Het wrede platteland
Romantiek zonder sentiment
Éenhapspoëzie van Kees Helsloot
Valentino: zö
en niet anders
Een geheide hit
-c
'Warlord': machtig boekwerk
over China een gemiste kans
zandvliet1
WOENSDAG 16 MEI 1984
Malcolm Bosse (50) doceert En
gelse literatuur aan het City
College in New York. Boven
dien schrijft deze hoogleraar
boeken. Zijn romans zijn meer
malen onderscheiden.
Maar als ik een interview met
hem mag geloven is hij pas
goed over 'The warlord' (een
epos over het China van om
streeks 1927) gaan nadenken,
toen hij al enkele honderden
bladzijden had geschreven.
Pas toen heeft hij een dikke
stapel boeken over China door
geworsteld. 'Ik wilde voorko
men dat mijn verhaal zou gaan
wemelen van historische on
juistheden', zegt hij.
Een aardig verhaaltje voor de pu
bliciteit. Maar niet erg waar
schijnlijk. Alsof een historisch
foutje meer of minder zou op
vallen in die vele honderden
bladzijden, waarin volledig fic
tieve personages worden ge
plaatst naast historisch ver
maarde politieke figuren als
Tsjang Kai Sjek en Mao Tse
Toeng. (De laatste heet tegen
woordig Mao Zedong, maar of
de naam van de eerste leider
van het zelfstandige Taiwan
ook valt onder de Chinese spel
lingsvoorschriften uit Peking
weet ik niet).
Verzonnen heeft Malcolm Bosse
de Amerikaanse dominee Phi
lip Embree, die net van het se
minarie gekomen zijn zending
in China net zo gemakkelijk
van zich afgooit als zijn wester-
Boeken
se kleding. Een man, die zich
temidden van het krijgsgewoel
voelt als een vis in het water.
Hoe rauwer hoe leuker.
Verder de (uiteraard dikke en si
garen rokende) Duitse wapen
handelaar Lucker en een Iwan
Rebroff-achtige Rus, die na
tuurlijk aan communistische
zijde staat. En dan is er in het
boek nog de mooie en pientere
Russin Vera Rogacheeva, die
van man naar man fladdert en
daarbij ook een tijdlang de har
de, maar oh zo nobele Chinese
krijgsheer Tang Sjan Teh aan
doet. Of hoe zijn naam nu ook
gespeld moge worden.
Al die personen vissen niet al
leen in troebel, maar ook erg
roerig water. Want het China
van 1927, dat Bosse ten tonele
voert, is een verschrikkelijk
verdeeld land, waarin zo'n
twintigtal 'warlords' (veldhe
ren) verbeten vechten om de
macht. De gewone boeren
moeten het gelag van die
schreeuwende verdeeldheid
betalen. Niet alleen grijpen de
soldaten van die 'heren' gretig
links en rechts om zich heen,
het land wordt ook nog eens
geteisterd door tal van rond
trekkende bandietenbenden.
Een volslagen chaos. Iedereen,
die een beetje macht bezit,
stelt zijn eigen wetten. Zonder
scrupules worden intriges op
touw gezet. Hebzuchtige Euro-
Malcolm. Bosse.
peanen en Japanners proberen
hun zakken zoveel mogelijk te
spekken.
Uiteraard is zo'n turbulent tijds
beeld een gelukkig decor voor
een auteur. Bosses gekozen fi
guren mogen dan wat cliché
matig overkomen, het China
van de jaren twintig vormt een
bijna verbijsterend wrede en
chaotische achtergrond, waar
tegen een charismatische per
soonlijkheid als generaal Tang
Het in ons land duidelijk inge
krompen boekwerk van Bosse
(de documentatie spreekt van
750 bladen, de matige Neder
landse vertaling kent er nog
geen 600) wordt als een 'Chine
se Shogun' aangeprezen, een
verwijzing derhalve naar Ja
mes Clavells roman, die nog
onlangs uitvoerig op de televi
sie was te zien.
Een tv-bewerking, die te frag
mentarisch was om voldoende
recht te doen aan het boek,
waarin zo'n diepgaand beeld
wordt gegeven van het oude
Japan. Een roman, waarin ge
loof, zeden en cultuur zoveel
belangrijker zijn dan de hoofd
personen, hoe nadrukkelijk
hun persoonlijke relaties wor
den beschreven.
Bij Bosse is het andersom. Per
sonen voeren de boventoon,
hun filosofische, politieke en
strategische uiteenzettingen
moeten vaak het beeld vullen
waar ik zoveel liever een blik
had geworpen in de culturele,
maatschappelijke en sociale
verhoudingen van het China
van omstreeks 1927, waarin
volgens het boek toch de man
nen al rondliepen die later
hoofdrollen zouden vertolken
niet enkel op het Chinese,
maar ook op het wereldtoneel.
Zij waren immers de compo
nenten van stromingen, die
toen al bruisend borrelden.
Stromingen, die later de toe
komst van China zouden gaan
bepalen.
Bosse is er niet helemaal aan
voorbijgegaan, dat niet, maar
ze hebben in mijn gevoel niet
voldoende aandacht gekregen.
Hoe levendig dan ook als avon
turenroman blijft het boek in
zeker opzicht een gemiste
kans.
KOOS POST
The warlord' door Malcolm Bosse,
in een vertaling van 589 bladzij
den verschenen bij Bruna Zoon,
prijs 47,50.
Stadsmensen krijgen, als ze het
woord 'platteland' ergens ho
ren vallen, nogal eens visioe
nen van wuivend graan en een
boer die op de deel rustig aan
zijn meerschuimen pijpje zit te
lurken. Wie de film Straw Dogs
van Sam Peckinpah heeft ge
zien, in welke rolprent een in
tellectueel zich met hand en
riek moet verdedigen tegen de
opdringerige, geen enkele
vorm van geweld schuwende
dorpelingen, zal wat meer op
zijn qui vive zijn.
Aan de wreedheden in die film
moest ik denken bij het lezen
van Cesare Pavesés roman
'Jouw land', die onlangs her
drukt is bij uitgeverij De Bezi
ge Bij. Het is een streekroman,
een Italiaanse, waarin er niet
wordt gebeden 'veur brune bo
nen', maar - en dat lijkt me heel
wat zinniger - voor een goede
wijnoogst.
Pavese laat zijn boek beginnen
op de drempel van een gevan
genis. Een enigszins achterlij
ke boerenzoon en een monteur
worden tegelijkertijd op vrije
voeten gesteld. De eerste
wordt ervan verdacht in zijn
dorp een boerenhoeve in de
brand te hebben gestoken, al is
het bewijs daarvan door de au
toriteiten niet overtuigend ge
leverd. Wat de ander, die uit
Turijn komt, op zijn kerfstok
heeft wordt niet geheel en al
duidelijk.
De boerenpummel probeert de
monteur mee te lokken naar
zijn dorp. Hij spiegelt hem
voor dat ze in de buurt van zijn
dorp een elektriciteitscentrale
hebben waar hij goudgeld kan
verdienen. De monteur, die
geen lire meer op zak heeft,
trapt erin.
Eenmaal in het dorp aangeko
men komt hij er langzamer
hand achter dat de onnozele
hem heeft belazerd. Hij wordt
door de vader, een ongelooflij
ke rabauw, voor een schamel
loontje ingehuurd om de dors
machine te onderhouden.
Het enige lichtpuntje tijdens zijn
verblijf is de zuster van zijn ou
de celmaat, Gisella, in wie hij
wel wat ziet. Na een nachtelij
ke vrijpartij ontdekt hij het af
schuwelijke litteken op haar
buik. Gisella vertelt hem dat ze
door een onverlaat is toegeta
keld met een hark.
De monteur, die steeds meer be
wijzen in handen krijgt dat
haar broer de brandstichting
wel degelijk heeft gepleegd,
vertrouwt het zaakje niet. Na
een bezoek aan een kroeg
krijgt hij zekerheid: ze is te gra
zen genomen door haar eigen
broer. Hij voelt dat er iets moet
gaan gebeuren. En inderdaad,
op zekere dag, tijdens het afla
den van het hooi, nemen de ge
beurtenissen een fatale wen
ding.
Deze roman deed mij denken
aan 'Light in August' van Wil
liam Faulkner. Pavese's werk
heeft weliswaar niet zo'n ster
ke symbolische inslag als dat
van Faulknef, maar ook bij
hem tref je voortdurend die
broeierige, onheilspellende
sfeer aan. Je hebt het idee dat
zijn figuren zich allen bevin
den in een onzichtbare val:
hun hartstocht. Er is in het
schroeiende, Italiaanse kli
maat, maar één vonkje nodig
om het hooi vlam te doen vat
ten. En zo is het ook met de
mensen in dit boek.
Deze roman moet met bloed en
zweet zijn geschreven. Dat
merk je aan de stoppelige,
weerbarstige stijl. Geen gerin
ge opgave om zoiets in goed lo
pend Nederlands over te bren
gen. Frida de Matteis-Vogels
Cesare Pavese:
broeierig en on
heilspellend.
heeft dat, voorzover ik het kan
beoordelen, voortreffelijk ge
daan.
Wie meer wil lezen van Pavese
moet in de boekhandel maar
informeren naar de roman 'De
maan en het vuur' en naar 'Le
ven als ambacht', waarin de au
teur het gevecht met zijn eigen
karakter beschrijft. Een ge
vecht dat hij niet kon winnen.
In 1950 sloeg hij in een hotelka
mer de hand aan zichzelf.
CEES VAN HOORE
Cesare Pavese, Jouw Land, vertaling
Frida de Matteis-Vogels, De Bezi
ge Bij, Amsterdam, 1984.
Wie ooit in Frankrijk of Italië op
vakantie is geweest, kent het
verschijnsel: het in een stal
letje langs de wegkant gekoch
te aardewerk, dat in het land
van herkomst zo aardig leek,
verliest thuis al snel zijn beko
ring. Het komt terecht in goot
steen- of balkonkast en bij elke
verhuizing staat men weer in
dubio of men het mee zal ne
men.
De gedichtenbundel 'Aarde
werk', het debuut van Kees
Helsloot, heeft nu al een vast
plaatsje gekregen in mijn boe
kenkast. Ik denk echter niet
dat ik de gedichten vaak zal
herlezen. Daarvoor zijn ze niet
raadselachtig genoeg; ze laten
zich na eerste lezing al door
gronden.
Neem nu bijvoorbeeld een ge
dicht als het volgende:
Vreemde vogels
met die schoongeschoren wangen
het fel-gele vest
over de vette buik gehangen
en dat vleugje verenblauw
lijkt de koolmees nog het meest
op een corpsstudent
en zingen kan-ie ook al niet
met zo'n accent
een bijna uitgestorven type.
Het is een aardige observatie.
Humoristisch ook. Maar daar
blijft het bij. Over die laatste
regel valt trouwens nog te twis
ten. De corpsstudent 'een bijna
uitgestorven type'? Dat geldt
misschien voor Amsterdam,
maar in Leiden zou Helsloot
wel anders piepen.
Van dit soort eenhapspoëzie,
staan er veel voorbeelden in de
bundel van Helsloot. Nu we
toch bezig zijn:
Dagschotel
Terwijl de regen langs de ramen
gutste
kwam hem weer scherp voor de
geest
dat z'n vader al geen bietjes lust-
Om zijn eigen woorden aan te ha
len: Helsloot 'harkt' als 'de
blinde accordeonist/een paar
tonen bijeen/die hij slijt voor
lied'flees: gedicht). Net als de
ze muzikant brengt Helsloot
zijn deuntjes ten gehore. Ze
amuseren ons voor een mo
ment, maar men vergeet ze
snel.
Meer pretenties lijkt hij, gezien
de titel van zijn bundel, ook
niet te hebben. 'Aardewerk'.
Helsloot geeft er mee aan dat
wij van hem niets verhevens
behoeven te verwachten. Een
niet onsympathiek uitgangs
punt voor een debutant, dat
mij sterkte in het voornemen
dit 'Aardewerk' niet op een on
bewaakt ogenblik uit mijn
handen te laten vallen.
Soms komen Helsloots gedich
ten heel even van de grond los.
Dan krijgen ze het prisma-ach-
tige karakter dat naar mijn me
ning kenmerkend is voor goe
de poëzie. In dit gedicht bij
voorbeeld:
Stilleven
in haar slaap nog
tastend voorzichtig
voélt de moeder
met beide handen
naar haar kind
de trekken vooral
van het gezicht -
zo wekt liefde
soms een vader
CEES VAN HOORE
Natalia Ginzburg is een Italiaans
schrijfster die al na verschij
ning van haar eerste boek na
drukkelijk aanwezig was op
het podium van de Italiaanse
letteren. Sindsdien is zij ook
nooit meer van dat toneel ver
dwenen. Dit valt op te maken
uit het nawoord bij een boek
dat in een Nederlandse verta
ling is verschenen bij uitgeve
rij Meulenhoff: 'Valentino'.
Wat staat de lezer van dit boek te
wachten. Schokkende drama
tische handelingen? Ontrafelt
de schrijfster haar hoofdperso
nen zoals een psychiater de ziel
van zijn cliënt in mootjes hakt
en met de stukjes vervolgens
gaat puzzelen?
Neen.
'Valentino' is een boek als een
kabbelende beek. Lelijk die
vergelijking, maar zo snel zou
ik geen betere typering weten
te bedenken. De gebeurtenis
sen worden beschreven in een
sobere stijl. Zo ging het met
die mensen en niet anders. Het
Noodlot stond de hele tijd al
verdekt opgesteld achter een
gordijn en kwam op het daar
voor bestemde ogenblik ge
woon, rustig tevoorschijn.
Zoiets.
Valentino is een man op wie alle
hoop is gevestigd. Zijn vader
hoopt dat hij een bekend medi
cus zal worden. Niet alleen om
dat hij het beste met zijn zoon
voorheeft, ook omdat hij zich
zelf aan de haren van zijn nage
slacht uit het moeras van de al
ledaagsheid wil trekken.
Maar Valentino wil niet deugen,
dat wil zeggen: een beroemd
medicus zal hij nooit worden.
Hij heeft meer oog voor mooie
meisjes met baretten op.
Toch... op een dag voltrekt zich
een beslissende verandering in
zijn leven: hij komt thuis met
een lelijke, rijke vrouw. Zijn
moeder, zuster en vader zijn
verbaasd en geschokt. Maar
hun wantrouwen doet Valenti
no niet van gedachten veran
deren: hij zal met haar trou
wen.
En trouwen doet hij. Het wordt
een vreemd huwelijk. Valenti
no brengt zijn tijd vooral lan
terfantend door. Als hij er
maar goed uitziet, dat is het be
langrijkste. Hij is een zelfver-
heerlijker, een fat Zijn vrouw
leidt een werkzaam leven: zij
inspecteert dagelijks haar lan
derijen.
Dan is er nog een wonderlijke
neef, die elke dag langskomt
en die later homofiele gevoe
lens voor Valentino blijkt te
hebben gekoesterd. Is het we
derzijdse liefde? Alles wijst er
op.
Uiteindelijk komt ook de zuster
van de hoofdpersoon bij het
echtpaar inwonen, vooral om
dat ze eigenlijk niemand meer
heeft in de wereld na de dood
van de ouders.
Veel gaat fout: de neef pleegt
zelfmoord, Valentino en zijn
vrouw gaan scheiden. Aan het
einde van het boek zijn we in
feite weer aan het begin be
land: Valentino en zijn zuster
wonen weer als vanouds bij el
kaar, in een huis dat opvallen
de gelijkenis vertoont met het
onderkomen van hun gestor
ven ouders.
Schetst Ginzburg een gedesillu
sioneerd tweetal? De hemel zij
gedankt - nee. Ze psychologi
seert niet, ze vertelt. Ik denk
dat door deze omstandigheid
het boek een grote kracht
krijgt. En pas enkele dagen na
lezing dringt dat goed tot je
door. Nadat ik het boek uithad
dacht ik: tsja... maar dan blijkt
dagen later dat telkens weer
fragmenten komen 'bovendrij-
Zoals gezegd: het boek, dat niet
bepaald dik is, is uitgegeven
door Meulenhoff. In de zoge
naamde Ceder-reeks. Dat is
een mooie reeks. Ik heb nog
geen Ceder-boek onder ogen
gehad dat er lelijk uitzag.
WIM BRANDS
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL BV
Haarlemmerstraat 117
Leiden-tel. 120421
algemene- en
assortimentsboekhandel
full-time
beste/afdeling
levertijd
vanaf 2 dagen
De Scandinavische schrijver Ole Lund Kirkegaard is een van de
leukste schrijvers die ik ken. Zijn nieuwe boek 'Frodo en de
andere donderstenen' is wederom een waanzinnig verhaal,
waarin een groot aantal vreemde en vermakelijke types rondlo
pen.
Allereerst de bewoners van 'het hoekhuis': Frodo, de altijd opge
wonden meneer Storm (die aan alles een hekel heeft), de gie
cheldames Raaf en Irene TV en een geheimzinnige bewoner op
zolder. Verder maken we kennis met de slungelachtige Siem,
die altijd aan zijn brommer prutst, en Leerijs (stopwoord:'we
zullen wel zien'). En niet te vergeten enkele opvallende klasge
noten van Frodo: de vergeetachtige Spet, vloekende ('verdom
me') Dieltje en het meisje Stien.
Hei verhaal laat zich nauwelijks navertellen. Het bestaat uit korte
sketches, die zich hoofdzakelijk afspelen in het hoekhuis of op
school. Als rode draad loopt door het verhaal een dief op een
step met een akelige 'knaklach'. Deze stepdief heeft het vooral
gemunt op meneer Storm die bijkant door hem wordt uitge
kleed. Frodo en zijn vrienden weten de dader echter te ontmas
keren, waarmee het verhaal een heel verrassende wending
krijgt.
De kracht van dit boek steekt in de buitengewoon aanstekelijke
humor. Voortdurend gegrinnik onder het lezen is onvermijde
lijk, evenals de nauwelijks te bedwingen neiging huisgenoten te
laten meegenieten van allerlei grappige passages. Dit spranke
lende verhaal komt echter het beste tot zijn recht wanneer men
het zelf leest. Kirkegaards unieke vertelstijl, de manier waarop
hij types neerzet en gebeurtenissen laat verlopen moet door ie
dereen vanaf 6 jaar zelf worden beleefd.
'Frodo en de andere donderstenen' is een breed lezerspubliek
waard en een geheide hit met voorlezen of als verjaardagsca
deau. Om de prijs (f 13,90) hoeft u het niet te laten. Het boek is
uitstekend vertaald door Gerard Rasch en geïllustreerd door de
schrijver zelf.
MARGOT KLOMPMAKER
Illustraties uit 'Frodo'
Voor de meeste mensen bestaat
het leven uit het voortdurend
zoeken naar evenwicht tussen
droom en werkelijkheid. Het
koesteren van fantasieën fleurt
het alledaagse leven een beetje
op. Wie fantasierijk denkt
dient echter echter tevens te
beschikken over een flinke do
sis incasseringsvermogen en
een onverwoestbaar optimis
me. Want dromen worden zel
den werkelijkheid.
Romantiek bijvoorbeeld. Bou-
quetromannetjes voorzien in
de onverzadigbare behoefte
aan romantische liefdesge
schiedenissen. Van bladzijden
vol zinderende romantiek naar
de aanrecht vol afwas en de
mand strijkgoed, de overgang
is groot. Toch blijft de hang
naar de meest fantastische lief
desgeschiedenissen: hoe mooi
had het niet kunnen zijn.
In het boek 'Maan en ik' staat de
14-jarige Elizabeth Jane, afge
kort EJ, op het punt de eerste
stappen op het liefdespad te
zetten. EJ woont tijdelijk bij
haar grootouders op het platte
land. Het wordt tijd voor een
vriendje, vindt het meisje. Het
blad 'Realistische liefdesge
schiedenissen' leert haar dat
de ideale man lang, knap en
ouder is. De enige die echter
belangstelling voor haar toont,
is de 12-jarige Harmon Wells,
doorgaans Maan genoemd. Hij
reikt net tot EJ's schouders en
beantwoordt allerminst aan
haar liefdesideaal. Koel wordt
hij afgewezen.
Al is Maan uiterlijk nog een kind,
in geestelijk opzicht is hij zijn
leeftijdgenoten al lang ont-
advertentif;
BOEKHANDEL
DE KLER
LEIDEN-LEIDERDORP
OEGSTGEEST-KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf via onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da
gen verkrijgbaar.
groeid. Ook EJ is hij ver voor
uit. 'Ik heb meer uit boeken ge
leerd dan van mensen'. Dat
verklaart zijn anders-zijn en
praten.
Hoe EJ hem ook negeert: Maan
is niet bij haar weg te slaan. Hij
krijgt EJ, een fanatiek paard-
rijdster, zo ver dat ze inschrijft
voor een lange afstandsrit te
paard onder zijn begeleiding.
Op een gegeven moment
merkt het meisje dat haar af
keer van Maan geleidelijk aan
is verdwenen.
Zo niet het beeld van 'de ideale
vriend' dat EJ voor ogen heeft.
Pas als het meisje kans heeft
gezien om, met behulp van
Maan, de meest begeerde jon
gen van school te versieren,
wordt het haar duidelijk. Deze
'ideale' jongen beantwoordt in
geen enkel opzicht aan haar su-
perromantische droombeeld.
Haar vriendschap met Maan is
van veel meer waarde. Maar
door het spoedige vertrek van
EJ is het al te laat daarvoor.
Een pijnlijke levensles voor
het meisje.
Tijdens haar laatste ontmoeting
met Maan zegt EJ: 'Er is een
enorm verschil tussen een ro
mance en een vriend. De een is
een droom, de ander is echt.
Als je geluk hebt kunnen ze al
lebei één zijn'.
Aan zo'n verhaal valt verder wei
nig toe te voegen. Het Ameri
kaanse schrijversduo Hadley
Irwin heeft Met 'Maan en ik'
weer een schitterend boek af
geleverd. Prachtig verteld,
reëel en toch heel gevoelig,
zonder valse sentimenten,
waarbij de humor niet verge
ten is. Dit verhaal ontstijgt de
valse romantiek van vele pulp-
boekjes. De hier beschreven
liefdesgeschiedenis wortelt in
de werkelijkheid en is er op
harmonieuze en herkenbare
wijze mee verweven. Knappe
karaktertekeningen van vooral
Maan en EJ. Liesbeth Swil-
dens heeft het boek uitstekend
vertaald, over de vage illustra
ties van Renee Hogeland ben
ik minder enthousiast.
Voor iedereen vanaf een jaar of
13 die van dromen houdt die
geen bedrog zijn.
MARGOT KLOMPMAKER