AZL van oud naar nieuw
SPAARSELECT
REKENING
RENTE 53/4%
ZATERDAG 16 JUNI 1984
PAGINA 17
Tijdwinst, gemak en
overzichtelijkheid. Dat staat de
toekomstige patiënten van het
Leidse Academisch
Ziekenhuis te wachten. Dat is
althans de stellige verwachting
van dr. M.W.Kalff.is als
directeur nieuwbouwzaken
nauw betrokken bij de nu al
jaren durende werkzaamheden
die ertoe moeten leiden dat
medio volgend jaar de eerste
patiënten en verplegend
personeel voet over de vers
gemetselde drempels van het
nieuwe ziekenhuiscomplex
zullen zetten.
Die planning zal wel worden
gehaald. Al geruime tijd doemt het
geelblauwe silhouet van het
nieuwe AZL achter het Leidse
hoofdstation op. Qua vorm en
afmetingen vormt dit gebouw een
duidelijk contrast met de oude,
vertrouwde paviljoenssituatie
waarvan overigens tot in de jaren
negentig nog (gedeeltelijk) gebruik
zal worden gemaakt. Immers, als
alle nog te maken plannen mogen
worden uitgevoerd zal de
nieuwbouw tot in de jaren
negentig voortduren. Wat medio
1985 en medio 1986 zal worden
opgeleverd betreft
nog maar de helft van alle
geplande nieuwbouw.
In elk geval gaat er veel
veranderen. Met de deze week
verrichte officiële opening van het
Academisch Medisch Centrum in
Amsterdam - één van de grootste
en meest moderne ziekenhuizen
ter wereld - zijn ook de 'klanten'
van het Leidse Academisch
Ziekenhuis weer eens op het feit
gedrukt dat hun over niet al te
lange tijd een drastische wijziging
te wachten staat.
De huidige situatie - een tiental
paviljoens met daartussen later
bijgebouwde of neergezette
barakken - zal geleidelijk worden
verruild voor een zestal
verpleegtorens waaronder en
waaromheen ook alle andere
benodigde ruimten zullen worden
gesitueerd. Er is straks sprake van
één groot complex waarbij wordt
uitgegaan van de zogenaamde
functionele indeling. Alle
poliklinieken worden bij elkaar
geplaatst, datzelfde gebeurt met de
laboratoria* er komt een zone voor
onderzoek en behandeling en
bovenop laatstgenoemde zone
staan de verpleegtorens die in
totaal zes 'vloeren' tellen: de
verdieping 6 t/m 11.
De weg vinden
De hoofdingang van het nieuwe
AZL komt aan de achterzijde van
het station, tussen station en AZL
wordt een goede bereikbaarheid
gecreëerd. Dr. Kalff: "De bouw van
het complex is zodanig datje eerst
in de poliklinieken terecht komt,
daar moet immers het merendeel
van de patiënten zijn. Mensen die
voor onderzoek en behandeling
komen moeten iets verder het
gebouw in, want de daarvoor
bestemde ruimten zijn in het
midden geplaatst. Patiënten die in
het ziekenhuis liggen hoeven voor
onderzoek en behandeling alleen
per lift omlaag. En bezoekers van
patiënten moeten van de
hoofdingang tot het midden van
het gebouw lopen en dan met de
lift omhoog. In het laatste gedeelte
worden de laboratoria gevestigd".
Om aan te geven hoehet er in de
nieuwe situatie zal toegaan neemt
dr. Kalff als voorbeeld het bezoek
van een toekomstige poliklinische
patiënt. "Iedere poliklinische
patient komt bij dezelfde
hoofdingang binnen. Dat is al een
groot voordeel want met één
hoofdingang en een goede interne
bewegwijzering is het veel
makkelijker om de weg te vinden
dan in de huidige situatie. De
indeling in paviljoens levert
ondanks instructies vaak
tijdverlies op. Mensen gaan lopen
zoeken, komen bij het verkeerde
gebouw terecht, zijn niet tijdig op
hun afspraken. Met paviljoens is
het erg moeilijk een waterdicht
systeem te ontwerpen dat gezoek
voorkomt".
Een intieme, maar
tamelijk warrige
verzameling paviljoens en
barakken zal in de
komende jaren geleidelijk
aan opgaan in een
gloednieuw Leids
Academisch Ziekenhuis
met één hoofdingang voor
alle afdelingen. Op een
onderbouw - waarin
poliklinieken,
behandelruimten en
laboratoria worden
ondergebracht - zullen
uiteindelijk zes
verpleegtorens
verrijzen. Zespersoons
kamers zullen definitief tot
het verleden behoren. En
ook aan het gependel van
paviljoen naar paviljoen
komt een einde. Volgend
jaar wordt het eerste
gedeelte van de
nieuwbouw opgeleverd.
Bert Paauw schetst de
toekomstige situatie.
19
3(j
2S
40 42
30 3]
16
25
UERWE8 flfOtlfflKn inCEBÖUlün
RRtnns PRuuioEn
BÉODEminCS RFDEtiriC
tRROIOlOCIC
HUI01IEKIEI1
HÈElKünOE KIRS5E RÉD
inw.GEilEESKimOE HIRSSE RfO
ISOLATIEPRUlttOEfl
KEEL REUS ÖORHEElKtltlQF
RiOOERKliniEKEn
lönc RFQELMG 30
rlEURO LHIRURGIE
OEUROiOGU
OBSERüBTORIUm
ÖÖGHEELKUTTOE
REUÜ1R RFOfilRG
STOfUl ilERTEO
THORBH RFOEliFLG
UROLOGIE
URÖUUJEriKliniEKEn
OVERIGE AEQElMGEn
tELlTFL.DIERST IfIFOR ^ÜsRKIIIG
(TOminiSTRflTIE
APOTHEEK
oiEnsT onoERtui
fvsiotherbpie
LÈnTRSm ITJBG
TÉtHMMHÉOIEtT!
PTIESÏHESIOtOGI?
(ÉITTRBli STERillS
POimuniEKtn
RlLERGOtQGIF
30' HEÜKUHQl
HUIQTIEKTEn
triuiEOBJCE TIEKTEfl
HEEL ILEUS OORHEEIKUTIDE
KinO£R2IERTEn
KIDIiSCH CHEfTllSIH IR8
monoHEEtKunoE
incE Tutun=
10 OEURÖIOGIE
(RROIOIOGIL
ntURO PSVIHCLOCSE
ObCHEitKUflBE
PlRSTiSLHEIHIRURGlÊ
UROLOGIE
URÖUUJEriKUnSEKEn
RROiOTHERRPIE
ÉlMEflIWCSiFOEtiriG
OIICEWKiEflRfMimG
IUl|. 0ÜERIGE RFBEliüGEfL tnGEBOUUJ
!8» REUflllORTlE
50 lÉLBIOLOGIE HISTOLOGIE
5Ó« tÉRTR STERILISATIE
50 TROfTIBOSE DIERST
5 PRTHOLOGISLHE StHEIHURDE
45! RADIOLOGIE j
45" TÉRTR. mEDISCHE BIBLIOTHEEK
4(j ElEtTRORER ITUtROSEÓPIE
18 tomPUTER £0JU. 1
Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad
Foto links: één hoofdingang en
een interne bewegwijzering komen
in de plaats van de huidige situa
tie: een veelheid van versnipperde
afdelingen in verschillende gebou-
Foto onder: de overgang van oud
naar nieuw in beeld. Op de voor
grond de paviljoens en de barak
ken. In het midden op de achter
grond verrijst de nieuwbouw van
het AZL. (foto's Dirk Ketting)
door Bert Paauw
"Met één hoofdingang kan dat
beter worden geregeld, ook al
omdat het mogelijk wordt om
gerichte informatie, zeg maar een
stukje serviceverlening, te
verschaffen via bijvoorbeeld een
balie. Balies per paviljoen zijn niet
zijn, moeten ze flinke afstanden
afleggen. In de nieuwe situatie is
dat niet zo, want alle poliklinieken
zijn bij elkaar gesitueerd.
Bovendien zijn de afstanden
tussen poliklinieken en ruimten
r onderzoek en behandeling
haalbaar, gezien de relatief geringe S.
patiëntenstromen per afdeling".
Efficiënter
"De geringe afstanden tussen de
diverse afdelingen zijn een ander
groot voordeel. Als mensen nu bij
meerdere poliklinieken moeten
afspraken wordt gemakkelijker,
ook al omdat het
afsprakensysteem wordt
geautomatiseerd. Er komt een
betere afstemming van bezoeken
door een patiënt aan verschillende
artsen op één dag. Kortom, er is
sprake van tijdwinst eri gemak".
Behalve de tijdwinst en het gemak
als gevolg van de
overzichtelijkheid brengt de
functionele indeling volgens d:
omhoog gaan.
Ondanks alle opgesomde
voordelen kan Kalff zich best
voorstellen dat zo'n groot gebouw
voor sommige mensen toch iets
angstaanjagends blijft houden.
Kalff: "Als ik maar niet verdwaal,
is dan de vrees. Wanneer je voor
een kleine controle of voor een
kort bezoek komt is de
paviljoensconstructie wellicht
aantrekkelijker. En wanneer je al
tien jaar bij dezelfde afdeling moet
zijn, kun je de juiste plek
best wel dat het/gevaar
onpersoonlijkheid kleeft aan de
overgang naar het nieuwe
gebouw".
'Voor de architecten is de schone
Kalf^ookMn'efficiënter^erkwijze ^ak weggelegd een kleinschalige
uitgekiende geneeskundige zorg,
twee grote nadelen: de onderlinge
afstanden en de onmogelijkheid
om in te spelen op veranderende
behoeften".
"Die afstanden veroorzaken veel
tijdverlies. Er is nu een groep
personeel die er een dagtaak aan
heeft om patiënten, monsters,
uitslagen van testen en dergelijke
van het ene naar het andere
gebouw te vervoeren. Artsen en
patiënten moeten ook van het ene
naar het andere gebouw sjouwen",
natuurlij k feilloos vinden. Ik besef "Verder is er bij het
paviljoensysteem geen sprake van
een flexibele bouw. Het is wel
tamelijk knus met de vele ramen
en parkjes, maar in de moderne
ziekenhuizen vinden voortdurend
met zich mee. "De apparatuur kan
beter worden benut, er zijn minder
duplicaten van eenzelfde apparaat
nodig. Voor de arts is er in de
nieuwe situatie misschien een
nadeel omdat hij niet, zoals bij de
palviljoens, één duidelijke
werkplek heeft. Er is immers geen
indeling meer naar specialisme".
"Wel kost het de arts minder tijd
een patiënt op te zoeken. Een arts
interne geneeskunde moet r
i eind lopen r
sfeer te scheppen, ervoor te zorgen
dat mensen zich niet verloren
voelen. Ik weet te weinig van
architectuur om daar uitgebreid
over te kunnen praten, maar het
heeft in elk geval te maken met
verhoudingen, met vormen, met
manieren waarop ruimten op
elkaar aansluiten. Neem de drie
hoofdstraten. Die straten - de term
is niet toevallig gekozen - zijn heel
herkenbaar qua structuren,
op neurologie ligt. Dat wordt
straks een kwestie van een gang
doorlopen".
Kalff noemt nog een voordeel van
de functionele indeling. "De
beddentorens worden flexibel
ingericht, dat betekent dat lege
bedden op een bepaalde afdeling
kunnen worden gebruikt door
patiënten van een andere afdeling.
Als nu in een paviljoen een aantal
bedden tijdelijk onbezet is, kun je
die bedden niet gebruiken voor
een ander specialisme".
Hoofdstraten
In de nieuwe situatie worden
patiënten en bezoekers vanaf de
hoofdingang naar één van de drie
zogenaamde hoofdstraten geleid.
Op die hoofdstraten komen alle
patiënt die materialen, vloerbedekking,
kleuren. Mensen moeten zich
kunnen oriënteren. Daar is veel
zorg aan besteed. Desoriëntatie
geeft een gevoel van verloren zijn".
Groen
Maar alle fraaie bedoelingen ten
veranderingen plaats. Afdelingen
worden afwisselend groter en
kleiner. Op de ene afdeling is soms
tijdelijk een groot aanbod van
patiënten, op een andere afdeling
kan dat tijdelijk teruglopen.
Verbouwingen zijn extreem duur
en by het opsplitsen van een grote
zaal in twee kleinere krijg je te
maken met het probleem dat er
geen aansluitingen zijn.
Omgekeerd kun je, bij vergroting
van zalen, niet zomaar steunende
muren weghalen. Tegenwoordig
wordt met de aanleg van leidingen,
de plaatsing van muren en
dergelijke rekening gehouden met
die flexibiliteit van afdelingen".
Amsterdam
grote halconstructie bestudeerd
die vanaf de hoofdingang toegang
biedt tot de hoofdstraten. Kalff:
"We zijn tot de conclusie gekomen
dat het heel zinvol is de
werkkamers van artsen aan die hal
te situeren. Het werkt prettig om
van een kleine ruimte op een grote
ruimte uit te kijken en dat hoeft
dan echt niet per se een
weidegebied te zijn".
Een ander in het oog springend
punt is de afschaffing van de
intercom-installatie in Amsterdam.
"Om de onpersoonlijkheid tegen te
gaan worden de patiënten op het
spreekuur vrijwel niet meer per
intercom opgeroepen. De patiënt
wordt gehaald. Wij willen ook zo
min mogelijk gebruik maken van
de intercom-installatie. Er zijn nu
al artsen die het zonder doen".
"Voorts wordt in de nieuwbouw
het klassensysteem afgeschaft. Er
komen genoeg één- en
tweepersoons kamers om de vraag
naar isolatie of separatie aan te
kunnen. Zespersoons kamers
zullen er helemaal niet meer zijn.
Een kamer voor vier personen is
het maximum. De ervaring heeft
geleerd dat patiënten altijd graag
in een hoek van de kamer liggen.
De middelste bedden in een
zespersoons kamer worden als
onplezierig beschouwd. Zodra er
een hoekbed vrijkomt wil men
daar naartoe verhuizen".
Ramen
Suggesties voor indelingen van
onder meer patiëntenkamers zijn
volgens dr. Kalff afkomstig
geweest van het verplegend
personeel. Kalff: "Bij het opstarten
en uitwerken van plannen hebben
de verplegers volop meegedaan.
Het is wel een vermoeiende r
van werken, maar we willen
voorkomen dat er straks r
de nieuwbouw werken die zeggen:
ons is nooit wat gevraagd. Vanuit
de verpleging is bijvoorbeeld een
suggestie gekomen over de hoogte
van de ramen. Die hoogte is aan
bepaalde standaardmaten
gebonden in verband met
energiebesparing".
"De vensterbanken dreigden
aanvankelijk zo hoog te komen dat
patiënten niet naar beneden
konden kijken. Wij zeiden:
jammer, niks aan te doen. Op
aandringen van de verpleging is
dat toch gewijzigd. Er is letterlijk
een bed naar boven gehesen om te
kijken hoe de ramen het beste
konden worden geplaatst.
Trouwens, ook ten aanzien van
sanitaire voorzieningen en de
plaatsing van kasten,
aansluitingen en dergelijke zijn
suggesties gedaan. Alles is
in proefstellingen
nagebootst Gekeken is hoe alles
het beste kon worden opgesteld".
Wennen
Volgend jaar is het dus zover; dan
wordt het eerste gedeelte van de
nieuwbouw - waarin
ondergebracht interne
geneeskunde, röntgen- en
radiodiagnostiek, centrale
laboratoria, fysiotherapie,
apotheek, bloedbank,
proefdierenverblij f,
ondersteunende diensten en
enkele onderwijsfaciliteiten - in
gebruik genomen. De volgende
nieuwbouwfasen, waarvoor
overigens nog geen toestemming
van het ministerie van Onderwijs
is verkregen, zullen naar
verwachting van dr. Kalff
doorlopen tot 1993. Een klein
stukje 'oudbouw' zal daarvoor
moeten worden gesloopt Wat er
met de rest van het
paviljoencomplex gaat gebeuren is
vooralsnog onbekend, al melden
zich voor sommige gebouwen
reeds geïnteresseerde kandidaten.
Patiënten die, liggend in bed, door
verplegers van het ene paviljoen
naar het andere paviljoen worden
gereden; witgejaste artsen per fiets
op weg van het ene naar het andere
punt van het uitgebreide
ziekenhuisterrein; bezoekers, zich
via de vele aanwijsborden
moeizaam een weg zoekend naar
de juiste afdeling dat behoort
straks allemaal tot het verleden. In
de plaats daarvan komen
kunstmatige straten, torens en
zoevende liften. Het zal wel even
t zijn.
ADVERTENTIE?
Tijdens de plannenmakerij
e gecentraliseerde
rde
spijt, menigeen zal in de toekomst gecemrauseerae
met weemoed terugdenken aan het
Amsterdam, waar men met de
nieuwbouw van het Academisch
met weemoed terugdenken s
groen en de kastanjes bij de
paviljoens. Kalff: "Bij sommige
paviljoens is het zo datje de
tuindeuren kunt openzetten en zo
naar buiten kunt wandelen. Ja, dat
is straks natuurlijk uitgesloten.
Wel zullen we proberen rondom
het gebouw iets van groen te
handhaven. Hoe je ook denkt over
het paviljoensysteem, het leent
zich in elk geval niet goed meer
r een efficiënte toepassing v
dwarsgangen naar werkafdelingen de geneeskunde. De gebouwen i:
Het gependel tussen de verschillende paviljoens zal c
lange tijd tot het verleden behoren.
uit. Op regelmatige afstanden
aan de hoofdstraten bevinden zich
zich kernen waar liften
Leiden zijn bouwkundig wel goed
maar kennen, gerekend naar de
huidige maatstaven van een
Medisch Centrum - een
samenvoeging van
Wilhelminagasthuis en
Binnengasthuis - voorloopt op
Leiden. Kalff: 'Toen wij onze
plannen maakten was het AMC
ook nog maar net bezig. Dus van
echte praktijkervaringen is nog
geen sprake. Wel hebben wij tips
gehad en hebben wij naar zaken als
kleurschakeringen,
bewegwijzering en indeling van
ruimten gekeken".
Uitvoerig is in Amsterdam ook de
- Saldo dagelijks opvraagbaar
-Tot f3000,- per maand vrij
opneembaar.
Zelfs contant aan de balie.
- Daarboven 1% retourrente.
NUTSSPAARBANK
DE DICHT BU HUISBANK.
leidse spaarbank s