
minister Modai na zeven jaar
regeren verpletterend zou
worden verslagen door de
Ma'arach, de Arbeiderspartij van
Shimon Peres. Maar recente
verkiezingsonderzoeken wijzen
uit dat de voorspelde winst van
de oppositie onzeker is
geworden. En gezien de
traditionele banden die het
Likhoed-blok met de kleine
rechtse partijen onderhoudt, is
het heel goed mogelyk dat de ten
val gebrachte coalitie terugkeert.
Bepalend voor de koers van zo'n
regering is uiteraard de
getalsverhouding, de vraajg in
hoeverre de 24 kleine partijen
(waaronder 13 nieuwe) meer
zetels weten te veroveren en
daarmee meer invloed op het
regeringsprogramma.
De verkiezingscampagne had
aanvankelijk een mat verloop.
Met het vertrek van premier
Menachem Begin, de man die de
Cheroet aan de macht bracht,
verloor de partij een
charismatisch leider, het levend
symbool van de
'groot-Israël-politiek'. Dat nog
steeds door de Cheroet
aangehangen nationalisme
weigert de officiële grenzen van
de staat Israël te accepteren en
voelt er niets voor de sinds de
oorlog van 1967 bezette gebieden
te verlaten. Daar zijn inmiddels
honderd nederzettingen
gebouwd waarin dertigduizend
joden wonen die er de dienst
uitmaken; de meerderheid van
1,3 miljoen Arabieren ten spijt.
De omstreden rechtse
Kach-partij van rabbijn Kahane
gaat nog een stapje verder. De
Arabische bevolking moet de
bezette gebieden verlaten, zo ook
zevenhonderdduizend Arabieren
in Israël zelf.
Sharon
De 68-jarige premier Sjamir,
evenals Begin een
oud-verzetsstrijder uit Polen en
voormalig agent van de
inlichtingendienst Mossad, mist
de natuurlijke uitstraling van
zijn voorganger. Vandaar dat
aanvankelijk in de campagne
werd gerekend op een grote rol
van de omstreden minister
Sharon. Deze militair vestigde
zijn reputatie in de oorlog van
1973, toen Israëlische troepen
het Suezkanaal overstaken. Als
minister van defensie was hij de
architect van de invasie in
Libanon, bedoeld om
PLO-troepen te verdrijven die
vanuit Zuid-Libanon het
noordelijk grensgebied met
Israël voortdurend onder vuur
namen, maar uitgepakt als een
oorlog die de Israëli's tot in
Beiroet bracht. Sharon moest
aftreden omdat hij
mede verantwoordelijk werd
gesteld voor het bloedbad dat
christen-falangisten aanrichtten
in de Palestijnse
vluchtelingenkampen Sabra en
Chatilla. Hij verliet het kabinet
echter niet, maar werd minister
zonder portefeuille.
Sinds het vertrek van Begin,
die zich volledig buiten de
campagne heeft gehouden en
niet meer in het parlement
verschijnt, is Sharon de lieveling
van de rechtervleugel van de de
Cheroet. Zijn rol is de laatste
weken beperkt, hoewel hij
onlangs op een
verkiezingsbijeenkomst fel van
leer trok tegen de
Arbeiderspartij, die hij "de
vriend van de PLO en president
Assad van Syrië" noemde. "Het
is wel duidelijk", zo zei hij, "dat
de vijanden van Israël de
Arbeiderspartij alle succes
toewensen".
Sharons demagogie is
ingegeven door het
verkiezingsprogramma van de
Arbeiderspartij, die
vermindering van de
defensie-uitgaven belooft, zestig
procent van de bezette
westelijke Jordaanoever aan de
Arabieren wil overdragen en
vredesonderhandelingen met
Jordanië wil openen.
Onzeker
Over de kans op een
koerswijziging na het eventuele
aantreden van een door de
Arbeiderspartij gedomineerde
regering bestaan uiteenlopende
lezingen. De Arbeiderspartij is
het aan zijn traditie en kiezers
verplicht een middenkoers te
varen, maar de opkomst van het
joods terrorisme en de
toenemende spanningen in
Israël zelf, verkleinen de marges.
Het voortbestaan van de staat
Israël, aldus de actuele dimensie
aan deze verkiezingsstrijd, wordt
nu ook van binnenuit bedreigd.
Volgens de laatste
opiniepeilingen heeft het
Likhoed-blok de achterstand op
de Arbeiderspartij van vijftien
tot zeven procent weten te
verminderen. De Arbeiderspartij
heeft traditioneel veel aanhang
in kringen van de Asjkenaziem,
joden van
Europees/Amerikaanse
geboorte; de Likhoed vindt
steun bij de Sefardiem, de joden
van Arabische oorsprong.
De verkiezingsuitslag is
minder zeker nu die traditionele
scheidslijnen wat vervagen. Over
de kleur van een nieuwe regering
valt nog minder te zeggen, want
een kleine winst voor de
Arbeiderspartij is onvoldoende
om te regeren. De Likhoed
daarentegen is, zelfs met enig
verlies, in staat om met de
vertrouwde formule van een
vijfpartijenkabinet de macht te
behouden.
Volgens de Joodse Defensieli
ga is de joodse ondergrondse be
weging een gewenst verschijn
sel. Vandaar dat de Joodse De
fensieliga ook een van de ver
dachten als nummer twee op de
kandidatenlijst voor de Knesset
heeft geplaatst. Jossi Dsjan ont
kent dat zelfverdediging een
staatsmonopolie is: het is het
recht van iedere jood. Hy heeft
dan ook absoluut geen bezwaar
tegen wraakacties. „Wraak is een
goede zaak. Wij van de Joodse
Defensieliga zijn de enigen in Is
raël die in ons denken en doen
consequent zijn. Een joodse staat
en democratie gaan niet samen,
want als je democratie als uit
gangspunt aanvaardt, dan is de
uiteindelijke consequentie datje
een Arabische staat Israël moet
aanvaarden als de Arabieren
eens de meerderheid zouden
worden". De Arabieren moeten
dus het land dat door God aan
het joodse volk is beloofd, verla
ten. Goedschikt of anders
kwaadschiks.
Ook mensen
Gabi Dotsh beheert het post
kantoor van Kiriat Arba. Zijn ou
ders wonen in Nederland. Hijzelf
is in Nederland naar school ge
gaan en opgegroeid. Hij voelt
zich in Kiriat Arba uitstekend
thuis omdat er een goede joods-
orthodoxe sfeer heerst. Zijn
vrouw Tsitpi is minder tevreden:
zij wil verhuizen naar de joodse
wijk van Hebron, maar Gabi wil
daar niet van horen. Hij wil niet
tussen de Arabieren wonen. Ga
bi gaat op de Techia stemmen,
niet op de Joodse Defensieliga.
Want hij gelooft niet dat je alle
Arabieren moet verdrijven: al
leen diegenen die anti-Israël zijn
of problemen maken, zoals ook
rabbijn Waldman zegt: „Per slot
van rekening zijn ook Arabieren
mensen".
Ook Gabi is vol begrip voor de
joodse terreur. „Ze hebben mij er
ook voor gevraagd op wacht te
staan en uit te kijken bij een of
andere moskee. Ik heb het niet
gedaan, hoezeer ik ze ook be
grijp. Ik ben tegen terreur en
moord is en blijft, moord. Boven
dien moet ik aan mijn ouders in
Nederland denken. Mijn ouders
zijn in Auschwitz geweest en
hun zoon in een Israëlische ge
vangenis, dat zouden ze niet kun
nen verdragen".
Volgens Gabi en vele anderen
is er wel degelijk verschil tussen
de terreur van de PLO en die van
de joodse ondergrondse bewe
ging. De joodse terreur, zeggen
zij, is selectief tegen anti-joodse
elementen en oproerkraaiers, de
PLO is tegen het hele joodse
volk gericht. „Het denken over
de joodse terreur heeft in de af
gelopen drie maanden een evolu
tie doorgemaakt. Aanvankelijk
werd in de nederzettingen in de
bezette gebieden met ongeloof
gereageerd. Daarna sprak men
over de noodzaak tot een grondig
zelfonderzoek. Maar dat alles
heeft al snel plaats gemaakt voor
de constatering dat de regering
en niet zij zich rekenschap moe
ten geven van die halfslachtige
politiek.
Geluk
De regering en het leger zijn de
ware schuldigen, omdat zij de
veiligheid van de kolonisten on
voldoende garanderen. En wie
zal deze manier van denken kriti
seren als premier Sjamir en mi
nister van wetenschapszaken
Neeman nu al eufemistisch spre
ken over een „onofficiële organi
satie met defensieve bedoelin
gen" als zij het over de joodse
terreur hebben? Het is dan ook
zeer reëel als een activist van de
Arbeiderspartij verzucht: „Wat
een geluk dat die terreur aan het
licht is gekomen onder de Li-
koed-regering en niet onder een
regering van de Arbeiderspartij".
Peres: belofte. (foto anpj
PI
Sjamir: geen charisma. (foto api
gezetene van Kiriat Arba, is het
met rabbijn Waldman oneens als
hij afstand neemt van de terreur.
Volgens Jossi Dajan is die ter
reur een goede zaak. Hij behoort
dan ook tot de Joodse Defensieli
ga van rabbijn Kahana, die in Ki
riat Arba een niet onaanzienlijke
aanhang heeft. Voor het eerst
lijkt het er op dat de joodse de
fensieliga de kiesdrempel zal ha
len.
Jossi Dcyan stelt tevreden vast
dat het denken in Israël de kant
van de joodse defensieliga uit
gaat, ook bij rabbijn Waldman.
„Wat zij nu zeggen, beweerden
wij al zeven jaar geleden. En als
wij nu zeggen dat alle Arabieren
Israël moeten verlaten, dan ben
ik ervan overtuigd dat rabbijn
Waldman dat over zeven jaar ook
zal zeggen".
Een Palestijnse koekjesbakker in Nabloes, een stad die dikwijls het toneel is van hevige rellen. (foto gpd>
schilderij. Het toont de spelonk
van Machpela in Hebron, de
plaats waar de aartsvaders begra
ven zijn, de tempel in Jeruzalem
en het graf van Jozef in Nabloes.
Het onderschrift is bijna nog be
langrijker: „Drie plaatsen waar
van de volkeren der wereld niet
kunnen betogen dat het volk Is
raël ze onrechtmatig in bezit
heeft genomen".
Rabbijn Waldman legt uit dat
bij de Techia-partij Judea en Sa
maria topprioriteiten zijn. Het is
het bestaansrecht van de partij.
Ook hij is van mening dat de in
flatie bestreden moet worden,
maar niet door vrede of conces
sies. „Een natie doet geen af
stand van zijn land, en zeker niet
van het middelpunt van zijn
land. Wat er met Israël is ge
beurd, is dat we te veel materiële
welvaart hebben. Het is niet
goed dat we geld uit Amerika
krijgen zonder dat we ervoor
moeten werken. Het volk Israël
ontwaakt altijd als het met een
uitdaging geconfronteerd wordt.
Er moet daarom een mentali
teitsverandering komen. Niet bij
iedereen, de meerderheid van
het volk behoeft geen idealist te
zijn. Als de leiders het goede
voorbeeld geven is dat genoeg,
dan volgt de meerderheid van
zelf. Maar als wij zwakte tonen
door onze rechten in twijfel te
trekken, dan werken we defaitis
me in de hand. Sterker nog, dan
geven we het een rechtvaardi
ging".
Frustratie
Er wonen ongeveer zesduizend
mensen in Kiriat Arba, bijna zes
duizend extremisten. Door hun
leefomstandigheden in een vij
andig Arabisch gebied worden
zij vanzelf extremist. Bijna zon
der dat ze het merken. De joodse
terreur wordt dan ook door ie
dereen zo niet gerechtvaardigd,
dan toch wel begrepen of goed
gepraat.
„Elk land heeft problemen met
zijn jeugd", zegt rabbijn Wald
man. „In sommige landen zijn
het verdovende middelen of on
rustgevoelens. Bij ons is het fru
stratie vanwege de veiligheidssi
tuatie. De Arabieren bekogelen
ons regelmatig met stenen. Dat is
onaanvaardbaar. Niemand kan
het gooien met stenen aanvaar
den. Arabieren die met stenen
gooien, moeten streng gestraft
worden, het land worden uitge
zet. Maar wat moeten we er ver
der tegen doen? Niemand weet
wanneer je wel en niet mag
schieten op Arabieren die met
stenen gooien".
„Ook de soldaten weten het
niet", vervolgt Waldman. „Dus
schieten ze niet, want als ze wel
schieten krijgen ze misschien
last met hun superieuren. Desal
niettemin mag het individu, de
burger, de veiligheidstaak van
het leger niet overnemen. Daar
om kan ik het niet rechtvaardi
gen wat de jongens die nu in de
gevangenis zitten hebben ge
daan, maar begrijpen kan ik het
wel. Want zij zeggen: als wij het
niet doen, wordt er morgen door
de Arabieren een moord ge
pleegd. Als de Arabieren niet af
geschrikt worden, gaan zij tot ac
tie over. De ondergrondse orga
nisatie komt dus de staat Israël,
het land Israël helpen en verster
ken. Zij willen de regering wak
ker schudden. Dat waren hun
motieven".
Goede zaak
Jossi Dajan, eveneens een in-