c Tot luisteren gedwongen Verstrooiende litera/lectuur De raadselachtige dood van de paus Woordkunstenaar Kees van Kooten DE KEER zandvliet y Historisch verhaal voor jongeren Aangrijpende verhalen Mario Benedetti Op een enkele uitzondering na worden historische verhalen zel den gerekend tot de echte litera tuur. Niettemin is het genre, ook bij kinderen, razend populair. Wat is spannender dan een vlucht uit de werkelijkheid, het onbekende tegemoet? Het combineren van histori sche kennis met een vlotte pen is geen sinecure. Thea Beekman is een illustratief voorbeeld. Haar schrijverskwaliteiten worden be twist. Maar uit de hoge verkoop cijfers van haar boeken blijkt wel dat Beekman bij jongeren hoog scoort. Een ander voorbeeld is Tony Vos-Dahmen von Buchholz. Zij staat min of meer in de schaduw van Beekman, schrijft aantrek kelijk maar minder kleurrijk. Toch vinden haar historische jeugdboeken - waarin vooral de gedegen voorstudie opvalt - gre tig aftrek. Haar enkele jaren gele den verschenen boek 'Divico' wordt veel gelezen. 'Van rendier- jager tot roofridder' is dit jaar be kroond met een zilveren griffel. En ook het onlangs uitgebrachte 'Het monster van de vuursteen mijn' zal zeker zijn weg vinden. Het verhaal speelt 6000 jaar ge leden in de heuvels van Zuid- Limburg, waar moedige mannen en vrouwen dagelijks vuurste nen uithakten, bestemd voor het maken van wapens en gereed schap. Metaal was toen nog on bekend. Het delven van vuur steen in de nauwe, ondergrondse mijngangen moet een gevaarlijk en uiterst onplezierig werk zijn geweest. Rond dit historische gegeven weeft Tony Vos een verhaal over de jonge Firn, die als een van de weinigen wordt uitgekozen om vuurstenen uit te hakken. Een hele eer, behalve voor Firn zelf, die doodsbang is om af te dalen in de donkere gangen. Een boek voor jongeren vanaf 10 jaar, dat spanning kent, maar geen echte sensatie. Tony Vos houdt niet van overdaad in beeld en taal, en karaktertekening is evenmin haar sterkste kant. Haar verdienste is informatie over het dagelijkse leven van mensen uit een ver verleden te verpakken in een vlot leesbaar verhaal. En daaraan is duidelijk behoefte. 'Het monster van de vuursteen mijn', Tony Vos-Dahmen von Buch holz, uitg. Westfriesland, f 18,95. MARGOT KLOMPMAKER Boeken ADVERTENTIE BÖEKHftNDEl BV l Haarlemmerstraat 117 j Leiden - tel. 120421 algemene- en assortimentsboekhandel full-time bestelafdeling levertijd vanaf 2 dagen DINSDAG 26 JUNI 1984 Nu de vakantie weer nadert en het er niet naar uitziet dat regen en rotweer ons dit jaar nog zullen verlaten, is het geboden om te zien naar troostende lectuur. In kort en oppervlakkig bestek hieronder een rijtje boeken, niet altijd van Nobel-prijskwaliteit, maar wel met veel plezier door uw recensent gelezen. Blauw De vrouw in het blauw is een bundel met zes verhalen van Diet Verschoor, heel mooi (voor al de voorkant) geïllustreerd door de beeldhouwer Nic Jonk. In een sterke, krachtige stijl, zon der veel literaire lagen en andere poespas, behandelt de schrijfster zes heel verschillende vrouwen levens. Mysterieus beweegt bijvoor beeld de vrouw uit het titelver haal zich in het uitgaansleven, in blauwe kleding gehuld, vrij en zelfstandig, haar partners voor één enkele nacht geduldig en met zorg uitkiezend. "Ze bleef Diet Verschoor even staan voor de gevel van de Keizer. Ik speel de hoofdrol in een fascinerend toneelstuk, blauw is mijn achtergrond. Wie zal vanavond mijn tegenspeler zijn? Ze glimlachte toen ze zich probeerde voor te stellen met wie en hoe ze straks de bar zou verlaten. Op weg waarheen"? Maar. "Morgen zou ze weer als directiesecretaresse van de firma Wilkers b.v. aanschuiven achter haar grijze bureau. Dat was haar enige en onuitsprekelijk waarde volle zekerheid in haar leven ge worden. "Hoewel de verhalen soms cli chématig overkomen en de per sonages erin psychologisch be perkt uitgewerkt blijven, is er juist daardoor - want ontdaan van tierlantijn - sprake van prima literatuur. Niet te diep, maar met respectabel vakmanschap ge schreven. Zeer aanbevolen, deze "vrouwenportretten"! (Diet Verschoor, De vrouw in het blauw, uitg. Manteau, Amsterdam 1984, 22,50,-). Bijstandsmoeder Wie geregeld Vrij Nederland openslaat, zal vaak ogenblikke lijk doorbladeren naar de uit muntend en geestig geschreven "Notities van een bijstandsmoe der". Zelf kende ik ze niet, maar een groot aantal van deze notities door M. Mus zijn nu gebundeld - en ik heb ze in één adem uitgele- Twee emoties buitelden daarbij over elkaar: medeleven met de problemen van mensen "onder aan de (sociale) ladder" en dolle pret om de manier waarop déze bijstandsmoeder haar zorgen en ergernissen vol humor, zelfspot en relativering onder woorden brengt. Het knappe van de stukjes voor al is de helderheid, de meedo genloze bondigheid waarmee vanonder de humor ("En seks met een werkloze is heerlijk: hij heeft er zo veel tijd voor") de fel le, nogal uitzichtloze ellende van sociaal machteloze groepen men sen in onze "welvaartsstaat" dui delijk wordt gemaakt. Blij dat ik geen bijstandsmoeder ben, maar na het lachen besef je dat leven met een minimaal inkomen ei genlijk alleen om te huilen is. Even los daarvan, een verrukke lijke bundel. (M. Mus, Onder aan de ladder. Noti ties van een bijstandsmoeder. Uitg. Bert Bakker, Amsterdam 1984, 19,50). Katten Wie van katten houdt, ook wie ze hooguit in huis duldt, mag na tuurlijk niet het meest recente "kattenboek" missen: De kat in de boekenkast, verhalen en frag menten van Nederlandse schrij vers over katten. Hoewel ik deze diersoort persoonlijk geen on verdeeld warm hart toedraag, kan ik de auteurs die over deze snormachine schrijven, gewoon lijk wel waarderen. Ik voel al gauw mee met Chr.J. van Geel, die in het gedichtje Ik lees zuchtend noteert: "Ik heb een hond die voor mijn bed zit/en een poes die niet wil dat ik lees/ Ik heb een hond die mij aan staart/en een poes die op mijn tekst gaat zitten". Zo is het, maar dat lang niet al leen - zo blijkt uit de ontroeren de, dwaze, grappige en vooral verwonderde bijdragen van o.m. Jan Wolkers, Rudy Kousbroek, Simon Carmiggelt, Harry Mu- lisch, K. Schippers, Louis Cou perus, Jan Blokker, Gerard Reve en welke bekende Nederlandse auteur al niet meer. Prima voor op vakantie als poes veilig in het asiel vertoeft... (Tilly Hermans en Pieter van Op- heusden (samenstellers). De kat in de boekenkast. Nederlandse schrij vers over katten. Uitg. MeulenhofT, Amsterdam 1984, 16,90 en met een mooie omslag). ROB VOOREN. De voorkant van Mano Benedet- ti's verhalenbundel "Met en zon der heimwee" is verlucht met een tekening waarop twee man nen, allebei een kop koffie voor zich, tegenover elkaar aan een ta feltje zitten. Uit de toegeknepen mond en dc sombere oogopslag van de linker valt af te leiden dat het gesprek een ernstig onder werp betreft. Hier worden geen kroegwijsheden uitgewisseld. Hoe goed die situatie past bij de verteltrant van Benedetti, besef je pas na het lezen van dit in drukwekkende boek. Eén van de veertien verhalen waarmee Benedetti de lezer - om het maar eens plastisch uit te drukken - meteen bij de kladden grijpt, is 'Luisteren naar Mozart'. In de jij-vorm richt de verteller zich tot ene kapitein Montes, die als folteraar carrière heeft ge maakt bij de Uruguayaanse ge heime politie. De functionaris lijkt ruw uit zijn sièsta gewekt door de stem van zijn geweten. Ter afleiding legt hij een symfo nie van Mozart op de draaitafel, maar - ook al werken de violen als 'galeiroeiers' - de stem laat zich niet sussen. De kapitein is in wezen een mannetje waarvan er duizend in één dozijn gaan. Het is dan ook niet zijn politieke overtuiging die hem aanzet tot het martelen van zogenaamde 'subversieve ele menten'. Nee, hij wil hogerop. En dat tot elke prijs. 's Nachts, als hij misselijk van zijn eigen martelmethoden in bed ligt, verzint hij tegenover zijn vrouw verhalen over 'ver keerd gevallen varkensvlees'. Met die abstracte, beschuldigen de stem in zijn hoofd kan de ka pitein nog wel leven, maar als zijn zoontje 's middags van school thuiskomt en hem - als een vleesgeworden geweten - be schuldigt van smeerlapperij, raakt hij in paniek. Het is algemeen bekend dat de ultra-rechtse regimes in Uruguay en Argentinië er weinig frisse methoden op nahouden om hun macht te bestendigen. Amnesty International bericht ons met een huiveringwekkende regel maat over de steeds ingenieuzere martelwertuigen die men uit vindt om tegenstanders van het systeem aan het praten te krij gen. Ik weet niet hoe het U ver gaat, maar de opeenstapeling van al dat leed heeft op mij op den duur een afstompend effect. Je zet je handtekening op een lijst om je solidariteit met de' slachtoffers kenbaar te maken, je gooit een gulden in een collecte bus, maar daar blijft het bij. Het klinkt misschien cru, maar de slachoffers - en niet te vergeten - de beulen gaan niet echt voor je 'leven'. Benedetti, die, na door de fas cistische AAA met de dood te zijn bedreigd, momenteel als po litieke balling in Spanje woont, weet met zijn verhalen de lezer meer inzicht te verschaffen in de warrige politieke situatie in La tijns Amerika. Hij brengt de nuances aan die in de normale berichtgeving versluierd blijven. De beulen bij hem zijn niet alle maal van menselijk gevoel ge speend. Uit angst voor hun superieu ren, voelen ze zich vaak genood zaakt om door te gaan met hun walgelijke praktijken. De slacht offers zijn niet altijd vurige idea listen, hevig begaan met het lot van hun vaderland. Nee, ze zijn soms onvrijwillig, door een stommiteit, in de politiek betrok ken geraakt. Kortom: Benedet- ti's benadering van de problema tiek mist gelukkig het zwart-wit karakter dat beschouwingen over de situatie in Latijns-Ameri- ka nogal eens kenmerkt. Dat maakt de toestand er in die lan den natuurlijk niet rooskleuriger op, maar het toont in alle een voud nog weer eens aan dat de oplossing niet voor het grijpen ligt. personages zeggen: "Hij was hel- Mario Benedetti der en concreet. Hij gooide je niet dood met alles wat hij gele zen had. Ik houd er niet van als iemand me bedelft onder alle Marxen en Lenins van de hele wereld." Die laatste zin - het lijkt het adagium van Benedetti zélf. Vrijwel alle veertien verhalen in deze bundel hebben te maken met de politieke situatie van on derdrukking en verzet. Dat is nu niet bepaald een onderwerp om bij te lachen. Maar - de humor laat zich door geen enkele dicta tuur het zwijgen opleggen. In het laatste verhaal, dat opent met een sublieme zin, legt de schrij ver zijn hoofdpersoon de volgen de woorden in de mond: "Dat wil dus zeggen dat ik in een halfuur tijd meer rook dan drie vleermui zen bij elkaar. Dit is maar een ge zegde want ik heb nog nooit een vleermuis zien roken, laat staan drie." Als u dat niet geestig vindt, laat dan - om met Dante te spreken - alle hoop maar varen. Uit elke regel in dit boek klinkt de tot luisteren dwingende stem van Benedetti op. Dat hij dit in tense contact met zijn publiek ook nastreeft, blijkt uit een aan de lezer gericht en het eigenlijke verhaal onderbrekend, zinnetje als "(wie zijn jullie?)". Welnu, meneer Benedetti, ik ben blij dat ik daar antwoord op kan geven. Ik ben degeen, die even tegenover u aan het tafeltje mocht zitten. En ik heb adem loos naar u geluisterd. CEES VAN HOORE Met en zonder heimwee, Marjo Be nedetti, vert.: Fleur Bourgonje, uitg. MeulenhofT, 24,50 Toen Simon Carmiggelt was opgehouden met het schrijven van zijn dagelijkse Kronkel in het Parool zei hij eens in een in terview dat Kees van Kooten een goede opvolger zou zijn. Een begrijpelijke wens, want Kees van Kooten is een even grote kortebaankunstenaar als Carmiggelt. Niet veel schrijvers beheersen de kunst om in een kort stukje veel kwijt te kunnen. Meestal hebben ze een lange aanloop nodig om een leuke anecdote te vertellen of een ontroerend ver haaltje. Carmiggelt niet, Cam- pert niet en Kees van Kooten ook niet. Er zijn nu al een paar bundels van hem verschenen. Sinds kort ligt er een nieuwe in de boekhandel. Modermismen. Het boekje is in de witte reeks van de Bezige Bij verschenen. Dat is een serie waarin bekende werken van bekende auteurs opnieuw worden uitgegeven voor een goedkope prijs, name lijk tien gulden per deel. De verhalen uit 'Modermis men' zijn evenwel nog nooit in boekvorm verschenen. Het zijn verhalen die eerder werden ge publiceerd in het Belgische ra dio televisie-blad Humo en op de Bescheurkalender. 'Mo dermismen' bestaat niet uit een allegaartje dat slechts om com merciële redenen bijeen is ge bracht. Na lezing besef je dat er een strenge selectie moet zijn toegepast. Wie de verhalen leest wordt weer eens met de neus op de feiten gedrukt: er zijn toch maar weinig schrijvers in Ne derland die net zo luchtig schrijven als Kees van Kooten; die de indruk wekken dat het verhaal is geschreven tussen af was en eerste kopje koffie. Het is alsof hij een verhaal even tus sen neus en lippen door vertelt. Zelfspot en gevoel voor humor zijn de eigenschappen waar over Van Kooten in grote mate beschikt. Of hij nu uitlegt waar om iemand die Kees heet altijd wordt aangeroepen met Keeeeeeesje, of vertelt over de aanschaf van een autoradio - het is leuk. Het beste verhaal uit deze bun del is 'Poezen eigen deurtje'. Drie pagina's telt het. Het is zo geraffineerd geschreven dat ik het al vele malen heb herlezen. En elke keer weer met hetzelf de resultaat: lachen. Van Kooten legt eerst uit waar om hij zo'n deurtje voor z'n kat ten wilde hebben, dan begint hij over zijn werkzaamheden: "Óm voldoende armslag te heb ben en een foutloos stuk hand werk af te leveren, lichtte ik op een ochtend eerst de deur uit zijn scharnieren. Prachtig weertje was het, dus deur op twee schragen in tuin gelegd. Passen en meten, boren en za gen. Overdrijven: bovenli chaam ontbloten. Denken: dit is pas werken". Natuurlijk blijkt er iets fout te zijn gegaan. Zoals Van Kooten Kees van Kooten. (foto Anefoi schrijft: "Ja baasje knap, baasje mooi klein deurtje voor poes poes gemaakt', stelde ik tevre den vast; maar toen ik de deur in zijn sponning tilde bleek het poezedeurtje op twee meter hoogte te zitten. Baasje Boven kant voor Onderkant aange- Uiteindelijk is het poezedeurtje klaar. Maar wat Van Kooten ook doet - zijn eigen hoofd er doorheen steken om de katten het goede voorbeeld te geven - het mag niet helpen. "De enige die vanaf de eerste dag begreep waar het poezedeurtje toe dien de, was hond Willem. Als hij naar binnen wou, stak hij zijn kop door het poezedeurtje". Inmiddels heeft Van Kooten bewezen dat hij ook langere verhalen kan schrijven. En heeft de smaak klaarblijkelijk te pakken gekregen: dit najaar verschijnt namelijk zijn roman Hedonia. Hopelijk blijft hij on dertussen ook doorgaan met het schrijven van korte stukjes; stukjes die zo leuk zijn om te lezen tussen afwas en eerste kop koffie. WIM BRANDS Titel: Modermismen Auteur Kees van Kooten Uitgeverij: De Betige Bij ADVERTENTIE BOEKHANDEL LEIDEN LEIDERDORP OEGSTGEEST KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da- gen verkrijgbaar. Paus Johannes Paulus de Eerste stierf een raadselachtige dood. Daarover is iedereen het eens. Zijn plotselinge dood, na slechts 33 dagen pausschap, was volsla gen onverklaarbaar. Er waren absoluut geen aanwijzingen van ziekte of ongeval. Het raadselachtige werd nog ver sterkt doordat de kardinaal- staatssecretaris Villot in eerste instantie verklaarde, dat de paus 's-morgens om 5 uur was overle den en door zijn secretaris dood op bed was aangetroffen. Deze verdraaiing van de feiten moest de kardinaal na de vele geruch ten, die de ronde deden, onmid dellijk rechtzetten. De paus was niet 5 uur 's-morgens, maar 's- avonds tevoren om 11 uur overle den. En niet zijn secretaris maar de verzorgster van de paus, zr. Vincenza, had hem dood op bed gevonden. En waarom had de kardinaal beiden onmiddellijk "verzocht" het Vaticaan te verla ten? Inderdaad, op z'n minst merk waardig. Maar om hieruit te con cluderen, dat hier sprake is van moord, gaat natuurlijk veel te ver. Dat is ongehoord. Toch komt de Britse journalist David Yallop tot die conclusie in zijn dezer dagen verschenen boek "Gods wil of Mafia?" (Waarom werd "In God's Name" zo ver taald?). De auteur geeft voor zijn ernstige beschuldiging geen enkel bewijs en komt niet verder dan wat spe culaties en insinuaties. De dood soorzaak hartaanval? mocht niet nader worden onderzocht. Het lijk werd onmiddellijk gebal semd. Beide gebeurde op bevel van Villot. Maar hoe onverklaar baar ook, dit is toch geen bewijs? Ja maar, zo stelt de auteur, de paus stond op het punt wat cu rieprelaten onder wie Villot te ontslaan of weg te promoveren. Tevens wilde hij een einde ma ken aan de financiële manipula ties van het Vaticaan. Een rap port daarover zou hij in zijn han den hebben gehad toen hij stierf, en niet "De navolging van Chris tus", zoals van de zijde van het Vaticaan was meegedeeld. Voor Yallop allemaal "bewijzen" om te stellen, dat de paus werd ver moord! Maar ook "bewijzen", om derden te beschuldigen van moord of medeplichtigheid! Normaal is, dat een verdachte vrij uit gaat, zolang de zaak niet is bewezen. Voor Yallop is het "bewijs" geleverd. De verdach- te(n) Villot, de bankier van het Vaticaan en "grote oplichter" mgr. Marcinkus en enkele Ita liaanse topbankiers en leden van de mafia krijgen geen kans zich te verdedigen. Overigens zijn er inmiddels al enkelen overleden. De "overklaarde dood" van de paus is voor de schrijver niet on verklaarbaar. Curieprelaten, bankiers en mafia, zouden door de paus worden ontmaskerd. En tevens zou de paus de gerucht makende encycliek van zijn voorganger "Humanae vitae" over de geboorteregeling herroe pen. En daar moest een stokje voor worden gestoken. De papie ren, die dit zouden kunnen be vestigen, zijn met zijn testament ontvreemd en nooit meer terug gevonden. Inderdaad merkwaar dig, maar geen bewijs! Yallop zou ons kunnen helpen met zijn bronnen te openbaren. Maar dat weigert hij categorisch. Heel begrijpelijk, want dan kun nen zijn verhalen worden ge checkt. En dan zou hij wel eens behoorlijk door de mand kunnen vallen. Enkele "bewijzen" zijn nl. voor het merendeel "ontleend" aan het begin van dit jaar (zie het LD 18 februari) besproken boek "Pontifez". De auteurs van dit boeiende boek onthulden de leu gens van Villot. Het verschil met Yallop en zijn Britse collegae zit 'm alleen in de inhoud van het rapport dat de paus zat te lezen toen hij stierf. De auteurs van "Pontifex" onthullen, dat het rapport ging over de Jezuieten- generaal Arrupe, die voortaan in de pas zou moeten lopen. Maar goed, dat is een kleinig heid. Voor mij volslagen onbe grijpelijk: zoveel commotie ovep een boek, dat niets nieuws brengt en met geen enkel bewijs komt na zo'n beschuldiging. THEO KROON ROME (GPD) „Helaas valt dit smakelijke en spannende ver haal niet meer na te trekken: de hoofdpersonen zijn namelijk of dood, of voortvluchtig, of in de gevangenis". Dit was de conclu sie van Italië's meest gezagheb bende krant, de Corriere della Sera, over het boek van David Yallop 'In God's Name', waarin de dood van paus Johannes Pau lus I wordt toegeschreven aan vergiftiging door de grote boos doeners van de afgelopen jaren, Marcinkus, Gelli en Calvi. En zoals de Corriere della Sera heeft de hele Italiaanse pers het boek met een schouderophalen afgedaan en zich vrolijk gemaakt over de jarenlange „research" waarmee de auteur heeft achter haald wat al uit en te na in de kranten van september-oktober 1978 heeft gestaan. Dat er in het Vaticaan vreemd is omgesprongen met geld (Marcin kus' transacties met zwendelaars als Sindona en Calvi) wil men hier graag aannemen, dat men er zich schuldig maakt aan ach terklap en roddel is ook bekend, maar dat er, na de woelige tijden van de Borgia's, nog wordt ge moord en vergiftigd stuit hier slechts op algemene hilariteit. Wat is er die 29e september van zes jaar geleden gebeurd? Vast staat alleen, dat er in de eerste schrik om het onverwachte over lijden van paus Luciani, na een pontificaat van 33 dagen, enorm is gestoethaspeld. De paus werd om kwart voor vijf dood aange troffen door zijn huishoudster, zuster Vincenza, maar omdat het de Vaticaanse autoriteiten onnet leek te suggereren dat een vrouwspersoon zomaar de pau selijke slaapkamer in en uit kon lop.en, besloot men de ontdek king toe te schrijven aan zijn mannelijke secretaris John Ma- gee. Op het ogenblik van zijn dood (volgens de artsen overleed hij omstreeks 11 uur 's avonds aan een hartverlamming) bestudeer de de paus in bed nog enkele do cumenten van het staatssecreta riaat, maar nu men toch eenmaal bezig was de werkelijkheid te verfraaien, leek het de inder haast toegeschoten kardinaal Jean Villot stichtelijker, die te vervangen door de „Navolging van Christus", het vrome medita- tieboek van Thomas a Kern pis. Aldus gefatsoeneerd ging het be richt van 's pausen dood om 7 uur de wereld in. Helaas hadden deze leugentjes om bestwil nog kortere beentjes dan het spreekwoord al wil, want om kwart over acht hoorde het Italiaanse persbureau ANSA de ware toedracht van Franco Anti- co, secretaris van Civilta Cristia- na, een groepje half fascistische volgelingen van bisschop Lefeb- vre. ANSA stuurde het bericht de wereld in, samen met Antico's „eis" van een lijkschouwing, „om vast te stellen of de paus door vergiftiging om het leven was gekomen Voor de toestro mende journalisten, veroordeeld om voor de tweede keer in ander halve maand over een pauskeuze te berichten, kwam het als man na uit de hemel, en in de volgen de dagen stond de wereldpers bol van het vermeende schan daal. Antico's tipgever was vermoe delijk een geestverwante mon seigneur die zijn chefs een hak wilde zetten, maar de auteurs van die andere pauselijke best seller 'Pontifex' wisten wel be ter: zij ontwaarden er dadelijk de hand in van departement 'D' (voor 'dezinformatsiye') van het eerste hoofddirectoraat van de KGB, en kardinaal Koenig, die in hun plot de KGB van haver tot gort kent, zou degene geweest zijn die zijn collega's ervan weer hield in de wijdopen val te lopen en de lijkschouwing te laten hou den. In werkelijkheid kwam dit geen ogenblik bij de kardinalen op. In de eerste plaats omdat het protocol, dat de gang van zaken bij de dood van een paus regelt, er niet in voorziet en zij zich niet bevoegd achtten daarin verande ring te brengen. Maar vooral om dat zij Antico's insinuatie onzin nig en beledigend vonden en zelfs niet de schijn wilden wek ken hem serieus te nemen. Daar mee stierf het verhaal een zachte en vrij snelle dood, totdat Yallop het driejaar geleden herontdekte en besloot er een van zijn be roemde onderzoeken aan te wij den. Het boek, zo mogen we aanne men, schreef zichzelf. Dat de voornaamste getuigen en/of ver dachten inmiddels overleden waren (Calvi, kardinaal Villot) of anderszins onbereikbaar (Gelli, Sindona, Marcinkus) was alleen maar een voordeel. Dat de docu menten van het langdurige on derzoek in een ondoordringbare kluis liggen opgeborgen en pas te voorschijn mogen komen als de schrijver „iets overkomt", vol tooit het beeld dat we uit soort gelijke lectuur kennen. Het Ro meinse blad La Repubblica pu bliceerde op 17 juni een inter view met de schrijver, waarvan de laatste zinnen luiden: „Denkt u nu heus", vraagt de auteur, „dat ik drie jaar van mijn leven zou besteden en de grootste risi co's zou lopen, alleen maar om een bestseller te schrijven?" Waarop het blad zelf het ant woord geeft: „Velen denken van wel". HEIN TEN KORTENAAR

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 11