'Kwaliteit de enige maatstaf 'Niet verder bezuinigen op cultuur' P.C. Hooftprijs uitgereikt Edy de Wilde twintig jaar verzamelen in Amsterdams 'Stedelijk' Filmproducent Foreman overleden Twintig concerten op het Haarlems orgelfestival 984WOENSDAG 27 JUNI 1984 AMSTERDAM (GPD) - Hij loopt met de zekerheid van een dirigent die zijn partituur onmiskenbaar beheerst, hij wijst, maakt een enkele ter zake doende opmerking over de hedendaagse beeldende kunst die hij als directeur heeft kunnen aankopen: Edy de Wilde, de eerste man van het Stedelijk Museum in Amsterdam, die twintig jaar lang de maat heeft aangegeven en dit van eind 19de eeuw dateren de gebouw binnenkort gaat verlaten. Als het ware een uit voerend kunstenaar van de creaties van zoveel scheppen de artiesten uit het binnenland, maar vooral uit het buiten land. Waar een kunstenaar vandaan komt, zegt hij, is niet belangrijk, maar wel wat die man presteert. Kwaliteit is de enige toets die de kritiek zal moeten kunnen doorstaan. En als het mogelijk is ook de eeuwigheid. „Vraag me niets over Documenta, daar ben ik voorlopig nog niet aan toe," zegt De Wilde, daarmee de eervolle, maar tevens gigantische op dracht aanstippend van de inrichting in 1987 van een van de belangrijkste internationale tentoonstellingen op het gebied van de contemporaine kunst, die om de vier jaar in het Westduitse Kassei wordt gehouden. Het is de tweede - en achtereenvolgende - keer dat een Nederlander deze eer ten deel valt. Vooralsnog wordt de jongste expo sitie in het Stedelijk getekend door De Wilde's handschrift. Meer dan anders heeft hij er zelf de vorm en inhoud van bepaald. Omdat de on langs geopende zomeropstelling de sfeer ademt van zijn afscheid, zijn alle museumruimten in Edy's epiloog betrokken. Je ontmoet er de klassieke hoogtepunten als Pi casso, Chagall, Braque, Léger, Ma tisse, maar ook De Kooning, Merz, Cucchi, Mangold, Schnabel, Ry- man, Dekkers, Van Elk en Baselitz, van welke laatste nog deze week een nieuw doek is aangekocht. Slechts een paar namen, want een zo groot opgezette presentatie van 260 aanwinsten is onmogelijk in dit kader te vatten. En naast die aanwinsten worden nog eens 100 vóór De Wilde's ambtstermijn verworven werken getoond. Daarin ligt zeker een hommage besloten aan diens voor ganger, de dit jaar overleden legen darische Willem Sandberg. Geëerd wordt hij met een schitterend ten voeten uit getekend portret door de eveneens onlangs gestorven Wessel Couzijn, waaruit een per soonlijke warmte straalt. Die teke ning doet je denken aan de soms zinderende doeken van Fantin La- tour. Bovendien zal een deel van de tentoonstelling worden gewis seld, omdat het Stedelijk niet alles kan laten zien, maar zo toch nog wat meer ruimte schept. door Frans Keijsper De lijn die De Wilde de afgelopen twee jaar heeft gevolgd is in feite een voortzetting van het na de Tweede Wereldoorlog in gang ge zette beleid van Sandberg, zij het met wijzigingen en nuanceringen. „Zyn beleid ten aanzien van het Stedelijk was in de eerste plaats gericht op de dynamiek van het in stituut, het centrum van alles wat zich voordeed aan jonge en leven de kunst. Daar heeft hij meer de nadruk op gelegd dan op de collec tie," zegt De Wilde. „Het belang van een collectie was dan ook voortdurend punt van discussie tussen ons en we zijn het er nooit over eens geworden. Ik moet er bij zeggen dat ik toen nog directeur was van het Van Abbemuseum". Sterke elementen Hij wijst er op dat er bij zijn komst een aantal sterke el.ementen in de collectie aanwezig was. In de eerste plaats noemt hij Malewitch, een „coup de maitre" van Sand berg. Maar ondanks dat was er geen belangrijke kubistische Bra que of Picasso, „want enige van zulke werken zou Malewitch be grijpelijk hebben gemaakt. Als je zo'n situatie aantreft, kun je twee dingen doen. Je kunt proberen de collectie te completeren, ofwel je kunt je richten op de kunst van vandaag en dat wat komen gaat," zegt Edy de Wilde. Hier ligt de keus die De Wilde heeft gedaan. „Als ik lacunes zou hebben moeten invullen zou ik nu nog aan het afbetalen zijn ge weest," zegt de museumdirecteur, „en zou ik nieuwe lacunes hebben geschapen". Dan zou de huidige tentoonstelling over twintig jaar verzamelen niet dit in- en overzicht over de hedendaagse kunst heb ben gegeven zoals dat nu kan wor den aangeboden. Overigens nog maar ruim een gedeelte van wat is verworven, zo'n duizend werken. Een ambtenaar van het toenmali ge ministerie van CRM merkte eens op dat een aankooppolitiek waarmee miljoenen zouden zijn ge moeid in de Kamer niet te verdedi gen zou zijn. Met andere woorden. musea de financiële middelen ver schaffen om veel ruimer dan nu op de kunstmarkt te opereren. Op die wereldkunstmarkt is de positie van Nederland duidelijk: het heeft wel de capabele mensen om over de rand van dc dijken heen te kij ken om te zien wat er elders aan de hand is, maar ze missen voldoende middelen om dat te kopen wat ze zouden willen. Want het land let immers op de kleintjes. „Wij kunnen niet concurreren met het buitenland", zegt De Wil de. „Als je ziet hoe de laatste twee, drie jaar het Centre Pompidou in Parijs gekocht heeft. Het is echter wel heel klassiek, vier Matisses. Zo vond het in een particuliere collec tie een onbekend portret van Ma tisse: Le Pélérin. Het heeft een hele zaal Dubuffet verzameld. Als dat nog een paar jaar doorgaat, wordt het een van de belangrijkste verza melingen van Europa". Uit die klassieke opstelling spreekt natuurlijk ook een heel duidelijke Franse smaak, conven tioneel, die ook wel in persoonlijke contacten die De Wilde uiteraard met tal van kunstenaars heeft tot uitdrukking is gekomen. Zo heeft hij in de jaren '50 Jean Dubuffet goed leren kennen, bij wie hij gelo geerd heeft. Een man met een streng persoonlijk régime, 's och tends al vroeg uit de veren. Maar op een zekere afstand; het is on danks de vriendschappelijke be trekkingen altijd „monsieur" ge bleven. En toen De Wilde de Frans man zijn plan onthulde voor de grote tentoonstelling in 1985 in Amsterdam, waar alle grote namen van de modernen de aandacht zul len trekken en waar ook Dubuffet op vertegenwoordigd zal zijn, ty peerde de Fransman met: „C'est une exposition bien cultivée". La Grande Parade (ontleend aan Matisse) is de titel van deze ten- toonsteling in het kader van Am sterdam cultuurstad, die eveneens te zien zal zijn in San Francisco, Toronto en Tokio. Op die parade aan het Museumplein (buitenland se kunstenaars in het Stedelijk en Nederlanders in het Van Gogh) worden zo'n kwart miljoen bezoe kers verwacht. Wanneer De Wilde het Stedelijk vergelijkt met het Centre Pompn dou, merkt hij echter op dat zijn museum beter vertegenwoordigd is als het om de jaren zestig gaat. Hoewel De Wilde koos voor de kunst na 1960 blijkt uit de aanko pen dat toch ook aandacht is be steed aan werken van vóór dat tijd stip. Een van de spectaculairste aanwinsten was Femme nue de- vant le jardin van Picasso (1956). Er klinkt, zegt hij, iets van Matis se in door. „Het heeft iets van die ontspannen visie die het latere werk van Matisse zo kenmerkt. Dat is niet zo vreemd, want Matisse en Edy de Wilde: pendelen tussen atelier en commercie (Foto gpdi wordt het eens temeer duidelijk hoeveel moderne kunst eigenlijk in depot rust. Maar ook oudere en kwalitatief goede werken zijn aan het oog onttrokken. „We hebben een schitterende collectie negen tiende eeuw", zegt De Wilde, „maar we missen de ruimte om die te tonen". En het Stedelijk heeft geen mogelijkheden om verder uit te breiden. „Het vervelende is dat plannen maken onmogelijk is, je hoeft maar naar het Museumplein te wijzen... Er mag namelijk niets buiten de rooilijn van het Van Gogh (de buurman van het Stedelijk, red.) worden gebouwd. Er wordt wel ge zegd: als de collectie ernaar is, komt het gebouw er ook wel, maar dat gaat in Amsterdam niet op. Het is de grootste ruimte die we in Am sterdam hebben. Maar er loopt een snelweg doorheen, als plein is het een kale vlakte. Zou het een zekere Picasso hebben elkaar bijzonder plasticiteit krijgen, dan zou het ook gerespecteerd. Zij hadden zoveel belangstelling voor eikaars werk, dat de een het werk van de ander kocht," aldus De Wilde, die in Femme nue een vollediger uit drukking van Picasso's persoon lijkheid en visie aantreft dan diens werk uit zijn jeugd. En in Picasso ziet hij meer de beeldhouwer, in Matisse meer de schilder. Van De Wilde de uitspraak: „Matisse, dat is heel persoonlijk, stel ik boven Pi casso als schilder". Nieuw talent Voor de museumdirecteur, zijn staf niet te vergeten, is het altijd moeilijk te bepalen wanneer je iets van een kunstenaar moet kopen, waarbij het in dit geval gaat om vermoed nieuw talent. „Je moet niet te vroeg kopen als je van een kunstenaar niet overtuigd bent", zegt De Wilde. „Je moet geen casi no spelen met de jongere kunst. Ik wacht erop dat ik zeker ben van mijn zaak. Een museum moet kun nen zeggen: dit is kwaliteit, daar staan we voor. Want indien een museum dat niet doet, verwaar loost het een van zijn belangrijkste taken". Verzamelen is: atelierbezoek, een pendeldienst ook tussen ate lier en de harde commercie. Leren ontdekken hoe die kunsthandel werkt. Het zijn overigens ook de kunstenaars zelf die grote giften hebben gedaan aan het Stedelijk, vertelt De Wilde, die in dit verband de namen noemt van De Kooning en Dubuffet. Het zijn eveneens de kunstenaars die de kunsthandelaar onder druk kunnen zetten wan neer het gaat om het bepalen van de prijs. „De kunsthandelaar wacht er zich wel voor ruzie te krij gen met iemand die het grote geld voor hem binnenbrengt." In zijn leven als museumman heeft De Wilde wat aankopen be treft ook te kampen gehad met missers. Zo herinnert hij aan een triptiek van Francis Bacon, die hij in Londen op een tentoonstelling had gezien. Het bleek dat de Tate Gallery daarvoor eveneens belang stelling koesterde. Met de kunst handel maakte hij de afspraak dat als Tate niet zou kopen, hij de ge gadigde zou zijn. „Van die handel heb ik nooit meer iets gehoord. Totdat ik later vernam dat het Guggenheimmu- seum de triptiek had verworven. Ik heb toen het eerste vliegtuig naar Londen gepakt en precies gezegd wat ik er van dacht. De handelaar heeft me toen later vele triptieken laten zien, maar steeds vergelijk je het met de andere. Mijn mening is, datje nooit moet kopen als het een compromis is". Wanneer je de omvangrijke ten toonstelling in het Stedelijk over twintig jaar verzamelen bekijkt, als plein i kunt er praten". Niet veilig Wanneer De Wilde vertrekt, zal hij het op de valreep nog meema ken dat de museumtuin, die nu voor het publiek vanaf de straat vrij toegankelijk is, gesloten zal moeten worden. De sculpturen in die tuin blijken voor een deel van dat publiek niet meer veilig. De restaurateurs van het Stedelijk kunnen de reparaties niet meer aan vanwege het aangedane geweld. Kunst, en zeker moderne, roept agressie op. De beelden worden niet alleen beklad, maar zelfs met stenen bekogeld en zodoende zwaar beschadigd. La Grande Parade van volgend jaar siert het thema „Amsterdam Cultuurstad". Maar de beelden op straat moet je langzamerhand van een bewakingsdienst voorzien om ze nog voor dit geslacht te bewa ren. In het Stedelijk zelf blijft de kunst gelukkig nog ruimschoots overeind, waarvan De Wilde's twee decennia verzamelen een klinkend bewijs is. MUIDEN (GPD) - „On- langs beloofde minister Brinkman dat er het ko mende jaar niet zal worden bezuinigd op cultuur. Daar bij gaat het bijvoorbeeld om mogelijkheden tot ontplooi ing van schrijvers, het sti muleren van verspreiding van literatuur en de vor ming van creatieve lezers. In dat laatste proces zijn le raren hun gewicht in goud waard. Ik wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken de minister aan zijn woord te houden". Met deze woorden besloot schrijf ster Hella Haasse gistermiddag haar dankwoord, na het in ont vangst nemen van de PC Hooft prijs, de Staatsprijs voor de Letter kunde, in het Muiderslot. Het was daarbij een gelukkig toeval dat zij haar verzoek omwille van de cul tuur niet verder op het onderzoek te bezuinigen richtte tot de daar voor verantwoordelijke minister Deetman, die zijn collega Brink man van cultuur verving. Deze liet zich wegens noodzakelijke aanwe zigheid in de Tweede Kamer excu seren. Eerder had de schrijfster, die de prijs ontving voor haar ruim 50 ti tels tellende oeuvre, betoogd dat „werk van de verbeelding bena derd moet worden aan de hand van door de schrijver nagelaten sporen in de tekst". Naast het onbetwist baar nut van het verzamelen van biografisch materiaal, kan een le zer vaak meer over een schrijver le ren door de moeite te nemen naar deze sporen te zoeken. Als voor beeld noemde Hella Haasse het werk van Simon Vestdijk, die zijn voorkeur voor de voor hem onbe reikbare vrouwen van het type 'da me, dochter en dienster' verstopte door er romanfiguren van te ma ken. Ook verwees zy naar het werk van Jan Wolkers, waarin steeds op nieuw dezelfde kleuren, dieren, vo gels, insecten en vooral schedels voorkomen. Dergelijke sporen zijn 'zintuiglij ke indrukken', behorend bij lang vergeten ervaringen van de schrij ver. Een reatief lezer kan zo dingen over de schrijver aan de weet ko men die deze zelf niet weet, zo be toogde Haasse. „Als ik wist wat ik bedoelde, heb ik altijd geprobeerd het zo helder mogelijk op te schrij ven. Maar mijn diepste drijfveren ken ik niet. De lezer wel", aldus Hella Haasse. Tot deze creatieve lezers rekende zij de jury, die in het rapport de na druk had gelegd op de vermenging van feit en verbeelding in haar werk. Waar in haar vroegere werk nog een scheiding tussen deze bei de bestond, bijvoorbeeld in histori sche romans, waarin het feitenma teriaal slechts een voorstudie was voor het zo betrouwbaar mogelijk creëren van een 'verzonnen' ver haal, treedt er later een groeiende spanning tussen op. Tot in de laatste historische ro mans de feiten de plaats van de fic tie hebben ingenomen, zij het in een door de schrijfster gecon strueerd geheel. „Hierin is bijna niets meer verzonnen", zo stelt het juryrapport over deze romans. „Het is een montage van authen tiek bronnenmateriaal, waarbij de hand van de schrijfster alleen ver antwoordelijk is voor selectie en montage. Er staat op de kast nog een roman, maar er is een stap ge zet naar een nieuwe vorm die zich van traditionele genres niets aan trekt". Minister Deetman had in zijn LOS ANGELES (Rtr) De Ameri kaanse filmproducent en scenario schrijver Carl Foreman is gisterren op 69-jarige leeftijd in zijn woning in Beverley Hills overleden. Dit heeft een woordvoerder van de fa milie bekendgemaakt. Foreman schreef scenario's voor films als ,The Bridge over the river Kwai', het kassucces ,De kanon nen van Navarrone', met Gregory Peck en David Niven in de voor naamste rollen en ,The Key', waar in William Holden en Sophia Lo- ren de hoofdrollen speelden. In 1951, toen hij de film ,High Noon', met in de hoofdrol Gary Co oper schreef en produceerde* kwam hij tijdens de anti-commu nistische heksenjacht onder lei ding van senator McCarthy op de zwarte lijst te staan wegens zoge naamde anti-Amerikaanse activi teit. Foreman, die tijdens de Twee de Wereldoorlog tot de infanterie toetrad en meewerkte aan oplei dingfilms, vertrok naar Londen .High Noon' won enkele Oscars in Hollywood. Ook voor ,The bridge over the river Kwai' kreeg Fore man een Oscar. Daarbij werd zijn identiteit verborgen gehouden vanwege de zwarte lijst. Zijn debuut als schrijver, produ cent en regisseur maakte Foreman met .The Victors', die wordt be schouwd als de klassieke anti-oor logsfilm. Onder de andere films die Foreman als producent en schrij ver maakte zijn .The mouse that roared". ,Born Free'. .Virgin sol diers', .Otley' en .Living free' De negenjarige Roosje Polak bewondert de penning die haar grootmoe der Hella Haasse (66) bij de uitreiking van de P.C. Hooftprijs kreeg omge hangen. (toio ANP' Hella Haasse: toespraak bij de overhandiging van de prijs gewezen op de tegen stelling tussen het besef van de menselijke eenzaamheid enerzijds en de erkenning van de waarde van de individualiteit anderzijds, die Haasse's werk kenmerkt. Het steeds terugbrengen van het verle den in het heden zag de minister als een poging „om de eenzaaheid op te heffen van al diegenen die in de mist van de tijd verdwenen om daar naamloos te worden, zich in totale eenzaamheid verliezend. Te genover die fundamentele een zaamheid stelt u de liefde van de bij het lot van de individuen intens betrokkenen", aldus Deetman. Hij prees Hella Haasse ook voor het „bevorderen van de leesbereid- heid van de jeugd". Het feit dat haar roman 'Oeroeg', een van de eerste van de reeks van 14 romans en verhalenbundels die Haasse in 35 jaar produceerde, op vrijwel alle eindexamenlijsten van middelbare scholen prijkt, ligt niet alleen aan de geringe omvang van het werk, aldus de minister. Het motto van het boek: „Ik hou van schrijven" is ongetwijfeld de basis voor het suc ces er van, zo stelde Deetman. die zich zo in zijn rol van cultuurhoe der had ingeleefd, dat hij zelfs de naam van de Stichting Bzztoh aan vaardbaar uitsprak. AMSTERDAM - Bij de bouw van het stadhuis!muziektheater op het Waterlooplein in Amsterdam dat nog steeds op een mooiere naam dan Stopera wacht - werd gistermiddag het hoogste punt bereikt. Burgemees ter Van Thijn (helm op het hoofd, zendertje in de hand) was behulpzaam bij het ophijsen van de laatste dakplaat. (foto anpi HAARLEM (ANP) - Het 34ste Haarlems Internationaal Orgelfes tival wordt van 3 tot 30 juli gehou den. Het programma vermeldt twintig concerten, waarvan twee in Amsterdam en één in Edam, zes beiaardbespelingen en andermaal een improvisatieconcours. Voor het laatste hebben zich ge plaatst: de winnaar van vorig jaar, Harald Feller uit West-Duitsland. Henk Luymes uit Deventer, Nigel Allcoat uit Engeland en Karl Mai, eveneens uit West-Duitsland. Het concours heeft 5 juli plaats. In de jury zitten Werner Jacob, West- Duitsland, Piet Kee, Nederland, en Louis Robilliard, Frankrijk. De Haarlemse componist Wim de Rui ter maakte het concoursthema. De deelnemers aan het concours geven 4 juli een concert. Op deze avond in literatuurspel worden werken gespeeld van J. S. Bach, Alexandre Glazoenow, Günther Bialas en Jehan Alain. Op 6 juli ge ven de juryleden een concert met werk van César Franck, Buxtehu- de, Johan C. F. Fischer, en de Suite profane pour orgue van Jean Fran- caix die in Haarlem in première gaat Ook „Trans" (1982) van Daan Manneke is als première te beluis teren op de openingsavond op 3 ju li door het Koor Cappella Amster dam onder leiding van Jan Boeke en met de vaste organist Bernard Winsemius en het Radio Blazer sensemble met Klaas Bolt voor de orgelsolo. De beiaardbespelingen worden verzorgd door Ane Abbenes, Ber nard Winsemius, Dirk Donker en Jan van der Zwart. Organist Wim van Beek opent op 10 juli met een concert de tweede week van het festival. Reitze Smits Orgelconcert LEIDEN - De organist Joop Brons en de fluitiste Veronica Steibach treden vrijdagavond a s. op in de Leidse Pieterskerk. Hun optreden heeft plaats in de serie zomerorgel- concerten van K&O Het programma vermeldt werken van o.a. Dandrieu, Coupe- rin, Buxtehude. Bach, Fauré, Franck en Langlais. en Egbert Schoenmaker geven 12 juli het stadsconcert. De volgende dag wijden het Raphael Kwartet, organist Albert de Klerk en harpist Edward Witsenburg het grootste deel van een concert aan de Spaan se componist Padre Antonio Soler. De derde week staan, concerten op het programma door The Scho lars uit Engeland op 16 juli, orga nist Piet Kee op 17 juli. Bob van Asperen, clavecimbel, op 18 juli. en op 19 juli in Haarlem organist Da niël Roth uit Frankryk en in Am sterdam organist Anders Bonde- man uit Zweden. Het podium voor hedendaagse orgelmuziek wordt op 20 en 21 juli gehouden met dit jaar een accent op Oostenrijks-Duitse muziek, ge componeerd tussen 1970 en 1982. De laatse week geeft organist Ha rald Vogel uit West-Duitsland een concert in Amsterdam 22 juli) en doet de Zwisterse organist Guy Bovet hetzelfde in Edam. Verder zijn er in Haarlem nog orgelconcer ten door dc Hongaar Zsigmond Szathmóry (24 juli), de West-Duit ser Gisbert Schneider 26 juli) en op 28 juli op twee plaatsen door deelnemers aan de Internationale Zomeracademie voor Organisten. Appel gestolen AMSTERDAM (ANP) - Uit de etalage van galerie Krikhaar aan de Spuistraat in Amster dam is gisteren vroeg een schil derij van Karei Appel gestolen. Het doek heeft een waarde van 16.000 gulden. Overburen heb ben gezien hoe een man een straattegel door het raam gooi de, deze verder intrapte, een schilderij van de wand haalde en rustig wegliep met het schil derij onder zijn arm. Toen de gealarmeerde eige naar Krikhaar kort daarna de politie belde had hy niet on middellijk begrip voor zijn me dedeling „Er is bij mij een Ap pel gestolenHet antwoord van de politie luidde: „Een ap pel Belt u ons daarvoor zo vroeg op?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 21