c
Tot luisteren gedwongen
Verstrooiende litera/lectuur
De raadselachtige dood van de paus
Woordkunstenaar
Kees van Kooten
DE
KEER
zandvliet
y
Historisch
verhaal
voor
jongeren
Aangrijpende verhalen Mario Benedetti
Op een enkele uitzondering na
worden historische verhalen zel
den gerekend tot de echte litera
tuur. Niettemin is het genre, ook
bij kinderen, razend populair.
Wat is spannender dan een
vlucht uit de werkelijkheid, het
onbekende tegemoet?
Het combineren van histori
sche kennis met een vlotte pen is
geen sinecure. Thea Beekman is
een illustratief voorbeeld. Haar
schrijverskwaliteiten worden be
twist. Maar uit de hoge verkoop
cijfers van haar boeken blijkt wel
dat Beekman bij jongeren hoog
scoort.
Een ander voorbeeld is Tony
Vos-Dahmen von Buchholz. Zij
staat min of meer in de schaduw
van Beekman, schrijft aantrek
kelijk maar minder kleurrijk.
Toch vinden haar historische
jeugdboeken - waarin vooral de
gedegen voorstudie opvalt - gre
tig aftrek. Haar enkele jaren gele
den verschenen boek 'Divico'
wordt veel gelezen. 'Van rendier-
jager tot roofridder' is dit jaar be
kroond met een zilveren griffel.
En ook het onlangs uitgebrachte
'Het monster van de vuursteen
mijn' zal zeker zijn weg vinden.
Het verhaal speelt 6000 jaar ge
leden in de heuvels van Zuid-
Limburg, waar moedige mannen
en vrouwen dagelijks vuurste
nen uithakten, bestemd voor het
maken van wapens en gereed
schap. Metaal was toen nog on
bekend. Het delven van vuur
steen in de nauwe, ondergrondse
mijngangen moet een gevaarlijk
en uiterst onplezierig werk zijn
geweest.
Rond dit historische gegeven
weeft Tony Vos een verhaal over
de jonge Firn, die als een van de
weinigen wordt uitgekozen om
vuurstenen uit te hakken. Een
hele eer, behalve voor Firn zelf,
die doodsbang is om af te dalen
in de donkere gangen.
Een boek voor jongeren vanaf
10 jaar, dat spanning kent, maar
geen echte sensatie. Tony Vos
houdt niet van overdaad in beeld
en taal, en karaktertekening is
evenmin haar sterkste kant. Haar
verdienste is informatie over het
dagelijkse leven van mensen uit
een ver verleden te verpakken in
een vlot leesbaar verhaal. En
daaraan is duidelijk behoefte.
'Het monster van de vuursteen
mijn', Tony Vos-Dahmen von Buch
holz, uitg. Westfriesland, f 18,95.
MARGOT KLOMPMAKER
Boeken
ADVERTENTIE
BÖEKHftNDEl BV
l Haarlemmerstraat 117
j Leiden - tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
bestelafdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
DINSDAG 26 JUNI 1984
Nu de vakantie weer nadert en
het er niet naar uitziet dat regen
en rotweer ons dit jaar nog zullen
verlaten, is het geboden om te
zien naar troostende lectuur. In
kort en oppervlakkig bestek
hieronder een rijtje boeken, niet
altijd van Nobel-prijskwaliteit,
maar wel met veel plezier door
uw recensent gelezen.
Blauw
De vrouw in het blauw is een
bundel met zes verhalen van
Diet Verschoor, heel mooi (voor
al de voorkant) geïllustreerd
door de beeldhouwer Nic Jonk.
In een sterke, krachtige stijl, zon
der veel literaire lagen en andere
poespas, behandelt de schrijfster
zes heel verschillende vrouwen
levens.
Mysterieus beweegt bijvoor
beeld de vrouw uit het titelver
haal zich in het uitgaansleven, in
blauwe kleding gehuld, vrij en
zelfstandig, haar partners voor
één enkele nacht geduldig en
met zorg uitkiezend. "Ze bleef
Diet Verschoor
even staan voor de gevel van de
Keizer. Ik speel de hoofdrol in
een fascinerend toneelstuk,
blauw is mijn achtergrond. Wie
zal vanavond mijn tegenspeler
zijn? Ze glimlachte toen ze zich
probeerde voor te stellen met
wie en hoe ze straks de bar zou
verlaten. Op weg waarheen"?
Maar. "Morgen zou ze weer als
directiesecretaresse van de firma
Wilkers b.v. aanschuiven achter
haar grijze bureau. Dat was haar
enige en onuitsprekelijk waarde
volle zekerheid in haar leven ge
worden.
"Hoewel de verhalen soms cli
chématig overkomen en de per
sonages erin psychologisch be
perkt uitgewerkt blijven, is er
juist daardoor - want ontdaan
van tierlantijn - sprake van prima
literatuur. Niet te diep, maar met
respectabel vakmanschap ge
schreven. Zeer aanbevolen, deze
"vrouwenportretten"!
(Diet Verschoor, De vrouw in het
blauw, uitg. Manteau, Amsterdam
1984, 22,50,-).
Bijstandsmoeder
Wie geregeld Vrij Nederland
openslaat, zal vaak ogenblikke
lijk doorbladeren naar de uit
muntend en geestig geschreven
"Notities van een bijstandsmoe
der". Zelf kende ik ze niet, maar
een groot aantal van deze notities
door M. Mus zijn nu gebundeld -
en ik heb ze in één adem uitgele-
Twee emoties buitelden daarbij
over elkaar: medeleven met de
problemen van mensen "onder
aan de (sociale) ladder" en dolle
pret om de manier waarop déze
bijstandsmoeder haar zorgen en
ergernissen vol humor, zelfspot
en relativering onder woorden
brengt.
Het knappe van de stukjes voor
al is de helderheid, de meedo
genloze bondigheid waarmee
vanonder de humor ("En seks
met een werkloze is heerlijk: hij
heeft er zo veel tijd voor") de fel
le, nogal uitzichtloze ellende van
sociaal machteloze groepen men
sen in onze "welvaartsstaat" dui
delijk wordt gemaakt. Blij dat ik
geen bijstandsmoeder ben, maar
na het lachen besef je dat leven
met een minimaal inkomen ei
genlijk alleen om te huilen is.
Even los daarvan, een verrukke
lijke bundel.
(M. Mus, Onder aan de ladder. Noti
ties van een bijstandsmoeder. Uitg.
Bert Bakker, Amsterdam 1984,
19,50).
Katten
Wie van katten houdt, ook wie ze
hooguit in huis duldt, mag na
tuurlijk niet het meest recente
"kattenboek" missen: De kat in
de boekenkast, verhalen en frag
menten van Nederlandse schrij
vers over katten. Hoewel ik deze
diersoort persoonlijk geen on
verdeeld warm hart toedraag,
kan ik de auteurs die over deze
snormachine schrijven, gewoon
lijk wel waarderen.
Ik voel al gauw mee met Chr.J.
van Geel, die in het gedichtje Ik
lees zuchtend noteert: "Ik heb
een hond die voor mijn bed zit/en
een poes die niet wil dat ik lees/
Ik heb een hond die mij aan
staart/en een poes die op mijn
tekst gaat zitten".
Zo is het, maar dat lang niet al
leen - zo blijkt uit de ontroeren
de, dwaze, grappige en vooral
verwonderde bijdragen van o.m.
Jan Wolkers, Rudy Kousbroek,
Simon Carmiggelt, Harry Mu-
lisch, K. Schippers, Louis Cou
perus, Jan Blokker, Gerard Reve
en welke bekende Nederlandse
auteur al niet meer.
Prima voor op vakantie als poes
veilig in het asiel vertoeft...
(Tilly Hermans en Pieter van Op-
heusden (samenstellers). De kat in
de boekenkast. Nederlandse schrij
vers over katten. Uitg. MeulenhofT,
Amsterdam 1984, 16,90 en met een
mooie omslag).
ROB VOOREN.
De voorkant van Mano Benedet-
ti's verhalenbundel "Met en zon
der heimwee" is verlucht met
een tekening waarop twee man
nen, allebei een kop koffie voor
zich, tegenover elkaar aan een ta
feltje zitten. Uit de toegeknepen
mond en dc sombere oogopslag
van de linker valt af te leiden dat
het gesprek een ernstig onder
werp betreft. Hier worden geen
kroegwijsheden uitgewisseld.
Hoe goed die situatie past bij de
verteltrant van Benedetti, besef
je pas na het lezen van dit in
drukwekkende boek.
Eén van de veertien verhalen
waarmee Benedetti de lezer - om
het maar eens plastisch uit te
drukken - meteen bij de kladden
grijpt, is 'Luisteren naar Mozart'.
In de jij-vorm richt de verteller
zich tot ene kapitein Montes, die
als folteraar carrière heeft ge
maakt bij de Uruguayaanse ge
heime politie. De functionaris
lijkt ruw uit zijn sièsta gewekt
door de stem van zijn geweten.
Ter afleiding legt hij een symfo
nie van Mozart op de draaitafel,
maar - ook al werken de violen
als 'galeiroeiers' - de stem laat
zich niet sussen.
De kapitein is in wezen een
mannetje waarvan er duizend in
één dozijn gaan. Het is dan ook
niet zijn politieke overtuiging die
hem aanzet tot het martelen van
zogenaamde 'subversieve ele
menten'. Nee, hij wil hogerop.
En dat tot elke prijs.
's Nachts, als hij misselijk van
zijn eigen martelmethoden in
bed ligt, verzint hij tegenover
zijn vrouw verhalen over 'ver
keerd gevallen varkensvlees'.
Met die abstracte, beschuldigen
de stem in zijn hoofd kan de ka
pitein nog wel leven, maar als
zijn zoontje 's middags van
school thuiskomt en hem - als
een vleesgeworden geweten - be
schuldigt van smeerlapperij,
raakt hij in paniek.
Het is algemeen bekend dat de
ultra-rechtse regimes in Uruguay
en Argentinië er weinig frisse
methoden op nahouden om hun
macht te bestendigen. Amnesty
International bericht ons met
een huiveringwekkende regel
maat over de steeds ingenieuzere
martelwertuigen die men uit
vindt om tegenstanders van het
systeem aan het praten te krij
gen. Ik weet niet hoe het U ver
gaat, maar de opeenstapeling
van al dat leed heeft op mij op
den duur een afstompend effect.
Je zet je handtekening op een
lijst om je solidariteit met de'
slachtoffers kenbaar te maken, je
gooit een gulden in een collecte
bus, maar daar blijft het bij. Het
klinkt misschien cru, maar de
slachoffers - en niet te vergeten -
de beulen gaan niet echt voor je
'leven'.
Benedetti, die, na door de fas
cistische AAA met de dood te
zijn bedreigd, momenteel als po
litieke balling in Spanje woont,
weet met zijn verhalen de lezer
meer inzicht te verschaffen in de
warrige politieke situatie in La
tijns Amerika. Hij brengt de
nuances aan die in de normale
berichtgeving versluierd blijven.
De beulen bij hem zijn niet alle
maal van menselijk gevoel ge
speend.
Uit angst voor hun superieu
ren, voelen ze zich vaak genood
zaakt om door te gaan met hun
walgelijke praktijken. De slacht
offers zijn niet altijd vurige idea
listen, hevig begaan met het lot
van hun vaderland. Nee, ze zijn
soms onvrijwillig, door een
stommiteit, in de politiek betrok
ken geraakt. Kortom: Benedet-
ti's benadering van de problema
tiek mist gelukkig het zwart-wit
karakter dat beschouwingen
over de situatie in Latijns-Ameri-
ka nogal eens kenmerkt. Dat
maakt de toestand er in die lan
den natuurlijk niet rooskleuriger
op, maar het toont in alle een
voud nog weer eens aan dat de
oplossing niet voor het grijpen
ligt.
personages zeggen: "Hij was hel-
Mario Benedetti
der en concreet. Hij gooide je
niet dood met alles wat hij gele
zen had. Ik houd er niet van als
iemand me bedelft onder alle
Marxen en Lenins van de hele
wereld." Die laatste zin - het lijkt
het adagium van Benedetti zélf.
Vrijwel alle veertien verhalen
in deze bundel hebben te maken
met de politieke situatie van on
derdrukking en verzet. Dat is nu
niet bepaald een onderwerp om
bij te lachen. Maar - de humor
laat zich door geen enkele dicta
tuur het zwijgen opleggen. In het
laatste verhaal, dat opent met
een sublieme zin, legt de schrij
ver zijn hoofdpersoon de volgen
de woorden in de mond: "Dat wil
dus zeggen dat ik in een halfuur
tijd meer rook dan drie vleermui
zen bij elkaar. Dit is maar een ge
zegde want ik heb nog nooit een
vleermuis zien roken, laat staan
drie." Als u dat niet geestig
vindt, laat dan - om met Dante te
spreken - alle hoop maar varen.
Uit elke regel in dit boek klinkt
de tot luisteren dwingende stem
van Benedetti op. Dat hij dit in
tense contact met zijn publiek
ook nastreeft, blijkt uit een aan
de lezer gericht en het eigenlijke
verhaal onderbrekend, zinnetje
als "(wie zijn jullie?)".
Welnu, meneer Benedetti, ik
ben blij dat ik daar antwoord op
kan geven. Ik ben degeen, die
even tegenover u aan het tafeltje
mocht zitten. En ik heb adem
loos naar u geluisterd.
CEES VAN HOORE
Met en zonder heimwee, Marjo Be
nedetti, vert.: Fleur Bourgonje,
uitg. MeulenhofT, 24,50
Toen Simon Carmiggelt was
opgehouden met het schrijven
van zijn dagelijkse Kronkel in
het Parool zei hij eens in een in
terview dat Kees van Kooten
een goede opvolger zou zijn.
Een begrijpelijke wens, want
Kees van Kooten is een even
grote kortebaankunstenaar als
Carmiggelt.
Niet veel schrijvers beheersen
de kunst om in een kort stukje
veel kwijt te kunnen. Meestal
hebben ze een lange aanloop
nodig om een leuke anecdote te
vertellen of een ontroerend ver
haaltje. Carmiggelt niet, Cam-
pert niet en Kees van Kooten
ook niet.
Er zijn nu al een paar bundels
van hem verschenen. Sinds
kort ligt er een nieuwe in de
boekhandel. Modermismen.
Het boekje is in de witte reeks
van de Bezige Bij verschenen.
Dat is een serie waarin bekende
werken van bekende auteurs
opnieuw worden uitgegeven
voor een goedkope prijs, name
lijk tien gulden per deel.
De verhalen uit 'Modermis
men' zijn evenwel nog nooit in
boekvorm verschenen. Het zijn
verhalen die eerder werden ge
publiceerd in het Belgische ra
dio televisie-blad Humo en
op de Bescheurkalender. 'Mo
dermismen' bestaat niet uit een
allegaartje dat slechts om com
merciële redenen bijeen is ge
bracht. Na lezing besef je dat er
een strenge selectie moet zijn
toegepast.
Wie de verhalen leest wordt
weer eens met de neus op de
feiten gedrukt: er zijn toch
maar weinig schrijvers in Ne
derland die net zo luchtig
schrijven als Kees van Kooten;
die de indruk wekken dat het
verhaal is geschreven tussen af
was en eerste kopje koffie. Het
is alsof hij een verhaal even tus
sen neus en lippen door vertelt.
Zelfspot en gevoel voor humor
zijn de eigenschappen waar
over Van Kooten in grote mate
beschikt. Of hij nu uitlegt waar
om iemand die Kees heet altijd
wordt aangeroepen met
Keeeeeeesje, of vertelt over de
aanschaf van een autoradio -
het is leuk.
Het beste verhaal uit deze bun
del is 'Poezen eigen deurtje'.
Drie pagina's telt het. Het is zo
geraffineerd geschreven dat ik
het al vele malen heb herlezen.
En elke keer weer met hetzelf
de resultaat: lachen.
Van Kooten legt eerst uit waar
om hij zo'n deurtje voor z'n kat
ten wilde hebben, dan begint
hij over zijn werkzaamheden:
"Óm voldoende armslag te heb
ben en een foutloos stuk hand
werk af te leveren, lichtte ik op
een ochtend eerst de deur uit
zijn scharnieren. Prachtig
weertje was het, dus deur op
twee schragen in tuin gelegd.
Passen en meten, boren en za
gen. Overdrijven: bovenli
chaam ontbloten. Denken: dit
is pas werken".
Natuurlijk blijkt er iets fout te
zijn gegaan. Zoals Van Kooten
Kees van Kooten. (foto Anefoi
schrijft: "Ja baasje knap, baasje
mooi klein deurtje voor poes
poes gemaakt', stelde ik tevre
den vast; maar toen ik de deur
in zijn sponning tilde bleek
het poezedeurtje op twee meter
hoogte te zitten. Baasje Boven
kant voor Onderkant aange-
Uiteindelijk is het poezedeurtje
klaar. Maar wat Van Kooten
ook doet - zijn eigen hoofd er
doorheen steken om de katten
het goede voorbeeld te geven -
het mag niet helpen. "De enige
die vanaf de eerste dag begreep
waar het poezedeurtje toe dien
de, was hond Willem. Als hij
naar binnen wou, stak hij zijn
kop door het poezedeurtje".
Inmiddels heeft Van Kooten
bewezen dat hij ook langere
verhalen kan schrijven. En
heeft de smaak klaarblijkelijk
te pakken gekregen: dit najaar
verschijnt namelijk zijn roman
Hedonia. Hopelijk blijft hij on
dertussen ook doorgaan met
het schrijven van korte stukjes;
stukjes die zo leuk zijn om te
lezen tussen afwas en eerste
kop koffie.
WIM BRANDS
Titel: Modermismen
Auteur Kees van Kooten
Uitgeverij: De Betige Bij
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
LEIDEN LEIDERDORP
OEGSTGEEST KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf vla onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da-
gen verkrijgbaar.
Paus Johannes Paulus de Eerste
stierf een raadselachtige dood.
Daarover is iedereen het eens.
Zijn plotselinge dood, na slechts
33 dagen pausschap, was volsla
gen onverklaarbaar. Er waren
absoluut geen aanwijzingen van
ziekte of ongeval.
Het raadselachtige werd nog ver
sterkt doordat de kardinaal-
staatssecretaris Villot in eerste
instantie verklaarde, dat de paus
's-morgens om 5 uur was overle
den en door zijn secretaris dood
op bed was aangetroffen. Deze
verdraaiing van de feiten moest
de kardinaal na de vele geruch
ten, die de ronde deden, onmid
dellijk rechtzetten. De paus was
niet 5 uur 's-morgens, maar 's-
avonds tevoren om 11 uur overle
den. En niet zijn secretaris maar
de verzorgster van de paus, zr.
Vincenza, had hem dood op bed
gevonden. En waarom had de
kardinaal beiden onmiddellijk
"verzocht" het Vaticaan te verla
ten?
Inderdaad, op z'n minst merk
waardig. Maar om hieruit te con
cluderen, dat hier sprake is van
moord, gaat natuurlijk veel te
ver. Dat is ongehoord. Toch
komt de Britse journalist David
Yallop tot die conclusie in zijn
dezer dagen verschenen boek
"Gods wil of Mafia?" (Waarom
werd "In God's Name" zo ver
taald?).
De auteur geeft voor zijn ernstige
beschuldiging geen enkel bewijs
en komt niet verder dan wat spe
culaties en insinuaties. De dood
soorzaak hartaanval? mocht
niet nader worden onderzocht.
Het lijk werd onmiddellijk gebal
semd. Beide gebeurde op bevel
van Villot. Maar hoe onverklaar
baar ook, dit is toch geen bewijs?
Ja maar, zo stelt de auteur, de
paus stond op het punt wat cu
rieprelaten onder wie Villot te
ontslaan of weg te promoveren.
Tevens wilde hij een einde ma
ken aan de financiële manipula
ties van het Vaticaan. Een rap
port daarover zou hij in zijn han
den hebben gehad toen hij stierf,
en niet "De navolging van Chris
tus", zoals van de zijde van het
Vaticaan was meegedeeld. Voor
Yallop allemaal "bewijzen" om
te stellen, dat de paus werd ver
moord! Maar ook "bewijzen", om
derden te beschuldigen van
moord of medeplichtigheid!
Normaal is, dat een verdachte
vrij uit gaat, zolang de zaak niet
is bewezen. Voor Yallop is het
"bewijs" geleverd. De verdach-
te(n) Villot, de bankier van het
Vaticaan en "grote oplichter"
mgr. Marcinkus en enkele Ita
liaanse topbankiers en leden van
de mafia krijgen geen kans zich
te verdedigen. Overigens zijn er
inmiddels al enkelen overleden.
De "overklaarde dood" van de
paus is voor de schrijver niet on
verklaarbaar. Curieprelaten,
bankiers en mafia, zouden door
de paus worden ontmaskerd. En
tevens zou de paus de gerucht
makende encycliek van zijn
voorganger "Humanae vitae"
over de geboorteregeling herroe
pen. En daar moest een stokje
voor worden gestoken. De papie
ren, die dit zouden kunnen be
vestigen, zijn met zijn testament
ontvreemd en nooit meer terug
gevonden. Inderdaad merkwaar
dig, maar geen bewijs!
Yallop zou ons kunnen helpen
met zijn bronnen te openbaren.
Maar dat weigert hij categorisch.
Heel begrijpelijk, want dan kun
nen zijn verhalen worden ge
checkt. En dan zou hij wel eens
behoorlijk door de mand kunnen
vallen. Enkele "bewijzen" zijn nl.
voor het merendeel "ontleend"
aan het begin van dit jaar (zie het
LD 18 februari) besproken boek
"Pontifez". De auteurs van dit
boeiende boek onthulden de leu
gens van Villot. Het verschil met
Yallop en zijn Britse collegae zit
'm alleen in de inhoud van het
rapport dat de paus zat te lezen
toen hij stierf. De auteurs van
"Pontifex" onthullen, dat het
rapport ging over de Jezuieten-
generaal Arrupe, die voortaan in
de pas zou moeten lopen.
Maar goed, dat is een kleinig
heid. Voor mij volslagen onbe
grijpelijk: zoveel commotie ovep
een boek, dat niets nieuws
brengt en met geen enkel bewijs
komt na zo'n beschuldiging.
THEO KROON
ROME (GPD) „Helaas valt dit
smakelijke en spannende ver
haal niet meer na te trekken: de
hoofdpersonen zijn namelijk of
dood, of voortvluchtig, of in de
gevangenis". Dit was de conclu
sie van Italië's meest gezagheb
bende krant, de Corriere della
Sera, over het boek van David
Yallop 'In God's Name', waarin
de dood van paus Johannes Pau
lus I wordt toegeschreven aan
vergiftiging door de grote boos
doeners van de afgelopen jaren,
Marcinkus, Gelli en Calvi.
En zoals de Corriere della Sera
heeft de hele Italiaanse pers het
boek met een schouderophalen
afgedaan en zich vrolijk gemaakt
over de jarenlange „research"
waarmee de auteur heeft achter
haald wat al uit en te na in de
kranten van september-oktober
1978 heeft gestaan.
Dat er in het Vaticaan vreemd is
omgesprongen met geld (Marcin
kus' transacties met zwendelaars
als Sindona en Calvi) wil men
hier graag aannemen, dat men er
zich schuldig maakt aan ach
terklap en roddel is ook bekend,
maar dat er, na de woelige tijden
van de Borgia's, nog wordt ge
moord en vergiftigd stuit hier
slechts op algemene hilariteit.
Wat is er die 29e september van
zes jaar geleden gebeurd? Vast
staat alleen, dat er in de eerste
schrik om het onverwachte over
lijden van paus Luciani, na een
pontificaat van 33 dagen, enorm
is gestoethaspeld. De paus werd
om kwart voor vijf dood aange
troffen door zijn huishoudster,
zuster Vincenza, maar omdat het
de Vaticaanse autoriteiten onnet
leek te suggereren dat een
vrouwspersoon zomaar de pau
selijke slaapkamer in en uit kon
lop.en, besloot men de ontdek
king toe te schrijven aan zijn
mannelijke secretaris John Ma-
gee.
Op het ogenblik van zijn dood
(volgens de artsen overleed hij
omstreeks 11 uur 's avonds aan
een hartverlamming) bestudeer
de de paus in bed nog enkele do
cumenten van het staatssecreta
riaat, maar nu men toch eenmaal
bezig was de werkelijkheid te
verfraaien, leek het de inder
haast toegeschoten kardinaal
Jean Villot stichtelijker, die te
vervangen door de „Navolging
van Christus", het vrome medita-
tieboek van Thomas a Kern pis.
Aldus gefatsoeneerd ging het be
richt van 's pausen dood om 7
uur de wereld in.
Helaas hadden deze leugentjes
om bestwil nog kortere beentjes
dan het spreekwoord al wil, want
om kwart over acht hoorde het
Italiaanse persbureau ANSA de
ware toedracht van Franco Anti-
co, secretaris van Civilta Cristia-
na, een groepje half fascistische
volgelingen van bisschop Lefeb-
vre. ANSA stuurde het bericht
de wereld in, samen met Antico's
„eis" van een lijkschouwing,
„om vast te stellen of de paus
door vergiftiging om het leven
was gekomen Voor de toestro
mende journalisten, veroordeeld
om voor de tweede keer in ander
halve maand over een pauskeuze
te berichten, kwam het als man
na uit de hemel, en in de volgen
de dagen stond de wereldpers
bol van het vermeende schan
daal.
Antico's tipgever was vermoe
delijk een geestverwante mon
seigneur die zijn chefs een hak
wilde zetten, maar de auteurs
van die andere pauselijke best
seller 'Pontifex' wisten wel be
ter: zij ontwaarden er dadelijk de
hand in van departement 'D'
(voor 'dezinformatsiye') van het
eerste hoofddirectoraat van de
KGB, en kardinaal Koenig, die in
hun plot de KGB van haver tot
gort kent, zou degene geweest
zijn die zijn collega's ervan weer
hield in de wijdopen val te lopen
en de lijkschouwing te laten hou
den.
In werkelijkheid kwam dit
geen ogenblik bij de kardinalen
op. In de eerste plaats omdat het
protocol, dat de gang van zaken
bij de dood van een paus regelt,
er niet in voorziet en zij zich niet
bevoegd achtten daarin verande
ring te brengen. Maar vooral om
dat zij Antico's insinuatie onzin
nig en beledigend vonden en
zelfs niet de schijn wilden wek
ken hem serieus te nemen. Daar
mee stierf het verhaal een zachte
en vrij snelle dood, totdat Yallop
het driejaar geleden herontdekte
en besloot er een van zijn be
roemde onderzoeken aan te wij
den.
Het boek, zo mogen we aanne
men, schreef zichzelf. Dat de
voornaamste getuigen en/of ver
dachten inmiddels overleden
waren (Calvi, kardinaal Villot) of
anderszins onbereikbaar (Gelli,
Sindona, Marcinkus) was alleen
maar een voordeel. Dat de docu
menten van het langdurige on
derzoek in een ondoordringbare
kluis liggen opgeborgen en pas
te voorschijn mogen komen als
de schrijver „iets overkomt", vol
tooit het beeld dat we uit soort
gelijke lectuur kennen. Het Ro
meinse blad La Repubblica pu
bliceerde op 17 juni een inter
view met de schrijver, waarvan
de laatste zinnen luiden: „Denkt
u nu heus", vraagt de auteur,
„dat ik drie jaar van mijn leven
zou besteden en de grootste risi
co's zou lopen, alleen maar om
een bestseller te schrijven?"
Waarop het blad zelf het ant
woord geeft: „Velen denken van
wel".
HEIN TEN KORTENAAR