'Eerste van de nieuwe visies op dans Maurice Béjart: al 25 jaar 'Sacre du printemps' 'N astasia Filipovna' om speelstijl moeite waard Haagse Comedie met 'Hamlet' naar Warschau Haagse Comedie heeft dit sei- DONDERDAG 14 JUNI 1984 Radio - tv - kunst PAGINA 27 BRUSSEL (GPD) - Maurice Béjart wordt als fenomeen door velen hartstochtelijk be jubeld, maar even sterk door anderen verguisd. Al vijf en twintig jaar is die tweestrijdi- ge aandacht zijn deel, sinds de première in 1959 van zijn versie van Le Sacre du Prin- temps op het toneel van de Brusselse Muntschouwburg. In dit ballet voor twintig mannen en twintig vrouwen speelt het oorspronkelijke element van Russische folk lore nauwelijks een rol meer. De onverbloemd erotische paringsdans op de brutale muziek van Stravinsky schokte het publiek des te meer. Een jaar later wordt voor Maurice Béjart (in 1927 als Maurice Jean Berger te Marseille geboren) in Brussel het Ballet van de XXe Eeuw opgericht. Dat gezelschap brengt hij in zeer korte tijd tot wereldfaam. door Jan Baart De choreografieën van Béjart wor den door de recensenten nog wel eens verdeeld becommenta rieerd. Over de uitvoering is ech ter al die tijd vrijwel geen kantte kening gemaakt. De dansgroep van Béjart geldt als een keur corps. Vooral zijn mannelijke dansers hebben wereldfaam. In het Holland Festival 1984 presen teert Maurice Béjart met zijn Bal let van de XXe Eeuw twee pro gramma's. Le Sacre du Prin- temps is 21 juni te zien samen met een ballet op Stravinsky's Vioolconcert en Zeven Griekse dansen op muziek van Theodora- kis. Daarnaast is er op 19 en 20 juni het avondvullende ballet Messe pour le Temps Futur, een nieuw werk met een filosofisch getinte toekomstvisie, geinspi- reerd op gedichten van de Brazi liaanse aartsbisschop Dom Hel der Camara en traditionele mu ziek uit vyf continenten. Binnen een uur was de voorstel ling met de beroemde Sacre uit verkocht. Maurice Béjart zegt niet zo goed te weten hoe dat komt, maar is bereidwillig ge noeg om toch een verklaring te zoeken. „Ik ben niet iemand die terugkijkt op een carrière, naar mijn verleden en mijn balletten. Ik geef geen cijfers en zelfkritiek, ik ga gewoon steeds verder, stap voor stap voor stap. Natuurlijk is er op die lange weg een hele reeks balletten achtergebleven. We doen heel veel van die ballet ten niet meer". „Le Sacre du Printemps is steeds bij het gezelschap gebleven. Al die vijf en twintig jaar is het nooit van het repertoire geweest. Misschien heeft dit ballet stand gehouden, omdat het de eerste Sacre van een nieuwe periode is geweest. De geschiedenis van dit ballet is bekend, vooral door de ballet. Het is achteraf niet meer te zeggen wat van hem is en wat van mij. De ideeën zijn samenge smolten tot het ballet Messe pour le temps futur". Om het werk van andere choreo grafen al dan niet te gaan zien, weegt Maurice Béjart niet alleen zijn kostbare tijd af. Hij neemt ook het effect van zyn bezoeken aan voorstellingen van andere groepen in overweging. „Ik vind dat het heel moeilijk is daarin een goed evenwicht te vinden. Wanneer je werk creëert, dan moet je natuurlijk weten wat er op het gebied van dans gebeurt, wat choreografen als Kylian of Neumeier maken". „Je moet toch niet te veel zien. In de Italiaanse renaissance renden de schilders ook niet rond om tentoonstellingen te zien, ze wa ren op hun werk geconcentreerd. Natuurlijk kenden ze de anderen wel. Wanneer ik zes of zeven bal letavonden per jaar zie - en ik probeer de belangwekkendste uit te zoeken - dan is dat volgens mij genoeg. Een choreograaf die elke groep wil zien optreden, kan zelf geen werk meer creëren". „Ik ben heel bevriend geweest met de beeldhouwer Giacometti, en we hebben hierover gesproken Hij ging nooit naar een tentoon stelling van beeldhouwkunst. De dirigent Boulez, hij gaat nooit naar een concert. Ik denk dat je veel van kunst moet zien wat niet jouw kunstvorm is. Als choreo graaf moetje gaan kijken naar de nieuwe ontwikkelingen bij film, schilderkunst, muziek. Mij inte resseert bijvoorbeeld wat regis seur Peter Stein doet. Hij kan me een schok geven. Contact met kunstenaars van je eigen tijd, maar die op een ander terrein werken, dat is belangrijk". Brieven Het voorbereiden van nieuwe bal letten gaat onafgebroken door voor Béjart. Er zijn altijd wel drie, vier plannen in bewerking. Daarnaast wil hij zich bezighou den met het gewone leven, in zijn meest simpele en natuurlijke vorm, het ontmoeten van men sen, in de regen lopen, of een uur naar de zee kijken. „Ik leef eigenlijk op twee niveau's. Buiten mijn werk ben ik Mister Anybody en met dat gewone le ven ben ik heel gelukkig. Ik sta dan ook open voor iedereen. Om te kunnen werken heb ik tijd no dig, in stilte en eenzaamheid. Daarom moet ik me soms af schermen. Als er ieder half uur van de dag iemand komt, dan kan ik niet werken". „Er zijn mensen die me brieven schrijven en vragen om ant woord. Ik schrijf dan een of twee keer terug. Daarna stuur ik een klein briefje: U schrijft mij om dat u mijn ballet heeft gezien en om die te maken heb ik veel tijd nodig, maar als ik steeds brieven moet beantwoorden kan ik geen balletten meer maken, waardoor u niet meer in mij geinteresseerd bent. Als mens ben ik heel ge makkelijk te benaderen, maar als een man aan het werk heb ik mijn eenzaamheid nodig". Maurice Béjart van het Ballet van deXXste eeuw: "Stravins ky heeft de wereld van de muziek met die van de dans verbonden beroemde première (letterlijk overschreeuwd door een geshoc keerd Parijs publiek) van Nijins- ki's oerversie (1913) voor Diaghi- levs Ballets Russes. Het werk is later door Massine opnieuw uit gebracht (1920). Diaghilev heeft toen gezegd: het is eigenlijk geen ballet, je moet het als een parti tuur laten. Zo is het ook jaren lang gegaan". Middelmaat „In 1959 heb ik toen mijn Sacre ge maakt. Ik was de eerste na Nij- inski met een nieuwe versie. Ie dereen zei: niemand kan de Sa cre doen, blijf er vanaf. Ik kan nu wel zeggen dat sindsdien elke belangrijke choreograaf een visie op Le Sacre du Printemps heeft gemaakt. Dus het belang is mis schien wel, dat mijn Sacre de eerste is geweest van die nieuwe visies op dans, nieuwe concept ies in beweging op die partituur. Als een ballet zo'n ontwikkeling op gang heeft gebracht, blijft het misschien daarom wel zo be kend". Igor Stravinsky is een componist die vaak opduikt in het werk van Maurice Béjart, maar volgens de Brusselse balletleider mag dat nauwelijks verwondering wek ken. „Stravinsky trekt volgens mij elke choreograaf bijzonder aan, omdat hij de enige is die de verbinding legt tussen twee we relden. Allereerst is Strawinsky een groot componist, die de mu ziekwereld een grote sprong vooruit heeft laten maken. Hy heeft nieuwe vormen uitgevon den, nieuwe klanken, nieuwe structuren, alles". „Daarnaast is hij iemand die heel dicht staat bij dans en ballet. Stravinsky begreep de dans en hij hield van de dans. Hij is daar in heel zeldzaam. Je hebt immers aan de ene kant de grote compo nisten die alleen leven in hun we reld van de muziek. Aan de ande re kant heb je componisten die wel voor het ballet hebben ge schreven, maar zy behoren meestal tot de middelmaat. Ze maken leuke muziek, maar niet met de kwaliteit van Stravins ky". „Ja, Stravinsky.... De partituur van Le Sacre du Printemps is hele maal toegewijd aan het ballet. Die muziek is gemaakt met een diepe kennis van beweging. Te gelijkertijd behoort het tot de twee of drie belangrijkste parti turen van de twintigste eeuw. Dat is heel uniek, de combinatie van die twee dingen." Kiem Het inspirerende idee voor een goed ballet wordt door Maurice Béjart vergeleken met die ene kostbare kiem uit een hand vol zaad, waaruit een volwassen boom is gegroeid. „Ik kan het ook vergelijken met een lichame lijk beeld. Wanneer een man ge meenschap heeft met een vrouw geeft hij een hoeveelheid sper ma, genoeg voor miljoenen kin deren, maar er komen er niet meer dan een of twee. Ik heb el ke dag wel een idee om een ballet te maken, maar de volgende dag blijkt soms al dat het niet werkt, dat ik het moet laten vallen. Soms heb je echt zes maanden ergens aan gewerkt, met docu menten en muziek en alles, maar dan merk je toch dat het niet goed is. Het gebeurt weieens dat je tien jaar later zo'n idee weer kunt oppakken, om het dan wèl uit te voeren". Aantekeningen van ideeën voor een nieuw ballet worden door Maurice Béjart nooit gemaakt. Heel beslist weert hy zelfs de ge dachte al af. „Nee, ik noteer niets. Opschrijven doodt mijn in spiratie Ik ben heel erg geïnspi reerd door de traditie van de overlevering. Dans is de laatste kunst waarin die mondelinge tra ditie nog bestaat. Dat overdragen van mens tot mens is altijd heel belangrijk geweest. De lange ge dichten van de middeleeuwen zijn door heel Europa bewaard door mondelinge overlevering. De antieke Griekse poëzie stond niet op schrift. Homerus is pas na vele jaren op papier gesteld. De oude Hindoe-poëzie was niet opgeschreven. Ik denk dat je heel veel kunt doen met die mon delinge overdracht". De choreograaf put ook meer in spiratie uit woordkunst en mu ziek dan uit visuele vormen van kunst. „Ik hou wel van beeld houwkunst en schilderijen, maar het werkt volgens mij niet goed met ballet. Ballet is zelf al schil deren en beeldhouwen. Ik lees heel veel poëzie, zowel antieke als moderne gedichten. Ik heb poëzie nodig en ik heb muziek nodig. Zoals ik het voel, gaat dat ook samen met beweging. Er kan echt een heel diepe verbintenis tussen beweging en muziek zijn. Als iemand een ballet goed op de partituur heeft gemaakt, dan lijkt het alsof de muziek van het dansende lichaam komt" In het uitwerken van die muziek tot een ballet gaat Béjart in etap pes te werk. „Ik denk dat elke choreograaf op een andere ma nier werkt. Voor mij zijn er twee manieren. De eerste begint met het doornemen van de partituur; daarbij bestudeer ik die parti tuur echt zoals een dirigent dat doet. Ik werk dan niet in termen van stappen of beweging of vor men. Ik bestudeer de partituur om die helemaal te leren kennen, met het oor en door het noten schrift, om echt een diepe kennis van de compositie te krijgen. Pas daarna ga ik in de studio met de dansers werken. Ik creëer nooit een beweging zonder danser. Het zou volgens mij hetzelfde zijn als een schilder vragen om te werken zonder kwast en kleuren. Dus ik doe eerst het technische werk, maar stel me daar nog geen enkele stap bij voor. De stappen komen mét de danser en van het lichaam van de danser". Panorama In grote lijnen kunnen de balletten van Béjart in twee soorten wor den opgedeeld: gemaakt vanuit de muziek, of met een verhalen de lyn. „Voor een dansstuk gemaakt van uit een verhalend idee. zoals bij het ballet over de Franse dichter Baudelaire, heb ik echt bij het le ven en de poëzie van Baudelaire een mengeling van muziek ge zocht, van Pink Floyd tot Debus sy". „Het ballet Wien Wien nur du al- lein, dat is iets anders. Natuurlijk is er het verhaal om mee te be ginnen, maar Wenen is de stad van de muziek. Het verhaal kruipt diep in de emoties van de muziek. Ik heb geprobeerd om parallel aan dat verhaal ook een panorama te geven van de mu ziek van Wenen. Het is niet chro nologisch of historisch, daar gaat het me niet om. Ik heb andere dingen ontdekt en die als een muzikale analyse verwerkt, dat er innerlijk niet zo veel verschil is tussen de muziek van Anton Webern en Johann Strauss, dat Beethoven komt van Haydn, dat Mozart inspirerend heeft ge werkt voor Schonberg. „Elke twee, drie jaar heb ik een opera geënsceneerd. Opera is voor mij steeds een ontmoeting, eigenlijk nog meer een samenko men, meer een 'rencontre' dan een 'meeting'. Ik heb by voor beeld in 1980 Don Giovanni ge daan, omdat ik de zanger Rugge- ro Raimondi had leren kennen en het werk van Mozart. Ik heb een jaar geleden een Salomé ge maakt, omdat ik Julia Mighenes had ontmoet, die nu de Carmen heeft vertolkt voor de film. Ik heb die Salomé-produktie voor haar gemaakt, omdat ze voor mij ook de Salomé was". „Ik ben niet iemand die echt opera- regisseur zou willen zyn, nee, maar ik hou erg van zangkunst. De uitdrukking van het zingende lichaam is soms heel bijzonder. Ik doe alleen opera wanneer ik een persoonlijkheid tref waar ik verliefd op ben geworden. Eigen lijk gebeurt er in het leven zon der verliefd worden niets, nee, niets belangrijks". Camara Dom Helder Camara is van grote invloed geweest op Messe pour le temps futur. Hij heeft Maurice Béjart opgezocht tijdens het werken aan Salomé in Genève. „Ik was toen eigenlijk al bezig aan de voorbereidingen voor dat ballet, na vijftien jaar een nieuwe visie op Messe pour le temps pré sent. Dom Helder Camara liet me het verhaal zien voor een ballet. Ik vond het script goed, maar dacht dat het meer geschikt was voor een film. Het idee heb ik in geslikt en dat werkte in me door. Zijn idee groeide steeds meer naar mijn plan voor een nieuwe versie van de Messe. Ik heb als het ware zijn idee opgenomen en getransformeerd tot mijn eigen 'V Pools theater onder Andrzej Wajda Breuk tussen Von Karajan en Berliner dreigt WEST BERLIJN (DPA/RTR) - De breuk tussen het Berlijns Filhar monisch Orkest en zyn vaste di rigent Herbert von Kareyan is woensdag dichterbij gekomen toen de musici met onmiddellij ke ingang een esclusief televisie- en videocontract met hem opzeg den dat zij twee jaar geleden had den gesloten.Aanleiding tot het besluit is het annuleren door de dirigent van een optreden van het orkest op maandag 11 juni in Salzburg. In de plaats daarvan ging hij met zijn andere orkest, het Weens Filharmonisch Or kest. Von Karajan nam daarmee wraak voor het niet accepteren door het orkest van een protégée van hem, de klarinettiste Sabine Meyer. APELDOORN (ANP) - De restauratie en inrichting van rijksmu seum paleis Het Loo hebben rond tachtig miljoen gulden gekost. De exploitatie beloopt op 7,5 miljoen gulden per jaar, hetgeen naar schatting een jaarlijks tekort van 3,5 miljoen oplevert. Dit werd woensdagmiddag door een vertegenwoordiger van het mi nisterie van WVC meegedeeld tijdens een perspresentatie op Het Loo. Het rijksmuseum wordt woensdag 20 juni geopend door koningin Beatrix.Het paleis geeft een indruk van de bewoning door de Oranjes gedurende drie eeuwen: van de stichter koning stadhouder Willem III tot en met koningin Wilhelmina. In het gebouwencomplex zijn tevens gevestigd het museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kantoor van de Konink lijke Houtvesterij en een hulppostkantoor.Het herstel van de ze ventiende-eeuw se paleistuin was lange tijd omstreden. Op grond van vele vondsten en gegevens werd uiteindelijk toch tot restau ratie besloten. De restauratie nam zeven jaar in beslag en vond plaats onder leiding van ir. J.B. baron van Asbeck.Directeur dr, A.W. Vliegenthart schat dat het paleis dagelijks maximaal zes duizend bezoekers kan verwerken. Prognoses gaan uit van een. jaarbezoek van 500.000 mensen. Het paleis is vanaf 20 juni dage lijks geopend van 10-17 uur met uitzondering van maandag, behalve wanneer deze met een feestdag samenvalt. Tuinen, oost en west-vleugel en stallen zijn van 1 april tot 1 november ge- opend.De foto biedt een kijkje in de slaapkamer van Mary Stuart in paleis Het Loo. De kleuren bruin en groen van het damast aan de wanden zijn gebaseerd op de inventaris van 1713. Het statiegebed van omstreeks 1685 is afkomstig van Not tingham House, het tegenwoordige Kensington Palace in Lon den. O zoen groot succes met Hamlet. DEN HAAG (ANP) - De Haagse Comedie geeft 17 en 18 juni in de Poolse hoofdstad Warschau voorstellingen van „Hamlet" van Shakespeare met Hans Hoes in de titelrol. De op 16 juni voorzie ne laatste voorstelling in de Ko ninklijke Schouwburg in Den Haag komt daarmee te vervallen- .Voor de opvoeringen in Polen is het Haagse gezelschap uitgeno digd door Teatr Studio, dat in de herfst met „Pulapka" (De Val), het laatste stuk van Rosewicz, naar Nederland komt. De uitwis seling heeft plaats in het kader van het Cultureel Akkoord tus sen Polen en Nederland.De Op grond daarvan worden er in juni extra voorstellingen van ge geven in Den Haag. De voorstel ling wordt geregisseerd door Guido de Moor, die ook tekent voor de decors en de kostuums. 'Nastasia Filipovna' gebaseerd op de roman 'De Idioot' van Dostojews- ki door het Stary Teatr uit Kra kow. Regie: Andrzej Wajda. Ge zien in de foyer van de Stads schouwburg op 13 juni. Volgende voorstellingen op 14 en 15 juni. Aanvang 22.30 uur. AMSTERDAM - Toen een actri ce ooit tijdens een repetitie aan de Russische regisseur Peter Scharoff vroeg waar op het to neel de telefoon stond, ant woordde Scharoff: 'Dat weet ik niet, mevrouw. Het is üw ka mer, niet die van mij'. Een der gelijke benadering die terug grijpt op Stanislavski en die in Nederland nu als 'uit de tijd' wordt beschouwd, is nog steeds (of weer opnieuw?) te rug te vinden in de enscenerin gen van de Poolse regisseur Andrzej Wajda. Zijn 'Nastasia Filipovna', ontstaan als impro visatiestuk tijdens 27 openbare repetities, gaat daarbij zelfs zover, dat het publiek even eens door het tot in de kleinste details doorgevoerde naturalis me wordt ingekapseld. De voorstelling werd hierom ook verplaatst van het Werktheater naar de grote foyer van de Stadsschouwburg, die hele maal was omgetoverd in een sombere Russische salon uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Wie nog niet wist dat hij een voorstelling gebaseerd op een roman van Dostojevski ging bijwonen, moest wel auto matisch die conclusie trekken, toen hij de schemerige, slechts door enkele kaarsen verlichte ruimte binnenkwam. Aan een tafel waren de beide hoofdper sonen al in een druk gesprek gewikkeld tijdens de nachtwa ke bij het lijk van de vermoor de Nastasia. Wie echter het boek niet gelezen heeft en slechts een vluchtige blik in het programma heeft kunnen werpen, zou op basis van wat hem in het Pools werd voorge schoteld, wel eens tot heel ver keerde conclusies kunnen ko men. Jan Nowicki zette de ge tormenteerde Rogozjin, de moordenaar van Nastasia, met zo'n overvloed aan stormach tig opwellende emoties neer, dat hij nog maar ten dele dééd denken aan de door Dosto- jewski geschilderde melancho licus. Sterker nog: de onvoor bereide toeschouwer zou niet zonder reden tot de conclusie kunnen komen, dat Rogozjin de door Dostojewski geschet ste 'idioot' moet zijn. Het ba rokke spel van Nowicki was in- Jerzy Radziwilowicz als prins Mysjkin in 'Nastasia Fihpovna' drukwekkend, maar het over vleugelde ten onrechte de be heerste speltrant van Jerzy Radziwilowicz, wiens innerlijk verscheurde prins Mysjkin ook veel dichter bij het oorspron kelijke romanpersonage kwam. De voorstelling is ech ter beslist een bezoek waard, al was het alleen maar om kennis te nemen van een speelstijl die in Nederland nauwelyks nog beoefend wordt, PAUL KORENHOF

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 27