als
'We
zullen ze neermaaien,
rijp geworden tarwe'
Irak hoopt op snelle confrontatie
Extra J
M^jnoun verborgen liggen. En
de dreiging van een nieuwe mas
sale aanval bleef.
Aan de rand van van het nie
mandsland - een uitgedroogd
moeras dat door de Iraki's weer
onder water is gezet om zo de
Iraanse tanks in de valstrik van
het blubber te laten lopen - groeit
nauwelijks riet meer. Het is ver
stikt onder zware rollen prikkel
draad. Een meer mondain, ver
trouwd en te verwachten beeld,
evenals wat achter het prikkel
draad verscholen ligt.
Prikacties
De soldaten liggen over het al
gemeen verborgen in kleine ho
len die net achter de eerste loop
graaflinie diep in de grond zijn
gegraven. Zij liggen te slapen op
vervuilde vloerkleedjes of de
kens, het geweer bij de hand,
weg van de hitte en de vliegen,
precies zoals hun tegenstanders
gende verbeteringen. Maar er is
de laatste maanden ook sprake
van een ontwikkeling aan de ba
sis, die niet direct opvalt maar
die zeker zo belangrijk is. Lange
tijd heeft het leger geleden onder
het feit dat de organisatie, de be
velvoering en de tactiek in wezen
een spiegelbeeld vormden van
de maatschappij in het alge
meen. Een streng en beklem
mend hiërachisch en geheel on
flexibel systeem, waarbij vrijwel
alle beslissingen slechts aan de
top gemaakt konden worden. Nu
is er sprake van enige liberalise
ring binnen de krijgsmacht, zo
dat bataljonscommandanten in
de eerste uren van een nieuw of
fensief op eigen initiatief kunnen
handelen en de tankeenheden
minder immobiel worden ont
plooid dan tot nu toe het geval
Over dat nieuwe offensief
wordt elke dag in de Iraakse bla
den geschreven op een wijze die
je tot de conclusie doet komen
dat de Irakezen hopen dat er
zo snel mogelijk een einde aan de
oorlog komt. „Dat hopen ze
ook", zegt een diplomaat uit een
naburig islamitisch land. „Ze ho
pen dat Iran wederom de duizen
den fanatieke vrijwilligers over
de borstwering het niemands
land instuurt. Ze zijn ervan over
tuigd elke nieuwe aanval in het
zuiden te kunnen afslaan en ho
pen tevens dat het de beslissen
de slag zal zijn. Dat de Iraniërs
tegengehouden worden en dan
voor onderhandelingen kiezen,
omdat niet alleen militair maar
door de luchtaanvallen op de
olie-uitvoer nu ook economisch
de situatie voor de ayatollahs uit
zichtloos is".
Massagraf
„Hier hebben we er duizenden
neergemaaid", zegt een majoor
„Door het uitdelen van accu
rate klappen tegen het ze
nuwcentrum van deze ster
vende muilezel, tegen de eco
nomische doelen die de her
sens van het beest vormen,
zullen jullie het einde van de
oorlog dichterby brengen en
dus het bloed sparen van jul
lie kameraden".
De acht piloten staan stram in
de houding. De haast identiek
besnorde gelaten doodserieus,
zoals dat hoort als men de ge
wichtige opdracht toebedeeld
krijgt om de „stervende" vier
voeter af te slachten. Zij zijn de
zogenaamde helden van de tan
keroorlog. De gevierde, onbe
twiste heersers van het lucht
ruim. De mannen van ijzeren ze
nuwen, die in staat zijn gebleken
de geheel onbewapende olietan
kers en vrachtschepen van over
het algemeen neutrale landen in
de Iraanse wateren van de Perzi
sche Golf tot zinken te brengen.
Een nieuwe Iraakse strategie
die vruchten lijkt af te werpen.
De Iraanse olie-uitvoer is danig
verstoord, en van de inkomsten
van die olie is het Iraans oorlogs
apparaat afhankelijk. Zo hopen
de machthebbers in Bagdad de
leiders van 's werelds eerste en
enige echte islamitische repu
bliek te dwingen de huidige mili
taire patstelling als een voldon
gen feit te aanvaarden en daaruit
de conclusie te trekken dat vre
desonderhandelingen de enige
uitweg bieden voor het ogen
schijnlijk oneindige conflict aan
de rand van de Perzische Golf.
De piloten worden toegespro
ken door hun opperste bevelheb
ber, de veldmaarschalk die nim
mer in het leger is geweest. Het
brein achter die glorieuze beslis
sing, bijna vier jaar geleden, om
het driemaal zo grote buurland
Iran (in Bagdad dus bekend als
„de stervende muilezel") binnen
te vallen. President Saddam
Hoessein zegt ervan overtuigd te
zijn dat de acht heren helden
zijn, en speldt ze vervolgens de
medaille behorende bij de „orde
van moed" op de borst.
De vriendelijk glimlachende
Iraakse leider voegt er nog wel
een ietwat onheilspellende waar
schuwing aan toe: „Maar als jul
lie het doel missen, dan zullen
jullie op de een of andere wijze
verantwoordelijk gesteld wor
den voor het bloedvergieten dat
het gevolg zal zijn van het voort
duren van de oorlog". En dat is
juist het laatste wat Saddam
Hoessein wil. Irak wil van de oor
log af. De dromen over een roem
rijke overwinning zijn al snel na
het begin van de oorlog vervlo
gen, daar wordt met geen woord
meer over gerept - slechts over
onderhandelingen, vrede, poli
tiek overleven.
Niemandsland
Het niemandsland ligt voor
ons. Een eentonige vlakte van
lichtgroen water met kleine gol
ven, een koel meer in de hitte
van de Zuidiraakse woestijn. De
strakke lijn van de horizon wordt
slechts doorbroken door de ver
roeste contouren van vier Iraan
se tanks die verlaten in het water
staan, de enige wezenlijke herin
nering dat hier nog niet zo lang
geleden een van de hevigste sla
gen heeft plaatsgevonden sinds
de Tweede Wereldoorlog.
Dit is het oorlogsfront ten
zuiden van de moerassen van
Majnoun, waar de Iraniërs eind
februari geheel onverwacht pro
beerden een doorbraak te force
ren om zo de hoofdweg naar de
zuidelijke Iraakse havenstad
Basra af te snijden.
Het Iraakse leger had ver
zuimd een behoorlijke verdedi
gingslinie in en om Majnoun op
te bouwen in de - dus misplaatste
- veronderstelling dat de Iraniërs
toch nooit in deze vergeten en
door duizenden insekten ge
plaagde uithoek enige actie zou
den wagen. Slechts door de ont
plooiing van honderden tanks
en, voor het eerst ook op grove
schaal, van chemische wapens
wisten de Irakezen de Iraniërs
van de hoofdweg tussen Bagdad
en Basra terug te drijven, maar
Majnoun - een paar kleine eilan
den in een vrijwel onaangetaste
prehistorische wildernis van wa
ter en riet - bleef in Iraanse han
den. Ook de enorme oliereserves
(zeker 7 miljard vaten) die onder
Gebed aan de Iraakse zijde van het front bij Majnoun. (foto gpd>
Piloten die ongewapende olietankers bombarderen, worden
verheven tot de 'orde van moed'. En terwijl ze de bijbehorende
decoraties krijgen opgespeld, wordt ze te verstaan gegeven dat de
beslissende slag met Iran zich elk moment kan aandienen.
Optimisme dat voorbarig lijkt. Hoe dan ook: Irak is de oorlog, die
het zelf is begonnen, vier jaar na dato meer dan beu. Het wil de
'stervende muilezel' zo snel mogelijk de genadeklap toedienen. Een
reportage van het oorlogsfront.
opgewekt als wij enkele kilome
ters ten noorden van de stoffige
loopgraven en het eentonige uit
zicht van kapitein Abbas en zijn
compagnie beland zijn temidden
van de dyken en moerassen van
Majnoun. Hier groeit het riet,
waarmee de enkele duizenden
bewoners van vroeger - de be
faamde moeras-Arabieren uit de
boeken van Wilfred Thesiger -
hun huizen bouwden. Nog wel,
maar het water is door de oor
logshandelingen blijvend aange
tast. Niet slechts door roestige
tanks en prikkeldraad. „Er lagen
zoveel lijken, dat we ze niet kon
den begraven. Het enige wat we
konden doen, was er aarde over
heen storten. Op deze dijken
loop je letterlijk over lijken". En
de majoor lacht.
Andere soldaten vragen ons
aan de rand van het water te ko
men kijken. „Daar, zie je het?"
We kijken en we zien. Uit de aar
de vlak boven de waterlijn ste
ken de rottende restanten van
een Iraanse hand. In het water
zelf liggen bruine botten.
Op de weg terug van Majnoun
naar de zuidelijke havenstad
Basra, dat volgens de Irakezen
het doel van elke nieuwe Iraanse
aanval zou moeten vormen, ko
men we langs de linies waarop
het huidig Iraaks optimisme ge
baseerd is. Het is het best te be
schrijven als een moderne Magi-
notlinie in de Zuidiraakse woes
tijn. Linie na linie van door bull
dozers opgegraven zandheuvels
waarachter, naarmate men van
het front zelf verder verwijderd
raakt, steeds zwaardere wapens
schuilen. Een verdediging in de
diepte die, volgens de zelfverze
kerde Irakezen, nimmer geheel
doorbroken kan worden. Al zou
den de Iraniërs erin slagen door
de loopgraven van kapitein Ab
bas te komen, dan zal ze wel in
de tweede of derde linie een halt
worden toegeroepen.
Halverwege onze terugreis ont
moeten we generaal-m^joor Ras-
hid (met een helm en een wit om
ringde stofbril op het hoofd) op
inspectie by de 28e infanterie
brigade. Nog even enthousiast
en optimistisch zwaait hij met de
armen in het rond: „Nu hebben
jullie het zelf gezien. En is het
dan ook niet duidelijk dat zy
geen enkele hoop hebben? Dat
zij nooit Basra kunnen bereiken?
Dat het allemaal slechts een
droom is?"
Genadeschot
Op hetzelfde ogenblik wordt in
een zaal in Bagdad, ver van het
front, de commandant van de 28e
infanteriebrigade gehuldigd tij
dens een nieuwe medaille-uitrei
kingsceremonie. Evenals de pilo
ten enige dagen daarvoor, krijgt
de luitenant-kolonel de medaille
behorende bij 'orde van moed'
op de borst gespeld, en wederom
richt Iraks opperste veldmaar
schalk het woord tegen de hel
den die stram in de houding voor
hem staan. „Het nieuwe vijandi
ge offensief kunnen jullie elk
moment verwachten. Wees pa
raat om de schedel van de vijand
te verbrijzelen en het genade
schot af te vuren on de sterven
de muilezel af te maken".
Dat was tien dagen geleden,
maar het offensief laat nog
steeds op zich wachter.. En lang
zamerhand beginnen de militaire
attachés eraan te twijfelen of het
toekomstige offensief wel het
'beslissende' zal zijn, en of Oe Ira
niërs, die in het verleden ltijd
zorgvuldig die punten uitkoken
waar de Iraakse verdediging l et
zwakst was, nog wel overwege t
de 'Maginot-linie van het zuiden
in te trekken.
„Het huidige Iraakse optimis
me is op de korte termijn ge
richt", zegt een diplomaat die al
enkele jaren in Bagdad vertoeft.
„Optimisme dat op het slagveld
de Iraniërs een even grote klap
kan worden toebedeeld als ge
beurd is in de Golf, en men zo
van die oneindig lijkende oorlog
die men zelf begonnen is af kan
komen. Maar Chomeini heeft
toch altijd duidelijk gemaakt dat
daar geen sprake van kan zijn?
Dat er nooit en te nimmer met
Saddam Hoessein onderhandeld
mag worden? Dat optimisme zou
wel eens van korte duur kunnen
zijn als er geen doorbraak, geen
vrede komt en men met het voor
uitzicht van een uitzichtloze,
maar even oneindige oorlog
wordt geconfronteerd"
-i
Iraakse oorlogspropaganda: de strijd met Iran wordt vergeleken met de Khadisiya-oorlog (763 i
Chrwaarin de Arabieren de Perzen in vier dagen versloegen. <f0to gpdi
Inzet: generaal-majoor Rashid: 'Iran zal Basra
(foto's gpd/ap)
door Aernout van Lynden
enkele kilometers aan de andere
kant van het moeras.
Kapitein Abbas, een jonge, op
het eerste gezicht wat verlegen
compagniecommandant, staat
bij een zwaar ingegraven machi
negeweernest boven de diepe
loopgraaf die zijn mannen moe
ten verdedigen. „Ze komen elke
nacht, een paar man in kleine
rubberbootjes. Ze komen op ver
kenning of om prikacties uit te
voeren om onze paraatheid te
testen. Dat doen wij ook - van
acht uur 's avonds tot het och
tendgloren gaan er patrouilles
uit".
Een kleine maritieme oorlog in
een door lichtgranaten verhel
derde nacht is hier het gevolg
van. Een dagelijkse werkelijk
heid van echte of denkbeeldige
vijandige aanvallen, vuurgevech
ten, plotselinge angstaanjagende
botsingen in het donker op het
water en ook onverwachte ge
vangennemingen. „Twee weken
geleden hebben we er nog een
tiental gepakt. Dat gebeurt wel
vaker, zo wordt op het ogenblik
de oorlog hier gevochten. Pa
trouilles, schermutselingen en
natuurlijk wat willekeurige artil
leriebeschietingen. Een oorlog
van de nacht, een wat onechte
oorlog die wel gevaarlijk blijft,
maar waarbij wij eigenlijk alle
maal aan het wachten zijn op de
grote slag, het nieuwe offensief'.
De kapitein kijkt ons aan met
een dunne glimlach als wy hem
vragen wat er zal gebeuren als de
Iraniërs inderdaad weer een of
fensief inzetten, zoals al maan
den wordt voorspeld. „Well, we'll
kill them. As usual", zegt hij als
of er geen andere mogelijkheid
denkbaar is.
Oogsten
Generaal mzyoor Maher Abed
Rashid, de commandant van het
Derde Legerkorps met verant
woordelijkheid voor de zuidelij
ke sector van het oorlogsfront,
gezeten in het luxueuze comfort
van zijn hoofdkwartier op een
twintigtal kilometers van het
front, beantwoordt dezelfde
vraag met nauwelijks verborgen
verachting voor de naïviteit van
de westerse media: „Wij zullen ze
oogsten", verklaart de kleine, ge
drongen generaal. „Wij zullen
ze neermaaien als rijp gewor
den tarwe in de zomer, net zoals
wij dat in februari hebben ge
daan. Dat weten jullie, dat weet
de wereld".
De generaal illustreert zijn ant
woord met een vreemde anekdo
te uit die bewogen dagen in fe
bruari, toen enkele tienduizen
den dood op het slagveld bleven
liggen of dobberen in het water
van het moeras. „Jullie weten
dat, omdat jullie weten hoe ik op
de Iraanse lijken stond na het
laatste offensief. Er is zelfs een
foto van mij genomen, toen ik
daar op die honderden lijken een
Pepsi stond te drinken".
De commandant van het Der
de Legerkorps zit vol met dit
soort opmerkelijk openhartige
verhalen, een teken van zijn brui
send, zij het nogal oorlogszuch
tig optimisme. „Wy verwachten
inderdaad een nieuw offensief,
maar het maakt ons niet uit hoe
veel man zij tegen ons inzetten.
Wy zijn bereid om tegen twee
miljoen man te vechten. En we
zullen hen niet slechts verwon
den of doden, maar vernietigen
met alle wapens waarover wij be
schikken om zo de oorlog te
beeindigen".
Vrijer
In de koele burelen van de in
Irak geaccrediteerde militaire at
tachés in Bagdad, ver verwyderd
van het oorlogsgebeuren, wordt
het huidige Iraakse optimisme
gedeeld, zij het op wat minder
sensationele wijze geformuleerd.
„Irak staat er beter voor dan in
jaren het geval is geweest", zegt
een westerse militair met veel er
varing in de regio. „Het leger kan
rekenen op een enorm overwicht
op het gebied van zware wapens
- tanks, artillerie en sinds kort
ook moderne raketsystemen als
de SS-12. En daarnaast wordt het
overwicht waarop het eigenlijk
al jarenlang in de lucht kon reke
nen, eindelijk eens daadwerke
lijk gebruikt. Toegegeven, de
Perzische Golf is niet veel meer
dan een goedkope schiettent -
luchtmachtpiloten horen nou
eenmaal vijandige straaljagers
en niet olietankers op de cockpit
te schilderen - maar het heeft wel
het gewenste resultaat. De Iraan
se olie-uitvoer is in de afgelopen
maand zeker gehalveerd".
„Dat zijn de voor de hand lig-