Gilde der goud-en zilversmeden:
malversaties, corruptie en moord
1
LDM wil geen
risico's nemen
Tesselaar wil 'meer dan
25 jaar wethouder zijn'
ZATERDAG 7 JULI 1984
Leiden
Leidse hoogleraar belicht de historie van een elitaire organisatie
Een zilveren zoutvat, gemaakt in 1625 door de Leidse zilversmid Zacha-
rias Cloot. Vermoedelijk speciaal voor een collega-gildelid vervaardigd.
Cloot was vanaf 1620 tot zijn dood in 1635 lid van het Leidse gilde.
het stedelijk patriciaat en de uni
versiteit in het gevlei te komen,
want dat leverde pas echt wat op.
De universiteit wordt door de
kunsthistoricus Fock niet ontzien.
"Niet alleen werden oraties van
aantredende hoogleraren herhaal
delijk met een zilveren geschenk
beloond, maar ook verdere weten
schappelijke publicaties werden
op deze wijze door de universiteit
veelvuldig gehonoreerd met een
zilveren schaal of kop".
Geleerde Leidse mannen als Do-
nellus, Lipsius, Johannes Heur-
nius en Franciscus Junius waren
onder meer de gelukkigen. Fock
merkt in dit verband wat spottend
op: "Hun prestaties zullen hier
door in hoge mate zijn aangemoe
digd en het komt mij voor dat noch
de visitatiecommissie, noch het
huidige angstige getel van gedruk
te pagina's die stimulans geven,
die van de beloning met een fraai
gedreven zilveren schaal of beker
ook nu zou uitgaan".
Zelfs in de sfeer van de salarië
ring hebben zilveren voorwerpen
korte tijd een rol gespeeld aan de
universiteit, want in 1608 wendde
een delegatie bestaande uit de rec
tor magnificus en de hoogleraren
zich tot curatoren om in plaats van
de konijnen die zij volgens goed
gebruik jaarlijks van de Grafelijke
domeinen mochten ontvangen,
een meer elegante vorm van uitbe
taling te krijgen werd besloten er
om het jaar elk een zilveren schaal
uit te reiken van een waarde gelijk
aan die van de konijnen.
Fabriek
In latere jaren ontbraken derge
lijke persoonlijke banden, hetgeen
zijn terugslag vond in de scherpe
daling van dit genre opdrachten.
Wel bleven de goud- en zilversme
den grotendeels tot de echt gegoe
de handwerkersstand behoren.
Door technische vindingen,
schaalvergroting en mechanise
ring begint begin 1800 langzaam de
afkalving van de gilden. In Leiden
werd het gilde in 1807 opgeheven.
Definitief zette het verval pas in de
jaren twintig van de achttiende
eeuw in en een dieptepunt wordt
bereikt in de tweede helft van de
achttiende eeuw. De individueel
werkende Leidse goud- en zilvers
meden krijgen de genadeslag toe
gediend als even buiten de grenzen
van Leiden de Voorschotense fa
briek van Van Kempen wordt op
gericht.
Bacterie wordt onderzocht
LEIDEN - Joost Wierighs werd
op 12 oktober 1730 aanvaard
als meester zilversmid in het
gilde van de goud- en zilvers
meden in Leiden. Zijn proeve
van bekwaamheid moet heb
ben bestaan uit een zilveren
wijn- of schenkkan, voorzien
van een gegraveerd wapen, en
een zilveren snuiter, beide
voorwerpen "uyt de hant" ver
vaardigd.
door
Saskia Stoelinga
Volgens mevrouw prof. dr. C.W.
Fock, hoogleraar in de kunstge
schiedenis aan de Leidse universi
teit, houdt bijna altijd met een der
gelijke constatering onze kennis
over een intrede in een ambachts
gilde op. Zij heeft geprobeerd in
haar rede bij de officiële aanvaar
ding van het ambt van hoogleraar -
vorige week vrijdag - wat meer te
vertellen over de toetreding van de
Leidenaar Joost Wierighs in het
Leidse gildeleven. Een verhaal over
goud en zilver, koekjes en krakelin
gen, de universiteit en de konijnen.
Joos Wierighs, ingezetene van
Leiden, was op zijn elfde wees ge
worden. Maar hij had geluk, het
knaapje werd niet aan zijn lot over
gelaten. De door de weeskamer
aangestelde voogden hadden
sindsdien nauwlettend op zijn op
voeding toegezien. Na vijf jaar als
leerjongen ervaring te hebben op
gedaan bij de zilversmid Cornells
Bavelaar kon hij als gezel terecht
bij diens collega Jan Bakkerus om
zich nog verder in het vak te be
kwamen. Dan volgt na afloop van
deze gezellentijd de toetreding tot
het gilde. Een gebeurtenis die Wil-
lemijn Fock vooral zo minutieus
heeft beschreven omdat er zulke
grote sommen geld mee waren ge
moeid. Zonder geldschieters was
het gildeleven een onbereikbaar
ideaal.
Met zijn Leidse leermeester Bak
kerus reist Wierighs per trekschuit
naar Amsterdam en koopt daar een
grote hoeveelheid zilversmidsge
reedschap bij de Amsterdamse gil-
deknecht Jan Stadt. Aambeeld en
blaasbalg - onmisbaar in elk atelier
- vormen daarbij de duurste aan
schaf. Maar de hamers, beitels, tan
gen, scharen, vijlen en niet te ver
geten de smeltringen, schroefper
sen, pijlkroezen, kistelier- en tre-
kijzer brengen het totale bedrag op
ruim 134 gulden. Een zilvervoor-
raad van 200 lood zilver kost nog
eens 270 gulden en van de Leidse
zilversmid Jacobus Fasseur koopt
Wierighs voor vijftig gulden aan
patronen en modellen.
De maaltijd
Nog is men niet klaar. Er volgen
de aanschaf van een werkbank,
trekbank, aambeeldblokken en
wat aanvullend gereedschap. Voor
de installatie van een 'fornoys' (de
oven) wordt aan metselaar, tim
merman en smid, inclusief de le
veranties van tien ton kolen, nog
eens honderd gulden uitgegeven,
zodat de totale kosten van de in
richting van de werkplaats niet
minder dan 650 gulden bedragen.
En dan moet de proef nog wor
den afgelegd! De materiaal waarde
aan zilver van twee proefstukken is
drie tientjes, maar op de gildeka-
mer moet de aspirant meester ook
zorgen voor pijpen, een pond tabak
en wat koekjes en krakelingen, ter
wijl de vijf hoofdlieden van het gil
de evenals de gildeknecht ieder
nog een douceur in de hand ge
drukt krijgen.
Op de dag van aanvaarding - 12
oktober - wordt dan ook nog eens
een maaltijd voor betrokkenen ge
houden met kalfsborst, noten, kaas
en wijn. Op het officiële proefmaat
echter, dat tien dagen later volgt,
wordt de gasten - niet minder dan
achttien in getal - nog een veel rij
kere dis voorgezet. Naast de onver
mijdelijke kalfsborst, zijn er nu ge
braden hoenderen, konijnen, frika
dellen, gestoofde poulet en ragout,
zwezerikken, schotels bloemkool
en spinazie met saucijzen. Aan zoe
tigheid bovendien amandeltaarten,
gestoofde peren, verder druiven,
noten, rozijnen en banket. Dit co
pieuze maal wordt overgoten met
grote hoeveelheden wijn (ruim 92
liter), terwijl ook thee en koffie, en
opnieuw tabak en pijpen op de re
kening figureren.
Roofmoord
Door velen werden de gilden ge
zien als elitaire organisaties die de
eigen kring bevoordeelden. Te
recht volgens professor Fock. "Het
feit dat velen nooit het meester
schap bereikten, zegt dan ook wei
nig over hun vakmanschap".
In de periode tussen de oprich
ting van het gilde beginnend bij ca.
1550 en de officiële opheffing in
1807 zijn in Leiden bijna 500 mees
ters aan te wijzen. Er waren echter
veel meer leerjongens en gezellen
die nooit verder zouden komen,
omdat geld en relaties ontbraken.
Behalve de financiële barrière is
een ander verwijt dat de oudste
zoon van een meester veel makke
lijker werd toegelaten. Hij hoefde
niet het volle pond te betalen. Ver
der zat je goed als je een gildedoch-
ter trouwde of een rijke weduwe.
Het was daarom ook niet zo ver
wonderlijk dat sommigen zich be
zighielden met kwalijke praktij
ken. De meeste vergrijpen betrof
fen malversaties met gehaltes en
kostbare materialen. Maar soms
was het nog erger. De hoogleraar:
"Dat men geld probeert te verkrij
gen door roofmoorden kan natuur
lijk in elk beroep voorkomen, maar
dat een goudsmid daartoe extra
mogelijkheden heeft om zonder
argwaan op te wekken nietsver
moedende slachtoffers, al hun ju
welen en kostbaarheden meene
mend, in huis te lokken is even
eens duidelijk".
Zy komt met een paar mooie
voorbeelden, zoals de vier roof- en
gifmoorden van de Leidse goud
smid Huych Barentz die daarvoor
in 1560 net op tijd werd opgepakt.
De twee volgende slachtoffers wa
ren op dat moment in hun beste
kleren en met al hun juwelen reeds
uitgenodigd. Barentz gebruikte
voor het bewerken van zijn slacht
offers de materialen die ook voor
het vak hun diensten bewezen:
werkhamers en chemicaliën.
Met gezel Jacobus Jancke liep
het beter af. Hij drukte onder ande
re ijzervijlsel achterover uit het ate
lier van de Leidenaar Pieter Cras-
man waar hij een jaar had gewerkt,
maar vroeg wegens zijn leeftijd
vergiffenis en werd een jaar later,
in 1666, door een huwelijk met een
tien jaar oudere, rijke Haagse dame
weer op het goede spoor gebracht
Universiteit
De onderlinge band tussen de
gildeleden werd verstevigd door
gemeenschappelijke sociale ver
plichtingen en feesten. Zo bestond
er de plicht de begrafenissen van
gildeleden en hun familie bij te wo
nen en de bij verzuim geheven boe
tes vormden een belangrijke in
komstenbron. Maar ook naar bui
ten werd er van alles aan gedaan
om bij belangrijke notabelen van
monas hydrophila. De Jong: "Ik
denk dat we over enkele dagen uit
sluitsel zullen krijgen. Het zal
waarschijnlijk wel om deze bacte
rie gaan, maar het kan natuurlijk
ook een broertje of een neefje zijn,
om het maar eens populair uit te
drukken".
Directeur De Jong bestrijdt ove
rigens dat vaststaat dat de bacterie
Minerva (1)
Minerva is een bron van nieuws
voor uw krant. Zo lezen wij dat het
optreden van Cherry en haar band
voor de Minerva leden, door natte
natuurkrachten voorkomen werd.
Men zou welhaast gaan geloven
dat God de liberale studenten voor
hun fascistoïde escapades en hun
racistische uitlatingen, zoals fre
quent vermeld in uw blad, straft.
Tot overmaat van ramp houdt de
liberaal Goekoop op een goedkope
manier zijn handen boven het
hoofd van Minerva. Het is pure
zwendel om over schadeclaims te
beginnen als het stortregent van de
klachten.
In de Minerva-almanak stond
zwart op wit dat de Turk ons libe
rale studentengezelschap tot last
Tegelijkertijd is het aan een klei
ne elite voorbehouden een halve
binnenstad bij nacht en ontij op
stelten te zetten met buitenlandse
rock.
Er is gelukkig nog een troost
voor de omwonenden van het Van
der Werfpark.
Volgens onze ere-beschermengel
uit Amsterdam laat Minerva wat
Ficussen achter.
Misschien dat de heer Van de
Graaf, opperhoofd van de lustrum -
commissie zijn regendansen tijde
lijk kan staken om De Bilt weer
eens op te bellen met het verzoek
om een beter klimaat voor die tro
pische planten.
In die kringen kun je toch alles
maken.
F. van Boeckel
Doelengracht 13
Leiden.
Minerva (2)
Na de Spaanse overheersing kreeg
Leiden als dank voor zijn verzet
van Prins Willem van Oranje de
schadelijk is. Volgens hem zijn de
deskundigen het nog niet eens
over de schadelijkheid. "Ik heb be
grepen dat verschillende kenners
anders denken over dit ding".
Op de vraag hoe zoiets als dit nu
kan voorkomen, antwoordt De
Jong: "Ach, het zou mij helemaal
niet verbazen als deze bacterie al
sinds honderden jaren in het water
Lezers schrijven
ons wel bekende universiteit.
Wat moet deze Willem van Oran
je een vreselijke hekel aan de Lei-
denaars gehad hebben, want na de
druk van het Spaanse juk gaat Lei
den heden ten dage nog steeds ge-
aukt onder de erfenis.
Wat te denken van het jubileum
/an ons aller Minerva?
Als wfj als gewone burgers 's
avonds de radio wat harder dan
normaal hebben staan, dan staan
2r gelijk de welbekende witte wa
gens voor de deur.
Maar Minerva jubileert en heel
Leiden rammelt uit zijn of haar bed
/andaan.
En niet alleen de bewoners die
naast het V.d. Werfpark wonen,
maar zelfs in de Zeeheldenbuurt
was het geluid niet om aan te ho-
Heren studenten laten we wel
rijn en even doordenken, hoe we
/erder in goede harmonie samen
/an Leiden een bewoonbare stad
tunnen maken.
Dat gaat beslist niet op de ma-
lier waarop u nu bezig bent. Uw
itandpunt, 'We rotzooien maar
aak, want na onze studie verlaten
vij de stad', is naar mijn beschei-
len mening niet de juiste.
En ik denk dat ik in dit geval niet
illeen sta en vele Leidenaars er net
:o over zullen denken.
G. Vinkesteyn
Tasmanstraat 108
Leiden
Zweeds
Wittebrood (4)
De heer Wielinga heeft met een in
teressant stuk gereageerd op mijn
publicatie d.d. 19-6 (nr. 1). Het be
schrijft echter, naast meer algeme
ne, de Amsterdamse toestanden
blijkt te zitten. Maar door steeds
betere onderzoeksmethoden ont
dek je natuurlijk wel het een en an
der".
"We hebben nu snel maatregelen
genomen omdat we liever geen ri
sico's lopen. Schadelijk of onscha
delijk, dat is nog steeds de vraag
maar ondertussen moet je wel op
passen. Voorzichtigheid is immers
de moeder van de porceleinkast,
moet je maar denken".
De Jong beaamt dat het toevoe
gen van chloor niet prettig is. Hij
zegt: "Wij chloreren het water lie
ver niet, want in Amerika is geble
ken dat chloor op den duur ook
kwalijke verbindingen kan veroor
zaken. Dan moet ik er natuurlijk
wel aan toevoegen dat dit een tijde
lijke maatregel is; we stoppen zo
snel mogelijk weer met het toevoe
gen. Chloreren blijft voorlopig
even de enige mogelijkheid".
die van de Leidse verschilden.
Ik heb twee keer Zweeds witte
brood ontvangen, op 8 maart en 27
maart (zie deze krant van 25-6). Bei
de keren een heel brood, dat ik
toen Zweeds Rode-Kruisbrood of
kortweg Rode-Kruisbrood noem
de. Het was voor dië dagen een
boel eten.
Op 27 maart kocht ik twee brood-
bonnen voor 15,50 per stuk (zwar
te handel). Zo kon ik boven mijn
rantsoen nog aan twee extra halve
broden komen, die dus bij elkaar
•op meer dan 30 kwamen. Ik had
ook voor 15,50 een pot suikerbie-
tenstroop kunnen kopen, maar ik
koos een broodbon voor mijn geld.
De centrale of gaarkeuken heeft
in Leiden zonder onderbreking tot
na de bevrijding gewerkt. Eén keer
kregen we watersoep met daarin
iets wat op boombladeren leek er
in. Mijn vader en ik hebben toen
ook het rantsoen van mijn moeder
en mijn zuster 'opgegeten'. Zij wa
ren er zeer gepikeerd over. toen ze
na twee dagen op hongertocht te
zijn geweest, van ons een rantsoen
te weinig kregen. Ze konden niet
geloven dat zij vrijwel niets gemist
hadden! Dit zou op 16 april 1945 ge
beurd kunnen zijn.
Het was overigens niet mijn be
doeling om oorlogsherinneringen
op te halen, maar om A) geschiede
nisvervalsing in een huis-aan-huis
verspreid blaadje aan de kaak te
stellen en B) de lezers (de lariekoek
verkopende journalist inbegrepen)
er op te wijzen dat 1de direct voor
de bevrijding begonnen voedsel-
droppings vanuit de lucht en 2) het
in Westnederlandse steden gebak
ken Zweedse wittebrood (waarvan
het meel door het Zweedse Rode
Kruis geleverd was) dat relatief ver
voor de bevrijding op de bon werd
verstrekt, twee aparte zaken zijn.
Tevens meen ik te hebben aange
toond hoe weinig mensen zich over
de geschiedvervalsing druk maken
door 'in de pen te klimmen'.
Fred Vos
Bachstraat 20
Leiden
(Discussie gesloten-red.)
Prof. dr. C.W. Fock: "Het feit dat veel gezellen nooit het meesterschap bereiken, zegt weinig
schap".
hun vakman-
(foto Holvast)
Optimisme over herstel na ziekte
LEIDEN - Wethouder Dick Tes
selaar heeft aangekondigd per 1
september weer aan de slag te
gaan. Dat niet alleen: "Ik wil het
record van Menken breken. Die
was 25 jaar wethouder in Leiden".
Tesselaar is dat sedert 1974.
Hij laat een en ander weten in
een interview in 'Stadswerk', het
gemeentelijke informatieblad over
de stadsvernieuwing. Tesselaar
(43) werd 28 april getroffen door
een hartaanval en moest in het zie
kenhuis worden opgenomen. Na
een rustperiode thuis ligt de wet
houder nu weer in het ziekenhuis
opgenomen om er een operatie te
ondergaan. Van het welslagen
daarvan is uiteraard mede afhan
kelijk of de wethouder van volks
huisvesting en sport inderdaad 1
september weer aan de slag kan.
Zelf toont hij zich in het inter
view optimistisch: "Ik wil met na
druk zeggen dat ik er weer hele
maal bovenop ben. Vanaf 1 sep
tember kan en mag ik weer alles
doen. Ik vind dat eigenlijk veel te
ver weg. Het liefst ging ik nu direct
aan de slag".
De hem voorgeschreven rustpe
riode werd door Tesselaar op ge
heel eigen wijze geïnterpreteerd.
Zo werd hij geregeld gesignaleerd
in het Stadsbouwhuis, waar hij ge
woonlijk zijn dagelijkse werk
heeft, en verrichtte hij, vermomd
als Sint Maarten, de officiële ope
ning van het gelijknamige wonin
gencomplex aan de St. Jacobs-
gracht.
Tesselaar: "Ik ben niet ingegaan
op goedbedoelde adviezen om din
gen te gaan doen, die ik normaal
nooit doe, zoals wandelen of tuinie
ren. En wat betreft doe-het-zelven,
daar heb ik een wat te luiïge inslag
voor. Ik doe wel graag aan sport,
zoals bijvoorbeeld zeilen. Maar dat
is nou juist wat ik niet mag doen.
Nóg niet, althans".
Tesselaar wordt gedurende zijn
ziekteperiode als wethouder ver
vangen door het PvdA-raadslid Re-
né Eikerbout. Iets wat volgens
hem niet zou zijn gebeurd als zijn
voormalige collega-wethouder
Waal niet als burgemeester naar
Deventer was vetrokken. Nu werd
de belasting voor de overige wet
houders bij absentie van Tesselaar
te zwaar geacht. Een eventuele
angst voor een te grote invloed van
het WD-trio binnen het college
van B en W deelt Tesselaar niet:
LEIDEN Het is niet zeker dat de
bacterie aeromonas hydrophila in
het drinkwater van de Leidsche
Duinwater Maatschappij, zit maar
aangezien men liever geen risico's
neemt, is gistern besloten om
chloor aan het water toe te voegen.
Volgens de directeur van de LDM,
De Jong, is de situatie niet zorge
lijk. "Als het even kan stoppen we
zo snel mogelijk weer met het chlo
reren van het water".
Enige tijd geleden werd de bac
terie ontdekt door de Duinwater
leiding in Den Haag. Aangezien de
ze bacterie, buikpijn en irritatie van
de slijmvliezen kan veroorzaken, is
men inmiddels in.het gehele land
op jacht gegaan naar de aeromonas
hydrophila. De LDM ontdekte de
bacterie bij een controle van het
drinkwater te Voorschoten.
Dat wil zeggen: men vermoedt
van doen te hebben met de aero-
Renovatie
Tesselaar, die zijn wethouders
functie "een hartstikke leuke
baan" noemt, maakt zich zorgen
over de toekomst van de renovatie,'
zo blijkt uit het interview in Stads
werk. "Daar word ik somber van.
Er is nu een nieuwe financiële re
geling van het rijk. De renovatie
van een na oorlogse woning mag
maximaal 30.000 kosten. Het rijk
betaalt hier een derde van, terwijl
de woningbouwvereniging - twee
derde moet opbrengen. We praten
nu over een fusie van de Leidse
woningbouwcorporaties. Als je uit
rekent wat ze op lange termijn zou
den moeten betalen, dan is het niet
moeilijk te voorspellen dat ze daar
aan kapot zullen gaan".
Praxis mag
DEN HAAG/LEIDEN - De vesti
ging van de doe-het-zelf-handel
Praxis aan de Zoeterwoudseweg
mag doorgaan. Dit heeft de Raad
van State gisteren bepaald.
De raad wees het verzoek om
schorsing van de bouwvergun
ning, ingediend door het eveneens
aan de Zoeterwoudseweg gevestig
de bedrijf Bouwvaria, af. In af
wachting van de uitspraak van de
Raad van State had Praxis de ver
bouwing van de voormalige fa
briek van de Leidse Wolspinnerij
stilgelegd.
De komst van Praxis is eigenlijk
in strijd met het bestemmingsplan
dat op de bewuste plek aan de Zoe
terwoudseweg voorziet in vesti
ging van zware industrie. B en W
hebben Praxis echter ontheffing
van deze bepaling verleend. Bouw
varia is daartegen in beroep ge
gaan.
MUSEA - Het bezoek aan mu
seum De Lakenhal is vorig jaar iets
gestegen, molenmuseum De Valk
moest het met iets minder bezoe
kers doen. Dat blijkt uit het
jaarverslag van de twee stedelijke
musea. De Lakenhal trok 34.822
bezoekers (was in '82 31.985), De
Valk 29.049 belangstellenden (was
30.036).
In het verslag zijn ook de cijfers
vein de Kunstuitleen opgenomen.
Op de laatste dag van 1983 stonden
er 726 abonnee's ingeschreven. Op
dezelfde dag van het jaar daarvoor
waren dat er 521.
Informatie over Ververbuurt
LEIDEN - In de kantine van de gemeentereiniging aan de Noorderstraat
18 wordt dinsdag een informatie-avond gehouden. Bewoners en bedrij
ven in de Verversbuurt worden dan gëinformeerd over de sloop van een
aantal bouwvallige huizen en bedrijfspanden in de Verversbuurt.
Tevens wordt verteld over de nieuwbouw die daarvoor in de plaats zal
verrijzen. Daar zal in oktober of november een begin mee worden ge
maakt. Behalve dat zal ook het riool gedeeltelijk worden vernieuwd, som
mige panden gerestaureerd en stukken walmuur of beschoeiing aange
legd. Aanvang van de informatie-avond is 20.00 uur.